Formatieve Toetsing Deel 1 Acjr2324

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 24

Formatieve toets 1

Mevrouw Delaet komt met haar zoontje Alex, 5 jaar en gezond, op consultatie omdat ze de indruk
heeft dat Alex slecht hoort. De juffrouw op school heeft dit ook opgemerkt. De huisarts stelt na
otoscopie de diagnose otitis media met effusie. Ze schrijft een intranasaal decongestivum voor. Ze
vertelt dat dit een positief effect heeft op het gehoor.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Willems, 54 jaar, belt de huisarts omdat ze sinds een paar dagen regelmatig echt duizelig
is. Ze vertelt dat als ze haar hoofd beweegt alles gaat draaien. Ze is niet misselijk, haar visus en
gehoor zijn ongestoord. Ze is niet ziek geweest. Ze heeft eerder periodes van draaiduizeligheid
gehad, maar het was nooit eerder zo heftig. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

1. Benigne paroxismale positieduizeligheid

2. Neuritis vestibularis

3. Ziekte van Menière

4. Vestibulair schwannoom

Maaike van Nieuwenhuyse, 26 jaar, komt op consultatie omdat zij nu voor de vierde keer dit jaar een
urineweginfectie heeft. Ze vraagt aan de huisarts hoe ze deze infecties kan voorkomen. Maaike heeft
sedert anderhalf jaar een nieuwe vriend. Zij vertelt dat ze tijdens het vrijen condooms gebruiken. De
huisarts antwoordt Maaike dat van de volgende maatregelen preventief effect verwacht mag worden:
snelle mictie na de coitus en overgaan op het gebruik van condooms met spermadodende middelen.
Het antwoord van de huisarts is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Van Laer, 70 jaar, is bekend met matig ernstig COPD (Gold III). Zij gebruikt aan medicatie:
salbutamol 2dd 100 mcg en fluticason 2 dd 500 mcg. Ze belt de huisarts met de vraag of hij langs wil
komen omdat ze sinds één dag weer heel erg kortademig is en slijm hoest. Ze heeft geen koorts. Bij
aankomst ziet de huisarts een niet-cyanotische dame met dyspnoe in rust, een sterk verlengd
expirium, een saturatie van 96% en een ademfrequentie van 32 per minuut. De huisarts, die een
ernstige exacerbatie constateert, meent dat het voorschrijven van een antibioticum geïndiceerd is.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Van Bellingen komt op consultatie met haar dochtertje Alexis, 4 jaar oud. Ze is verwezen
door de schoolarts omdat bij Alexis een ruis aan het hart is gehoord. Alexis groeit goed. Moeder heeft
nooit gemerkt dat zij snel kortademig is bij buitenspelen. Bij auscultatie van het hart hoort de huisarts
in de derde intercostaalruimte links een holosystolisch, graad 2/6, met een muzikaal karakter. De
huisarts denkt aan een onschuldig hartgeruis in dit geval. Hierbij past vooral het gegeven graad 2/6.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw De Wit, 65 jaar, is bekend met urgency-incontinentie. Ze heeft de afgelopen drie maanden
blaastraining gedaan, maar dit heeft de klachten niet doen afnemen. De huisarts wil, in overleg met
mevrouw De Wit, starten met medicamenteuze behandeling. Wat is het eerst aangewezen middel?

1. Oxybutynine (Ditropan)

2. Solifenacine (Vesicare)

3. Tolterodine (Detrusitol)

4. Duloxetine (Yentreve)

HAIO en PO hebben een gesprek over wat palliatieve zorg inhoudt. Volgens de definitie van de WHO
is dit “de continue, actieve en integrale zorg voor patiënten en hun familie door een interdisciplinair
team”. Vanaf welk moment wordt deze zorg palliatief genoemd?

