Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

2H en 2HV 2 Toetsen over H9

1. Leerstof 1e toets par. 9.1 t/m 9.3


2. Leerstof 2e toets par 9.4 t/m 9.5

2V 1 Toetsen over H9

1. Leerstof 1e toets par. 9.1 t/m 9.6

Leerdoelen H9 Paragraaf 9.1 t/m 9.5 (9.6 alleen voor VWO)

Paragraaf 9.1

● Je weet dat een organisme is opgebouwd uit orgaanstelsels, organen,


weefsels en cellen en kunt deze bouwstenen noteren van groot naar klein.
● Je kunt de organen in de romp benoemen (bron 1 uit het tekstboek).
● Je moet de volgende orgaanstelsels kennen (inclusief functies en
belangrijkste organen bron 3 tekstboek):

○ Ademhalingsstelsel
○ Verteringsstelsel
○ Bloedvatenstelsel
○ Spierstelsel
○ Uitscheidingsstelsel
○ Zenuwstelsel

● Je weet welke orgaanstelsels samenwerken om je beenspieren de benodigde


stoffen te leveren (bron 5 tekstboek).
● Ik kan de formule van verbranding opschrijven. Dit kan je zowel in woorden
als in scheikundige symbolen.
● Je weet welke orgaanstelsels met elkaar samenwerken en hoe (bron 3
tekstboek).
● Je weet uit welke cellen en vloeistof bloed bestaat en welke stoffen zij
vervoeren.

Paragraaf 9.2

● Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen voedingsmiddelen en


voedingsstoffen.
● Ik weet uit welke atomen koolstofdioxide moleculen, zuurstof moleculen en
water moleculen bestaan en ken ook de bijbehorende symbolen van de
atomen.
● Ik kan de werking van enzymen beschrijven.
● Ik kan de invloed is van de temperatuur op de enzymwerking beschrijven met
behulp van een grafiek (Bron 6). Ik kan de minimum, optimum en maximum
temperatuur aflezen.
● Je kunt de organen van het verteringsstelsel benoemen (bron 1 uit het
tekstboek).
● Ik kan uitleggen waarom het lichaam voedingsstoffen verteerd en weet in
welke organen vertering met enzymen plaatsvindt
● Ik kan de weg van het voedsel ( en de verteringsresten) aflegt beschrijven
● Ik kan de bouw, werking en functies van de verschillende organen van het
verteringstelsel beschrijven

Paragraaf 9.3

● Je kunt de organen van het ademhalingsstelsel benoemen (bron 1 uit het


tekstboek).
● Je in stapjes de uitleggen hoe je in- en uitademt via de borstademhaling
● Je in stapjes de uitleggen hoe je in- en uitademt via de buikademhaling
● Je kunt met behulp van een afbeelding van een longblaasje uitleggen hoe
waar zuurstof in het bloed komt en waar koolstofdioxide uit bloed wordt
gehaald tijdens de gaswisseling
● Je kunt beschrijven hoe zuurstof en koolstofdioxide door bloed worden
getransporteerd.
● Je kunt uitleggen wat de functie is van het slijmvlies in het
ademhalingsstelsel

Paragraaf 9.4

● Ik kan de kenmerken en stroomrichting van het bloed in slagaders, haarvaten


en aders beschrijven
● Ik weet in welke bloedvaten veel zuurstof en glucose aanwezig en in welke
bloedvaten veel koolstofdioxide aanwezig is
● Ik kan in stapjes uitleggen welke weg het bloed aflegt in kleine bloedsomloop
● Ik kan in stapjes uitleggen welke weg het bloed aflegt in grote bloedsomloop
beschrijven die bloed aflegt
● Ik kan met behulp van een afbeelding van de bloedsomloop uitleggen welke
weg een deeltje in bloed aflegt en bepalen door welke delen van het hart en
welke bloedvaten dit deeltje gaat als het start en eindpunt gegeven wordt.
(bron 3 tekstboek)
● Ik kan de bloedvaten van het bloedvatenstelsel benoemen
● Ik kan de bouw van het hart beschrijven.
● Ik kan de fasen van een hartslag beschrijven aan de hand van 3 stappen.
● Ik weet welk onderdeel van het hart de hartslag regelt
Paragraaf 9.5

● Je kunt uitleggen via welke orgaanstelsels verschillende stoffen het bloed in-
en uitgaan (Bron 1)
● Je kan omschrijven wat een hormoon is
● Je weet welke hormonen het glucosegehalte in je bloed regelen en kunt de
functie van deze hormonen beschrijven
● Je kunt uitleggen wat de oorzaak is van suikerziekte (diabetes) wat patiënten
kunnen doen om hun bloedsuikerspiegel te regelen
● Je kent de verschillende functies van de lever beschrijven
● Je kunt de functie van je nieren beschrijven en uitleggen welke weg urine
aflegt.
● Je kunt de organen van het uitscheidingsstelsel benoemen (Bron 8)
● Je kunt de werking van je nieren beschrijven en uitleggen welke weg urine
aflegt.
● Je weet welke stoffen via het uitscheidingsstelsel het lichaam verlaten

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-

Paragraaf 9.6 (Alleen voor VWO)

● Je kunt uitleggen hoe stoffen vanuit het bloed via het weefselvloeistof aan de
cellen worden afgeven.
● Je kunt uitleggen hoe afvalstoffen vanuit de cellen via het weefselvloeistof
terug naar het bloedvatenstelsel gaan.
● Je kunt uitleggen hoe afvalstoffen vanuit de cellen via het weefselvloeistof
terug naar het bloedvatenstelsel gaan.
● Je kunt uitleggen hoe verschillende stoffen vanuit het bloed via het
weefselvloeistof aan de cellen worden afgeven.
● Je kunt uitleggen welke weg koolstofdioxide aflegt als het via het
lymfevatenstelsel terug naar het bloed gaat
● Je kunt de overeenkomsten en verschillen tussen weefselvloeistof en lymfe
benoemen.
● Je kunt de uitleggen waarom de lymfeknopen/lymfeklieren veel witte
bloedcellen bevatten.
● Je kunt uitleggen wat oedeem is en hoe het ontstaat

You might also like