Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Historisch Onderzoek
Samenvatting Historisch Onderzoek
Samenvatting Historisch Onderzoek
SAMENVATTING:
Inleiding Historisch Onderzoek
Inhoudstafel
Les 1: Inleiding
1.1 Wat is geschiedenis?
2
a) Connotaties: subjectief, perceptie/ emoties
1) pejoratief (saai bv.)
2) positief (belangrijk bv.)
3) moraliserend (nostalgie, voorspellend, conservatief bv.)
-> combo mogelijk
Ontologisch onderscheid
Epistemologisch antwoord
Filosofische studie naar fundamenten van wetenschappelijke kennis
3
1. Rankeaanse evolutie
19e eeuw
Verwetenschappelijking Leopold von Ranke (prof)
Vader historisch wetenschap
o Belang objectief!
o Waarheid in bronnen
o Volledigheid bv. archiefbronnen
o Toepassen historisch kritiek
o Ethisch relativisme (eigen periode, eigenheid, geen periode is slecht of goed)
o Impuls aan institutionalisering (seminaries, etc…)
o Literaire dimensie
2. Neo-Rankeaanse evolutie
Leerlingen
o Uitzuivering vd methode
o Groot belang voor de heuristiek (zoeken en vinden van bronnen)
o Regels classificeren/analyseren
o Archief cfr. Labo
Historisme
Geschiedenis = wetenschap?
Hangt af van taalgebied
3. Postmoderne uitdaging
4
o elke historici = scenarist
o verhaal construeren (maken begin, plot…) = belang emplotment en historical
imagination
o geschiedenis = meer literatuur (verwant)
Les 2: Vragen
2.1 Inleiding: vaardigheden?
Niet zo zeer mechanische vaardigheden -> quote Jordanova: door te beoefenen betere skills
ontwikkelen
Fundamentele types:
- Technische: bv. paleografie (lezen van oude handschriften)
Bv. statistiek, numismatiek (studie van geld)
5
- Bron gebaseerd: vinden van bronnen (heuristiek) en selecteren van informatie
- Interpretatieve: argument construeren
Uitgever wil dat je KDG’s propaganda onderzoek, hoe verkocht hij dat grote rijk aan de
bevolking
Startpunt: inlezen: dubbel werk vermijden, idee van debat dat gaande is
Je zal al snel stoten aan werk van Henri Pirenne:
Belgische historischi Ugent
Rankiaanse methode
bronnen!!!
sociaal economische aanpak
laatste boek over KDG: ‘pirennethese’: volksverhuizingen waren niet
einde van culturele eenheid en economische systeem rond middellandse
zee, pas bij Islamitische veroveringen: Germaanse assimilatie: dingen van
Romeinen meenemen
Werk/literatuur: Pirenne
o product van onderzoek
o monografie (boek geschreven door 1 auteur)
o artikel: meer afgebakend onderzoeksverslag
o secundair
o literatuurstudie
Bron: Einhard
o courant: herkomst alle informatie
o historici: inlichtingen UIT het verleden
o brede waaier (geschreven, mondeling, materieel, visueel)
o primair (essentiële bouwstenen voor ieder onderzoek)
o historische kritiek
6
Onderscheid: moeilijk
o hangt af van vraagstelling
o kan beide zijn
o hangt niet louter af van ouderdom
o status werk kan veranderen (bv. Herodotos: bij ontstaan werk, vandaag bron,
omdat meeste eigen bronnen verdwenen zijn en hij 1 vd weinige nog is)
o opdeling altijd maken in bibliografie
REFERENTIEWERKEN SYNTHESEWERKEN
Bv. encyclopedie: lemma’s , basisfeiten, bij Bundelen decennia onderzoek
wetenschappelijke: korte opsomming Door specialisten
literatuur Gespecialiseerde bibliografie
-> bibliografie opstellen: 2 functies: leeslijst voor jezelf en voor onderzoeksverslag om voor
andere toegankelijk te maken
o door lezen idee van: status quaestionis (stand van onderzoek, wat al
gebeurt..), deelname aan historisch debat en wat kan jij toevoegen
(bij deze casus: jij gaat niet naar militaire kijken, maar naar propaganda)
2) archieven raadplegen
!heuristiek! en zoek strategieën (nadenken welke bronnen, waar zoeken)
o tot divers volledig bronnencorpus komen, representatief
7
o voor deze case: Einhard, Kapel, troon, miniatuur, mondelinge traditie =
OKE
o historische kritiek op toepassen:
o vormelijk: authentiek of vervalst? Context?
