BOSS GT 100 Gebruikershandleiding Com

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 126

Gebruikershandleiding

Een PDF van de handleiding ophalen


Van de Roland website kunt u PDF files van de handleiding en ondersteunend materiaal ophalen.
• GT-100 handleiding (dit document)
• GT-100 parametergids*
* Dit is niet bij het product meegeleverd en kunt u indien nodig downloaden.

Ga naar de volgende URL, kies ‘handleidingen’ en zoek naar het apparaatnummer GT-100.
http://www.rolandce.com
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p.4).
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn
geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2012 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION
gereproduceerd worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN


INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
de gebruiker attent gemaakt wordt op instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
WAARSCHUWING het risico van overlijden of zwaar letsel, van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
wanneer het apparaat niet op juiste binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
wijze gebruikt wordt. geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
de gebruiker attent gemaakt wordt op Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
het risico van letsel of materiële schade, nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
wanneer het apparaat niet op juiste specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
VOORZICHTIG wijze gebruikt wordt. wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
* Materiële schade verwijst naar schade de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
of andere ongunstige effecten, die ten de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
aanzien van het huis en al het uit elkaar gehaald mag worden.
aanwezige meubilair, en tevens aan Het � wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
huisdieren kunnen optreden. moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.

NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT

WAARSCHUWING VOORZICHTIG
001
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
104 WAARSCHUWING
• Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed • Probeer het verstrengelen van snoeren en kabels te
Niet zelf demonteren of wijzigen Niet op onstabiele locaties plaatsen Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt. voorkomen. Snoeren en kabels dienen ook altijd
Maak het apparaat niet open en voer Zorg dat het apparaat altijd zo buiten
wordt bereik voor kinderen Dit apparaat, op zichzelf
te worden staand of
geplaatst.
geen interne modificaties uit. geplaatst, dat het waterpas staat en
.......................................................................................................... in combinatie met een versterker
..........................................................................................................
002c stabiel zal blijven. Plaats het nooit op en koptelefoon of luidsprekers,
• Maak het apparaat of de adapter nooit open, en
standaards die kunnen wiebelen of kan geluidsniveaus produceren
brengniet
Onderdelen geenzelf interne
reparerenwijzigingen
of vervangen aan. op hellende oppervlakken. die permanent gehoorsverlies
kunnen veroorzaken. Gebruik het
Tracht het apparaat niet te repareren
..........................................................................................................
Sluit het netsnoer op een stopcontact van het juiste apparaat niet gedurende langere
of004
onderdelen te vervangen
• Gebruik of bewaar het apparaat nooit: voltage aan tijd op een hoog of oncomfortabel
(behalve wanneer daartoe specifieke
Dit apparaat mag alleen op het volumeniveau. Indien u last heeft
instructies
• Bij in de handleiding
extreme temperaturenstaan). (bv. direct zonlicht in
type stroomvoorziening dat op de van enig gehoorsverlies of een piep
Ga voor een alle onderhoud
dicht voertuig, naar uw bij een warmtebron achterzijde of van het apparaat wordt in de oren, moet u het apparaat
handelaar, het dichtstbijzijnde
bovenop een warmte opwekkend apparaat); of worden aangesloten.
beschreven niet meer gebruiken en een oorarts
Roland Service Centrum of een
bij raadplegen.
erkende Roland distributeur die u op
• Vochtpagina
de ‘Informatie’ (bv. baden, Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer
badkamers, op natte vloeren);
kunt vinden.
Gebruik alleen het aan het apparaat Zorg dat er geen vreemde objecten of vloeistoffen in
of bij
Niet gebruiken of opbergen op locaties die bevestigde netsnoer. Ook mag het het apparaat terechtkomen
• Regen; of bijbehorende netsnoer niet met een Plaats nooit iets dat vloeistof bevat
• aan extreme temperaturen onder-
• zijn
hevig Stof;(bijvoorbeeld
of direct ander apparaat worden gebruikt. op het apparaat. Zorg dat er geen
• Bijinhoge
zonlicht trillingen.voertuig,
een afgesloten vreemde objecten (bijv. brandbare
Het netsnoer niet buigen en er geen zware objecten objecten, munten, snoeren) of
dichtbij een warmtekanaal of
..........................................................................................................
bovenop warmte genererende
011 op plaatsen vloeistoffen (water of vruchtensap) in
•apparatuur)
Laat geen of objecten
die (b.v. brandgevaarlijk materiaal,
Buig of draai het netsnoer niet het product terechtkomen. Hierdoor
munten of naalden); vloeistof (water, frisdranken
overmatig en plaats er geen zware kan kortsluiting ontstaan, een
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badka- verkeerde werking of kunnen andere
etc.)
mers, in of overophet
wasruimtes, apparaat
natte vloeren vallen.
objecten bovenop. Hierdoor kan
het snoer beschadigen, elementen storingen optreden.
of
kunnen afbreken en kortsluiting
• aan stoom of rook blootstaan, of kan ontstaan. Beschadigde snoeren
• ..........................................................................................................
die aan zout blootstaan, of brengen risico’s van brand en schok
013 met zich mee!
• aan regen onderhevig zijn, of
• In huishoudens met kleine kinderen dient altijd
eenofvolwassene
• stoffig toezicht
zanderig zijn, of te houden, totdat het kind
• aanin staat
een hogeis mate
om devanregels dieenessentieel zijn voor een
vibratie
veilig onderhevig
schokken gebruik van het apparaat te volgen.
zijn.
..........................................................................................................
2 014
• Bescherm het apparaat tegen hevige schokken.
(Laat het apparaat niet vallen!)
Het apparaat op een veilige manier gebruiken

Snelle start
WAARSCHUWING VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Zet het apparaat uit als het afwijkend gedrag of Op een goed geventileerde locatie gebruiken Bewaar kleine onderdelen buiten het bereik van
storingen vertoont Het apparaat dient zo geplaatst te kinderen
Zet direct de stroom uit, haal worden dat zijn locatie of positie Om het per ongeluk inslikken van
het netsnoer uit het stopcontact de benodigde ventilatie niet de hieronder genoemde onderdelen
en breng het apparaat voor belemmert. te voorkomen, bewaart u deze
onderhoud naar uw handelaar, altijd buiten het bereik van kleine
het dichtstbijzijnde Roland Service Pak de stekker vast als u de adapter aan of kinderen.

Overzicht
Centrum of een erkend Roland ontkoppelt
distributeur, te vinden op de • Verwijderbare onderdelen.
Houd de stekker vast als u de
‘Informatie’ pagina, indien: USB afdekplaatje
stroomadapter insteekt of uittrekt.
Pak altijd alleen de stekker van het Behandel de aarde aansluiting voorzichtig
• Het netsnoer of de stekker is
hetnetsnoer vast als u de stekker
beschadigd, of Als u de schroef van de aarde
in het stopcontact steekt of hem er
• Er rook of een ongewone geur losdraait, laat hem dan niet slingeren
uittrekt.

Geluid uitvoeren
optreedt in de nabijheid van kleine kinderen.
De stekker van het netsnoer regelmatig Zij kunnen hem per ongeluk
• Er objecten of vloeistof in het appa-
inslikken. Als u de schroef opnieuw
raat terecht zijn gekomen, of schoonmaken
bevestigt, doe dit dan stevig, zodat
• Het apparaat in de regen heeft U dient het netsnoer met enige hij niet loslaat.
gestaan (of op andere wijze nat is regelmaat uit het stopcontact te
geworden), of halen en dit schoon te maken met
een droge doek, om stof en andere
• Het apparaat niet normaal schijnt
opeenhopingen tussen de vorken
te functioneren of een duidelijke
van de stekker uit te halen.
verandering in werking laat zien.
Ook haalt u de stekker uit het

Effecten
Volwassenen moeten toezicht houden op plaatsen stopcontact wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet gebruikt
waar kinderen aanwezig zijn
zal worden. Ophoping van stof
Wanneer het apparaat wordt tussen de twee stekkers kan slechte
gebruikt op plaatsen waar kinderen isolatie veroorzaken, dat tot brand
aanwezig zijn, let dan op dat het kan leiden.
apparaat niet op verkeerde wijze
gebruikt wordt. Een volwassene Het beheer van kabels voor de veiligheid
dient altijd aanwezig te zijn om

Opslaan
Probeer het in de war raken van
toezicht te houden en aanwijzingen snoeren te voorkomen. Tevens
te geven. dienen alle snoeren buiten het bereik
van kinderen te blijven.
Niet laten vallen of aan sterke schokken blootstellen
Bescherm het apparaat tegen sterke Niet op het apparaat gaan zitten en er geen zware
schokken, objecten op plaatsen

