Departement PXL-Education

Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs

Vildersstraat 5, 3500 HASSELT
+32 11 77 50 62 – education@pxl.be

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
Richtlijnen over hoe dit formulier in te vullen: zie kijkwijzer op BlackBoard

Naam junior-collega: Stageschool:

Naam mentor: Stageklas (+ aantal lln.):

Begin- en einduur:
Datum: 22/03/2024
14u15 – 15u10
Leergebied: Muzische vorming Domein: Muziek
Lesonderwerp: Musiceren met muziekinstrumenten Model van co-teaching*: /
*[Observatiemodel, Assistentiemodel, Parallel lesgeven, Hoekenwerkmodel, Aangepast lesgeven, Team teaching]

1. Didactische beginsituatie (specifiek voor deze les)

Vakinhoudelijke kenmerken:
● De lln. hebben nog geen les musiceren met muziekinstrumenten gehad.
Omgevingskenmerken (indien van toepassing):
● De klasopstelling blijft behouden.

● We nemen plaats achteraan in de klas in een grote kring

2. Doelstellingen
Eindtermen (ET):
Muziek:
De leerlingen kunnen:
ET 2.2 improviseren en experimenteren, klankbronnen en muziekinstrumenten uittesten op
hun klankwaarde en in een muzikaal (samen)spel daarvan gebruik maken.
ET 2.4 genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale
spelideeën of andere aanverwante expressiewijzen.
ET 2.5 De leerlingen kunnen vanuit het eigen muzikaal aanvoelen praten over het zingen en het
musiceren

Media:
ET 5.2 De leerlingen kunnen ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid
steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.

Nederlands / Spreken:

ET 2.5 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze
vragen van de leerkracht i.v.m. een behandeld onderwerp beantwoorden.

Leerplandoelen (KOV):
MUva3 De technische en expressieve vaardigheden die nodig zijn om zich muzisch uit te drukken
in beeld, muziek, dans en drama verfijnen

MUge5 Muzische domeinen, hun werkvormen en vormgevingsmiddelen ontdekken, doelgericht

kiezen en combineren om zich expressief te uiten

MUgr4 Overal muzische mogelijkheden zien en benutten

MUgr1 De wereld open benaderen met aandacht voor en goesting in het kunstzinnige, de
verbeelding, de creativiteit en het esthetische

1/6
 Naam:

Ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid

IVoz2 Creatief denken en daarbij nieuwe paden durven bewandelen
Ontwikkeling van een innerlijk kompas
IKvk1 Plezier beleven en voldoening ervaren bij spelen, leren en leven
IVoc4 Alleen en met anderen kritisch reflecteren op ervaringen en bevindingen en daaruit leren
MUgr3 Zich bewust worden van de eigen muzische en creatieve mogelijkheden (talenten) en die
tonen

Lesdoelen
● Lesdoel 1: De leerlingen herkennen en benoemen verschillende klankeigenschappen in een
muziekstuk.
● Lesdoel 2: De leerlingen experimenteren met muziekinstrumenten.

● Lesdoel 3: De leerlingen ontwerpen een eigen muziekstukje door rekening te houden met de
vooropgestelde klankeigenschappen.

3. Bronnen
● https://www.onderwijsdoelen.be/

● https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/

● Cursus Didactiek Muziek PXL

● Youtube: Bert en Ernie

● Youtube: bij
4. Mentor (feedback op het voorbereidend werk)
Feedback op de lesuitvoering mag ook in het praktijkschrift van de student of in een apart document genoteerd worden.

● (eventuele) algemene aandachtspunten / feedback:

2/6
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
 D
TI O ONDERWIJS-
MI E LESFASEN EN LEERINHOUD DIDACTISCHE WERK- EN GROEPERINGSVORMEN & ORGANISATIE
met vraagstelling, instructie
LEERMIDDELEN
N L aandacht voor differentiatie en foutenanalyse aandacht voor differentiatie
G E aandacht voor differentiatie
N
Introductie

▪ Filmpje
1’ 1 1. Introductie Onderwijsleergesprek:
Sfeerschepping Aan het digibord wordt het filmpje van Bert en Ernie – Muziek en planten
getoond.
Bert en Ernie laten een plantje groeien. De lln. bekijken het filmpje.

5’ 1 Inleiding Kringgesprek- klassikaal- Onderwijsleergesprek - muziekfragment

2 Niet muzikaal (klasgesprek)
Foutenanalyse:
De lln. zijn niet aandachtig.
De lln. werken niet actief mee.
Blij/verdrietig
De lkr. bespreekt het filmpje met de lln.
 Welke instrumenten herkende je in het filmpje? (drumstel, trommel
en trompet)
 Waarom zou het plantje wel groeien bij de muziek van een trompet
en niet bij de muziek van een drumstel? Hoe klinkt de muziek van
het drumstel, hoe klinkt de trompet? Wat klonk er sterk (hard), wat
zacht? (De muziek van het drumstel klonk sterk, laag, snel. De
trompet klonk zachter, hoger, traag.)
De trompet klonk zachter, hoger, trager, vrolijk. Daar werd het plantje blij
van.
Muzikale bouwstenen: je kan snel of traag
Hard of zacht
Hoog of laag

Met de woorden hard en zacht, snel en traag, hoog en laag omschrijven hoe
een instrument, geluid, muziekstuk … klinkt.