(verhaal Karel en Elegast valt af (latere datering), ook troon (niet
uit die tijd))
o inhoudelijk: betrouwbare getuige?
(Einhard?: eerste zicht wel, maar sterk beïnvloedt door
Romeinse keizer en wilde daaraan linken, dus eerder eerbetoon,
ook enkele dingen weggelaten, kapel net hetzelfde geïnspireerd
naar die van Ravenna)
o contextualiseren en interpreteren
4) wanneer rond: geschiedschrijving, hypothese wordt stelling, antwoord op vraag van begin
(in het begin propaganda belangrijker dan veldslagen: verhouding macht en media)
o openheid!: goed aangeven waar je stelling op gebaseerd = transparantie
en controleerbaarheid
o peerreview! Bv. op congressen, ook door anonieme referenten en hun
kritiek verplicht verwerken
8
o Noemen we de Annalschool : geschiedenis mens- en
maatschappijwetenschap (sociaal economische verhoudingen), verwijst
naar Romeinse Annales = lijst met belangrijke gebeurtenissen (selectie)
o Analytische vragen
WOII: casus
AFGEBAKEND
o Onderwerp (thematisch)
o Tijd (chronologisch)
o Plaats (geografisch)
o Historische context
9
- Beheersbaarheid: Onmogelijk om alle relevante bronnen te bekijken
- Betere antwoorden: Concrete context verandert talloze keren: niet begrijpbaar
FALSIFIEERBAAR
Casus: These: Duitse agressie lag aan basis van WOII: goed: kan weerleggen door bv. nieuw
bronmateriaal
10
Examenvraag
Les 3: Bronnen
11
3.1 Ad Fontes
Humanisten
Bronnen:
3.2 Brontypologie
Geschreven bronnen
12
Helpt bij datering/ lokalisaties
- Cryptografie: ontcijfering van gecodeerde boodschappen
Er zijn mengvormen
Bv. met eigen notities
ARCHIVALISCHE BRONNEN:
- Juridische bronnen:
o Oog op bewijskracht (bv. trouwen, vredesverdragen)
o Risico: vervalsing
o Diplomatiek: vormvereisten en stijlkenmerken = hulpwetenschap
notariële bronnen
Bv. arrestaties, getuigschriften…
Nederlanden: vanaf 16e eeuw notariaat
Breder in Ancien Régime
Justitiële bronnen
Processiedossiers: onderzoek naar criminaliteit! (bv. verhoor)
Pas op voor vertekend beeld: verteld enkel over wat afweek van norm
Gebruiken voor banale verslagen (konijn steelt bladeren -> weet je iets
over arbied)
Normatieve bronnen
Normen, regels, wetten…
Vaak over gewenste ipv echte situatie (in praktijk niet aan houden)
- Administartieve bronnen
o Vastleggen en beheren van situatie, geen bewijskracht
o ‘ambtelijk bescheiden’
o Ambtbücherlehre: vorm-en stijlkenmerken = hulpwetenschap
o Hiaten opvangen met historische statistiek = hulpwetenschap
GESCHREVEN BRONNEN
13
- Informatieve bronnen
o Nieuwsvergaring en informatieverspreiding
o Avvisi (It, 16e eeuw): kranten ontstaan (nieuws over buitenland)
o Vaak voor propaganda
- Polemische bronnen
o Publieke opinies: in woelige periodes
o Pamfletten, manifesten, satires…
o Vaak goedkoop papier, snelheid en lage prijs!