1. Als de levensverwachting minder dan 3 maanden bedraagt

2. Als er geen levensverlengende behandelingen meer mogelijk zijn

3. Als er medisch gezien geen genezing meer wordt verwacht

4. Als de patiënt er zelf om vraagt

De heer Van de Vijver komt op consultatie en vertelt onwel te zijn geworden op straat. Na anamnese
en onderzoek komt de huisarts tot de conclusie dat er sprake is van een paniekaanval. Dit blijkt hij al
meerdere malen te hebben gehad. Ook vertelt de heer Van de Vijver dat hij de metro niet meer in
durft. Hij vraagt de huisarts of hij medicatie kan krijgen tegen de angst. Hij wil liever niet naar een
psycholoog. De huisarts schrijft een selectieve serotonineheropname remmer (SSRI) voor en vertelt
dat het effectiever is om hierbij ook cognitieve gedragstherapie te starten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Berghuys, 28 jaar, komt bij de huisarts met het verhaal dat hij sinds tien dagen twee à drie
keer per dag slijm en bloed bij de ontlasting heeft. De klachten doen hem denken aan een periode
drie maanden geleden, toen hij tijdens zijn verblijf in Indonesië ook last kreeg van diarree met bloed
en slijm. Hij was toen niet erg ziek, had geen koorts en nauwelijks buikkramp. In Indonesië kreeg hij
metronidazol (Flagyl®) gedurende tien dagen, waarop de klachten verdwenen. Tot de diagnosen die
passen bij bovenstaande beschrijving behoort cholera.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Bilal, 26 jaar, werkt in een bakkerij. Zij komt bij de huisarts omdat zij, zoals zo vaak 's
winters, last heeft van roodblauwe, gloeiende, jeukende, tintelende en branderige zwellingen op de
tenen en de hielen. Soms ontstaat er op een van de tenen een blaartje of een zweertje. Het
jeukende, pijnlijke gevoel neemt toe bij opwarming. De plekken gaan meestal vanzelf binnen enkele
weken weer over. De huisarts stelt de diagnose syndroom van Raynaud (wintertenen). De
aanwezigheid van ulceraties past bij deze diagnose.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Brems bezoekt met haar 3 maanden oude zoontje Jan de consultatie van de HAIO in
verband met hardnekkig hoesten en huiduitslag. Moeder had zelf een koemelkallergie en vraagt zich
af of Jan dit ook kan hebben. Hij krijgt flesvoeding. De HAIO bespreekt deze casus met haar PO die
aangeeft dat de eliminatie-provocatie test de juiste methode is om allergie voor koemelkeiwit bij
zuigelingen te bevestigen.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts wordt in het zwembad te hulp geroepen bij een meisje, 15 jaar oud, dat is flauwgevallen.
De huisarts treft een bleek meisje in een ligstoel aan, dat moe is maar helder van bewustzijn. Ze
vertelt dat ze al heel vaak is flauwgevallen. Haar vriendin voegt nog toe dat zij bewusteloos raakte
terwijl ze in de ligstoel lag en dat ze toen ook trekkingen had aan de rechterarm. De huisarts denkt
differentiaal diagnostisch aan een syncope of een epileptisch insult. Meer bij syncope dan bij een
epileptisch insult past de bleekheid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Sara Wong, 10 jaar, een gezond meisje, komt met haar moeder op consultatie. Ze vertelt dat ze
gisteren na het eten ineens wat rillerig werd en jeuk kreeg over het hele lichaam. Haar huid werd
rood en er kwamen grote dikke bulten op. Haar moeder heeft er natte doeken op gedaan en na
anderhalf uur was alles weer over. Ze zijn erg geschrokken. Dit heeft ze nooit eerder gehad. Moeder
vraagt of het terug kan komen en wat eraan te doen is. De arts inspecteert de huid, die er nu gaaf
uitziet, en stelt dat er bij Sara sprake is geweest van acute urticaria. Hij vertelt dat dit komt door een
acute allergische reactie en dat de oorzaak in de meeste gevallen via testen wordt opgespoord.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Mertens, 25 jaar, komt op consultatie omdat zijn lage rugklachten nu al twee maanden
aanhouden. Hij heeft eerder een soortgelijke episode doorgemaakt. Hij ervaart ’s nachts veel pijn en
is ’s ochtends erg stijf. Bewegen helpt tegen de pijn. Als de heer Mertens vooroverbuigt, straalt de
pijn uit naar zijn beide benen. Hij neemt al eens ibuprofen dat tijdelijk goed helpt. Welke diagnose
past het beste bij deze anamnese?
1. Aspecifieke lage rugpijn

2. Lumboradiculair syndroom

3. Ziekte van Bechterew

4. Ziekte van Scheuermann

Wim, 43 jaar, komt samen met zijn echtgenote Alice op consultatie met de klacht dat hun relatie de
laatste tijd zo verslechterd is. De oorzaak hiervoor is dat Wim "niets meer wil". Samen naar het
theater, een dagje winkelen in de stad, uit eten gaan, ... Wim wil niet meer meegaan. Vroeger
ondernamen ze dergelijke activiteiten juist regelmatig. Na een fikse ruzie heeft Wim aan Alice bekend
dat hij zich een aantal keren behoorlijk angstig heeft gevoeld. Onlangs in een warenhuis begon hij
onverwacht vreselijk te transpireren, kreeg hij hartkloppingen en werd misselijk en duizelig. Dezelfde
klachten heeft hij dit jaar een aantal keren gehad zonder aanleiding. Deze aanvallen duren zeker een
uur. De huisarts denkt bij Wim aan een paniekaanval. Bij de diagnose paniekaanval past in dit
geval de duur van de aanvallen.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts besluit de onthaalmedewerker feedback te geven naar aanleiding van twee onjuiste
telefoonnummers op de terugbellijst consultatie.Hij zegt: "Lieve, ik wil wat met je bespreken. Ik heb
het gevoel dat je het hier niet meer zo bevalt. Vandaag stonden er twee verkeerde telefoonnummers
op de terugbellijst en het kost me veel tijd om de juiste nummers te achterhalen." Dit is een correcte
toepassing van de regels voor feedback.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Somers, 87 jaar, heeft een longcarcinoom dat onder andere gemetastaseerd is naar een
wervel. paracetamol aan 4g per dag is onvoldoende om de pijn te stillen. De huisarts
voegt diclofenac, in adequate dosering toe. De HAIO vraagt waarom hij niet met morfine start. De
huisarts antwoordt: "de werking van NSAID's is bij botpijn door metastasen duidelijk aangetoond".
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Pieter Coppens, 6 jaar, komt met zijn moeder op consultatie met "vlekjes". Hij was de laatste drie
dagen verkouden en kreeg gisteren uitslag op zijn wangen. Vandaag zit het over zijn hele lichaam.
Koorts heeft hij niet gehad. Waterpokken had hij een jaar eerder. Medicijnen heeft hij niet genomen.
Bij onderzoek blijkt het te gaan om een redelijk scherp begrensd confluerend exantheem over het
gehele lichaam, behalve rond de mond. De meest waarschijnlijke diagnose is erythema infectiosum
(vijfde ziekte).

