Professional Documents
Culture Documents
MM Thema2 Possessief Pronomen
MM Thema2 Possessief Pronomen
Voorbeelden
Wat is jouw/ je familienaam? (informeel)
Excuseer meneer, wat is uw familienaam? (formeel)
Ik heet Magda. Mijn familienaam is Mrowiec.
Ik ben getrouwd. Mijn man heet Stef. Zijn familienaam is Peeters.
Zij heet Fomiye. Haar familienaam is Alnajjar.
Wij hebben 2 kinderen. Ons huis is klein. Onze kinderen zijn al groot.
De kinderen hebben 1 fiets. Dat is hun fiets.
*ons + HET-woord
onze + DE-woord en pluralis
Maak de oefening
2. Is dit ….............................. (hij) koffie? Neen, dit is …....................... (zij -singularis) koffie.
8. Wij hebben twee kinderen: 2 jongens. …............................. kinderen heten Jan en Stef.
10. Alicia woont nog maar 1 maand in België. …...................... Nederlands is nog niet goed.