o Published opinion = niet de public opinion
- Egodocumenten
o Dagboeken, memoires, brieven, reisverhalen…
o Duidelijk ‘ik’ (soms ghostwriter)
o Risico: zelfverheerlijking, Hineininterpretierung (na feiten ander beeld dan
tijdens)
o Vaak door verschillende mensen censuren aangebracht
o daarom niet minder boeiend
Mondelinge bronnen:
Jan Vansina: volken die niet schrijven zijn niet per se primitief
Visuele bronnen
Materiële bronnen
- Numismatiek: munten
Material Turn
- ’90: voor meer dan enkel materiële cultuur (leefpatronen, sociale verhoudingen…)
- Eerste onderzoeksresultaten
14
- Cross-check van diverse brontypes: contextualiseren en interpreteren
- Indeling in bibliografie
Schrift:
Vlottende overgangen
- Kleitablet spijkerschrift
- Hiërogliefen
- Alfabet
Hulpwetenschappen
- Epigrafie: harde ondergrond
- Papyrologie: papyrus
- Codicologie: perkament/ inbinden (codices)
Boekdrukkunst:
Audiovisuele media
Digitale media
15
Geluid en beeld in cijfers
Reproductie zonder kwaliteitsverlies
3.4 Bewaring
Incidentele redenen
Schrift -> archief (bv. Ebla Syrië kleitabletten) -> huidige vorm van ME -> paus, Vaticaan ->
Bisdommen, vorsten doen na -> staatsbezit
3.5 Raadpleging
PRIVAAT OPENBAAR
In beheer van particulieren (bv. adel, KDOK) Public Record Office (1838)…
Overdrachten aan (private) archieven Vaak beperkte toegankelijkheid
- Graadmeter van democratie (veel te
16
verbergen: blokkades)
- Addertjes in wetgeving
(repressiedossiers: 2013
ontoegankelijk wanneer eerherstel)
17
Les 4: Kritiek
4.1 Geschiedenis van de historische kritiek
°humanisme
Ad fontes: herstel van het klassieke Latijn
Ranke en leerlingen
- Boeken opstellen
- Verbreding: taal naar algemene bronnenkritiek
- Voornamelijk geschreven (archivalische) bronnen
Gradaties!
Origineel:
- aanvankelijke tekst, opgesteld door auteur
- duplicaat: identiek tweede exemplar (bv. Contract)
- autograaf: door auteur zelf geschreven (<-> aktes of oorkondes)
o minuut: =kladversie, ouder, toch niet origineel!
- apograaf: rechtstreeks afschrift van origineel (Meestal niet door auteur, wel
juridisch statuut)
o vidimus op afschriften (met origineel naast, goede weergave)
o bv. diploma
Kopie:
- nabootsing (~ vervanging / verspreiding)
- nooit feilloos (kans kleiner digital)
o ongewild/ onbewust
o bewust (censuur) (schrik op verbod bv.)
- waarde: reactivatie van een origineel
19
Achterhalen via stemma codicum (= stamboom van versies)
Methode- Lachmann (2 kopiïsten maken nooit dezelfde fouten op hetzelfde
moment)
Auteur
Meerdere soorten
- Intellectuele/geestelijke auteur = opsteller/bedenker
- Materiële auteur = netversie opgeschreven
- Juridische auteur = verantwoordelijkheid van uitgave
- Individueel of collectief
Opgegeven = nominatief
- Verdere verificatie nodig
- Pseudoniemen (bv. onder naam man roman publiceren)
- Pseudepigrafisch = per ongeluk aan iets verkeerde auteurnaam gegeven (bv.
pseudo dionisius)
- Apocrief = identificaties die niet anvaard zijn (bv. evangelies die niet aan het
canon zijn geraakt)
20
- omrekening (via chronologie)
- chronogrammen of jaardichten (in gedicht datum verwerkt)
plaats (vervaardiging)
expliciet opgegeven = absolute lokalisering
- huidige plaatsnaam achterhalen via toponymie en/of historische cartografie
Intentiekritiek: Waarom?
