Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

DINSDAG 26/03/24 Handtekening mentor + datum:

Van 8u30 tot 9u20


Leergebied(onderdeel): Wiskunde (Meetkunde)
Lesonderwerp: Blokkenbouwsels (ruimtelijke oriëntatie)

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 WDmk1 Inzicht verwerven in ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke relaties
8 - 12 Onderzoeken en vaststellen in de werkelijkheid en in tweedimensionale weergaven ervan
wat er in driedimensionale constructies wordt gezien vanuit diverse perspectieven bij mentale
verplaatsing in de ruimte en daarbij de termen richting, plaats, vooraanzicht, zijaanzicht,
bovenaanzicht en hoogteplan kennen en gebruiken

Leerinhoud:


 Een plan zegt hoe we moeten bouwen door middel van cijfers. Een aanzicht zegt hoe het eruit
ziet.
 Het bovenaanzicht is wat we van bovenaf zien. Het voor-, zij- en achteraanzicht is wat we vanuit
een bepaalde kant zien. Het is een tekening waarop per kolom is ingekleurd hoe hoog de
blokken gestapeld zijn. Ik laat de kinderen het voor-, zij- en achteraanzicht tekenen. Ik laat de
andere kinderen controleren.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. constructies uitvoeren aan de hand van een grondplan.
2. het grondplan van een blokkenbouwsel maken.
3. verwoorden wat ze vanuit verschillende standpunten zien.
4. zich mentaal verplaatsen in de ruimte.
5. de begrippen 'vooraanzicht', 'zijaanzicht', 'bovenaanzicht' … gebruiken.

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 T2 L20 Ruimtelijke oriëntatie: blokkenbouwsels met aanzichten:
1. De kinderen kunnen constructies uitvoeren aan de hand van een grondplan.
2. De kinderen kunnen het grondplan van een blokkenbouwsel maken.
3. De kinderen kunnen verwoorden wat ze vanuit verschillende standpunten zien.
4. De kinderen kunnen zich mentaal verplaatsen in de ruimte.
5. De kinderen kennen de begrippen vooraanzicht, zijaanzicht, bovenaanzicht … en kunnen ze
correct gebruiken.
Leerling specifieke gegevens + acties:

Bronnen: volgens de APA-normen


 /

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Bijlage 1
 Bijlage 2: extra oefeningen à komt ook nog.

Materiaal / locatiewijziging:
 Blokken
 bel

Lesopbouw

1. Klassikale inleiding van de les a.d.h.v. een blokkenbouwsel. (5’)


oriënteren verwerven Verwerken afronden

Opdracht
Ik projecteer foto’s uit
verschillende perspectieven
van een blokkenbouwsel. Ik
vraag aan twee leerlingen om
dit samen na te bouwen. Ik ga
na bij de rest van de klas, of
het klopt.

2. Klassikale herhaling van de reeds geziene theorie a.d.h.v. een voorbeeld. (15’)

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

oriënteren verwerven verwerken afronden


1,2,3,4

OLG
Ik bespreek samen met de leerlingen het blokkenbouwsel en laat ze tekenen op het bord:
- Hoeveel blokken tel je? (Iemand komt controleren door de blokken vooraan te tellen)
- Weet iemand nog wat een grond plan is, en hoe je het maakt? (Het grondplan is een
plattegrond met hoogtegetallen.)
- Wat is het bovenaanzicht?
- Wat is het vooraanzicht?
- Hoe teken ik dat?

0 0 0 0 0
0 3 3 4 1
0 3 3 2 1
0 1 2 0 0
0 0 1 0 0

Zijaanzicht (links) Achteraanzicht Zijnaanzicht (rechts) Vooraanzicht Grondplan

Het bovenaanzicht is wat we van bovenaf zien. Het voor-, zij- en achteraanzicht is wat we vanuit een
bepaalde kant zien. Het is een tekening waarop per kolom is ingekleurd hoe hoog de blokken
gestapeld zijn. Ik laat de kinderen het voor-, zij- en achteraanzicht tekenen. Ik laat de andere
kinderen controleren.

Ik projecteer nieuwe afbeeldingen:

Eerste laag Tweede laag Derde laag

Ik laat opnieuw twee leerlingen het blokkenbouwsel bouwen vooraan in de klas. Samen met de klas
stellen we een grondplan op.
- Was het nodig om het blokkenbouwsel te bouwen? Of konden we eigenlijk gewoon zo de
oefening oplossen? (Het was niet nodig, als we alle blokken van het eerste vakje optellen,
weten we welk getal er moet staan in dat vakje in het grondplan. Als we dat voor elk vakje
doen, hebben we het grondplan.)

3. In duo’s de oefeningen oplossen. (25’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1,2,3,4

Instructie

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor leraar lager onderwijs

De leerlingen lossen in duo’s de oefeningen op. Ze maken eerst elke oefening alleen en kijken dan of
ze hetzelfde antwoord hebben. Als dat niet zo is overleggen ze en stellen ze vragen aan elkaar, tot ze
hetzelfde antwoord hebben.

Tempodifferentiatie
Na de oefeningen in het werkboek, mag één leerling naar voor komen om blokken en een extra
oefeningenblad te halen (bijlage 2).

4. Wedstrijd, om het snelst een blokkenbouwsel maken. (5’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
1

Instructie
Drie leerlingen mogen naar voor komen. Ze krijgen blokken en op het startsignaal krijgen ze het
grondplan, ze bouwen om ter snelst het blokkenbouwsel. De eerste die het blokkenbouwsel af heeft,
en op de bel drukt, wint de wedstrijd (indien er geen fouten in het blokkenbouwsel zijn).

You might also like