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Bij Jana Smolders, 35 jaar en met blanco voorgeschiedenis, heeft de huisarts de diagnose
nachtelijke kuitkrampen gesteld. Dit treedt meermalen per week op en Jana vraagt of ze hiertegen
medicijnen kan krijgen. Jana vertelt dat ze vermoedelijk zwanger is en vraagt of het voor te schrijven
geneesmiddel dan is toegestaan. De huisarts wijzigt hierop haar beleid en schrijft Calcium voor in
adequate dosering.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Dries Van Hout, 23 jaar en bekend met het syndroom van Down (trisomie 21) komt op consultatie
vanwege verschillende klachten. Dries lijdt aan een congenitale hartafwijking, heeft vaak last van
obstipatie en is gekend met geleidingsdoofheid. De PO bespreekt de casus van Dries met de HAIO
en ook het Downsyndroom in het algemeen. Volgens de PO komt onder andere de volgende
aandoening van Dries vaker voor bij mensen met het syndroom van Down: de geleidingsdoofheid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
Mevrouw Delcroix, 49 jaar, heeft al een maand of twee last van een niet-pijnlijk knobbeltje in het
onderste ooglid dat langzaam is ontstaan. Zij is ongerust en vindt het ook ontsierend. De huisarts
vindt bij onderzoek een klein knobbeltje in het midden van het onderste ooglid zonder
ontstekingsverschijnselen. Zij twijfelt tussen een chalazion en een hordeolum. Voor de diagnose
chalazion pleit het langzame ontstaan.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Alwin, 5 jaar, komt op consultatie met zijn papa. Alwin is een week flink verkouden en de laatste drie
dagen is hij toenemend hard gaan hoesten. Het komt in aanvallen en soms braakt hij zijn eten uit. In
Alwins klas zijn er méér kinderen met dezelfde klachten. De vader wil graag medicijnen zodat Alwin
snel weer beter is. De huisarts vermoedt dat het hier om kinkhoest gaat en zegt dat hij een
wisser (nasopharynxkweek) wil laten onderzoeken om de diagnose te bevestigen. Ook stelt hij voor
om antibiotica voor te schrijven. Een antibioticum heeft, als Alwin kinkhoest zou hebben, een
bewezen gunstig effect op de duur van de klachten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Bij mevrouw Akman, 71 jaar, is gonartrose vastgesteld. Oefentherapie en analgetica (paracetamol en


tijdelijk een NSAID) geven onvoldoende pijnvermindering. De huisarts stelt andere medicatie
voor. Welk van onderstaande therapieën is in dit geval aangewezen?

1. Opioïden oraal

2. Glucosamine oraal

3. Intra-articulaire injectie met een corticosteroïd

4. Intra-articulaire injectie met hyaluronzuur

De zusjes Vera, 5 jaar en Anouk, 8 maanden, komen samen met hun vader op consultatie. Op de
school van Vera heerst roodvonk (scarlatina). Vera heeft sinds twee dagen hoge koorts en sinds
vanochtend rode vlekjes op haar borst. Ouders van zieke klasgenootjes vertelden, dat de huisarts
geen medicatie had voorgeschreven. "Zeker omdat antibiotica niet helpen tegen een virus, hè
dokter?" De huisarts legt uit dat roodvonk niet door een virus, maar door een bacterie wordt
veroorzaakt, en wel een stafylokok. Deze informatie is correct.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De moeder van Bas, 2 jaar belt naar de wachtpost. Ze heeft Bas op de grond gevonden. Eerst leek
hij helemaal verstard, maar nu ziet ze hem schokken. Vanmorgen was hij wat hangerig en had hij
verhoging (38.2°C). De huisarts denkt aan een koortsstuip. Hij zegt dat hij eraan komt en geeft nog
het volgende advies: hou de ademweg vrij en doe dit op de volgende manier: laat Bas op de grond
liggen, in rug- of zijligging, met het hoofd in retroflexie (kin omhoog).

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts legt een spoedbezoek af bij de heer Pauwels, 72 jaar. Hij heeft gebeld omdat hij sinds
ongeveer een uur draaiduizelig is en dubbelziet. Bij aankomst van de huisarts zijn de klachten van de
heer Pauwels verdwenen. Bij neurologisch onderzoek vindt de huisarts geen afwijkingen. Hij stelt dat
er sprake is geweest van een TIA. Hij twijfelt tussen een TIA als gevolg van een stoornis in het
stroomgebied van de arteria basilaris of van de arteria carotis interna. Voor een TIA als gevolg van
een stoornis in het stroomgebied van de arteria carotis pleit de draaiduizeligheid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De PO en de HAIO bezoeken mevrouw Verlé, 53 jaar. Zij heeft sinds één jaar een colostoma als
gevolg van de behandeling van een coloncarcinoom. Het is mevrouw Verlé opgevallen dat het stoma
er anders uitziet dan in het begin. Eerst zat er een rode uitstulping van 1-2 cm boven het huidniveau.
Er is nu geen uitstulping meer. Volgens de HAIO behoort dit tot de normale (postoperatieve)
veranderingen bij een colostoma maar volgens de PO is er in dit geval sprake van een complicatie.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
Meneer Stals, 56 jaar, komt op consultatie in verband met hoofdpijnklachten. De huisarts stelt de
diagnose spanningshoofdpijn en geeft hierover uitleg. Hij stelt een kortdurende behandeling met
pijnstillers voor. Hiervoor reageert meneer Stals op geïrriteerde toon met: “Dat werkt toch niet. Ik wil
gewoon een scan.” De huisarts wil een gesprekstechniek inzetten om de weerstand te laten afnemen
en kiest voor de judotechniek. Welke van onderstaande reacties is daar een voorbeeld van?

1. “Ik ben blij dat u dit zo zegt. U hebt er duidelijk al over nagedacht.”

2. “Ik merk dat u er geen vertrouwen in hebt. Ik vind het wel vervelend dat u zo boos
reageert. Dat maakt samenwerken lastiger.”

3. “Een scan is natuurlijk ook een mogelijkheid. In welk opzicht zou u dat meer
helpen?”

4. "Blijkbaar ben ik niet in staat jou de juiste handreikingen te geven."