Pedaalinstellingen
(Laat het niet vallen!) Ga nooit op het apparaat zitten
of staan en plaats er geen zware
Gebruik geen stopcontact dat door een buitensporig objecten op.
aantal andere apparaten wordt gedeeld
Steek het netsnoer van dit apparaat Het netsnoer nooit met natte handen aansluiten of
niet in een stopcontact, waar loskoppelen
een buitensporig aantal andere
Raak de behuizing van de adapter of
apparaten gebruik van maakt. Wees
zijn stekkers nooit met natte handen
in het bijzonder voorzichtig bij het
aan, als u deze in dit apparaat of een
gebruik van verlengsnoeren – de
stopcontact steekt of eruit haalt.
Systeem

totale hoeveelheid stroom die door


alle aangesloten apparaten wordt Ontkkoppel alles alvorens het apparaat te
gebruikt, mag nooit de stroom
classificatie (watts/ampères) van
verplaatsen
het verlengsnoer overschrijden. Voordat u het apparaat gaat
Door overmatige ladingen kan de verplaatsen, haalt u de adapter uit
isolatie van het snoer verhit raken, en het stopcontact, en koppelt u de
uiteindelijk smelten. snoeren van alle apparaten los.
MIDI/USB

Niet in het buitenland gebruiken Haal de adapter uit het stopcontact voordat u het
Voordat u dit apparaat in het apparaat schoonmaakt
buitenland gaat gebruiken, neemt Voordat u het apparaat
u contact op met uw verkoper, het schoonmaakt, zet u het uit en
dichtstbijzijnde Roland Service haalt u de adapter netsnoer uit het
Centrum of een erkend Roland stopcontact (p.24).
distributeur. Deze zijn te vinden op
de ‘Informatie’ pagina. Indien er voor onweer wordt gewaarschuwd, haalt u
Appendix

het netsnoer uit het stopcontact


Wanneer er in uw omgeving onweer
wordt verwacht, haalt u de stekker
uit het stopcontact.

3
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening • Afhankelijk van het materiaal en de tempera- • Om te vermijden dat u uw buren stoort,
tuur van het oppervlak waar u het apparaat gebruikt u dit apparaat op een passend
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcon- plaatst, kunnen zijn rubber voeten het volumeniveau. U kunt een koptelefoon
tact aan dat door een elektrisch apparaat oppervlak doen verkleuren of beschadigen. gebruiken, zodat u zich niet om anderen om
wordt gebruikt waar een omvormer bij te U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber u heen hoeft te bekommeren.
pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, voeten plaatsen om dit te voorkomen. Als u
magnetronoven of airconditioner) of dat dat doet, zorg dan dat het apparaat niet per • Wanneer het apparaat vervoerd moet
een motor bevat. Afhankelijk van de manier ongeluk wegglijdt of beweegt. worden, verpakt u het in de originele doos
waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de (inclusief schokabsorberend materiaal),
ruis van de stroomvoorziening veroorzaken • Plaats niets dat water bevat op dit apparaat. indien mogelijk. Anders dient u soortgelijk
dat dit apparaat storingen gaat vertonen Vermijd tevens het gebruik van insecticiden, verpakkingsmateriaal te gebruiken.
of hoorbare ruis produceert. Wanneer het parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen enz.
in de buurt van het apparaat. Veeg op het • Gebruik alleen het gespecificeerde expres-
niet mogelijk is om een apart stopcontact
apparaat gemorste vloeistof direct met een siepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L, BOSS
te gebruiken, plaatst u een stroomvoorzie-
droge, zachte doeg weg. FV-500H; apart verkrijgbaar verkocht) Als u
ning ruisfilter tussen dit apparaat en het
een ander expressiepedaal aansluit, riskeert
stopcontact.
Onderhoud u storing en/of schade aan het apparaat.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u • Sommige aansluitkabels bevatten weerstan-
gebruik warmte gaan genereren. Dit is nor-
het apparaat met een zachte, droge of een den. Gebruik geen kabels die weerstanden
maal en niets om u zorgen over te maken.
licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig bevatten voor dit apparaat. Door gebruik
• Om storingen en defecte apparatuur te vuil te verwijderen gebruikt u een doek met van dit soort kabels kan het geluidsniveau
voorkomen zet u alle apparatuur uit voordat een kleine hoeveelheid mild, niet schurend bijzonder laag of zelfs onhoorbaar worden.
aansluitingen worden gemaakt. schoonmaakmiddel. Neem het apparaat Voor informatie over de kabelspecificaties
daarna met een zachte, droge doek af. raadpleegt u de fabrikant van de kabel.
• In de fabrieksinstellingen wordt de GT-100
automatisch uitgezet als het 10 uur is gele- • Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol Auteursrecht
den sinds u stopte met het spelen of bedie- of oplosmiddelen om verkleuring en/of ver-
nen van het apparaat. Als u niet wilt dat het vorming van het apparaat te voorkomen. • Het maken van een geluidsopname,
apparaat automatisch wordt ingeschakeld, video-opname, kopie of revisie van een
verandert u de ‘AUTO OFF’ instelling in ‘OFF’ Reparaties en data auteursrechtelijk werk van een derde partij,
zoals op p.42 wordt beschreven. • Wees er op bedacht dat alle data in het (muzikale compositie, video, uitzending,
* DSe instellingen die u aan het bewerken was geheugen van dit apparaat verloren kunnen publiekelijke uitvoering of ander werk), in
zullen verloren gaan als het apparaat wordt gaan wanneer het apparaat ter reparatie zijn geheel of gedeeltelijk, zonder toestem-
uitgeschekeld. Indien u deze instellingen wordt aangeboden. Sla belangrijke data ming van de auteursrechthebbende, is bij de
wilt bewaren, dient u ze op te slaan alvorens altijd in een computer, een ander MIDI-appa- wet verboden.
het apparaat uit te schakelen. raat of maak er een notitie van (indien moge- • Gebruik dit product niet voor doeleinden
lijk). Tijdens reparaties wordt altijd gepro- die het auteursrecht van een derde partij
Plaatsing
beerd om het verlies van data te voorkomen. kunnen overtreden. We nemen geen enkele
• Wanneer het apparaat in de buurt van Echter, in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld verantwoordelijkheid met betrekking tot
eindversterkers (of andere apparatuur die als het circuit voor de geheugensectie zelf overtredingen van derde partij auteurs-
grote stroom transformators bevat) wordt niet meer werkt), kan de opgeslagen inhoud rechten, die uit uw gebruik van dit apparaat
gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit helaas niet meer hersteld worden. Roland is voortkomen.
probleem te verzachten, verandert u de rich- niet aansprakelijk voor dit soort verlies van
• Bedrijfsnamen en productnamen die in dit
ting van dit apparaat of plaatst u het verder data.
document verschijnen, zijn handelsmerken
weg van de storingsbron.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen of geregistreerde handelsmerken van hun
• Dit apparaat kan storing in radio en televisie- respectievelijke eigenaars.
ontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat • Wees ervan bewust dat de inhoud van het
geheugen onherstelbaar verloren kan gaan, • MMP (Moore Microprocessor Portfolio) ver-
niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
door een storing in het apparaat of door wijst naar een patent portfolio dat zich met
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draad- onjuiste bediening. Om te voorkomen dat microprocessor architectuur bezig houdt,
loze communicatieapparaten, zoals mobiele u belangrijke data verliest, adviseren wij u welk werd ontwikkeld door Technology
telefoons, in de buurt van dit apparaat regelmatig een reservekopie van belangrijke Properties Limited (TPL). Roland heeft een
worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden data die u in het geheugen van het apparaat licentie voor deze technologie van de TPL
bij het ontvangen of starten van een gesprek heeft opgeslagen in een USB-flashdrive op groep.
of tijdens de conversatie. Als u dit soort pro- te slaan.
• Dit product bevat eCROS integrated software
blemen ondervindt, dient u deze draadloze
• Helaas kan het soms onmogelijk zijn om de platform van eSOL Co. Ltd. eCROS is een
apparaten op meer afstand van dit apparaat
inhoud van data die in het geheugen van het handelsmerk van eSOL Co. Ltd. In Japan.
gebruiken of uit te zetten.
apparaat, op een computer of in een ander
• Roland, BOSS, COSM, Metal Zone en SLICER
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht MIDI-apparaat werd opgeslagen te herstellen
zijn geregistreerde handelsmerken van
bloot, plaats het niet in de buurt van appara- nadat deze verloren is gegaan.
Roland Corporation in de Vereningde Staten
ten die warmte afgeven, laat het niet in een
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of en/of andere landen.
afgesloten voertuig achter en onderwerp het
niet aan temperatuur extremen. Door over- andere bedieningsknoppen van dit apparaat
matige hitte kan het apparaat vervormen of met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook
verkleuren. voor het gebruik van de stekkers en aanslui-
tingen. Ruwe behandeling kan tot storingen
• Als het apparaat naar een locatie met een leiden.
zeer afwijkende temperatuur en/of vochtig-
heid wordt verplaatst, kunnen er waterdrup- • Sla nooit op het scherm en druk er niet hard
pels (condensatie) binnen in het apparaat op.
worden gevormd. Wanneer u het apparaat • Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van
in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting
en storingen ontstaan. Daarom moet u het zelf vast. Trek nooit aan de kabel. Op deze
apparaat, voordat u het in gebruik neemt, manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
enige uren laten staan totdat de condensatie de interne elementen van de kabel.
volledig is verdampt.
4
Belangrijke eigenschappen
Nieuwe COSM Amps (versterking)

