Professional Documents
Culture Documents
Ebook Getting The Most Out of Node Js Frameworks The Essential Tools and Libraries 1St Edition Sufyan Bin Uzayr Online PDF All Chapter
Ebook Getting The Most Out of Node Js Frameworks The Essential Tools and Libraries 1St Edition Sufyan Bin Uzayr Online PDF All Chapter
Ebook Getting The Most Out of Node Js Frameworks The Essential Tools and Libraries 1St Edition Sufyan Bin Uzayr Online PDF All Chapter
js
Frameworks: The Essential Tools and
Libraries 1st Edition Sufyan Bin Uzayr
Visit to download the full and correct content document:
https://ebookmeta.com/product/getting-the-most-out-of-node-js-frameworks-the-essen
tial-tools-and-libraries-1st-edition-sufyan-bin-uzayr/
More products digital (pdf, epub, mobi) instant
download maybe you interests ...
https://ebookmeta.com/product/javascript-frameworks-for-modern-
web-development-2nd-edition-sufyan-bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/mastering-ui-mockups-and-
frameworks-a-beginners-guide-1st-edition-sufyan-bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/bootstrap-the-ultimate-guide-1st-
edition-sufyan-bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/linux-the-ultimate-guide-1st-
edition-sufyan-bin-uzayr/
Kotlin: The Ultimate Guide 1st Edition Sufyan Bin Uzayr
https://ebookmeta.com/product/kotlin-the-ultimate-guide-1st-
edition-sufyan-bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/conquering-javascript-three-js-
sufyan-bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/not-paying-the-rent-2nd-edition-
sufyan-bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/vuepress-quick-start-guide-sufyan-
bin-uzayr/
https://ebookmeta.com/product/conquering-javascript-d3-js-sufyan-
bin-uzayr/
Another random document with
no related content on Scribd:
voorkomende in den ouden naam van eene kade te St-Omaars,
namelijk E r b o s t a d e , thans Quai des Tanneurs genoemd; en
v a a r t ). Het riviertje dat tusschen Gisen (Guines) en Kales (Calais)
vloeit, komt in eene middeleeuwsche oorkonde voor als L e d a , in
eene andere van den jare 1208 als G i s e n l e t , en nog anders als
G h i s n e n l e t . De vergelijking met den naam van het rivierke
L e d a in Oost-Friesland, en met den naam L e i e , die in Friesland
tusschen Flie en Lauwers aan verschillende wateren eigen is, zoo
mede aan de Vlaamsche plaatsnamen L e n d e l e d e , L e d e ,
L e d e z e l e , L e d e b e r g ligt voor de hand.
In Artesië vloeit een helder stroomke, weinig meer dan eene beek, al
westwaarts kronkelend door een liefelijk dal; het verbreedt zich
verder tot eenen flinken stroom, die langs de stad Boonen (Boulogne
sur Mer) loopt, en de haven van deze schoone zeestad vormt. Deze
rivier draagt den naam van L i a n e , een naam die volstrekt geen
Dietsch voorkomen heeft. Toch meen ik dat ook deze naam van
Dietschen oorsprong zij. Maar oude, middeleeuwsche vormen van
den naam L i a n e zijn mij niet bekend. Zoo neme men den
volgenden naamsuitleg voor anders niet als voor eene ongegronde
gissing. En, men weet het, gissen doet missen. De grondslag, de
oorsprong van den naam L i a n e dan, meen ik te vinden in den
eenvoudigen, boven reeds vermelden waternaam A a of A . In
sommige Nederduitsche tongvallen wordt de naam of het woord Aa
verbogen tot Ane, Aan; dezen verbogenen vorm vinden wij in de
plaatsnamen M u n d a h n (Mond van de A a of A a n ) en
O v e r a h n , N o r d a h n (in de middeleeuwen N o r d a ) en
M i d d e l s t e n a h e (in de middeleeuwen M i d d e l s t e n a n e ), die
in de Friesche gouwen van Oldenburg en van Hannover (Land
Wursten) voorkomen. Het mannelijke lidwoord luidt in de
gouwspraak van het Fransch, die hedendaags aan Artesië eigen is,
als li. Dit lidwoord neemt wel de plaats in van het Dietsche lidwoord
de, ook al blijft het hoofdwoord dat er op volgt, onvertaald. Zoo is de
geslachtsnaam D e J a g e r , D e J a g h e r e heden ten dage in
Artesië half-verfranscht [123]geworden tot Liagre (Li Jagre) en niet
geheel (Le Chasseur). Zoude nu dit lidwoord ook niet het eerste
gedeelte van den naam L i a n e zijn (Li Ane), en deze naam D e
A n e , D e A a , met andere woorden het water, het stroomende
water beteekenen?