ST-segment Sensitiviteit Specificiteit


Depressie (mm)
0,5 - 1,0 0,86 0,77
1,0 - 1,5 0,65 0,89
1,5 - 2,0 0,42 0,98
2,0 - 2,5 0,33 0,99

De HAIO zegt dat een ischemische hartziekte een ernstig levensbedreigende aandoening is en dat
daarom deze diagnose niet gemist mag worden. Om het risico op missen van de diagnose te
verlagen moet de sensitiviteit van de inspanningstest van 0,86 gekozen worden en niet die van 0,65
of lager. Deze bewering van de HAIO is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Dubois, 23 jaar, is net in Thailand geweest. Ze komt op consultatie vanwege hoge koorts,
hoofdpijn achter de ogen en spier- en gewrichtspijn. De huisarts vermoedt bij mevrouw Dubois een
infectie met het Dengue virus. Aanvullend onderzoek bevestigt de diagnose. Mevrouw Dubois vraagt
of ze anderen kan besmetten. Welk antwoord is correct?

1. U bent niet besmettelijk voor andere mensen (en ook niet geweest).

2. U bent alleen in de week voorafgaand aan de klachten besmettelijk geweest.

3. U bent op dit moment besmettelijk.

4. U bent besmettelijk zolang de koortsperiode aanhoudt.


De heer Minnen, 59 jaar, komt bij de huisarts in verband met klachten van hoofdpijn en moeheid. Ook
heeft hij jeukklachten die optreden na het douchen. Bij lichamelijk onderzoek vindt de huisarts een
vergrote milt en een vergrote lever. Bij bloedonderzoek blijkt het Hb 17.2 g/dL te zijn. Er is tevens een
leukocytose en een thrombocytose. Lever- en nierfunctie en glucose zijn normaal. De huisarts denkt
aan polycythaemia vera. Kenmerkend voor polycythaemia vera is in dit geval de moeheid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Jordens, 61 jaar en bekend met een goed gereguleerde hypertensie en diabetes mellitus,
komt voor de diabetes jaarcontrole bij de huisarts. Bij navragen geeft hij aan erectieproblemen te
hebben. Na uitgebreide anamnese concludeert de huisarts dat er bij hem sprake is van een
overwegend somatogene erectiele dysfunctie. In een vervolgconsult bespreken zij het verdere beleid,
waaronder het gebruik van medicatie (sildenafil). De huisarts geeft daarbij de volgende
informatie: het middel werkt alleen als er sprake is van enige seksuele opwinding.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De HAIO en de PO gaan Bart Demoor, 55 jaar, bezoeken. Een goede vriend van Bart vraagt om een
huisbezoek omdat hij 'het niet vertrouwt'. Hij is nu bij Bart. Het enige dat Bart zegt is dat het voor hem
allemaal niet meer hoeft. Bart heeft zich al vaker suïcidaal uitgelaten. Onderweg naar Bart
bereiden de HAIO en de PO het bezoek alvast voor. De PO zegt dat het risico op suïcide toeneemt
als in een consult rechtstreeks gevraagd wordt naar gedachten over zelfdoding.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Tijdens een seminarie ontstaat een discussie onder de HAIO's over de reikwijdte van het
beroepsgeheim. Een HAIO brengt de volgende casus in. Een patiënt, een man van 50 jaar, vertelde
hem tijdens het consult dat zijn neef, ook een patiënt van de PO, tijdens voetbalrellen winkelruiten
heeft ingeslagen. De HAIO's zijn het erover eens dat het beroepsgeheim alle gegevens omvat die
een arts in de uitoefening van zijn beroep over de patiënt te weten komt. Vallen daar ook niet-
medische zaken onder zoals kennis over dit vandalisme?
1. Ja

2. Nee

3. Onvoldoende info

De PO wil antwoord op een vraag die is ontstaan tijdens een consult met een patiënt uit zijn praktijk.
Hiervoor raadpleegt hij de systematic reviews uit de Cochrane Library. Hij legt de HAIO uit dat zijn
motivatie hiervoor is dat een systematische review de meest efficiënte manier is om een antwoord op
een klinische vraag te krijgen.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Coopman, 28 jaar, is twee maanden geleden bevallen. Bij laboratoriumonderzoek heeft ze
een verlaagd Hb (6,4 mmol/l = 10,3 mg/dL). Het bloedbeeld is microcytair en hypochroom. De
huisarts besluit een ijzerpreparaat voor te schrijven. Het is in dit geval aangewezen de ijzersuppletie
twee á drie maanden voort te zetten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De HAIO en de PO bespreken de laboratoriumuitslagen van mevrouw De Haen, 29 jaar. Sinds drie