Snelle start
Deze nieuwe gemoduleerde COSM Amps bieden een distillatie van alle knowhow in klank creaties, die we over jaren hebben opgebouwd. Ze
vertegenwoordigen een verdere evolutie veel verder dan conventionele Vintage Amp modeling. Van glasheldere, transparante Cleane tot extreme
High-gain vervorming zorgen deze modellen, dat jouw vingerwerk vrijelijk de dynamiek en subtiele nuances van versterkers controleert.

Overzicht
Intuïtieve gebruikers interface over twee schermen
Twee grafische LCD schermen zijn in gebruik: kies een menu item van het linkerscherm en bewerk de parameters direct in het rechterscherm.
Knoppen, schakelaars, versterkers en effecten worden als iconen getoond, wat voor direct, eenvoudig te pakken gebruik zorgt.

Geluid uitvoeren
Effecten
EZ Tone voor eenvoudige creatie van klanken
Het maken van een eigen Patch of versterker set-up is doodeenvoudig. Selecteer eenvoudigweg een muziekstijl of een geluidsoort en gebruik daarna
het toonrooster scherm om visueel het klankbeeld en hoeveelheid vervorming aan te passen.

Opslaan
Accel effecten voor sterke Live uitvoering

Pedaalinstellingen
Druk eenvoudigweg op het [Accel] pedaal om een agressief geluidseffect, wat over tijd verandert, toe te voegen.

Systeem

Eenvoudig instelbare Looper


De standaard Looper toepassingen past u met één specifiek pedaal toe. Als toevoeging op de conventionele manier, waarin geluiden met effecten
MIDI/USB

worden opgenomen, is het tevens mogelijk het onbewerkte geluid op te nemen en daarna effecten toe te voegen voor vergelijking of gebruik deze
opname om het geluid te checken voor een Soundcheck.
Appendix

5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . 2 Globale instellingen maken (Systeeminstellingen). . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lijst van instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
BELANGRIJKE OPMERKINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het uitvoerapparaat dat u gebruikt specificeren
(OUTPUT SELECT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Belangrijke eigenschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Het ingangsniveau van de gitaar aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . 40
De algehele klank aanpassen (Global EQ). . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Snelle start. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het algehele niveau van ruisonderdrukking, Reverb en
Paneelbeschrijvingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 uitvoer aanpassen (Total). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Phrase Loop (p.32) instellingen maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

Over het Play scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Instellingen voor de PLAY OPTION maken. . . . . . . . . . . . . . . . . 41

Achterpaneel (aansluitingen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 De [1]-[8] knopfuncties in het Play scherm toewijzen. . . . . . 41


Specificeren of instellingen door alle Patches worden
Het uitvoeren van geluiden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 gedeeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Het apparaat aan en uitzetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het contrast (helderheid) van het LCD scherm aanpassen. . 41
Het uitgangsniveau aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het [EXP] pedaal aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Het uitgangsapparaat specificeren (Output Select). . . . . . . . . . . . . . 24 Auto Off instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
De gitaar stemmen (TUNER). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) . . . . . . . . . 42
De metronoom gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Instellingen met betrekking tot USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Een klank selecteren (Patch Change). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 De USB geluidsstroom instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Hoe een Patch is gestructureerd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Het MIX niveau instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Het pedaal gebruiken om de Patch te selecteren. . . . . . . . . . 26 Het ingangsniveau instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
De knoppen gebruiken om een Patch te selecteren. . . . . . . . 26 Het uitgangsniveau instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
De Direct Monitor instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Klanken creëren (effecten). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 De Direct Monitor instelling vanaf een computer
De effecten instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 besturen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
De Divider en Mixer modi specificeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Instellingen met betrekking tot MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Amp Control gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Het MIDI-ontvangstkanaal instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Send/Return gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 De MIDI Omni modus instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Het MIDI-zendkanaal instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Een klank opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 De MIDI-apparaat ID instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Een Patch opslaan (PATCH WRITE). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 De MIDI Sync klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Patches uitwisselen (PATCH EXCHANGE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 De aansluiting waarop MIDI-boodschappen worden
Patches initialiseren (PATCH INITIALIZE). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 ontvangen selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Instelling per effect opslaan (Quick Setting Write) . . . . . . . . . . . . . . . 31 Program Change boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . .45
PREAMP instellingen tussen kanalen uitwisselen of omruilen. . . . 31 De Program Change Map instellingen inschakelen/
uitschakelen (MIDI Map Select) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Phrase Loop Play. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 [PHRASE LOOP] pedaalhandelingen als Control Change
boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Phrase Loop instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
[ACCEL/CTL] pedaalhandelingen als Control Change
Pedaalinstellingen (Control/Expression). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Pedalen gebruiken om de parameters te besturen. . . . . . . . . . . . . . . 33 [EXP] pedaalhandelingen als Control Change
boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
De functies voor ACCEL/CTL, EXP, SUB EXP, SUB CTL1 en
SUB CTL2 toewijzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 EXP Pedal SW pedaalhandelingen als Control Change
boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
De functies voor de EXP en SUB EXP pedalen toewijzen. . . .34
Handelingen van de externe voetschakelaar als Control
De functies van de [1]-[8] knoppen in het Play scherm toewijzen. 35 Change boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Instellingen veranderen met de nummerpedalen . . . . . . . . . . . . . . . 35 Handelingen van het externe expressiepedaal als
Het [EXP] pedaal aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Control Change boodschappen verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . 46
De pedaalfuncties voor individuele Patches instellen (Assign). . . . 37 De Program Change Map instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Virtueel expressiepedaal systeem (Internal Pedal/Wave Data naar een extern MIDI-apparaat verzenden . . . . . . . . . . . 46
Pedal). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Ingangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 De GT-100 met externe MIDI-apparaten gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 47
Wat kunt u met MIDI doen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Bediening vanaf de GT-100. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
De GT-100 met een extern MIDI-apparaat op afstand
besturen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
De Program Change Map instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Data naar een extern MIDI-apparaat verzenden (Bulk Dump) . . . . 48
Aansluitingen maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
De data verzenden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

6
Inhoud

De GT-100 gebruiken als deze via USB op de computer is

Snelle start
aangesloten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Voordat u aansluit met gebruik van USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
De USB-driver installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
MIDI-boodschappen tussen de computer en de GT-100
uitwisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
De computer aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Bulk Data die op de computer was opgeslagen

Overzicht
ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Geluidssignalen tussen een computer en de GT-100
verzenden/ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) . . . . . . . . . . . . . . . . 50

Appendix. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

Geluid uitvoeren
GT-100 effectengids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
GT-100 effectenlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Lijst van OD/DS types . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Lijst van voorversterkertypes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
FX1/FX2 effectenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
GT-100 Preset Patch lijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Signaalstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60

Effecten
Probleemoplossing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Hoofdspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63

Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64

Opslaan
Pedaalinstellingen
Systeem
MIDI/USB
Appendix

7
Snelle start

1 Starten
Deze Snelle Start legt de basis handelingen uit
Voor details bezoekt u pagina’s met pag. XX symbool.

1 Sluit uw gitaar en versterker aan. Voor details zie pag. 22

Sluit uw gitaar en versterker aan.


Reduceer volume
Zet de GT-100 en de versterker uit en reduceer het volume tot nul.