En niet enkel met het Engelsch, ook met het Friesch leveren de
Oud-Germaansche plaatsnamen van Artesië punten van
overeenkomst op. Trouwens dit kan wel niet anders, waar Friesch en
Engelsch beiden nog heden zoo naverwant en oudtijds uit eene
zelfde bron zijn ontsproten. Deze overeenkomst vinden we, in
gezamentlijken zin, in het woord aker, ook wel gespeld acre,
hedendaagsch geijkt Dietsch akker, dat deel uitmaakt van sommige
Oud-Artesische plaatsnamen. Dit woord, in het Friesch zoowel als in
het Engelsch als eker uitgesproken, is nog heden eigen aan de taal
van Friezen en Engelschen, en komt in de plaatsnamen dezer
volken voor: F r a n e k e r in Friesland; L o n g a c r e in Engeland.
Verder stemmen de Artesische woorden stic voor stuk, horn voor
hoek, stripe voor streep, stien voor steen, enz. allen in oude
plaatsnamen voorkomende, letterlijk overeen met de zelfde
woordvormen in het Friesch, zooals het nog hedendaags leeft.
Trouwens, in den loop dezer verhandeling hebben wij reeds
meermalen gelegenheid gehad, den Lezer te wijzen op de
bijzondere overeenkomst tusschen Oud-Artesisch en Friesch.
Aan het slot van dit opstel willen wij nog eene bijzondere zaak hier te
berde brengen, die wel de aandacht verdient der volkenkundigen,
bijzonderlijk van hen, die de tochten nasporen van die volken en
volksstammen uit Noordwestelijk Germanië, welke Brittanië hebben
ingenomen en aldaar hunne volkplantingen hebben gevestigd.
In Artesië en in Engeland.
Warhem. Warham.
Fréthun. Freton.
Hollebecque. Holbeck.
S a n g a t t e . (Zie bladz. 119). S a n d g a t e .
Inghem. Ingham.
W i m i l l e . (Zie bladz. 121). Windmill.
Grisendale. Grisdale.
Rattekot. Radcot.
Le Wast. Wast.
Appegarbe. Applegarth.
Het valt niet te ontkennen dat enkelen dezer namen een meer
algemeen karakter hebben, en zeer wel, volkomen onafhankelijk van
elkanderen, elk op zich zelven, Noord en Zuid van het Engelsche-
Kanaal kunnen zijn ontstaan; bij voorbeeld: W i m i l l e , W i n d m i l l
en S a n g a t t e , S a n d g a t e . Toch blijft, bij de [129]andere namen,
de overeenkomst opmerkelijk, en een gemeenschappelijke
oorsprong blijft niet buitengesloten. In sommige patronymicale
namen ligt zulk een gemeenschappelijke oorsprong nog nader voor
de hand. Zie hier nog een lijstje van die overeenstemmende
patronymicale plaatsnamen,
in Artesië en in Engeland.
Alincthun. Allington.
Bazinghem. Bassingham.
Colincthun. Collington.
Hardinghem. Hardingham.
Linghem. Lingham.
Balinghem. Ballingham.
Berlinghen. B i r l i n g h a m (Nevens B e r l i c u m , dat is
voluit B e r l i n k h e i m , in Noord-Brabant en in
Friesland).
Elighen. Ellingham.