weken is zij bij de HAIO bekend met hypertensie. De gemiddelde bloeddrukwaarde is 190/90 mmHg.
De laboratoriumuitslagen laten een normaal serumcreatinine en een normale creatinineklaring zien.
De HAIO en huisarts overwegen de mogelijkheid van onderliggende pathologie, zoals een
secundaire hypertensie. De huisarts stelt voor om ongeacht de oorzaak van de hypertensie de urine
te onderzoeken op microalbuminurie, om beginnende nierschade op te sporen. De HAIO zegt dat dit
onderzoek bij deze patiënte gezien haar leeftijd niet zinvol is.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Yassin van 4 jaar komt met zijn moeder op consultatie. Moeder vertelt dat hij sinds twee weken aan
het hoesten is, ze hoort hem daarbij ook vaak piepen. De huisarts ziet in het dossier dat ze in het
afgelopen jaar al meerdere malen zijn geweest met deze klachten. Yassin is bekend met
constitutioneel eczeem. Vader heeft hooikoorts. Na anamnese en onderzoek stelt de huisarts de
waarschijnlijkheidsdiagnose astma. Argumenten die voor astma pleiten zijn onder andere het
recidiverende hoesten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Bij de heer Geuris, 75 jaar, heeft de huisarts twee weken geleden hartfalen geconstateerd. Sindsdien
slikt hij 40 mg furosemide per dag. De HAIO en de huisarts bespreken de volgende stap in de
behandeling. Ze willen starten met een ACE-remmer. De huisarts laat het creatininegehalte bepalen.
Verder beweert hij dat bij het starten van een ACE-remmer, de furosemide ongeveer 1 week gestopt
dient te worden.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Jurgens, 28 jaar, heeft de afgelopen drie dagen toenemend last gekregen van haar
linkeroog. Het oog is pijnlijk en rood. Als zij in het licht kijkt of in de zon, verergert de pijn. Er is
voorafgaand aan de klachten geen overmatige blootstelling geweest aan ultraviolet licht. De huisarts
onderzoekt het oog. Er is een verminderde visus links en er bestaat pericorneale roodheid. De
pupilreacties zijn normaal. Na toediening van een oppervlakte anestheticum verdwijnt de pijn aan het
oog. De huisarts legt de meekijkende HAIO uit dat anamnese en onderzoek eerder wijzen op een
keratitis dan op een iridocyclitis.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mieke Boonen, 30 jaar, belt de praktijk. Zij heeft een oproep ontvangen voor het
bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Mieke is drie maanden geleden bevallen, ze
vraagt of ze het uitstrijkje nu kan laten maken. Ze heeft geen klachten. Na enkele weken komt de
uitslag: Normaal uitstrijkje maar er werden géén endocervicale cellen zijn gezien. De HAIO vertelt
haar dat vanwege het ontbreken van deze cellen het uitstrijkje binnen 3 maanden herhaald moet
worden.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Somers (58 jaar) heeft een darmkanker en een geschatte levensverwachting van meer dan
drie maanden. De HAIO vraagt of er nog mogelijkheden zijn als de tumordoorbraakpijn bij de heer
Somers niet voldoende reageert op adequate pijnbestrijding. De PO antwoordt dat er dan nog
radiotherapie gegeven zou kunnen worden en dat het definitieve effect van radiotherapie binnen een
week kan worden beoordeeld. De PO heeft gelijk wat betreft de termijn.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Eline de Jong, 4 jaar, komt met haar moeder op consultatie. Zij is gekend met constitutioneel eczeem
en gebruikt wegens klachten passend bij astma sinds twee jaar incidenteel salbutamol als
dosisaerosol met voorzetkamer. Moeder vraagt of er bij Eline nader onderzoek kan plaatsvinden naar
astma. De huisarts stelt voor om een longfunctiemeting en een allergologisch onderzoek te
verrichten. Een allergologisch onderzoek is zinvol.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Jolanda Daemen, 23 jaar, komt op consultatie in verband met buikklachten. Het laatste half jaar heeft
zij een aantal maal bloederige diarree gehad. Ook heeft ze vaak buikpijn. Bij lichamelijk onderzoek
vindt de huisarts geen afwijkingen. Ze denkt aan een inflammatoire darmziekte en wil bloed nemen.
Op het laboratoriumformulier kruist zij onder meer sedimentatie, CRP, Hb, trombocyten, leukocyten,
creatinine en albumine aan. Het aanvragen van albumine is hier geïndiceerd.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mijnheer Gerrits, 64 jaar, komt op consultatie met een pijnlijke linkerkuit, ontstaan na een vliegreis. Er
is geen trauma geweest. Zijn onderbeen is opgezet. De maximale kuitomtrek is links 4 cm groter dan
rechts. De huisarts denkt aan een diepe veneuze trombose. Naar aanleiding van deze casus
bespreekt hij met de HAIO de basisregel voor diepe veneuze trombose. Het gemeten links-rechts
verschil in maximale kuitomvang draagt bij aan de diagnostiek.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mijnheer Bongers, 62 jaar, komt op consultatie met pijnklachten van de rechterknie. Hij vertelt dat de
klachten ontstaan zijn tijdens een wandelvakantie in de bergen. Hij heeft geen klachten van
blokkering. Bij lichamelijk onderzoek vindt de huisarts onder andere hydrops, en met name
pijnklachten aan de distale zijde van de patella. De huisarts denkt aan de diagnose tractus iliotibialis
frictie syndroom (lopersknie). Voor deze diagnose pleit de lokalisatie van de klachten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Chow, 33 jaar, bezoekt de huisarts in verband met langer bestaande hoofdpijnklachten. Na
anamnese en onderzoek constateert de huisarts dat er sprake is van medicatiegebruik
hoofdpijn. Welk beleid is, naast begeleiding, aangewezen?

1. Langzaam afbouwen van de huidige pijnstilling, vervangende pijnstilling uit een andere
groep maximaal drie keer per week.

2. Langzaam afbouwen van de huidige pijnstilling, geen vervangende pijnstilling.

3. In een keer stoppen van de huidige pijnstilling, vervangende pijnstilling uit een andere
groep maximaal drie keer per week.

4. In een keer stoppen van de huidige pijnstilling, geen vervangende pijnstilling.

Klaas, 6 jaar, komt regelmatig met zijn moeder op consultatie wegens buikpijnklachten. De huisarts
kan, ondanks herhaald onderzoek en na een consult van de pediater, geen lichamelijke oorzaak
vinden voor de buikpijn. Hij denkt dat Klaas een somatoforme stoornis heeft en wil hem
doorverwijzen naar een kinderpsychiater. Inmiddels adviseert de huisarts aan de moeder dat als
Klaas aangeeft dat hij buikpijn heeft, zij dit het beste kan negeren.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Jansen, 28 jaar, en zijn vrouw, 27 jaar, hebben sinds een jaar een onvervulde kinderwens.
Bij herhaald spermaonderzoek blijkt een sterk verminderde kwaliteit van het sperma. De chlamydia
antistoftest is negatief en mevrouw Jansen heeft een regelmatige cyclus. Wat is in dit geval het
aangewezen beleid?

1. Berekenen van de zwangerschapskans van het echtpaar in het komende jaar, het beleid is
afhankelijk van de berekende zwangerschapskans.

2. Bepalen testosteron bij de heer Jansen.

3. Verwijzen van het echtpaar naar de gynaecoloog.

4. Verwijzen van de heer Jansen naar de uroloog voor onderzoek naar de oorzaak van
de verminderde kwaliteit van het sperma.