2 Zet stroom aan. Voor details zie pag. 24

1. Verbindt de stroomadapter
2. Druk de [Power] schakelaar in
3. Zet de versterker aan

* In de fabrieksinstellingen wordt de GT-100 automatisch

3
na tien uur, nadat u gestopt bent met spelen of het
instellen van het apparaat, uitgeschakeld. Als u niet wilt,
dat het apparaat automatisch uitschakelt, verandert u Volume aanpassen
de AUTO OFF instelling naar OFF, zoals op pag. 42 staat
beschreven.
OPMERKING
Instellingen, die u verandert, raken verloren als u het
apparaat uitzet. Als u uw veranderingen wilt bewaren,
moet u ze opslaan. Gebruik om het volume te
veranderen

Voor details zie pag. 24


Handige Tuner functie

1. Druk tegelijkertijd op .
2. Sla een losse snaar aan, stem deze dan het totdat de
indicator in het midden verlicht.

3. Nadat u met stemmen klaar bent, drukt u


tegelijkertijd opnieuw in. Stel de referentietoonhoogte in Stel de OUTPUT modus in (p.124)

8
Snelle start

Snelle start
4 Specificeer de versterking, die u heeft aangesloten

Overzicht
Voor een optimaal geluid moet u het soort versterking, die u met de GT-100 verbindt, specificeren. Graag verzoeken we dit nu te doen.

1. Druk .

Geluid uitvoeren
2. Gebruik om Output Select te kiezen.

3. Gebruik om het type van de


gebruikte versterking te kiezen.

Effecten
Waarde Uitleg
Kies deze instelling als u de GT-100 op de gitaar-
JC-120
ingang van een Roland JC-120 aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op een kleine
SMALL AMP
gitaar versterker aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de
gitaaringang van een combo, met uitzondering

Opslaan
van de JC-120, aansluit (een unit met versterker en
COMBO AMP luidspreker ineen).
Bij sommige gitaarversterkers zal de ‘JC-120’ betere
resultaren opleveren.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de
STACK AMP gitaaringang van een Stack (topversterker met één of
meerdere losse luidsprekerkasten) aansluit.

Pedaalinstellingen
Kies deze instelling als u de GT-100 op de Return Jack
JC-120 RETURN
van de JC-120 aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de Return Jack
COMBO RETURN
van een combo gitaarversterker aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de Return Jack
van de topversterker van een Stack aansluit. Dezelfde
STACK RETURN
instelling selecteert u voor alle combinaties van
topversterker met speakerkast.
Kies deze instelling voor een koptelefoon of als u de
Systeem
LINE/PHONES GT-100 op een keyboard versterker, een mengtafel of
een digitale recorder aansluit.

4. Druk op .
MIDI/USB

MEMO
• De SP parameter werkt alleen als de uitgang keuze voor Line/Phones is geselecteerd. Voor details over de SP parameter download de
GT-100 parameter gids (PDF) van de www.rolandce.com/nl/nl/ondersteuning/handleidingen
• Als u een koptelefoon gebruikt, kunt u geen geluiden van een gitaarversterker horen als u de Preamp (voorversterker) keuze niet
maakt. We bevelen aan, dat u een voorversterker keuze maakt als u van een koptelefoon gebruikmaakt. Voor details over PREAMP
kijkt u in de GT-100 parametergids (PDF).
Appendix

Nu kunt u met spelen beginnen. De volgende pagina’s leggen uit, hoe u met gebruik van de GT-100 kunt
spelen.
9
Snelle start

2 Spelen
Nu u met de voorbereidingen klaar bent, kunt u met het gebruik van de GT-100 beginnen.

Wat is een Patch?


De GT-100 bevat talloze effecten. Een mix van deze effecten en instellingen noemen we een Patch.

Patch U01-4
Patch U01-3
Patch U01-2
Patch U01-1

Een Patch combineert effecten en


instellingen

De GT-100 heeft 400 Patches. Ze zijn door Banken (geheugenplaats) en nummers georganiseerd.

Gebruik de Bank pedalen om tussen banken


Preset Bank P50
te schakelen.
UserBank
User Bank
Preset Bank P01 Een Patch in een Preset Bank
kunt u niet overschrijven.
User Bank U50

UserBank
User Bank Een Patch bewaren doet u in
User Bank U01 een User (gebruiker) Bank.
Gebruik pedalen 1 t/m 4 om tussen nummers te Patch Patch Patch Patch
schakelen

Patches binnen een Bank selecteren.


Druk op het pedaal met het gewenste nummer.

Kies Patches van een andere Bank


Bank en nummer indicaties
Het display toont de gekozen Bank en nummer

1. Gebruik om een bank te Bank Nummer Patch naam


kiezen.
2. Druk op het pedaal met het gewenste
nummer.

MEMO
Alleen in het Play scherm kunt u van Patches wisselen (p.11).
Ook kunt u Patches verwisselen met het draaien van knop (1).
Druk op (EXIT) om naar het Play scherm terug te keren. Kies
vervolgens Patches.

10
Snelle start

Pedalen gebruiken om effecten te regelen

Snelle start
Als u op het [ACCEL/CTL] pedaal drukt, werkt het als een ACCEL pedaal, waarmee u het geluid via Accel effect (pag. 19) kunt modificeren
door middel van een standaard CTL (control) pedaal. Het [EXP] pedaal wordt voor volume, Wah, enz. gebruikt.
De werking van ieder pedaal kan voor iedere Patch individueel ingesteld worden.

Druk het (ACCEL/CTL) pedaal in


Als u het pedaal als ACCEL (SOURCE MODE ingesteld als MOMENT: pag.

Overzicht
33) gebruikt, werkt de functie als u het pedaal ingedrukt houdt (indicator
licht op).
Laat u het los, dan schakelt de functie uit (indicator dooft).

Houdt het (EXP) pedaal ingedrukt (druk

Geluid uitvoeren
op de kop)
De (EXP) waarde zal stijgen.

Laat het pedaal los (druk op de


onderkant)
De (EXP) waarde zal dalen.

Druk extra op de bovenkant


De EXP PEDAL SW functie schakelt in (de indicator licht op).

Effecten
Druk opnieuw stevig op het pedaal om de functie uit te schakelen (de
indicator gaat uit)

Phrase Looper
Door het Phrase Looper pedaal te
gebruiken, kunt u bij een optreden spelen
met verschillende lagen geluid door in

Opslaan
Realtime op te nemen en af te spelen.
U bent vrij parameters voor regeling met deze pedalen in te stellen.
pag. 18
pag. 33

Schakeling naar het Play scherm

Pedaalinstellingen
Het eerste scherm, dat u ziet, als u de GT-100 inschakelt, heet het Play scherm. Er zijn drie verschillende Play schermen, die u hieronder
afgebeeld ziet. Om van het ene scherm naar het andere scherm te gaan, drukt u op de [PAGE] knop.

Scherm met een Patchnaam in het groot Amp regelscherm Effect aan/uit indicatie scherm

Systeem

Wat de acht knoppen doen!


De acht knoppen onder de hoofdbenamingen bewerken de functies die er boven staan.

De functies van iedere knop staan hier


MIDI/USB

Knop Functie Uitleg


[1] PATCH Selecteert Patches
[2] CH A/B Schakelt tussen kanalen (instellingen) A en B
Verandert de vervorming van Preamp
[3] A:GAIN
(voorversterker) A
[4] B:GAIN Verandert de vervorming van Preamp B
MT LOW
Appendix

[5]
De Play scherm knoppen kunt u voor het regelen van de gewilde Past de lage, midden en hoge frequentie-
[6] MT MID
parameters instellen. reeksen aan
[7] MT HI
pag. 35
[8] PAT LV Verandert het volume

11
Snelle start

3 Bewerken: basisbediening
Bewerken op de GT-100 is uitermate eenvoudig, de procedure is altijd hetzelfde. Neem

1
even de tijd om de basisbedieningen onder de knie te krijgen.

Kies wat u gaat bewerken


Druk op één van de volgende knoppen.

Effect pag. 16
Hier kunt u de parameters van elk effect bewerken. System pag. 40
Hier kunt u instellingen maken die op de gehele
GT-100 van toepassing zijn, zoals uitvoerinstel-
lingen en Phrase Loop instellingen.
EZ (Easy) Tone pag. 14
Hier kunt u de gewenste klank creëren, door
eenvoudigweg een muziekstijl en het type song dat
Control/Expression pag. 33
u in uw hoofd heeft te kiezen. U kunt de instellingen Hier kunt u de gewenste functies aan het
voor de versterker en Overdrive/Distortion ook op [ACCEL/CTL] pedaal, [EXP] pedaal en de externe
intuïtieve wijze aanpassen. pedalen toewijzen.