Eringhem. E r r i n g h a m (Nevens E r i c h e m , dat is
voluit E r i n k h e m , in Gelderland).
Lozinghem. Lossingham.
Maninghem. Manningham.
Masinghen. Massingham.
Pelincthun. Pallington.
To d i n c t h u n . To d d i n g t o n .
De patronymica die den grondslag van deze namen uitmaken, en
die, aan den Artesischen en aan den Engelschen kant geheel de
zelfden zijn, of anders zoo gelijkvormig, dat een zelfde oorsprong
voor beiden aangenomen mag worden, hebben bij sommigen de
meening doen ontstaan dat zoowel de Artesische als de Engelsche
plaatsen, waaraan deze namen eigen zijn, juist ook door de zelfde
lieden zouden zijn gesticht. Met andere woorden, dat de zelfde
H a r d i n g e n , de afstammelingen van eenen zelfden aartsvader
H a r d o , in Artesië zoowel een hem, eene woonstede zouden
hebben gevestigd, een H a r d i n g a - h e m (H a r d i n g h e m ), als in
Engeland (H a r d i n g h a m ). Ofschoon deze zaak geenszins
onmogelijk, zelfs niet onwaarschijnlijk te achten is, zoo vloeit ze toch
ook geenszins noodzakelijk voort uit deze gelijkheid der
plaatsnamen. [130]Immers H a r d o was, en is nog heden, een
algemeene mansvóórnaam, die door verschillende personen te
gelijker tijde gedragen werd en wordt. Zoo zijn er ook verschillende
maagschappen H a r d i n g a of H a r d i n g , H a r d i n k , onderling
niet verwant. De eene maagschap van dien naam kan in Artesië, de
andere in Engeland een hem hebben gegrondvest.
Zoo kort en beknopt mogelijk dien ik echter toch ook nog een paar
bladzijden te wijden aan de Germaansche mans- en vrouwen-
vóórnamen en aan de Germaansche geslachtsnamen, die in
Frankrijk, die vooral in de Dietsche gewesten van dat land in gebruik
zijn en voorkomen.
Wat de mans- en vrouwen-vóórnamen aangaat, zoo heb ik hier niet
zoo zeer het oog op die namen van Germaanschen oorsprong, die
over schier geheel de beschaafde wereld verspreid zijn, en die ook
in Frankrijk geenszins ontbreken, zij het dan ook in verfranschten
vorm. Zulke namen (Henri, Fréderic, Albert, Bertrand, Gérard,
Guillaume, Louis, Charles—dan ook Henriëtte, Adèle, Mathilde,
Gertrude, Berthe, en vele dergelijken) zijn wel van Oud-
Germaanschen oorsprong; ze zijn zeker nog afkomstig van de
Germaansche Franken, het volk van Keizer Karel den Grooten, die
voor een deel de voorvaderen zijn van het hedendaagsche Fransche
volk. Maar in het bijzonder vestig ik hier de aandacht op die Oud-
Dietsche, Oud-Nederlandsche namen, die, veelal min of meer
versleten, of in vlei- of verkleinvorm, nog eigen zijn aan de Dietsche,
de Vlaamsche bevolking van Fransch-Vlaanderen en van Artesië,
die daar in de middeleeuwen, en nog in de zestiende eeuw
algemeen of vrij algemeen in gebruik waren, en die ook heden nog
daar leven, zij het dan niet in geijkten zin, dan toch in het
dagelijksche leven, in den huiselijken en vriendschappelijken kring.
Mansnamen. E p p o , A g g e , B o u k e n , B o u w e n (een
samengetrokken vorm van Boudewijn), W e s s e l , B i n n e r t ,
B o n n e , B o y e , C y r i c k (in Friesche spelling Sierk), D o u w e ,
E g g e , E l i n g , E i s e , F e y c k e , F e y e n , F o n g e r,
Gabe, Gauke, Gerken, Wybe, Hille, Ide, Jelken,
J e l t e n , L i n s , L i e u w, Ly c k e l , L o l c k , L u y t , L o l l e ,
M o n t e n , M e n n e , B o n t e n , R i n t s e , R e y n , R i e m e r,
R o m k e , W i m a r , W i s s e , F e d d e , H a y e n , Y t z e n , enz.