De huisarts ziet op consultatie mevrouw De Wit, 36 jaar. Ze wil graag starten met anticonceptie. Ze
twijfelt tussen de pil en een spiraal. Ze rookt al jaren. Alle stoppogingen van de afgelopen jaren zijn
op niets uitgelopen. Welke van onderstaande methode(n) van anticonceptie is /zijn bij haar
aangewezen?

1. Alleen een koperspiraal

2. Alleen een koperspiraal of een hormoonspiraal

3. Alleen een koperspiraal, een hormoonspiraal of een pil met alleen progestagenen

4. Zowel een koperspiraal, een hormoonspiraal, een pil met alleen progestagenen als een
oraal combinatiepreparaat

Bij Paul Van Dorst, 34 jaar, heeft de huisarts een infectie met chlamydia vastgesteld. Hij legt uit dat
Paul zijn contacten moet waarschuwen. Paul, die zijn besmetting bij een prostituee heeft opgelopen,
zegt dat hij niet van plan is deze info aan zijn vriendin door te geven. De huisarts zegt dat er nu voor
hem sprake is van een conflict van plichten en dat hij als dokter van zowel Paul als van zijn vriendin,
zijn verantwoordelijkheid zal nemen en Pauls partner in gaat lichten.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Myrthe Van Brabant, 27 jaar, is een week geleden spontaan bevallen van een gezonde dochter
Sanne. Het is haar eerste kind. Myrthe belt nu in paniek op omdat ze bij Sanne twee keer bloed in de
luier heeft gezien. De huisarts vraagt moeder met Sanne langs te komen en de luier met bloed mee
te nemen. Na onderzoek concludeert de huisarts dat er waarschijnlijk sprake is van fysiologisch
vaginaal bloedverlies. Hij stelt moeder gerust en vertelt haar dat fysiologisch vaginaal bloedverlies bij
een bepaald percentage van de pasgeboren meisjes voorkomt. Dit percentage ligt dichter bij de 20%
dan bij de 5%.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Vanderpoel, 32 jaar, komt in mei op raadpleging. Gisteren heeft hij een dag in het bos
doorgebracht en sindsdien heeft hij opgezette ogen en ernstige jeuk: hij heeft niet geslapen
vannacht. Hij is gekend met hooikoorts, maar zijn antihistaminica (oogdruppels en tabletten) helpen
nu niet voldoende. Bij onderzoek ziet de huisarts gezwollen oogleden en forse zwelling en roodheid
van de conjunctivae. Hij stelt de diagnose allergische conjunctivitis. Welk beleid is nu aangewezen?

1. Cromoglicinezuur oogdruppels

2. Prednisolon oogdruppels

3. Prednisolon tabletten

4. Spoedverwijzing oogarts

Mevrouw Poelman, 56 jaar, heeft de huisarts 's middags laten komen omdat ze in bed ligt met hevige
duizeligheid. Het is die morgen begonnen. Ze kan niet meer opstaan omdat ze dan omvalt. Ze durft
haar hoofd nauwelijks te bewegen. Als ze roerloos blijft liggen, heeft ze geen last. Ze had de laatste
dagen griep. Oorsuizen en gehoorsuitval heeft ze niet. Overig lichamelijk onderzoek levert geen
afwijkingen op. Snel draaien van het hoofd en rechtop gaan zitten, verergert de duizeligheid en lokt
een nystagmus uit. De diagnose neuritis vestibularis is in dit geval waarschijnlijker dan de diagnose
benigne paroxysmale positievertigo (BPPV).
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Een week geleden kwam de heer Kane, 54 jaar, op raadpleging met mictieklachten. Hij was bang
voor prostaatkanker en wilde graag zijn PSA-waarde weten. Bij rectaal toucher vond de huisarts geen
afwijkingen van de prostaat. Na uitgebreide uitleg bleef de heer Kane bij zijn verzoek om zijn PSA te
laten bepalen. De PSA-waarde blijkt 8 ng/ml te zijn. Wat is het aangewezen beleid?

1. Geruststelling

2. PSA controle over 6 maanden

3. Verwijzen naar de uroloog

4. MRI onderzoek plannen

De hockeytrainer van Lotte, 11 jaar, belt de wachtpost. Lotte is acuut hevig benauwd geworden
tijdens de wedstrijd. Zij is bekend met astma en werd negen maanden terug al eens opgenomen
vanwege een ernstige exacerbatie. De huisarts van wacht beslist om onmiddellijk een bezoek te
brengen aan Lotte. Lotte blijkt erg kortademig te zijn; ze kan niet meer praten. Bij onderzoek is het
ademgeruis zwak, en er bestaat een tachypneu. De O2-saturatie is 86%. Naar inschatting van de
huisarts is er een opname nodig. In afwachting van de ambulance geeft zij Lotte vier maal 2 pufjes
van 100 µg salbutamol (Ventolin) via een voorzetkamer. Verwijzing is hier geïndiceerd.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De HAIO bespreekt met de PO de consultatie van mevrouw Maes, 36 jaar. Mevrouw Maes is 10
weken zwanger en kwam op consultatie vanwege misselijkheid en frequent braken. In een eerdere
zwangerschap was sprake van zwangerschapsdiabetes. Ze is gekend met obesitas (BMI 39/kg/m2).
De PO zegt tegen de HAIO dat er bij mevrouw Maes een risicofactor voor pre-eclampsie aanwezig
is. Welke risicofactor is dat?
1. Haar leeftijd

2. Het braken

3. De BMI-waarde

4. De diabetes gravidarum in de vorige zwangerschap

De huisarts heeft na een zorgvuldig traject euthanasie toegepast bij de heer Laermans, 88 jaar.
Nadat de huisarts de medicatie heeft toegediend is de heer Laermans overleden. Na het vaststellen
van de dood heeft de huisarts de familie gecondoleerd. Met wie dient de huisarts nu contact op te
nemen om de procedure af te ronden?