2 Selecteer een item

Draai aan knop [4] om het


gewenste item te selecteren (de
cursor wordt verplaatst).
Gebruik om een item
uit het linkerscherm te selecteren.
Het hier getoonde scherm is een voorbeeld van wat er
verschijnt als u de [EFFECT] knop indrukt.

3 Bewerk de waardes

Gebruik om de waardes Draai aan de knop-


pen om de waardes
in het rechterscherm te bewerken. te bewerken.

Als pagina tabs in het scherm worden getoond, kunt u de [PAGE]


knoppen gebruiken om tussen tabs heen en weer te bewegen.

4 Verlaat de instellingen

Druk op .
U keert neer het Play scherm terug.

OPMERKING
De instellingen die u heeft bewerkt, gaan verloren als u van Patches verandert. Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, moet u deze als
een User Patch opslaan.
volgende pag.

12
Snelle start

Bewerken: een Patch opslaan

Snelle start
Als u een bewerkte Patch wilt behouden, moet u deze als een User Patch opslaan, met gebruik van de hieronder beschreven procedure. Als u
een bewerkte Patch niet opslaat, gaan uw bewerkingen verloren als u van Patch verandert.

1 Ga naar het Write menu

Overzicht
Druk op .

Geluid uitvoeren
Selecteer de opslagbestemming

Gebruik om de opslagbestemming te Draai aan de knop om


de opslagbestemming
selecteren (U01-1–U50-4). te veranderen.

Effecten
Een naam toewijzen
Om de Patchnaam te bewerken, gebruikt u knop [8] om de cursor te
verplaatsen en knop [8] om het teken te veranderen.

Controller Handeling
Knop [6] Selecteert het type tekens
Knop [7] Schakelt tussen kleine letters/hoofdletters

Opslaan
Knop [8] Verandert het teken

PAGE [ ][ ] knop Verplaatst de cursor


[EZ TONE] knop Verwijdert een teken
[CTL/EXP] knop Voegt een teken in

Pedaalinstellingen
3 Opslaan

Druk op .
Als de Patch is opgeslagen, keert u automatisch naar het Play scherm terug.
Systeem

Manieren van opslaan pag. 30

In het linkerscherm kunt u het soort data dat opgeslagen wordt kiezen. (Standaard wordt de Patch opgeslagen).
MIDI/USB

En als u aan knop [4] draait…

Opslaan Uitwisselen Initialiseren In User Quick instel- PREAMP instellingen tussen


lingen opslaan (p.31) ... kanalen A en B uitwisselen of
kopiëren.

Draai aan knop [4] om het type data dat


Appendix

opgeslagen moet worden te kiezen.

13
Snelle start

4 Bewerken: EZ (Easy) Tone


Met EZ (Easy) Tone kunt u het geluid op intuïtieve wijze creëren, door simpelweg aan knoppen te draaien zoals in het scherm wordt
aangegeven. Als u de parameters van elk effect in de Patch wilt bewerken, kijkt u bij ‘De effecten bewerken’ (p.16).

1 Ga naar de EZ (Easy) Tone modus

Druk op .

2 Selecteer het bewerkingstype

Draai aan knop [4] om een menu


Gebruik om het bewerkingstype te item te selecteren (de cursor wordt
verplaatst)
selecteren.
Menu Uitleg
Hiermee kunt u het geluid op eenvoudige wijze creëren,
PATCH CREATE
vanuit de muziekstijl en het type song dat u kiest.
Hiermee kunt u de versterker op intuïtieve wijze
AMP CUSTOM
aanpassen.
OD/DS Hiermee kunt u de Overdrive/Distortion op intuïtieve
CUSTOM wijze aanpassen.

Om een Patch te creëren

3 Selecteer een muziekstijl

Gebruik om de basisklank te kiezen, Draai aan de knop-


pen om de waardes
te bewerken

en om een variatie te selecteren.

Basisklank Uitleg Basisklank Uitleg Basisklank Uitleg


BLUES Blues geluid Het Metal geluid dat in de PROGRESSIVE Progressief
80s METAL
jaren ‘80 populair was
Soul Funk Soul en Funk geluid SURF ROCK Surf Rock geluid
MODERN METAL Modern Metal geluid
Jazz Jazz geluid COUNTRY Country
West Coast Westkust geluid
LIVERPOOL Britse Rock Acoustic Voor akoestische gitaar
Fuzz Rock Fuzz
Het Hardrock geluid dat in Punk Pop Punk Pop
70’s Hard Rock STUDIO Opnamestudio
de jaren ‘70 populair was
* Bij selectie van een variatie, zoals hierboven beschreven, wordt het apparaat ingesteld op het geschikte voorversterker type (p.52). Echter, als PREAMP onder PREFERENCE (p.41) op SYSTEM 1 tot
3 is ingesteld, wordt het voorversterkertype dat daarbinnen is ingesteld behouden. In dat soort gevallen hoeft de volgende stap ‘4. Pas het geluid aan’ niet uitgevoerd te worden.

4 Pas het geluid aan


Hoeveelheid vervorming
Omhoog: voor solospel
Resonantie
Knop [8] past de
Omlaag: voor achtergrond
Gebruik om van scherm te wisselen. Links: warme vervorming
lengte van de
resonantie aan.
Rechts: scherpe vervorming
: Minder
Gebruik om het geluid aan
: Meer
te passen.
Verplaats horizontaal Verplaats verticaal
14
Snelle start

Snelle start
Voor AMP CUSTOM of OD/DS CUSTOM

3 Kies Amp of Drive

Overzicht
Gebruik om het type te selecteren. Draai aan de knop
Aanvankelijk wordt ‘CURRENT’ weergegeven. Dan wordt daaronder het om het type te
veranderen.
voorversterkertype of OD/DS type (p.52), dat voor de huidige Patch is
ingesteld, weergegeven.

Geluid uitvoeren
Voor AMP CUSTOM Voor OD/DS CUSTOM

Type Uitleg Type Uitleg


JC CLEAN Dit modelleert het geluid van de Roland JC-120. OD-1 Dit modelleert het geluid van de BOSS OD-1.
TW CLEAN Dit modelleert een Fender Twin Reverb. OD-2 Dit is een Overdrive geluid met high gain.
Dit is een Crunch geluid dat de nuances van het gitaarspel op CRUNCH Dit is een Crunch geluid.
CRUNCH
getrouwe wijze kan reproduceren.
DS-1 Dit levert een standaard, traditioneel vervormd geluid.

Effecten
Dit is het comboversterker geluid, geschikt voor Britse Rock van
COMBO DRIVE DS-2 Dit creëert een zwaarder vervormd geluid.
de jaren zestig.
METAL1 Dit is een Metal geluid met een kenmerkende middenreeks.
Dit is een sologeluid van een combo buizenversterker van eind
COMBO LEAD
jaren ’70 tot 80. METAL2 Dit levert een zwaar Metal geluid.
Dit modelleert de geluidsinvoer die op Input 1 van een FUZZ Dit levert een standaard, traditioneel Fuzz geluid.
MS HiGAIN Marshall 1959 wordt ingevoerd. Dit is een geluid met veel
hoog, geschikt voor Hardrock.
* Om OD/DS CUSTOM te kunnen gebruiken, moet u eerst OD/DS aanzetten.
Deze originele High-gain versterker levert een dik laag en
MODERN

Opslaan
intensieve vervorming terwijl de heldere definitie van het
STACK
geluid behouden blijft.

* Om AMP CUSTOM te gebruiken, moet u eerst PREAMP A of B, welke dan ook


op dat moment geselecteerd is, aanzetten.

Pedaalinstellingen
4 Past de hoeveelheid vervorming aan
Hoeveelheid vervorming
Omhoog: voor solospel
Omlaag: voor achtergrond
Gebruik om van scherm te wisselen.
Systeem

Links: warme vervorming


Rechts: scherpe vervorming

Gebruik om de vervorming aan


te passen.
Verplaats horizontaal Verplaats verticaal
MIDI/USB

5 Voltooi de bewerking
Appendix

Druk op .

De bewerkingen die u hier heeft gemaakt, gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de Patch die u gecreëerd heeft wilt behouden, drukt u op

de [WRITE] knop om de bewerkingen als een User Patch op te slaan. pag. 13

15
Snelle start

5 Bewerken: de effecten bewerken


U kunt de parameters van ieder effect in de Patch bewerken. Hier laten we een voorbeeld zien van het bewerken van de vervorming van het

1
Overdrive effect.

Ga naar de Effect Edit modus

Druk op .

