Professional Documents
Culture Documents
Swwenkfschp
Swwenkfschp
Lion educatie
leren
in
ons
Nederland
Les A 0
wat is een werkwoord?
werkwoord فعل verb Fiil
ik zit
jij zit
hij zit
wij zitten
jullie zitten
zij zitten
ik loop ik pak
jij loopt jij pakt
hij loopt hij pakt
wij lopen wij pakken
jullie lopen jullie pakken
zij lopen zij pakken
ik schrijf ik fiets
jij schrijft jij fietst
hij schrijft hij fietst
wij schrijven wij fietsen
jullie schrijven jullie fietsen
zij schrijven zij fietsen
werkwoord tegenwoordige tijd (=nu)
wij zitten
wij pakken
wij schrijven
wij lopen
wij fietsen
• sterk werkwoord
• zwak werkwoord
• sterk werkwoord • verleden tijd van lopen
liepen
• enkelvoud liep
(ik, jij, u, hij, het, zij)
• meervoud liepen
(wij, jullie, zij)
sterke werkwoorden
• gaan gingen
• doen deden
• zitten zaten
• liggen lagen
• lezen lazen
• kijken keken
• geven gaven
• staan stonden
• schrijven schreven
Op de website www.lioneducatie
staat in pdf een lijst met sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
• verleden tijd van luisteren
• luisterden
• verleden tijd van fietsen
• fietsten
• enkelvoud luisterde/fietste
• (ik, jij, hij, u, het, zij)
• meervoud luisterden/fietsten
• (wij, jullie, zij)
wanneer …..den wanneer …ten
????
• luisteren luisterden
• fietsen fietsten
het Kofschip
We kijken naar dit schip.
We noemen het: ‘t kofschip
x
hele werkwoord
• fietsen
s in het ‘t kofschip
dus fietsten
hele werkwoord
• lachen
h in het ‘t kofschip
dus lachten
hele werkwoord
• luisteren
dus luisterden
hele werkwoord
• voetballen
dus voetbalden
We gebruiken het hele werkwoord.
loop = persoonsvorm.
Ik is het onderwerp.
zit= persoonsvorm.
Ik is het onderwerp.
Het werkwoord en het onderwerp in een zin moet je weten.
Dan kun je een goede zin maken.
Heb je vragen?
Mail naar:
daan@lioneducatie.nl