1. Met de begrafenisondernemer

2. Met de Federale Controle en Evaluatie Commissie Euthanasie

3. Met de inspecteur van volksgezondheid

4. Met de officier van justitie

De PO en HAIO hebben een leergesprek over de standaard Acuut Hoesten. In deze standaard staat
dat zonder CRP-test 68% van de mensen met acute hoest een antibioticum krijgt. Na een CRP-test is
dit 39%. De PO vraagt de HAIO naar het number needed to treat (NNT), in dit geval: hoeveel mensen
moeten met een CRP-test onderzocht worden om 1 behandeling met antibiotica te voorkomen. Wat
is hier het NNT?

1. 1/ (0,68-0,39)= 3,4

2. 0,68/ (0,68-0,39)= 2,3

3. 1/ (1-0,39)=1, 6

4. 0,68/ (1-0,39)= 1,1

Mevrouw Van Wesenbeeck komt met haar zes weken oude dochtertje Sofie op consultatie. Sofie
heeft al drie weken last van afscheiding uit beide oogjes, waardoor de oogleden dichtgeplakt raken.
Na inspectie stelt de huisarts de diagnose dacryostenose. De huisarts legt uit dat de
doorgankelijkheid van de traanbuisjes nog niet goed is. De huisarts raadt aan om de traanzakjes
enkele malen per dag te masseren en te spoelen met water.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De 64-jarige heer Justens, een voormalige fabrieksarbeider die al een aantal jaren met prepensioen
is, komt bij de huisarts op consultatie omdat hij de laatste jaren steeds slechter is gaan horen. Bij
inspectie van de oren vindt de huisarts geen afwijkingen. De stemvorkproeven wijzen op een
perceptief gehoorsverlies beiderzijds. Het audiogram levert het volgende beeld op:Bovenstaande
bevindingen passen meer bij presbyacusis dan bij lawaaidoofheid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Sacha Pietersen, 31 jaar, komt op consultatie met een bezorgdheid. Zij heeft recent een miskraam
gehad. Nu vertelt zij in de krant te hebben gelezen dat in voorverpakte gerookte vis de Listeria
bacterie kan voorkomen. Zij heeft voorverpakte gerookte zalm gegeten vóór haar miskraam. Haar
vraag is of Listeria de oorzaak van haar miskraam kan zijn. De huisarts antwoordt dat de Listeria
bacterie geen miskraam veroorzaakt.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Tijdens haar vakantie in het zonnige Spanje ontdekt Marielle, 22 jaar, lichte plekjes op haar
schouderbladen en bovenarmen die licht schilferen, maar niet jeuken. Zij heeft dit nooit eerder gehad.
Na terugkomst in België bezoekt zij onmiddellijk haar huisarts, omdat zij onlangs in een
tijdschrift gelezen heeft over een ontsierende huidaandoening, die vitiligo wordt genoemd. Na
inspectie stelt de huisarts haar gerust met de mededeling dat vitiligo niet gepaard gaat met schilfering
van de huid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Palmans, 60 jaar en een blanco voorgeschiedenis, komt op consultatie met klachten van
acuut ontstane pijn aan het basisgewricht van zijn rechter grote teen (MTP 1). Het gewricht is rood en
gezwollen. De heer De Vries heeft geen koorts of klachten van andere gewrichten. De huisarts stelt
de diagnose jicht en wil colchicine voorschrijven. De meekijkende HAIO is van mening dat de eerste
keus in dit geval een NSAID is.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts bezoekt de heer Strijbos, 64 jaar die verblijft in een Woon- en Zorgcentrum. De heer
Strijbos hoest sinds vier dagen groen sputum op, heeft een temperatuur van 38,3°C en is kortademig.
Zijn medisch dossier vermeldt een matig ernstig COPD (Gold II). Na onderzoek stelt de huisarts de
diagnose exacerbatie COPD. Ze overweegt om hem antibiotica voor te schrijven op basis van onder
andere de temperatuur van de heer Strijbos.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Volgens de PO zal bij myopie (bijziendheid) bij het voorzetten van een positieve lens de visus
verbeteren.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
Mevrouw Tasakenti, 50 jaar, komt op consultatie. Ze heeft sinds drie weken last van een droge, soms
jeukende plek op de rechtertepel. Ze heeft vanaf de kinderleeftijd regelmatig last van eczeem gehad
en is bekend met een allergische constitutie. Bij inspectie ziet de huisarts een scherp begrensde
rode, schilferende plek op de rechtertepel. De linkertepel is niet afwijkend. Er zijn geen palpabele
weerstanden in beide borsten. De huisarts besluit mevrouw Reurings hydrocortisonzalf voor te
schrijven. Het beleid van de huisarts is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Degroote, 55 jaar, komt op consultatie omdat zij sinds een paar maanden een verstopte
neus heeft. Ook heeft ze vaak een loopneus. Voor de neusverstopping spoelt ze sinds een paar
maanden haar neus dagelijks met een fysiologische zoutoplossing. Verder gebruikt ze
voor artrosepijnen dagelijks naproxen. De huisarts stelt de diagnose niet-allergische rhinitis en legt uit
dat een mogelijke oorzakelijke factor van niet-allergische rhinitis het NSAID-gebruik is.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Joke Paelinckx, 31 jaar, komt op consultatie. Ze is boos omdat de consultatie een uur is uitgelopen.
Er ontstaat het volgende gesprek:

• Joke: "Wel dokter, als dat altíjd zo gaat, kan ik maar beter een afspraak maken vóórdat ik
ziek word……."
• Huisarts: "Ik kan er niet aan doen, er is een collega ziek."