Vrouwennamen. L a m k e , N i e s k e , A e f j e en A e f k e n ,
M i n t j e en M i n k e , I t j e n , F e m m e t j e , G e p k e ,
Wybrig, Heyltjen, Hilleken, Idtsken, Jayke, Jel,
Luts, Metjen, Rix, Richtje, Walleken, Wentje,
D i e w e r t j e , S w a e n t j e , H a e s k e , enz. [133]
Al deze namen zijn juist zóó als ze hier vermeld staan, of anders met
geringe, onwezenlijke afwijkingen in de spelling, nog heden ook
onder de Friezen in volle gebruik.
D e P o o r t e r , H o u v e n a g h e l , V a n C a u w e n b e r g h e .5
[135]
Het gaat niet aan van alle deze maagschapsnamen hier naderen
uitleg, nadere verklaring wat hunne beteekenis aangaat, te geven,—
al is dit onderwerp ook nog zoo aanlokkelijk voor mij, en voor den
Lezer zeker niet onbelangrijk. Maar ik zoude zoodoende te veel in
herhaling moeten vervallen, met ’t gene ik reeds vroeger uitvoerig
heb geschreven. Met mijn werk De Nederlandsche geslachtsnamen
in oorsprong, geschiedenis en beteekenis (Haarlem, 1888) in de
hand, kan iedereen de verklaring dezer namen gemakkelijk vinden.
Het is voor iederen Vaderlander duidelijk, dat dit allen goed Oud-
Dietsche, ik mag wel zeggen goed Oud-Nederlandsche namen zijn,
en dat de dragers dezer namen onze volksgenooten, ja onze volle
broeders in volkenkundigen zin moeten wezen. Deze schoone
namen zijn grootendeels of allen ongetwijfeld van oude
dagteekening; zij bieden ook in menig opzicht allerlei aanleiding tot
veelvuldige beschouwingen op het gebied onzer namenkunde. [136]
1 Dat ook oudtijds, reeds in de 16de eeuw, de Franschen zoo dachten, daarvan
strekt het volgende voorval ten bewijze.
Jonker Wigle van Aytta, van Swichum, lid en Voorzitter van den Raad van State,
en van den Geheimen Raad ten hove te Brussel, bij Keizer Karel den Vde en later
bij diens zoon, was een echte Standfries. Eens ontving hij als voorzitter van den
geheimen raad, een afgezant van den Koning van Frankrijk, die over belangrijke
staatszaken met hem wilde onderhandelen. Deze man, van den zelfden aard, die
velen Franschen in den tegenwoordigen tijd ook nog eigen is, sprak Jonker Wigle
aan in het Fransch, en bracht hem zijne boodschap over, in die taal sprekende.
Jonker Wigle liet hem geheel uitspreken, en gaf den Franschman toen zijn
antwoord in het Friesch, dat is, in zijne eigene moedertaal. De ambassadeur nam
dit hoogst euvel op, en vroeg, in zijne Fransche opgeblazenheid geraakt, of de
raadsheer met hem en met zijnen koning den spot dreef, door hem bescheid te
geven in eene taal, die hij niet verstond. Maar Jonker Wigle antwoordde in kalme
en eenvoudige waardigheid, en zeide: „Zijn wij dan meer gehouden, om uwe taal
te spreken, als Gij de onze? Wanneer wij in Frankrijk komen, spreken wij Fransch.
