Professional Documents
Culture Documents
Staalconstructies Samenvatting
Staalconstructies Samenvatting
Les 1
Eigenschappen Staalconstructies Soorten staal
III. Krachtsverdeling
Profieldoorsnede klasse: (wordt bepaald door de flensdikte/-breedte)
Les 3
Stabiliteit totale constructie
Constructies worden stabiel gemaakt met stabiliteitsvlakken:
Evenwicht
Standzekerheid
Vermogen van een raamwerk of afzonderlijke drukstaaf om na ontlasten in de oorspronkelijke positie
terug te komen
Plotselinge toename van vervormingen en spanningen door drukkrachten bij het bereiken van de
kritische belasting
2de – orde – effecten
Plooi zijdelings
uitknikken van plaatvormige delen (bijv. het lijf van een ligger
onder een grote puntlast)
o Te voorkomen door inlassen schotten
(krachtsindeling)
o Vooral geconcentreerde belasting (puntlasten)
Knik
Knik van een centrisch gedrukte staaf onder en boven scharnier (geen moment)
pendelkolom
2
Meestal bij verticaal belaste kolommen π EI
N cr = 2
Soms door temperatuur invloeden Lcr
Knik van imperfecte staaf - N cr : knikkracht
Imperfecties - Lcr : kniklengte
- E : Elasticiteitsmodules
Restspanningen
1 3
Staafkromming - I : Traagheidsmoment I = bh
12
Onbedoelde excentrische belasting
Maatafwijkingen
Knik toetsen
Route 1 Route 2
Les 4
Vakwerkconstructies
Vakwerkliggers zijn geschikt om ongelijkmatige belastingen op te nemen, maar de belasting moet wel
zoveel mogelijk aangrijpen ter plaatse van de knopen
Vakwerkliggers worden beschouwd als constructies die opgebouwd worden uit scharnierend verbonden
staven, die worden belast door normaalkrachten
Staven worden op trek of druk belast
Staven moeten centrisch worden aangesloten, dus systeemlijnen van alle staven bij een knoop door 1
punt
Meestal rekenen we de staafaansluiting in een knoop scharnierend
Randstaven: onder- en bovenrand
Wandstaven: verticalen en diagonalen
Soorten vakwerken:
Bruggen
Gebouwen
Wegportalen
Kranen
Eigenschappen van vakwerken
N =
d,randstaaf
Md N =
h d,verticalen
V
Dwarskracht wordt door de wandstaven opgenomen d
De helling van de diagonalen- bepaalt of er trek of druk optreedt
Toetsen vakwerken
Kip is de plotselinge toename van de horizontale uitbuiging van de gedrukte flens van een ligger
De invloedfactoren kip
Meer kipsteunen
Ander profiel
Aangrijpingspunt belasting verlagen
Les 5
Druk, buiging en verbindingen
Type verbindingen bij portalen zorgt voor een bepaalde kniklengte. Afhankelijk van de koppeling bepaal
je de kniklengte en de afmetingen van de kolom
Tot nu toe hebben we de kniklengte bepaald voor kolomeinden die volledig ingeklemd of scharnierend
zijn bevestigd, maar dit komt in de praktijk zelden voor. Dit soort kolommen zijn verende ingeklemde
kolommen.
De kniklengte van een verend ingeklemde kolom is afhankelijk van de rotatie-veerstijfheid van de
verende inklemming
Voor kolommen met verend ingeklemde uiteinden, zowel in star geschoorde als ongeschoorde
raamwerken, kan je met de nomogrammen de kniklengte bepalen
Bij hele lange liggers en korte kolommen heeft deze verhouding ligger en kolom samen invloed op de
‘verende’ verbinding dit is dan een excentrisch gedrukte staaf
1ste orde en 2de orde
Scharnier : C =
Volledige inklemming : C = 0
Een staafaansluiting is nooit volledig
scharnierend of ingeklemd. Daarom een C
tussen 0,25 en 5 aanhouden
Voor onder- en bovenknoop van de kolom een C
bepalen.
Stappenplan kniklengte bepalen:
1. Bepalen inklemmingsparameters
2. Bepalen Sway of non-sway raamwerk
3. Trek een rechte verbindingslijn tussen beide punten
Lcr
4. In nomogram aflezen
Lsys
5. Knikkromme en N b , Rd bepalen als bij pendelkolom
6. M cr kip bepalen als bij liggers
7. Toetsing volgens 10.18
Verbindingen – boutverbindingen
M12, M16, M20, M30, etc.
Boutklassen 4.6, 5.6, 6.8, 8.8, 10, 9 bij boutklassen is het eerste cijfer vermenigvuldigd met 100 de
treksterkte van het boutmateriaal. De vloeigrens wordt gevonden door het tweede cijfer te delen door
10 en te vermenigvuldigen met de treksterkte
Voor staalconstructies in gebouwen wordt vaak boutklasse 8.8 gebruikt
De draadeinden zijn vaak in klasse 4.6
Normaalkracht in de verbinding trek in de
bouten
Dwarskracht in de verbinding afschuiving in de
bouten of stuik in het materiaal naast de bout
Moment in de verbinding trek in de bouten bij
de trekflens
Ankerbouten, indien trek: verankeringslengte in
beton controleren
Verbindingen – lasverbindingen
Voordelen
Les 6
Doorbuiging
Les 7
Brandveiligheid