21
Bevoegdheidskritiek: wat (niet)?
Geloofwaardigheidskritiek
- Kwalitatieve analyse
o was de auteur getuige/betrokkene?
o nooit neutraal!
- Kwantitatieve analyse
o zoektocht naar dominante opinies, connotaties…
o frequentieanalyse (hoe vaak woorden)/ intensiteitsanalyse (impact
woorden)
Interpretatiekritiek: hoe?
- Altijd een mate van bias: woordkeuze – bijbedoelingen (bv. Gustave Le Bon: de
menigte)
- Lexicologisch/ etymologisch: sociaal-historische betekenis achterhalen
- Discoursanalyse: sociaal-culturele dimensie (hoe erover gesproken wordt)
4.4 Oordeel
22
Vooronderzoek:
typologie
Ontstaan
Bewaring
Meerdere versies
- A: schriftje
- B: 324 losse folio’s
- Enkele pagina’s niet voor publicatie
Raadpleging
meerdere opties
Vormelijke kritiek
Echtheidskritiek
23
Herstelkrietiek
Oorsprongskritiek
Wie?
- gekende (geestelijk/materieel) auteur
- andere namen veranderd
Waar?
- Thuis: achterhuis
Wanneer?
VERSIE A
- vanaf 12 juni 1942
- antidateringen
VERSIE B
- 28 maart 1944 als terminus post quem tijdsvork
- 4 augustus 1944 als terminus ante quem
Ontleningskritiek
Oorspronkelijk
Rechtstreeks getuige
In eigen bewoording
Maar vele ontleningen
Mooie-zinnen-boek (= intertekstualiteit = geen plagiaat)
Inhoudelijke kritiek
Waarom?
24
Literair (ambities)
Wat?
Hoe?
Taalregister en woordgebruik
Vgl’n A en B
Eindoordeel
25
Les 5: Synthese
Van hypothese naar synthese (stap 3-4)
5.1 Vergelijken
26
FASE 2: meerderheid
FASE 3: smoking gun: onomstotelijk bewijs
Tegenspraak in bronnen dwingt tot kritsiche blik
(hoe meer bronnen, hoe meer kans)
OVERVLOED:
27
- Sonderweg: vertrouwen in sterke - Alle grote staten maakten plannen
leiders, middenklasse geen rol in tegen elkaar
democratisering, agressieve - Van activatie naar escalatie
politiek: binnenlandse troubles
wegwerken door buiten conflicten
te zoeken
- Het September-programm als
bewijs
Beide goede argumenten
Strategieën
- Divers selecteren
- Case study (algemeen of 1 bepaalde groep/ familie…)
- Typerende analyse (met oog voor afwijkingen) (patronen onderzoeken)
- Kwantitatieve analyse (met cijfers)
5.2 Interpreteren
A) Ordenen
Courante classificaties:
- Chronologisch
- Topografisch (bv. type huizen in type wijken)
- Persoons- of groepsgebonden (bv. mannen vs vrouwen)
B) Interpreteren
VALKUILEN:
- teleologie: redenering vanuit (gekende) afloop
o risico van anachronism (idee van vandaag toepassen)
- determinisme: alles uit één verklaringsfactor (ecologisch: enige reden)
- tunnelvisie: onvoldoende oog voor tegenspraak
28
- A priori: uitgaan op stellingen die niet onderzocht zijn (bv. vrouwen hadden geen rol in
ME)
- Post hoc, ergo propter hoc: chronologie en causaliteit verwarren
- A fortiori: x doet y, andere casus met x doet ook y
C) Stelling
5.3 Redigeren
Academische stijl
NIET WEL
- Journalistieke stijl - Boeiend en vlot
- Ouderwets of verheven - Correct, helder en eenduidig
- Taalgebruik uit bronnen niet - Kritisch tegenover discours
zomaar overnemen
- Onbepaalde/ passieve constructies - Voldoende concreet (actoren, tijd,
ruimte)
- Voorkeur voor onvoltooid verleden
tijd
29
Vaste structuur
Annotaties:
noten en bibliografie
plagiaat
I would argue that the most important act historians perform is that of writing, because it is
through writing
that their disparate ideas are integrated into a single whole
(Jordanova, p. 161)
30
Les 6: Schaal
6.1 Historische methode
= niet uniform
Methodenpluralisme (in functie van wat we gaan doen, beste methode zoeken)
Schaal?
