waarschuwen

waarschuwde | gewaarschuwd

Aantonende wijs

onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

ik waarschuw ik heb gewaarschuwd

jij/u (je) waarschuwt jij/u (je) hebt gewaarschuwd
hij/zij/het waarschuwt hij/zij/het heeft gewaarschuwd
wij (we) waarschuwen wij (we) hebben gewaarschuwd
jullie waarschuwen jullie hebben gewaarschuwd
zij (ze) waarschuwen zij (ze) hebben gewaarschuwd

onvoltooid verleden tijd (ovt) voltooid verleden tijd (vvt)

ik waarschuwde ik had gewaarschuwd

jij/u (je) waarschuwde jij/u (je) had gewaarschuwd
hij/zij/het waarschuwde hij/zij/het had gewaarschuwd
wij (we) waarschuwden wij (we) hadden gewaarschuwd
jullie waarschuwden jullie hadden gewaarschuwd
zij (ze) waarschuwden zij (ze) hadden gewaarschuwd

onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt... voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)

ik zal waarschuwen ik zal gewaarschuwd hebben

jij/u (je) zult waarschuwen jij/u (je) zult gewaarschuwd hebben
hij/zij/het zal waarschuwen hij/zij/het zal gewaarschuwd hebben
wij (we) zullen waarschuwen wij (we) zullen gewaarschuwd hebben
jullie zullen waarschuwen jullie zullen gewaarschuwd hebben
zij (ze) zullen waarschuwen zij (ze) zullen gewaarschuwd hebben

Voorwaardelijke wijs

onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)

ik zou waarschuwen ik zou gewaarschuwd hebben

jij/u (je) zou waarschuwen jij/u (je) zou gewaarschuwd hebben
hij/zij/het zou waarschuwen hij/zij/het zou gewaarschuwd hebben
wij (we) zouden waarschuwen wij (we) zouden gewaarschuwd hebben
jullie zouden waarschuwen jullie zouden gewaarschuwd hebben
zij (ze) zouden waarschuwen zij (ze) zouden gewaarschuwd hebben

Gebiedende wijs

gebiedende wijs

jij/u (je) waarschuw

jullie waarschuw

Deelwoord

onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord

waarschuwend gewaarschuwd

Pagina 1 09.06.2021
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)