Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

BIOLOGIE SAMENVATTING EXAMEN

Thema 6

schildklier zwezerik bijnier hypofyse hypothalamus


Thyroxine Thymosine Adrenaline Groeihormoon Oxytocine
Schildklierhormoon Cortisol ADH

Exocriene klieren = Klieren die kliersap afgeven aan het uitwendig milieu.

Bv = Traanklieren, speekselklieren, talgklieren, melkklieren, zweetklieren, darmwandklieren…

Endocriene klieren = Klieren die kliersap in het bloed en dus aan het inwendig milieu afgeven.

Bv = Schildklier, zwezerik, bijnieren, epifyse, hypofyse, hypothalamus

Endo-exocriene klieren = produceren zowel een klierproduct dat in een lichaamsholte terechtkomt
als hormonen die rechtstreeks in het bloed afgegeven worden.

Bv = Alvleesklier, eierstokken, teelballen

Secretieklieren = Als er nuttige stoffen worden afgescheiden zoals speekselklieren en traanklieren.

Excretieklieren = Het proces waarbij organismen afvalstoffen afgeven zoals zweetklieren.

Exocriene klieren voeren het kliersap af naar het extern milieu via afvoerbuisjes en slijmlagen die
rechtstreeks in de lichaamsholte afgegeven worden.

Endocriene klieren hebben geen afvoerbuis. Tussen de kliercellen van endocriene klieren loopt een
netwerk van haarvaten waardoorheen de geproduceerde stoffen, de hormonen, rechtstreeks in het
bloed afgegeven worden. = Endocriene klieren zijn ALTIJD SECRETIEKLIEREN

Acne = Als het talgkanaal afgesloten is en de talgproductie blijft toenemen gaat de talgklier
ontsteken. Dan ontstaan er vervelende rode puistjes op de plekken waar zich veel talgklieren
bevinden.
Thema 5

Lange beenderen = Beenderen die langer zijn dan dat ze breed zijn.

Bv = Dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, vinger en teenkootjes.

Korte beenderen = Beenderen die even lang als breed zijn. Ze geven vooral steun.

Bv = hand en voetwortelbeentjes.

Platte beenderen = Beenderen die breed zijn en afgeplat. De belangrijkste functie is het beschermen
van de inwendige organen.

Bv = de schedelbeenderen, schouderbladen, ribben, borstbeen, heupbeenderen

Onregelmatige beenderen = Uiteenlopende vormen.

Bv = De wervels, de boven en onderkaak

Van prikkel tot reactie = Impulsen gaan vanuit de receptoren naar de hersenen via conductoren. De
hersenen verwerken de informatie en geven ze door aan de effectoren = de spieren en de klieren. De
effectoren reageren op de waargenomen veranderingen.

Beenderen zijn met elkaar verbonden door middel van kraakbeen en gewrichten.

Kraakbeen zorgt ervoor dat botten vlot over elkaar kunnen bewegen.

Gewrichtssmeer zorgt voor een soepele beweging van het gewricht.

Gewrichtsbanden houden het geheel op zijn plaats.

SOORTEN GEWRICHTEN

scharniergewricht rolgewricht kogelgewricht


Zorgt ervoor dat 2 beenderen Verbind 2 beenderen die naast Zorgt ervoor dat draaien in
naar voor of naar achter elkaar liggen. Zorgt ervoor dat verschillende richtigen
kunnen bewegen. die beenderen om elkaar heen mogelijk is.
rollen.
Gewrichtsproblemen

Een ontwrichting of luxatie = Het gewricht schiet uit de kom.

Gescheurde kruisbanden.

SOORTEN SPIEREN

Willekeurige spieren = Onder controle van de wil. Je kan dit dus zelf beslissen zoals ja hand opsteken
of stappen of iets oprapen.

= Dwarsgestreept spierweefsel.

Onwillekeurige spieren = Werken buiten de controle van de wil. Zoals je pupillen, de maag,
kringspier.

= Glad spierweefsel.

Bouw en werking van de dwarsgestreepte spieren.

Je arm buigen = De myosine en de actinedraden in de biceps schuiven over mekaar. De biceps


wordt korter en dikker = ze trekt samen.

Gladde spieren.

Het spierweefsel van een gladde spier is opgebouwd uit spoelvormige korte spiercellen die elk
apart actine en myosinedraden bevatten.

Biceps opspannen = actine en myosinedraden van de biceps uit elkaar.

You might also like