9/11
- unieke gebeurtenis
- ruimere impact
o processen van continuïteit en verandering?
o plaatselijke of globale gevolgen?
6.2 Tijd
Historici
31
- indeling = conventie
- meerdere kalenders
<-> eurocentrisme (bv. beurzen in onze tijd)
Tijdsnotatie
Chronologie
Hulpwetesnchap
- omrekening
- studie van tijdsindeling
Lineair vs cyclisch
Cyclisch vs lineair
32
Spengler:
- beschavinng als levend organisme
- Cyclische geschiedenis: geboorte, hoogtepunt, verval
Onafwendbaar
Cultuurpessimisme
Toynbee
- Response en challenge: denkt in uitdagingen: stilvallen of versnellen
- Minder dwingend/ pessimistisch
Relatieve tijdsopvatting
Braudel
Krijgsgevangene
Mens vanuit meerdere perspectieven bekijken
Histoire immobile van geografie (handelsroutes gekenmerkt: traag veranderen)
Conjuncture van economische cycli (tijd sneller)
Courte durée van politieke evenementen (relatief weinig belang)
Kritiek: deterministisch, weinig aandacht voor vrije wil, cultuur en religie
9/11
Courte durée -> militaire reactie Bush
Conjuncture -> jarenlange economische impact (bv. toerisme, schulden)
Longue durée -> blijvende polarisatie (Westen vs Islam)
Tegenargumenten
Tijdvakken
33
Nwe t: humanisten: vroegmodern? Impliceert richting: aanlooopje
vormen van ‘modernisme’ (verleden als voorbereiding)
Numerieke indeling?
- Eeuwen worden verkort/ verlengd (bv. lange 19e eeuw)
- decennia krijgen connotaties (bv. Roaring 20s)
- zelfs term als fin de siècle is niet neutral
6.3 Plaats
9/11
Stedelijk kader?
- Burgemeester NYC
Nationaal kader? Heel ander onderzoek
- Aanval op American Dream expliceren!
Globaal kader?
- ‘terreur’ van opposanten
Eigen staat
staatsgrenzen = problematisch
welke afbakening dan wel?
34
Geografische geschiedenis en ecologisch
Annales
- Febvre: Fr is geen hexagone
- Bloch: les pays autour de Paris: meervoud: variabele grenzen
- Braudel: niet de landen rond de Méditerrannée, wel geografische ruimte
Comparatieve geschiedenis
Bloch
- Les rois thaumaturges (1924) (handoplegging)
- La société féodale (1939)
Studie van nationale bewegingen (bv. Vlaamse beweging)
9/11
- vergelijking impact VS – Saudi-Arabië – Afghanistan
- vergelijking receptie België - Nederland
landen intern verscheiden
35
Orientalism: Said
- westerse blik (kunst/wetenschap) ≠ neutraal
- gevoelens van superioriteit
o voyeuristisch: nadruk op sensualiteit
o pejoratief
Westen bepaalt de norm
Postkolonialisme
- Dekolonisatie
- Maar toch blijvende afhankelijkheid van Westen
- Studie van patronen van dominantie
- Onderdrukten aan het woord: niet enkel Westen onderzoeken
Global History
- altijd meerdere centra en culturen
- aandacht voor wisselwerking en uitwisseling
- probleem: overvloed/variatie aan bronnen
- focus op tussenpersonen die beide kennen
Transnationale geschiedenis
- uitwisselingen tussen staten (bv. Al Qaida)
- vooral voor Nieuwste tijd
Histoire croisée
- ook eerdere periodes
- meerdere perspectieven
6.4 Schaal
Micro: handelingsvrijhied!
36
Jeux d’échelles
37