Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting 'Neurorevalidatie Bij CNA, Hoofdstuk 4 MS'
Samenvatting 'Neurorevalidatie Bij CNA, Hoofdstuk 4 MS'
Samenvatting 'Neurorevalidatie Bij CNA, Hoofdstuk 4 MS'
500663871
Prevalentie:
MS treft voornamelijk mensen tussen het twintigste en veertigste levensjaar. Vrouwen hebben twee
keer zoveel kans om MS te krijgen dan mannen.
In Nederland zijn er meer dan 15.000 mensen die lijden aan MS.
Patiënten met MS worden ingedeeld volgens de ‘Expanded Disability Status Score’ (EDSS):
0: Normale neurologische bevindingen.
1: Geen invaliditeit, minimale verschijnselen in één functioneel systeem.
2: Minimale invaliditeit in één functioneel systeem.
3: Matige invaliditeit in één functioneel systeem, wel nog mogelijk om zonder hulp te wandelen
(volledig ambulant).
4: Stapt 500 meter zonder hulp, maar heeft ernstige invaliditeit in één functioneel systeem
(geleidelijke overgang naar de secundaire progressieve vorm).
5: Ambulant zonder hulp of rustpauze voor 200 meter, maar invaliditeit is te ernstig om nog
voltijds te kunnen werken.
6: Heeft wandelstok, kruk of rek nodig om 100 meter te kunnen gaan, met of zonder rustpauze.
7: Niet in staat meer dan 5 meter te gaan, zelfs met hulp; zelfstandige beweging met in/uit een
rolstoel.
8: bed- of stoelafhankelijk, goed gebruik van de armen maar heeft hulp nodig bij transfer
van/naar stoel/bed.
9: hulpbehoevende bed patiënt, kan communiceren en eten.
10: dood ten gevolge van MS (zelden).
Dit meetinstrument geeft de mogelijkheid om het verloop van de MS op de langere termijn te kunnen
beoordelen.
Benigne vorm:
In deze vorm zullen slechts enkele exacerbaties optreden, en is er geen sprake van blijvende
handicaps. In de shub zal de patiënt achteruitgaan, maar na herstel komt de patiënt op het oude
niveau terug.
Ben de Roo
500663871
Relapsing-remitting vorm:
In deze vorm treden frequent exacerbaties op en zal er steeds minder herstel plaats vinden.
Exacerbaties:
Exacerbaties zijn zeer kenmerkend voor MS. Aan de hand van deze exacerbaties worden de
verschillende vormen van MS ingedeeld. Een exacerbatie wordt omschreven als het optreden van
nieuwe of duidelijk toenemen van bestaande neurologische symptomen die niet gepaard gaan met
koorts, met een minimale duur van 24 uur.
Uitlokkende factoren zijn infecties; hormonale veranderingen (bij vrouwen na de menstruatie);
overgewicht; slechte nachtelijke rust; stress en oververmoeidheid.
Exacerbaties worden ook wel ‘shub’ of ‘relaps’ genoemd.
Ben de Roo
500663871
Visusproblemen:
Visusproblemen (neuritis optica: ontsteking van de oogzenuw) is vaak het eerste symptoom. Ze
blijken een voorteken te zijn van de uiteindelijke diagnose MS. Deze problemen verdwijnen weer
maar worden gevolgd door andere symptomen van MS.
Sensibiliteitsstoornissen:
Gekenmerkt door:
- Meer gnostische stoornissen dan vitale uitval (minder gevoel in tast, discriminatie en
propriocepsis);
- Paresthesieën zoals branderigheid en jeuk;
- Opvallend bij MS is het teken van Lhermitte (flexie nek elektrische stroom door de rug
naar de onderste extremiteit).
Samen met de visusproblemen dienen sensibiliteitsstoornissen zich in veel gevallen als eerste aan
samen met een nooit eerder ervaren vermoeidheidsgevoel wat beschreven wordt als een algehele
vermoeidheid en een zwaar gevoel in de benen.
Wanneer de visusproblemen en sensibiliteitsstoornissen zich als eerste manifesteren is de
prognose gunstiger dan wanneer de ziekte zich aanmeldt met intiële klachten gerelateerd aan
hersenstam (zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht, dubbelzien) of cerebellum (schokkerig
bewegen, evenwichtsproblemen: coördinatie).
Krachtverlies:
Krachtverlies komt frequent voor bij patiënten met MS. Bij bijna de helft begint de ziekte met
spierzwakte. Soms ontstaat dit abrupt, meestal geleidelijk. Hierbij wordt in het begin een
vermoeidheid van de benen waargenomen, en leidt dit tot ADL zaken die moeizamer gaan (lopen,
fietsen). Er kan een paralyse ontstaan (verlamming) maar meestal is er sprake van een parese
(moeilijker aanspannen van spieren). Dat er nog enige aanspanning mogelijk is, is essentieel bij het
maken van een (zelfstandige) transfer.
Coördinatiestoornissen:
Coördinatiestoornissen zijn vaak een uiting van sclerotische haarden in het cerebellum of
hersenstam. Wanneer dit aanwezig is wanneer de ziekte zich aanmeldt is de prognose minder
gunstig.
Spasticiteit:
Het patroon van spierzwakte ten gevolge van MS gaat regelmatig gepaard met spasticiteit en
spierstijfheid. Deze spasticiteit is het gevolg van een stoornis in de passage van prikkels tussen
motorische cellen in het ruggenmerg enerzijds en die in de hersenen anderzijds. Hierdoor treden
primitieve ruggenmergreflexen op. Dit kan leiden tot enorme toename van spanning in de
extremiteiten (voornamelijk in de benen).
Vermoeidheid:
Dit is een grootprobleem bij alle CNA en ook bij MS. Veel patiënten worden hierdoor beperkt in hun
functioneren. Vermoeidheid wordt ook als provocator van exacerbaties genoemd. Dit is dus
belangrijk om aan te pakken.
Het invoeren van leefregels is een voornaam instrument om vermoeidheid te beïnvloeden.
Pijn:
Pijn is altijd aanwezig bij MS. Er is een relatie tussen pijn en de mate van spasticiteit.
Ben de Roo
500663871
Cognitieve functiestoornissen:
Geheugenproblemen, vertraagde informatieverwerking en een verminderde aandacht zijn cognitieve
functiestoornissen die in verband worden gebracht met MS. Het is wel afhankelijk van waar de
slerotische haarden zich manifesteren.