De lkr. schrijft deze woorden op het bord.

Ik ben benieuwd of jullie verschillen ook herkennen en zelf muziek kunnen

maken die hard of zacht, traag of snel klinkt.

3/6
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
 kern
7’ 1 Fase 1 oriênteren (werkvorm: muziek
2 beluisteren / inhoud: betekenis)
3 Foutenanalyse:
De lln. zijn niet aandachtig.
De lln. werken niet actief mee.
10’ 1 Fase 2 Onderzoeken (werkvorm:
2 muziek / inhoud: klankkleur
Experimenteren met
muziekinstrumenten.
Foutenanalyse:
De lln. zijn niet aandachtig.
De lln. werken niet actief mee.
De lln. luisteren niet naar de opdracht.
De lln. Kunnen de bouwstenen niet goed
verklanken.
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Doceren - Klassikaal ▪ Muziekfragment
Luisterfragment: Disney's "Melody Time" - Bumble Boogie
Disney's "Melody
(youtube.com) Disney's "Melody Time" - Bumble Boogie
Time" - Bumble Boogie
(youtube.com)
(youtube.com)
Luisteropdracht:
- We luisteren of de muziek sterk of zacht klinkt.
- Klinkt het hoog of laag?
- We luisteren we naar het tempo van de muziek, of het snel of
traag gaat.
Wat hoorde je hier allemaal?
Ging de muziek snel? Of traag? Hoog of laag? Zacht of hard?
De lkr. neemt de trommel erbij.
De lkr. laat het verschil horen tussen snel en traag. -> muziekkaart
De lkr. laat het verschil horen tussen hoog en laag.
De lkr. laat het verschil horen tussen zacht of hard.
Je hoorde in het fragment verschillende muzikale bouwstenen zoals wij dat
▪ Muziekinstrumenten
noemen.
▪ Traag / snel
Wanneer de bij snel ging vliegen. Ging de muziek ook snel.
Wanneer de bij traag vloog. Ging de muziek ook traag. ▪ Hoog / laag
Er kwamen ook verschillende emoties aan te pas. Hebben jullie dat
gehoord? ▪ Hard / Zacht
Als de bij bang was.. Hoe gingen ze dit verklanken? Zware tonen.
Wanneer de bij vrolijk was. Hoe gingen ze dit verklanken? Hoge tonen.
Jullie krijgen zo dadelijk allemaal een muziekinstrument. Wij gaan zelf
muziek maken.
4/6

18’ 1 Fase 3 Uitvoeren en/of verwerken
2 Een muziekstukje maken.
3 Foutenanalyse:
De lln. zijn niet aandachtig.
De lln. werken niet actief mee.
De lln. luisteren niet naar de opdracht.
De lln. werken niet samen.
De lln. houden geen rekening met elkaar.
De lln. hebben geen inspiratie
De lln. gaan onrespectvol om met het
materiaal.
Slot
15’ 1 Muzikale afronding
2 Foutenanalyse:
3 De lln. zijn niet aandachtig.
De lln. werken niet actief mee.
De lln. luisteren niet naar de opdracht.
De lln. werken niet samen.
De lln; houden geen rekening met elkaar.
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Onze muziek gaat ook zacht/hard, snel/traag, hoog/laag klinken.
De lln. experimenteren eerst met hun muziekinstrument.
Welk instrument heb je gekregen?
Welke geluid maakt het?
Hoe klinkt het?
Daarna toont de lkr. klassikaal de klankbouwstenen. De lln. maken muziek.
Zacht – hard/sterk
Snel – traag
Laag – hoog
Ondersteunen - groepswerk
▪ Muziekinstrumenten
Nu gaan jullie zelf aan de slag.
Jullie zagen het verhaal van de bij. De muziek werd aangepast aan het ▪ Story box
verhaal.
dierenverhalen
Jullie maken nu zelf een verhaal en verklanken dit met jullie instrumenten.
De lkr. deelt de lln. in groepjes van 4 en 5.
Elk groepje krijgt kaarten uit de Story Box.
Zij maken hun verhaal en verklanken het.
Je mag je instrumenten gebruiken uit de muziekkoffer.
Jullie krijgen even de tijd om voor te bereiden, daarna is het toonmoment.
Toonmoment. Muziekinstrumenten
Nu mogen jullie je creatie uitvoeren voor de rest van de klas. Storybox
Na elke voorstelling volgt er een kort applaus en geef je feedback aan het
groepje (tip, top).
5/6
1 Reflectie
Klassikaal

 Wat vonden je van de opdrachten? (Waarom?)

 Wat vond je moeilijk / gemakkelijk? (Waarom?)
 Hoe verliep het samenwerken in groep?

BORDSCHEMA

6/6
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs