Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 26

SUPERBELLEN BLAZEN

Project STEM – Tweede graad


INLEIDING TOT DE UITDAGING
Bekijk onderstaande film

https://drive.google.com/drive/folders/1FxIDsQDAJQSS9AwYuZ4wWR-exG-FDDC5

Je kan misschien al raden wat de uitdaging is

Wat zou het allemaal inhouden om een automatische superbellenblazer te bouwen? We dagen
jullie uit om de grootste superbellen te blazen!

2
Brainstorm:

Mogelijke vragen die aan bod kunnen komen:


Hoe gaan we dat aanpakken?
Wat weten we al? Wat nog niet?
Wat zijn bellen?
Welke onderdelen moeten er zeker zijn?
Welke kennis hebben we nodig?

Om jullie op weg te helpen: Heb je een idee wat deze afbeelding zou kunnen zijn?

Wat zijn de eerste woorden die bij je opkomen wanneer je deze afbeelding ziet? Bundel je
antwoorden in de vorm van een woordwolk. Je mag hiervoor deze link woordwolk gebruiken. Plaats
in de kader hieronder een screenshot van je wolk.
Tip: wie wat extra uitleg wil kan volgende instructiefilm woordwolk bekijken

3
Screenshot woordwolk

4
Benoem de verschillende onderdelen van dit technisch systeem.

Oefening: analyse van een technisch systeem aan de hand van de STEM-concepten
1) Vul in de tabel de onderdelen in (wees volledig)?

Onderdeel Wat is de functie?


1.

2.

3.

4.

5.

5
1) Wat zijn de afmetingen van het technisch systeem?

2) Waar haalt het systeem de nodige energie vandaan?

3) Omschrijf met je eigen woorden hoe je denkt dat bovenstaand technisch systeem werkt?

Besluit: noteer hier de deelproblemen die jullie zien in het project en de volgorde waarin die aan bod
moeten komen. In de laatste kolom kan je noteren in welke module dit aan bod komt.
Omschrijving deelprobleem Volgorde van aanpak Module

6
MODULE : WAT WE MOETEN WETEN OVER DE
VLOEISTOF

1. Wat is dat eigenlijk een bel?


Even jullie voorkennis activeren aan de hand van een paar leuke experimentjes over
oppervlaktespanning
https://www.youtube.com/watch?v=PFZsMe4Vr58

https://www.youtube.com/watch?v=zMzqiAuOSz0

1. Wat is oppervlaktespanning?
Oppervlaktespanning is het verschijnsel waarbij de oppervlakte van een laag water als het ware een
elastisch membraan vormt waarop stoffen kunnen blijven drijven.

Water is een
polaire molecule,
met een plus en
een - kant. Tussen
de watermoleculen
ontstaan er zo dipoolkrachten. Er kunnen waterstofbruggen gevormd worden tussen de positieve en
negatieve deeltjes.

In het midden van de vloeistof (water) wordt er op die manier aan alle deeltjes even hard getrokken.
Aan het oppervlak van water wordt er alleen getrokken door andere deeltjes naar beneden en opzij.
Op die manier ontstaat er aan de oppervlakte van water een spanning waarop een licht voorwerp
zoals een paperclip kan blijven drijven.

Bekijk: https://www.youtube.com/watch?v=fH895xcx1O8&t=41s

2. Zeep
7
Wat is zeep?
Zeep is een molecule die bestaat uit twee delen. Een waterminnende(hydrofiel) kop en een
waterstafstotende (hydrofoob) staart.

Verklaring
Zeep zal in water bij voorkeur met de waterminnende kop naar beneden zitten en met de
waterafstotende staart naar boven. Op die manier verbreekt zeep de oppervlaktespanning van
water en zal de paperclip niet meer drijven….. en de waterschaatser verdrinken.
Naast zeep zijn ook inkt en verf stoffen met een lage oppervlaktespanning. Ze zorgen ervoor dat de
oppervlakte van water/inkt/verf uitvloeit en minder bolvormig is.

Leg uit met je eigen woorden wat de zeepmomeculen doen met de waterstofbruggen:

3. Onderzoekend leren: effect van zeep op oppervlaktespanning


Experiment 1

Onderzoeksvraag: Wat is het effect van zeep op de oppervlaktespanning van water?


