3 Data Flow Diagram Inf

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

3 Data flow diagram

Het data flow diagram (DFD), is een grafische


representatie van de gegevensstroom, de
dataflow, door een informatiesysteem.
Het is een veel gebruikte techniek binnen
de gestructureerde analyse.

Een informatiesysteem is een systeem


waarmee informatie over objecten of
personen beheerd - verzameld, bewerkt,
geanalyseerd, geïntegreerd en gepresenteerd
- kan worden. Tot een informatiesysteem in
ruime zin worden naast de data en de
technieken en faciliteiten om data te ordenen
en te interpreteren vaak ook de ermee
verbonden organisatie, personen en
procedures gerekend.

Andere benaming voor een data flow diagram


zijn gegevenstroomschema en systeemstroomschema.

Algemeen
Het data flow diagram is een functiemodel, dat een grafische voorstelling biedt van
de informatiestromen binnen een bepaalde organisatie.
Dit diagram geeft, afhankelijk van het detailleringsniveau, inzicht in:

• alle (deel)processen van het beschouwingsgebied


• samenhang tussen de (deel)processen
• de herkomsten en bestemmingen van de gegevens
• interfaces vanuit het informatiesysteem met de buitenwereld (en daarmee
ook de systeemgrenzen)
• Gegevensverzamelingen of datastores
Van oorsprong geeft het echter geen inzicht in de volgorde.
Voordeel is dat processen, procedures, gebruikte bestanden, gebruikte programma's,
formulierlopen en dergelijke overzichtelijk in beeld kunnen worden gebracht, en kent
men de symbolen, dan zijn de tekeningen ook gemakkelijk te lezen. Ten behoeve
van de uniformiteit zijn de symbolen van de systeemstroomschema's
gestandaardiseerd.
Een nadeel is dat de methode kan leiden tot een overmaat aan detaillering, waardoor
het overzicht soms zoek dreigt te raken. De auteur van het systeemstroomschema
moet dus een goed evenwicht zoeken tussen detaillering en overzicht.

Constructie en hiërarchie
functionele decompositie

Om een systeem in zijn geheel te modelleren


zijn er meestal zeer veel objecten benodigd.
Een top-down benadering is hierbij van grote
waarde. Door elk proces in een aparte DFD te
behandelen wordt het overzicht gehandhaafd
en is er tevens meer ruimte voor een
gedetailleerdere weergave.
De modellering van een systeem begint bij het
opstellen van een contextdiagram. Deze geeft
een overzicht van de plaats van het systeem in
de omgeving. In dit diagram is het systeem
(meestal) één object dat als een black box
wordt weergegeven, het gaat hier alleen maar
om de raakvlakken met de buitenwereld.
In de stappen die hierop volgen wordt dit
contextdiagram (de top van de hiërarchie)
verder uitgewerkt (functionele decompositie).
Hierbij wordt elk proces op een lager niveau
opgesplitst om zo de deelprocessen in kaart te
brengen.

Componenten
In totaal zijn er vier verschillende componenten te onderscheiden in een DFD:

• Gegevensstromen
• Processen (ook wel functies)
• Gegevensverzamelingen
• Externe bronnen en bestemmingen van gegevens

1. Gegevensstroom (data flow)

Een gegevensstroom wordt in een DFD weergegeven met een pijl die de richting van
een stroom weergeeft. Deze gegevensstroom verbindt twee andere componenten,
een stroom begint bij een component en eindigt bij een andere.
In principe kan deze pijl gezien worden als het medium waarmee de gegevens
worden overgebracht. Elke gegevensstroom wordt gekoppeld aan een unieke naam
die in eventuele diepere niveaus kan terugkomen.

2. Functie of proces

Een andere benaming van een proces is een transformatie of gegevensverwerking.


In een proces worden inkomende gegevensstromen getransformeerd.
Er wordt vaak gebruikgemaakt van een zogenaamde bubble of cirkel om een proces
weer te geven. Deze afbeelding is een voorbeeld van een zogenaamde softbox.
Binnen deze softbox wordt de naam weergegeven van een bepaald proces, deze
naam geeft de werking van het proces zo duidelijk mogelijk weer.
Omdat een proces gegevenstromen transformeert moet er bij elke softbox ten minste
één uitvoerstroom voorkomen (vermijd black holes).
Daarnaast dient elk proces gekenmerkt te worden met een uniek nummer. Deze
nummering is van belang voor wanneer de processen in een latere fase verder
worden opgesplitst.
3. Gegevensverzameling

of
Een gegevensverzameling is een tijdelijke opslagplaats voor gegevens. Hierbij kan
gedacht worden aan een database maar ook aan bijvoorbeeld een notitieblok, cd-
rom of zelfs het menselijke geheugen. In principe kan alles wat gegevens kan
vasthouden een data store zijn. Het symbool voor een data store is een rechthoek
met aan het begin een verticale lijn. Binnen deze rechthoek wordt de naam
weergegeven van de store.
In een data store kunnen er gegevens gelezen, geschreven of gewijzigd worden. Dit
wordt weergegeven aan de hand van de pijlen van een data flow.

Er wordt gebruikgemaakt van een gegevensverzameling omdat:

• Gegevens meerdere keren kunnen worden benaderd.


• Gegevens in een andere volgorde kunnen worden gebruikt dan waarin
deze het systeem binnen komen.
4. Bron en Bestemming

Het uitwisselen van gegevens met de omgeving is een standaard gebeurtenis. Bij
een DFD worden de begin- (bron/Source) en eindstations (bestemming/Sink) buiten
beschouwing gelaten. Vanuit een bron/Source bereiken de gegevens vanuit de
omgeving het systeem. Gegevensstromen binnen een systeem vinden hun
eindbestemming bij een bestemming/Sink. De relaties of gegevens tussen begin- en
eindstations worden buiten beschouwing gelaten omdat deze geen deel uitmaken
van het systeem.
Het symbool voor een begin- of eindstation is gelijk: Een rechthoek met daarin de
naam van de bron of bestemming.
Alle objecten die zich bevinden tussen de terminators en eindstations vormen het
systeem. Hier is een kader omheen te zetten wat de systeemgrens aanduidt. De
exacte systeemgrens is geen standaard gegeven, deze wordt in overleg met de
opdrachtgever bepaald.

You might also like