Ruben Janssens

1EM5

Opdracht 1.6 : Persoonlijk actieplan

Deze opdracht zal een basis vormen voor je actieplan voor dit academiejaar. Stel zes
doelen op die je tegen het einde van het academiejaar wil volbrengen.
Kies minstens twee kwaliteiten die je hebt aangegeven uit de vorige opdrachten. Stel
telkens een doel op om deze kwaliteiten verder te optimaliseren.
Kies daarna minstens twee valkuilen die je wil verkleinen dit jaar.
Wees realistisch met het kiezen van doelen.

• Formuleer deze doelen SMART om dit doel te bereiken. En motiveer ook telkens elke letter van
“SMART”.
• Verwerk de gekozen SMART doelen in je agenda
Hierin formuleer je meetbare stappen in een specifieke tijdsperiode die je moet
volbrengen
• Kwaliteiten:
Gestructureerd
Handig
• Valkuilen
Onzeker
Ongeduldig
Op het einde van het jaar gaan we evalueren of dit plan realistisch was.

SMART-doel 1:

50 PUSH ups doen na elkaar.

S: Tegen het einde van het jaar wil ik in 1 keer 50 push-ups kunnen
doen. Omdat ik mijn armen en lichaam wil trainen en dit zal thuis
gebeuren.
M: Dit ga ik doen door elke dag 2* 10 push-ups te doen en elke
maand +5 push-ups bij aanvoegen aan het totaal.
A: Dit gaat lukken omdat dit over een lange tijd is en omdat je
elke dag oefent.
R: Dit is een zeer realistisch doel vind ik persoonlijk omdat ik
vroeger dit ook heb geprobeerd.
T: Dit ga ik doen door s ’morgens en s ’avonds x aantal push-ups
te doen. Tegen nieuwjaar wil 25 push-ups kunnen.

Opdracht 1.6: Persoonlijk Actieplan 1

Ruben Janssens
1EM5

SMART-doel 2:

Stoppen met het drinken van frisdranken.

S: Tegen het einde van het jaar wil geen frisdrank drinken, alleen
bruis en platwater. Omdat ik vind dat ik te veel suiker en dik ervan
word.
M: Ik ga elke dag min 1 l water drinken

A: Dit is een doel dat ik acceptabel vind.

R: Mijn eerste doel zal tegen de herfstvakantie dat ik 1.5 l water

drink. Dit is ook een realistisch plan.
T: Op het einde van het jaar wil ik dat alles wat ik drink water is.

SMART-doel 3:

Valkuil: onzekerheid => verminderen van dagelijks gsm gebruik

naar 1:30 U.
S: Ik wil dat mijn gsm-gebruik daalt omdat ik hier alleen door
slechter voel. Dit is een doel omdat ik op sociale media dingen
zien die mij onzeker laten voelen.
M: Elke maand proberen om 15min af mijn gemiddelde tijd te
halen.
A: Tegenwoordig heb ik minder last om mijn gsm af te zetten.

R: Ik denk dat het een goed doel is en dat het mogelijk is zodat
mijn tijd ergens anders in kan steken.
T: Tegen nieuwjaar wil ik gemiddeld 30 min per dag minder op
mijn gsm zitten.

Opdracht 1.6: Persoonlijk Actieplan 2

Ruben Janssens
1EM5

SMART-doel 4:

Kwaliteit: Handig => 2 uren per week thuis leren lassen.

S: Elke week ga ik thuis lassen zodat ik dit beter kan en deze skills
beter controleer.
M: Elke week in het weekend 2 uur lassen.

A: 2 uur is niet zeer lang en ik kan hier tijd voor maken.

R: Dit is iets dat mij aanspreekt en mijn motiveert.

T: Tegen nieuwjaar wil ik verbetering zien van mijn las skills.

SMART-doel 5:

Kwaliteit: Gestructureerd => 1 uur per week tijd maken om een

weekplanning te maken voor taken en/of examen.
S: Elke zondag ga ik 1 uur tijd maken om een planning op te
stellen voor taken of examen zodat ik niet moet stressen.
M: Elke zondag 1 uur.

A: 1 uur tijd op een zondag is acceptabel want op zondag is er

niet veel te doen.
R: Dit zal mijn planning helpen en zal mij ook motiveren omdat ik
hiermee tijd bespaar.
T: Dit zal ik elke zondag doen ook al is het vakantie.

Opdracht 1.6: Persoonlijk Actieplan 3

Ruben Janssens
1EM5

SMART-doel 6:

Valkuil: Ongeduldig => Elke week 10 min ademhalingstechnieken

toepassen.
S: 10 min tijd maken en ademhalingsoefeningen doen. Zodat
tijdens stressvolle situaties dit kan gebruiken zodat ik mijn geduld
niet verlies.
M: Elke week 1 keer 10 min.

A: 10 min tijd maken zodat ik mij beter voel is niet veel voor mij.

R: Dit zal mij helpen in het dagelijks leven en ik zal mijzelf motiveren
om dit te doen.
T: Dit wordt elke week gedaan tot het einde van het jaar om het
verschil te zien.

Opdracht 1.6: Persoonlijk Actieplan 4