8
Materialen
 Vetvrij papier
 Gekleurd water(rood/groen/blauw)
 Pipet
 Tandenstoker
 Afwasmiddel

Werkwijze
- Maak waterdruppels in verschillende kleuren op het vetvrij papier.

- Breng de waterdruppels bij elkaar in groepjes met je tandenstoker en noteer je waarnemingen.

Waarnemingen:

- Dompel 1 uiteinde van de tandenstoker in afwasmiddel en prik in de waterdruppels.


- Waarnemingen/foto:

Verklaring:

4. Zeepbellen
https://www.youtube.com/watch?v=iQigGLdSsUo

9
Een oppervlakte-actieve of grensvlakactieve stof, zoals zeep of detergent, is een stof die
de oppervlaktespanning van een vloeistof kan verlagen. Een vloeistof met verlaagde
oppervlaktespanning kan gemakkelijker grote oppervlakken vormen. Dit heeft tot gevolg dat de
vloeistof gemakkelijker schuim vormt.
In een zeepbel zit een laagje water gevangen tussen zeepmolecule. Doordat het water verdampt,
spat de zeepbel na een tijdje uit mekaar.
“Blow a soap bubble and observe it. You may study it all your life
and draw one lesson after another in physics.” - Lord Kelvin

Probeer met onderstaande of andere vormen zeepbellen te blazen

Wat neem je waar?

Verklaring: Van alle oppervlakken die een gegeven volume omsluiten, heeft de bol de kleinste
oppervlakte. Als je een uitgerekte zeepbel ziet, komt dat door de wind…

10
5. De wiskunde achter zeepbellen

Is dat wel zo dat de bol de kleinste oppervlakte heeft? Het is nodig om te kijken naar de oppervlakte
van verschillende ruimtefiguren. Wat is het verband tussen het volume van een ruimtefiguur en de
oppervlakte hiervan?

Om dit eerlijk te onderzoeken gaan we regelmatige ruimtefiguren bekijken en het volume vastzetten
op 1cm³ . Wat zijn dan de verschillende oppervlaktes? Vul de onderstaande tabel aan:

Naam Aantal zijvlakken Vorm van de Volume (1 cm³) Oppervlakte (cm²)


ruimtefiguur vlakken

tetrahedron 4 (gelijkzijdig)
driehoek

Kubus 6 vierkant

Octahedron 8 (gelijkzijdig)
driehoek

Dodecahedron 12 vijfhoek

Icosahedron 20 (gelijkzijdig)
driehoek

Bol - -

11
Voorbeeld met de kubus

Voorbeeld met Tetrahedron

Vul de tabel verder aan voor de andere figuren. De verschillende formules kan je vinden op deze
website

Wat merk je als het aantal zijvlakken verhoogt?

1.

12
2. Wat is het ideale bubble zeepsop?

1. Probleemstelling
Hoe maak je de grootste zeepbellen? Dit gaan we via de wetenschappelijke
methode onderzoeken.

2. Deelvragen
De probleemstelling is redelijk algemeen. Om een antwoord te kunnen vinden
op de probleemstelling zal je meerdere deelvragen moeten beantwoorden.
Om de deelvragen op te stellen denk je in dit geval eerst na over wat je nodig
heb om zeepbellen te blazen.
Herhaling: wat zal er in het bubble-zeepsop zitten?.

3. over de variabelen bij het maken van zeepsop


Alles wat het resultaat van je onderzoek beïnvloedt zijn INVLOEDSFACTOREN of de VARIABELEN.

Noteer hieronder de verschillende variabelen die meedoen bij het ontstaan van een zeepbel.

4. Deelvragen
Over elk van deze variabelen kan je vragen stellen. Dit zijn deelvragen van de probleemstelling.

 Formuleer 2 deelvragen die je helpen om de probleemstelling te beantwoorden. Start een


deelvraag met ‘wat’ en met ‘welk(e)’.

Deelvraag 1:

Wat ….

Deelvraag 2:

Welk(e)…

 Laat je deelvragen controleren door de leerkrachten.