Beginnen met deze uitleg is een voorbeeld van een juiste tactiek in deze situatie.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw De Wachter, 45 jaar, komt bij de huisarts omdat zij last heeft van een jeukende
huidaandoening aan de zijkanten van haar vingers. Beiderzijds zijn er blaasjes zichtbaar. Na
anamnese en lichamelijk onderzoek stelt de huisarts de diagnose acrovesiculair (dyshidrotisch)
eczeem. Mevrouw De Wachter vraagt wat de oorzaak zou kunnen zijn van deze aandoening. De
huisarts zegt onder meer dat in de helft van de gevallen een atopische constitutie aanwezig is.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Wannes, 8 jaar, is sinds een week wat ziek. Hij is moe, heeft geen eetlust en is misselijk. Sinds
gisteren is hij ook wat geel. Bij navraag blijkt dat hij een maand geleden met zijn ouders op vakantie
was in Egypte. Hij heeft geen extra inentingen gehad. De huisarts denkt aan hepatitis A. Ter
bevestiging van de diagnose vraagt de huisarts het volgende laboratoriumonderzoek aan: IgM-anti-
HAV, ALAT (SGPT) en ASAT (SGOT). Het onderzoek ASAT (SGOT) is bij verdenking op hepatitis A
geïndiceerd.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts heeft bij mijnheer Demey, 65 jaar, een normocytaire anemie gevonden (Hb 11,1 g/dl). De
heer Demey heeft al jaren reumatoïde artritis. Bij nader onderzoek bleek het ferritine normaal te zijn.
De huisarts wil nader bloedonderzoek laten verrichten om de oorzaak van de anemie te achterhalen.
Zij vermoedt dat het gaat om een anemie door een chronische ziekte, maar wil een ferriprieve
anemie uitsluiten. Om te kunnen differentiëren tussen beide oorzaken van anemie is de bepaling van
het serumtransferrine geschikt.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Van Cotthem, 42 jaar, zit in tranen bij de huisarts. Zij heeft de laatste maanden voor haar
chronische gegeneraliseerde pijnklachten aan het bewegingsapparaat allerlei pijnstillers geslikt
zonder resultaat en vraagt de huisarts of er een andere oplossing is om haar klachten te
verminderen. Bij lichamelijk onderzoek is de inspectie normaal. De huisarts vindt drukpijnlijke punten
rond de grote gewrichten (schouders, ellebogen en knieën). Ook in de nek zitten een aantal pijnlijke
plekken. De spierkracht en de bevindingen van globaal neurologisch onderzoek zijn normaal. De
huisarts legt haar uit dat er sprake is van pijnlijke spieren en pezen zonder duidelijke oorzaak. Er zijn
nog diverse behandelopties, waarvan de volgende bewezen effectief is: manuele therapie.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Imke, 15 jaar, komt samen met haar moeder op consultatie omdat zij last heeft van "jeugdpuistjes".
Imke vindt het verschrikkelijk. Ze houdt zich al maanden aan het advies van moeder om geen
chocolade en varkensvlees te eten. Bij onderzoek ziet de huisarts milde acne met comedonen,
papels en pustels. De huisarts legt uit dat er geen correlatie is aangetoond tussen voeding en het
ontstaan van acne.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Elke, 17 jaar, komt op raadpleging. Zij vertelt dat ze sinds twee maanden wat bloedverlies tussen de
menstruaties heeft, steeds op een vast tijdstip in de cyclus. Ze neemt sinds anderhalf jaar de pil. Ze
is niet seksueel actief. Zij vraagt de huisarts of er nader onderzoek gedaan moet worden. Wat is in dit
geval het aangewezen beleid ten aanzien van aanvullend onderzoek?

1. Aanvullend onderzoek niet aangewezen

2. Transvaginale echo

3. Uitstrijkje

4. Bloedname

De huisarts heeft bij de heer Derycke, 68 jaar, de diagnose perifeer arterieel vaatlijden vastgesteld.
Nadat de huisarts de risicofactoren voor hart- en vaatziekten behandeld heeft, legt hij de heer
Derycke uit wat een wandeltraining inhoudt, als onderdeel van de niet-medicamenteuze behandeling.
De huisarts zegt dat hij drie keer per week minstens 30 minuten moet gaan wandelen, waarbij hij de
afstand en de snelheid geleidelijk moet opvoeren. De huisarts legt uit dat hij steeds moet
wandelen tot de pijn optreedt en dan weer moet wachten tot de pijn minder is, voordat hij weer verder
wandelt. De uitleg van de huisarts klopt.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
De heer Ramdani, een obese man van 57 jaar, komt bij de huisarts met klachten van moeheid,
hoesten en kortademigheid. Bij onderzoek vindt de huisarts een bloeddruk van 150/80 mmHg, en een
regulaire pols van 92 slagen/min. Over de longen hoort hij beiderzijds basaal weghoestbare
crepitaties en een verlengd expirium. De huisarts overweegt de diagnose hartfalen en laat aanvullend
onderzoek verrichten. Het ECG is niet afwijkend. De spiegel natriuretisch peptide (BNP) is niet
verhoogd. Op basis van deze gegevens acht de huisarts de diagnose hartfalen erg onwaarschijnlijk.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Vermassen, 54 jaar, heeft een half jaar geleden een myocardinfarct doorgemaakt. Hij is hier
redelijk van hersteld. Hij komt bij de huisarts, omdat hij de laatste maanden somber en heel angstig
is. Hij is erg geschrokken van het infarct en de paniek slaat toe telkens hij iets voelt in de hartstreek.
Na een uitgebreide anamnese constateert de huisarts een depressie- met angsten op de voorgrond.
Zij bespreekt de behandelingsmogelijkheden met hem. De heer Vermassen wil behalve begeleiding
door de huisarts ook graag medicamenteuze ondersteuning. De huisarts schrijft best een
anxiolyticum voor.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

You might also like