2 Selecteer het effect dat u wilt bewerken

Draai aan knop [4] om het effect


te selecteren (de cursor wordt
Gebruik om OD/DS te selecteren. verplaatst)
MEMO
Gebruik knop [1] om de positie van het effect naar
Een effect kan ook links of rechts te verplaatsen.
geselecteerd worden door
op het pedaal te drukken
(Alleen als de cursor zich op FX1 of FX2 bevindt). Gebruik
dat in de Manual modus is U kunt knop [3] gebruiken om het effect aan/uit te zetten.
knop [2] om het effecttype voor FX1 of FX2 te selecteren.
ingesteld (p.17).

3 Bewerk de waardes

Gebruik om de Draai aan de knop


waardes in het rechterscherm te bewerken. om de waarde te
veranderen.

Gebruik de [PAGE] knoppen om tussen de pagina tabs heen en weer te bewegen.

Handige Quick Settings


Als u een pagina tab selecteert die ‘QS’ laat zien, kunt u instellingen (Quick Settings) die voor elk effect zijn opgeslagen gemakkelijk oproepen. Details over het opslaan
van Quick Settings vindt u bij ‘Instellingen op effect opslaan (Quick Setting Write)’ (p.31).

Wat doet elke knop?


De functie (parameter) van elke knop verschilt, afhankelijk van het effect. Voor een lijst met alle parameters download u ‘GT-100 Parameter gids’ (PDF bestand) van de
Roland website (http://www.rolandce.com

Verandert het type Overdrive/Distortion

Knop Handeling Uitleg


[5] TYPE Verandert het type Overdrive/Distortion.
[6] DRIVE Past de hoeveelheid Overdrive/Distortion aan.
[7] TONE Past de klankkwaliteit aan. Hogere waardes produceren een scherpere klank.
[8] EFFECT LEVEL Past het volume aan, als het effect wordt toegepast.

4 Voltooi de bewerking

Druk op .
U keert naar het Play scherm terug.

De bewerkingen die u heeft gemaakt gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de door u gecreëerde Patch wilt behouden, druk u op de [WRITE] knop om de bewerkingen

16 als een User Patch op te slaan. pag. 13


Snelle start

6 Gevorderd: Manual modus

Snelle start
In deze sectie worden meer geavanceerde toepassingen van de GT-100 uitgelegd.

Wat is de Manual modus?


In de Manual modus kunt u de pedalen van de GT-100 gebruiken

Overzicht
om individuele effecten binnen een Patch aan of uit te zetten.

U kunt dit gebruiken net zoals u meerdere compacte


effecteenheden van een pedaalboard individueel aan en uit zou
zetten.

* In de Manual modus vervallen P.LOOP PEDAL en ACC/CTL PDL,

Geluid uitvoeren
die aan ASSIGN 1-8 toegewezen kunnen worden (p.37) onder
‘Pedaalinstellingen (Control/Expression)’ (p.33).

De pedalen gebruiken om elk effect aan/uit te zetten (Manual modus)

Effecten
1. Druk gelijktijdig in.

Opslaan
2. Gebruik de pedalen om elk effect aan of uit te zetten.

Pedaalinstellingen
Aan/uit status

Pedaal naam

Effect naam

Systeem
U kunt de gewenste
effecteenheid aan elk
pedaal toewijzen.

Gebruik de pedalen om elk effect aan/uit te


MIDI/USB

zetten.

3. Om de Manual modus te verlaten, drukt u nogmaals gelijktijdig in.


Appendix

* Als PHRASE LOOP PEDAL FUNC (p.32) op ‘PHRASE LOOP’ is ingesteld, kunt u niets anders dan PHRASE LOOP (‘PL’) aan het [PHRASE LOOP]
pedaal toewijzen. Als u een andere functie wilt toewijzen, moet u de PHRASE LOOP PEDAL FUNC uitzetten.

17
Snelle start

7 Gevorderd: Phrase Loop Elke keer dat u het pedaal indrukt,


wordt de Phrase Loop status
gedurende een vooraf bepaalde tijd
in het rechter scherm getoond.

Door het [PHRASE LOOP] pedaal te bedienen, kunt u in Realtime opnemen en afspelen
om gestapelde uitvoeringen te creëren.

Ga naar de Phrase Loop modus


Houd het pedaal twee seconden of langer
ingedrukt. De Phrase Loop functie wordt
aangezet, en bevindt zich in de Standby status.

Opnemen Loop afspelen

Druk nogmaals op het Speel de loop af.


pedaal, en neem uw
gitaarspel op. Als u het pedaal indrukt, schakelt
u naar overdubben over.

Over Phrase Loop


De opnametijd is 38 seconden in mono.
Om instellingen voor Phrase Loop te maken, kijkt u bij ‘Phrase Loop instellen’ (p.32).
Overdub
Over de indicator van het pedaal
De indicator van het pedaal knippert of is
verlicht in een bepaald patroon, volgens de
Phrase Loop status.

Neem aanvullende lagen


Status Verlichtingspatroon van indicator
Indicator op terwijl de loop wordt
Standby ...
Opnemen/
afgespeeld.
Overdubben
... Druk op het pedaal om naar
: verlicht : niet verlicht
afspelen over te schakelen.
Playback (blijft verlicht)

Twee keer
indrukken

Clear/Exit Stop

Twee seconden of langer


ingedrukt houden
Om de frase te wissen en Phrase Loop te
verlaten, houdt u het pedaal ten minste twee Om te stoppen, drukt u het pedaal
seconden ingedrukt, terwijl er gestopt is. tijdens overdubben of loop afspelen
* De opgenomen inhoud wordt gewist als u Phrase Loop verlaat.
* De opgenomen inhoud wordt niet opgeslagen.
twee keer achter elkaar in.
* Druk het pedaal binnen één seconde twee keer in.

18
Snelle start

8 Gevorderd: Accel Effect

Snelle start
De GT-100 heeft zes verschillende Accel effecten, die het geluid agressiever maken als u op het [ACCEL/CTL] pedaal drukt.

1
Eerst moet u [CTL/EXP]: ACCEL/CTL FUNC op ACCEL instellen, en SOURCE MODE op MOMENT instellen (p.33).

Ga naar de Effect Edit modus

Overzicht
Druk op .

2 Selecteer het ACCEL effect

Geluid uitvoeren
Draai aan knop [4] om het effect te
selecteren (de cursor wordt verplaatst).
Gebruik om ‘ACCEL’ te selecteren.

Effecten
3 Selecteer het effect

Opslaan
Gebruik om het type ACCEL effect te selecteren. Selecteer het type

Pedaalinstellingen
Gebruik om het geluid aan te passen.

Accel effecttypes Past het geluid aan.


(Afhankelijk van
het type).
Type Effect
S-BEND Past intensieve buiging toe.
LASER BEAM Produceert een laserstraal-achtig geluid. Systeem

RING MODULATOR Produceert een metaalachtig geluid, en creëert de indruk dat het geluid wordt gericht.
Produceert een agressief gevoel van rotatie. Als dit samen met Distortion wordt gebruikt, wordt een nog
TWIST
wilder gevoel van rotatie geproduceerd.
WARP Produceert een dromerig geluid.
FEEDBACKER Genereert Feedback.
MIDI/USB

4 Verlaat de instellingen
Appendix

Druk op .
U keert naar het Play scherm terug.

De door u gemaakte instellingen gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de Patch die u heeft gecreëerd wilt behouden, slaat u deze als een

User Patch op. pag. 13


19
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel

Beeldscherm [EXP] pedaal


Hier wordt verscheidene informatie over de Regelt volume, Wah en andere parameters. Door de teen van
GT-100 getoond. het pedaal stevig in te drukken, kunt u volumeregeling of Wah
aan en uitzetten.

* Als u het expressiepedaal bedient,


moet u oppassen dat uw vingers
niet tussen het beweegbare
deel en het paneel bekneld
raken. Op plaatsen waar kleine
kinderen aanwezig zijn, moet een
volwassene altijd toezicht houden
en aanwijzingen geven.

Pedaal Uitleg Knop Uitleg Knop Uitleg


Parameter Past de parameterwaardes die Dit past het volumeniveau bij
[BANK UP] knoppen in het scherm worden getoond [OUTPUT
Verandert de Patch bank de OUTPUT Jack en PHONES
[1]–[8] aan. LEVEL] knop
(p.10) of zet Manual modus Jack aan.
aan/uit (p.17). PAGE [ ][ ] Verandert de pagina’s in het Hiermee kunt u effectinstel-
[BANK DOWN] [EFFECT] knop
knop scherm. lingen maken (p.16).