13
5. Hypothesen
Voor elke deelvraag kan je een hypothese formuleren. Je formuleert dan wat volgens jou het
antwoord zal zijn op de deelvraag.

 Formuleer een hypothese voor elke deelvraag door de zin aan te vullen.

Hypothese voor deelvraag 1:

Als …
Dan krijg je de grootste zeepbellen.

Hypothese voor deelvraag 2:

Als …
Dan krijg je de grootste zeepbellen.

Het doel van een onderzoek is je hypothesen te toetsen.

6. Onderzoek voorbereiden
Bij een volledig onderzoek zou je tijdens de voorbereiding nadenken over de manier waarop je de
hypothesen zou toetsen. Met andere woorden, je zou nadenken over de werkwijze.
In dit onderzoek gaan we niet verder met jullie eigen opgestelde hypothesen maar test je welke
detergent, verhouding en soort water het beste resultaat opleveren.
Daarnaast ga je testen welke ondergronden het best zijn om zeepbellen op te laten ‘rusten’.
Hiervoor heb dit materiaal nodig:
 gedemineraliseerd water
 glasplaat
 detergenten (dreft, ecovert, huismerk)
 karton
 glycerine
 blad papier
 maatcilinder (10 ml en/of 100 ml)
 handdoek
 bekerglas (300 ml)
 vezeldoek
 rietjes
 schaar
 meetlat

14
7. Het onderzoek uitvoeren en observaties noteren
Maak een blaaspijpje door het uiteinde van een rietje twee keer in te knippen zodat je vier stukjes
naar buiten kunt plooien. Kort elk stukje in tot een halve centimeter.
A Detergent

 Maak een mengsel van één deel detergent met negen delen water.
 Blaas tien zeepbellen en meet telkens de doorsnede.
 Herhaal dit met de andere twee soorten detergenten.
Noteer telkens de doorsnede van de zeepbellen in centimeter.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
dreft
ecovert
huismerk

B Water

 Gebruik het beste detergent om een zeepsop te maken met één deel detergent en negen
delen gedemineraliseerd water.
 Blaas tien zeepbellen en meet telkens de doorsnede.

Noteer telkens de doorsnede van de zeepbellen in centimeter.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
gemineraliseerd water
leidingwater

C verhouding

 Probeer verhoudingen tussen detergent en water uit variërend van één deel op negen delen
tot één deel op één deel.
 Blaas telkens vijf zeepbellen en meet de doorsnede.
Noteer telkens de doorsnede van de zeepbellen in centimeter.

detergent water 1 2 3 4 5
1 9

2 8
3 7

15
4 6
5 5

D Ondergrond

 Maak een zeepsop met één deel detergent en negen delen water.
 Smeer de verschillende oppervlakken in met wat detergent. (glasplaat, blad papier, karton,
vezeldoek, handdoek)
 Laat op elk oppervlak enkele zeepbellen vallen.
Noteer het effect van de ondergrond op de zeepbel.
de zeepbel blijft liggen de zeepbel blijft niet liggen
glasplaat
papier
karton
vezeldoe
k
handdoek

3. Besluit
Formuleer zelf wat de ideale formule is voor zeepsop om grote bellen mee te blazen.

16
MODULE: DE DC MOTOR
Korte herhaling: wat was de functie van dit onderdeel in de bellenblazer?

1. Onderzoeken van de DC motor

DC staat voor ‘direct current’ en is een elektrische stroom met een constante stroomrichting.
Gelijkstroom is essentieel voor de werking van vrijwel alle elektronica. Gelijkspanning wordt geleverd
door een spanningsbron.

Dc motortje (opitec)
Je mag de link gebruiken om informatie op te zoeken.

Los volgende vragen op.

17
2. Labo proef 1
Benodigdheden:
 Batterijhouders met batterijen
 Meetsnoeren
 Krokodillenklemmen
 Dc motortje
 Multimeter
Beschrijving:
Sluit je regelbare voeding met behulp van meetsnoeren en de bijhorende krokodillenklemmen aan
op het motortje. Let op je dat je geen kortsluiting maakt.
Plaats je multimeter in de elektrische kring zodat je de stroom kan meten. Stel het meetbereik in op
2A.
We spreken af dat je steeds je labo opstelling laat controleren door de leerkracht voor je de
spanningsbron aanzet.

