Toets HF 5

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 1

Toets HF 5 – 3 havo

Grammatica zinsdelen

Je leert de theorie op blz 164.

Je kunt een zin van de bedrijvende vorm naar de lijdende vorm omzetten en
andersom.

Je kunt een zin ontleden: persoonsvorm / zinsdeelstrepen zetten / werkwoordelijk


gezegde / naamwoordelijk gezegde / onderwerp / lijdend voorwerp / meewerkend
voorwerp / voorzetsel voorwerp / bijwoordelijke bepaling.

Zie ook blz 247 – 249.

Grammatica woordsoorten

Je leert de theorie op blz 156.

Je kunt de volgende woordsoorten benoemen in een zin:


Zelfstandig naamwoord (zn), zelfstandig naamwoord eigennaam (zn-e), onbepaald
lidwoord (olw), bepaald lidwoord (blw), bijvoeglijk naamwoord (bn), stoffelijk
bijvoeglijk naamwoord (st. bn), hulpwerkwoord (hww), koppelwerkwoord (kww),
zelfstandig werkwoord (zww), aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw), persoonlijk
voornaamwoord (pers. vnw.), bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw.), betrekklijke
voornaamwoord (betr.vnw.), betrekkelijk voornaamwoord met ingebouwde
antecedent (betr.vnw (m.i.a.)), onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw.),
wederkerend voornaamwoord (wed.vnw.), wederkerig voornaamwoord
(wedig.vnw.), bepaald hoofdtelwoord (bep. hftw.), onbepaald hoofdtelwoord
(onbep. hftw.), bijwoord (bw.), nevenschikkend voegwoord (ns vgw.),
onderschikkend voegwoord (os.vgw.) of tussenwerpsel (tw.)

Zie ook blz 253 – 255.

Formuleren

Je leert de theorie op blz 158.

Je kunt een foutief gebruik van de lijdende vorm herkennen en indien nodig
verbeteren.

Spelling

Je leert de theorie op blz 160 en 161.


Je kunt de werkwoorden op de juiste manier vervoegen: d’s en t’s. Zie ook blz 263.
Neem de opdrachten nogmaals door.

You might also like