3.

4 atoommassa en molaire massa

Scheikunde: grote hoeveelheid deeltjes (atomen of moleculen).

1 dozijn = 12 stuks

1 gros = 144 stuks

1 mol = 6,02 * (10 * 23) = Na, getal van Avogadro

1 c * 12 atoom: m = 12 u

1 mol c * 12 atomen: m = 6,02 * (10 * 23) = m = 7224 * (10 * 24) u.

1 u = 1,66 * (10 * -27) kg

De molaire massa = massa van 1 mol deeltjes van c * 12

Aantal deeltjes = aantal mol * 6,02 * (10 * 23)

N = n * Na

Massa = aantal mol * molaire massa

M=n*M massa in gram (g)

Molaire massa in gram per mol (g/mol)

n=m:M

massa  * molaire massa  aantal mol  * 6,02 * (10 * 23)  aantal deeltjes

m  * M  n  * Na  N

molecuulmassa = som v.d. atoommassa’s

CO2 = 44,01 g/mol

100 g CO2

n = m : M = 100 g : 44,01 = 2,27 mol

N = n * Na = 2,27 * 6,02 * (10 * 23) = 1,97 * (10 * 24) moleculen

Sla over, 5a, 10, 11 en 12