TIPS:
 Draai de spanning van je regelbare voeding naar de laagste waarde voor je deze aanzet!
 Om de stroom te meten met de multimeter sluiten we deze aan in serie
 Bekijk de instructiefilm van de multimeter via deze link

Uitvoering: deel 1
De motor is momenteel onbelast. Dit wil zeggen dat er geen propeller is aangesloten op de as. Op de
site vinden we volgende informatie van de verkoper.

Controleer of deze waarden correct zijn aan de hand van je opstelling. Vul de kader verder in.
DC motor Spanning
Stroom (mA)
onbelast (V)

Volgens de verkoper 1,5 230


Gemeten resultaat 1.5
Volgens de verkoper 3 280
Gemeten resultaat 3

Uitvoering: deel 2
Monteer de propeller op de as van het motortje. Wanneer de motor nu werkt zal deze een
“inspanning” moeten leveren om de propeller te laten draaien. De motor is in deze opstelling belast.
Bepaal de stroom bij verschillende spanningen. Vul de tabel verder in.

18
DC motor
Spanning (V) Stroom (mA)
belast
1,5

Gemeten resultaat 3

4,5

19
Is er een verschil in stroom op te merken wanneer de motor belast of onbelast is?
DC motor onbelast Spanning (V) Stroom (mA)
Gemeten resultaat 1.5
DC motor belast Spanning (V) Stroom (mA)
Gemeten resultaat 1.5

DC motoronbelast Spanning (V) Stroom (mA)


Gemeten resultaat 3
DC motorbelast Spanning (V) Stroom (mA)
Gemeten resultaat 3

DC motor onbelast Spanning (V) Stroom (mA)


Gemeten resultaat 4,5
DC motor belast Spanning (V) Stroom (mA)
Gemeten resultaat 4,5

Besluit:

20
Uitvoering: deel 3
Laat je motortje draaien met een spanning van 4,5V. Voel nu voorzichtig met je hand aan beide
kanten van de propeller. Teken op de afbeelding een (groene) pijl die de windrichting weergeeft.

Verander de polariteit van je aansluiting. Je mag dit veranderen aan de batterijen of aan de motor
zelf. Let op dat je geen kortsluiting maakt.
Besluit
Is dit belangrijk voor de werking van het technisch systeem? Formuleer je antwoord.

21
MODULE: MICROBIT/ARDUINO

1. De servo motor

Zoals je kan zien zijn er steeds 3 draadjes die verbonden zijn met onze servo.
Rood = positieve pool
Bruin = negatieve pool
Geel = signaal

Metaal tandwieltje = drijvende tandwiel


Wanneer het drijvende tandwiel een rotatie maakt zal dat de andere tandwielen van het systeem
beïnvloeden.

https://www.youtube.com/watch?v=3xtGlg8o_zg

22
Opdracht D
Sluit je micro servo aan op je Arduino of Microbit. Maak een programma dat de as van de
servomotor traag van 0° naar 180° beweegt. Nadien dient deze nog trager terug te komen naar de
originele positie.
Plak hieronder een printscreen van je programma:

Plak hieronder een foto van je opstelling;

23
MODULE: ONTWERP VAN DE MECHANISCHE
ONDERDELEN MET TINKERCAD/INKSCAPE

24
ONDERZOEKSOPDRACHT
Wanneer de opening de vorm heeft van een cirkel verkrijgen we ronde bellen. Is dit ook nog zo
wanneer we een andere vorm gebruiken?

Formuleer je hypothese

Monteer je “dubbele arm” op de micro servo in je technisch systeem. Schrijf een programma voor je
arduino waar je gebruik maakt van je zelfgemaakte dubbele arm. Je kiest zelf of je dit doet in
ardublock of IDE, zelfs een combinatie van beide is toegestaan. (parameters aanpassen in IDE)

Plaats hier een screenshot van je programma.

25
Vorm een besluit:

26

You might also like