Het is dus ook billijk, dat Gij, als Gij hier in de Nederlanden wat te zoeken hebt,
ook onze taal gebruikt. Of, zoo Gij dit niet kunt doen, spreek dan Latijn, de taal die
allen volkeren gemeen is.” ↑
2 Zie mijn opstel Oude Volksliedjes, voorkomende in den Frieschen
Volksalmanak voor het jaar 1887 (Leeuwarden, A. Meyer). ↑
3 Bolwerk, ook in het Engelsch bullwark, een werk of samenstel van bollen,
bolen, Hoogduitsch Bohle, dat zijn zware balken, behouwen boomstammen. Dit
zuiver Oud-Germaansche woord vinden wij terug in het hedendaagsche Fransche
woord boulevard, breede straat, lei of laan, aangelegd ter plaatse der voormalige
bolwerken of vestingswallen en muren, die de oude steden omsloten hielden. ↑
4 In Vlaanderen echter met ééne uitzondering. De naam van de hedendaagsche
Westvlaamsche stad Waasten komt in oude oorkonden voor als
W a r n a s t h u n (1007), als W a r n e s t o n (1066–1080, 1103), in 1126
verwaalscht als G a r n e s t o n , en in 1347, niet ten onrechte, als G a r n e r i
f o r t i t u d o (de veste, de versterkte, omtuinde plaats, de tuin, tun of ton van
Garner of Warner) in het Latijn vertaald. Zie Ant. Verwaetermeulen,
Westvlaamsche Oordnamenkunde, in het Bijblad van het tijdschrift Biekorf,
Slachtmaand, 1893. De hedendaagsche Fransche naamsvorm van Waasten is
nog W a r n e t o n . ↑
5 A e r n o u t , Va n G r a e f s c h e p e , D e C o u s s e m a k e r, D e
B a e c k e r (Bakker), H a s e , B a e r t , B e r n a e r t , B e c u w e ,
Blavoet, Bloeme, Cappelaere, De Haene, De Rode, De
R u y w e , D e S m i d t , D e S w a r t e , M e n e b o o (elders Minneboo),
S t r o b b e l , To p , T r e u t e n a e r e , V a n d e W a l l e (ook half verfranscht
als Deloualle), V e r s t a v e l , D e C o n y n c k , D e M e u n y n c k (de Monnik),
D e G r e n d e l , D e L a e t e r, D e S m y t t e r e , D e Vo s , G o u d a e r t ,
H o p s o m e r (een, door Franschen invloed verbasterde vorm van Opsomer,
Opzomer, dat ook in Noord- en in Zuid-Nederland voorkomt), R y n g a e r t , V a n
d e n A b e e l e , Va n d e n K e r c k o v e , Va n d e r Ve e n e , Ve r c l y t t e ,
D e S c h o d t , D e Z i t t e r, Wa y e n b u r g , Va n d e r C o l m e ,
B e e k m a n s , B e h a g h e l , B i e s w a l , B l a n c k a e r t , D e B e y e r, D e
C o s t e r, D e G r o o t e , D e M a n , E e c k m a n , G o e m a e r e ,
G o v a e r e , H e r r e m a n , H o o f t , L i e f o o g h e , L o o t g i e t e r,
S p i l l e m a k e r, W i t t e v r o n g h e l , W y c k a e r t , We l l e c o m m e ,
Vinckevleugel, Wallaert, De Broere, Cleenewerck,
S c h o o n h e e r e , Va n d e Ve l d e , H a z e w i n d t , Va n A c k e r, D e
S t u y n d e r, D e Wa e g e m a e k e r, P l a e t e v o e t , D e G r a v e ,
R a e c k e l b o o m , D e M o l , E l l e b o o d e , Y s e r b y t , (ook verfranscht tot
Iserbi), V a n H o v e , O s w i n , D e V i l d e r , V a n H e e g h e , D a g b e r t ,
K e i n g a e r t , S w y n g e d a u w , V a n E e k e , D e Te m m a e k e r ,
G o e n e u t e , V a n E l s l a n d t , en nog velen meer. Hier bij valt op te merken
dat door de Franschen de namen die met het lidwoord de, of met het voorzetsel
van of met van de, van den, van der zijn samengesteld, in één woord schrijven; bij
voorbeeld Dehaene, Deruywe, Derode, Vanderwalle, Vandenabeele,
Vandenkerckove, enz. De namen krijgen op die wijze zulk een vreemd voorkomen,
dat een Nederlander zelf aanvankelijk ze niet herkent. ↑
[Inhoud]
III