Deze veranderen het Patch Hiermee kunt u algehele


nummer (p.10). Druk de [1]/ [Systeem] knop instellingen voor de volledige
Nummer GT-100 maken (p.40).
[2] pedalen tegelijk in om de
pedalen 1-4
Tuner functie aan of uit te Hiermee kunt u op
zetten (p.24). gemakkelijke wijze een
Start de Phrase Loop functie [EZ TONE] knop geluid creëren, door een
[PHRASE LOOP] muziekstijl of songkarakter te
(p.18).
specificeren (p.14).
Start de Accel functie (p.19)
[ACCEL/CTL] Hiermee kunt u toewijzingen
of kan als een control pedaal
pedaal [CTL/EXP] knop voor het Control pedaal en
worden gebruikt.
expressiepedaal maken (p.33).
Laat u naar het vorige scherm
[EXIT] knop terugkeren, of annuleert de
vorige handeling.
Slaat Patch instellingen
[WRITE] knop op, of u kunt hiermee data
uitwisselen of kopiëren (p.30).

20
Paneelbeschrijvingen

Over het Play scherm

Snelle start
Het scherm dat verschijnt nadat u de stroom heeft aangezet, wordt het Play scherm genoemd.

Iconen in het scherm


Linkerscherm Rechterscherm
MASTER BPM

Overzicht
OUTPUT SELECT instelling
PREAMP kanaal
Bank – nummer

PHRASE LOOP aan

Geluiden uitvoeren
Icoon Uitleg
Toont de Master BPM (*1) waarde van elke Patch.

Dit wordt weergegeven als OUTPUT SELECT (p.9) op iets anders dan LINE/PHONES is ingesteld.

Dit wordt weergegeven als OUTPUT SELECT (p.9) op LINE/PHONES is ingesteld.

Effecten
Wanneer de DIVIDER (p.27) modus Single is, wordt voorversterkerkanaal ‘A’ geselecteerd.

Wanneer de DIVIDER (p.27) modus Single is, wordt voorversterkerkanaal ‘B’ geselecteerd.

Dit wordt weergegeven als de DIVIDER (p.27) modus Dual is.

, , Dit icoon wordt geaccentueerd als de SOLO SW (*1) aan is.

Dit wordt weergegeven als de PHRASE LOOP (p.18) aan is.

Opslaan
*1 Voor details over de Master BPM en SOLO SW download u ‘GT-100 Parameter gids’ (PDF bestand) van de Roland website (http://www.rolandce.com)

Verschillende types Play schermen


Scherm waarin de naam van de Patch groot wordt weergegeven

Pedaalinstellingen
Gebruik de PAGE [ ][ ] knoppen om over te schakelen

Amp control scherm (Ch. A)

Systeem

Als DIVIDER (p.27) op SINGLE


is ingesteld, wordt alleen
het scherm van het huidig
geselecteerde kanaal (niet
beide kanalen) getoond.
Amp control scherm (Ch. B)
MIDI/USB

Effect aan/uit status indicatiescherm


Appendix

De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die weergeven wat er


normaalgesproken in het scherm getoond wordt.
Houd er echter rekening mee dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde
versie van het systeem kan bevatten (bijv. nieuwere geluiden heeft), dus
wat u daadwerkelijk in het scherm ziet, hoeft niet altijd met hetgeen in de
handleiding verschijnt overeen te komen.

21
Paneelbeschrijvingen

Achterpaneel (aansluitingen)

INPUT Jack AUX IN Jack PHONES Jack EXT LOOP SEND/


Sluit een gitaar aan. Gebruik een tulpstekker om
een geluidsapparaat aan te
Sluit een koptelefoon
aan (apart verkrijgbaar).
RETURN Jack
sluiten. Aansluiten op externe
effectprocessors of een
versterker.

LIFT/GND schakelaar
Normaalgesproken kunt u dit op de GND
posities laten staan.
Als u de EXT LOOP (SEND/RETURN) Jacks
op een versterker heeft aangesloten,
kan een aardingslus optreden, die ruis
produceert. Als dit gebeurt, kunt u de ruis
mogelijk elimineren door deze schakelaar
op de LIFT positie in te stellen.

OUTPUT Jack
Sluit deze op een gitaarversterker of
mengpaneel aan. Als het om een mono
aansluiting gaat, gebruikt u alleen de ‘L’ Jack. SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack
U kunt verscheidene parameters besturen door hier
AMP CTL Jack een expressiepedaal (zoals de apart verkrijgbare
Roland EV-5) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, FS-6,
Als u de Amp Control functie (p.28) gebruikt, apart verkrijgbaar) aan te sluiten (p.33).
sluit u deze op de kanaalschakeling Jack van
de gitaarversterker aan. * Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal
(Roland EV-5, BOSS FV-500L of FV-500H, apart
* Voor sommige gitaarversterker modellen is verkrijgbaar). Door andere expressiepedalen aan te
dit mogelijk niet bruikbaar. sluiten, riskeert u het optreden van storingen en/of
beschadigingen van het apparaat.
* Alleen FOOT VOLUME kan aan het externe ex-
pressiepedaal (SUB EXP) (p.33) worden toegewezen.
* Een voetschakelaar en een expressiepedaal kunnen
niet gelijktijdig aangesloten worden.

* Om storingen en defecte apparatuur te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat aansluitingen
worden gemaakt.
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de ingangen is aangesloten (INPUT,
AUX IN, RETURN Jacks) laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
22
Paneelbeschrijvingen

Snelle start
MIDI Jack [POWER] DC IN Jack
Sluit deze op MIDI-apparaten Sluit hier de meegeleverde adapter aan.
aan, zodat MIDI-data schakelaar
verzonden en ontvangen kan Zet het apparaat aan Plaats de adapter zo,

Overzicht
worden (p.47). en uit. dat de kant met de
indicator (zie illustratie)
naar boven wijst, en de
kant met de tekst naar
beneden wijst.
De indicator licht op
als u de adapter in een
stopcontact steekt.

Geluiden uitvoeren
Om een onopzettelijke onderbreking van
stroom naar het apparaat te voorkomen
(als de stekker er per ongeluk wordt
uitgetrokken), en overbelasting van
de DC IN Jack te vermijden, zet u het
netsnoer met de snoerhaak vast, zoals in
de illustratie wordt getoond.

Effecten
Veiligheidsslot( )
Sluit hier een in de handel verkrijgbare
antidiefstal veiligheidskabel aan.

Opslaan
http://www.kensington.com/

Aardklem

Pedaalinstellingen
Sluit hier de aardklem aan.
* Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een ongemak-
kelijke sensatie ervaren, of bemerken dat het oppervlak ruw aanvoelt als u dit apparaat
of de metalen gedeeltes van andere objecten, zoals gitaren, aanraakt. Dit komt door een
oneindig kleine elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Als u zich hier echter
USB-poort zorgen over maakt, verbindt u de aardklem (zie figuur) met een externe aarde. Als het
Gebruik een USB-kabel om hier een computer aan te apparaat geaard is, kan een lichte brom te horen zijn, afhankelijk van de bijzonderheden
sluiten, en het uitwisselen van data tussen de GT-100 van uw installatie. Als u onzeker bent over de verbindingsmethode, raadpleegt u het
en de computer mogelijk te maken (p.49). dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de
‘Informatie’ pagina te vinden.
Systeem

Over het USB afdekplaatje Locaties die niet geschikt zijn voor verbinding:
Als u een USB-kabel wilt aansluiten, verwijdert u het • Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden).
USB afdekplaatje dat de USB-poort bedekt. Laat het
USB afdekplaatje op zijn plaats zitten als de USB-poort • Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
niet wordt gebruikt. • Telefoonkabel aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem).
MIDI/USB
Appendix

23
Het uitvoeren van geluiden
Het apparaat aan en uitzetten
Referentie
Voor details over de manier waarop deze instelling wordt
gemaakt kijkt u bij ‘Het type versterker dat u heeft aangesloten
specificeren’ (p.9).
Het apparaat aanzetten
* Nadat alles netjes is aangesloten (p.22), volgt u de procedure
hieronder om de stroom aan te zetten. Als u apparatuur in
De gitaar stemmen (TUNER)
de verkeerde volgorde aanzet, kunnen storingen of defecte
apparatuur optreden. 1. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in.
* Voordat u het apparaat aan of uitzet, moet het volume altijd De Tuner functie en Metronome functie worden aangezet. In het
helemaal laaggedraaid zijn. Zelfs als het volume helemaal laag linkerscherm wordt het ‘TUNER’ scherm getoond.
is ingesteld, kan er nog geluid te horen zijn als het apparaat aan
of uitgezet wordt. Dit is echter normaal, en duidt niet op een
storing.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
duurt het even (enkele seconden), nadat het apparaat is
aangezet, voordat het normaal werkt.

1. Druk op de [POWER] schakelaar van de GT-100 om de


stroom aan te zetten.

2. Zet de aangesloten gitaarversterker aan.


2. Draai aan knop [1] om de referentietoonhoogte te
specificeren.
Het apparaat uitzetten 3. Draai aan knop [4] om te specificeren hoe het gitaargeluid
uitgestuurd wordt als u het stemapparaat gebruikt.
1. Voordat u de stroom uitzet, bevestigt u het volgende.
• Is het volume van de aangesloten apparatuur laaggedraaid? Parameter Waarde Uitleg
• Heeft u Patches waarvan de instellingen zijn veranderd Specificeert de referentietoon-
opgeslagen? ‘Een Patch opslaan (PATCH WRITE)’ (p.30). [1] PITCH 435 Hz–445 Hz
hoogte.

2. Zet de gitaarversterker en andere aangesloten apparatuur MUTE


Geluid wordt niet uitgestuurd
tijdens het stemmen.
uit.
Tijdens het stemmen wordt
het geluid van de gitaar
3. Houd de [POWER] schakelaar van de GT-100 enkele
BYPASS
die op de GT-100 wordt
seconden ingedrukt om de stroom uit te zetten. [4] OUTPUT ingevoerd zonder verandering
uitgestuurd. Alle effecten
zijn uit.

Het uitgangsniveau aanpassen THRU


Hiermee kunt u stemmen
zonder dat het huidige
effectgeluid is te horen.

1. Pas het uitgangsniveau van de GT-100 met de [OUTPUT


LEVEL] knop aan.

OFF

THRU
MUTE
BYPASS ON

EXP TUNER TUNER


pedal OUTPUT

Het uitgangsapparaat specificeren 4. Speel een open noot op de snaar die u wilt stemmen,
en stem de snaar totdat de gewenste nootnaam in het
(Output Select) scherm wordt getoond.

U dient het apparaat (versterker) dat op de OUTPUT Jacks is 5. Terwijl u naar het scherm kijkt, stemt u de snaar totdat
aangesloten te specificeren. De GT-100 maakt een interne alleen de middelste indicator is verlicht.
aanpassing, zodat de uitvoer optimaal klinkt op het systeem dat u Herhaal stappen 4-5 om alle snaren te stemmen.
gebruikt.
24
Het uitvoeren van geluiden

Een klank selecteren (Patch Change)


MEMO

Snelle start
Als u een gitaar die een tremolo arm heeft stemt, kunnen
andere snaren ontstemmen als u één snaar stemt. Als dat
gebeurt, stemt u de snaren eerst bij benadering, zodat de juiste Een combinatie (of set) van effecten samen met een groep
nootnamen worden weergegeven. Vervolgens stemt u iedere parameterinstellingen wordt een ‘Patch’ genoemd.
snaar herhaaldelijk, totdat alle snaren zuiver gestemd zijn.

6. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in om naar het Play


scherm terug te keren.
Hoe een Patch is gestructureerd

Overzicht
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door de [EXIT] knop in De GT-100 kan 400 verschillende Patches in het geheugen opslaan,
te drukken. gerangschikt op bank en nummer, zoals hieronder wordt getoond.

MEMO Preset bank P50


U kunt het stemapparaat ook aan/uitzetten door het nummer UserBank
Bank
User
pedaal met hetzelfde nummer als de op dat moment Preset bank P01
geselecteerde Patch in te drukken. Voor details, zie ‘Het [EXP]

Geluid uitvoeren
pedaal aanpassen’ (p.36), ‘Instellingen veranderen met het User bank U50
nummerpedaal’ (p.35).
UserBank
User Bank
User bank U01

De metronoom gebruiken
1. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in.
De Tuner functie en Metronome functie worden aangezet. In het

Effecten
rechterscherm wordt het ‘METRONOME’ scherm weergegeven.

User banken (U01-U50)


Nieuw gecreëerde effectinstellingen worden in de User banken
opgeslagen. Patches in deze banken worden ‘User Patches’
genoemd.
Een ‘U’ verschijnt in het scherm wanneer een User Patch is
geselecteerd.

Opslaan
Pedaalinstellingen
Bank Number

2. Gebruik knoppen [5]-[8] om de metronoominstellingen te Preset banken (P01-P50)


specificeren.
De Preset banken bevatten effectinstellingen die volledig
gebruikmaken van alle mogelijkheden die de GT-100 biedt. De
Parameter Waarde Uitleg Patches in deze banken worden ‘Preset Patches’ genoemd. Als u de
Systeem

[5] TEMPO 40–250


Specificeert het tempo van de instellingen van een Preset Patch verandert, slaat u het resultaat
metronoom. als een User Patch op. Preset Patches kunnen niet overschreven
1/1–8/1, worden.
1/2–8/2, Een ‘P’ verschijnt in het scherm wanneer een Preset Patch is
[6] BEAT Selecteert de maatsoort.
1/4–8/4,
geselecteerd.
1/8–8/8
[7] OFF/ON OFF, ON Zet de metronoom aan/uit.
Past het volume van de
[8] LEVEL 0–100
MIDI/USB

metronoom aan.

* Het metronoomgeluid wordt via de OUTPUT Jack en de PHONES


Jack uitgestuurd.
* Als het TEMPO wordt veranderd, wordt ook de MASTER BPM
veranderd. Voor details over MASTER BPM raadpleegt u de Bank Nummer
‘GT-100 Parametergids’ (PDF bestand).

3.
Appendix

Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in om naar het Play


scherm terug te keren.
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door de [EXIT] knop in
te drukken.

25
Het uitvoeren van geluiden

Het pedaal gebruiken om de Patch te


selecteren
Patches worden veranderd door een ‘bank’ (U01-U50, P01-P50) en
‘nummer’(1-4) te selecteren.
* Op de GT-100 kunt u alleen in het Play scherm van Patch
veranderen. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te
keren (p.21).

1. Selecteer een bank.


Gebruik de [BANK UP]/[BANK DOWN] pedalen om een bank te
selecteren.

2. Selecteer een Patch binnen de geselecteerde bank.


Gebruik pedalen [1]-[4] om een Patch te kiezen, binnen de bank die
u bij stap 1 selecteerde.

MEMO
Wanneer een Patch wordt geselecteerd, zelfs als een nieuwe
bank is geselecteerd, wordt de Patch niet veranderd totdat u
ook het nummer kiest. Als u Patches wilt kunnen veranderen
door alleen een andere bank te selecteren, past u de BANK CHG
MODE (p.41) instelling aan.

De knoppen gebruiken om een Patch te


selecteren
U kunt ook knop [1] gebruiken om een Patch te selecteren.

* U kunt de functie van de knoppen veranderen (p.41).

26
Klanken creëren (effecten)
Dual modus instellingen
De effecten instellen

Snelle start
Als u ‘DUAL’ met knop [5] selecteert
Gebruik de linker en rechterschermen en knoppen [1]-[8] om de
Con-
instellingen van de interne effecten te bewerken. Parameter Waarde Uitleg
troller
Referentie Page 2
Voor meer informatie over de basis-procedures voor het OFF DYNAMIC wordt niet gebruikt.
manipuleren van effecten, kijkt u bij ‘Bewerken: de effecten Alleen noten die sterker dan
bewerken’ (p.16).

Overzicht
de DYNAMIC SENS instelling
POLAR+
worden gespeeld, worden
CH. A
[5] uitgestuurd.
DYNAMIC
De Divider en Mixer modi specificeren POLAR-
Alleen noten die zachter dan
de DYNAMIC SENS instelling
worden gespeeld, worden
Binnen de effectketen noemen we het punt waarop het signaal in uitgestuurd.
kanalen ‘A’ en ‘B’ wordt gesplitst, wordt de ‘Divider’ genioemd, en
CH. A

Geluid uitvoeren
het punt waar de twee signalen opnieuw gecombineerd worden, Specificeert de gevoeligheid
[6] DYNAMIC 0–100
noemen we de ‘Mixer’. van het plukken.
SENS
U kunt de Divider gebruiken om tussen kanalen ‘A’ en ‘B’ af te OFF Het filter wordt niet gebruikt.
wisselen, om sterk gespeelde noten en zacht gespeelde noten
Alleen de regio onder de
aan verschillende kanalen toe te wijzen of om verschillende LPF Cutoff frequentie wordt
frequentiebanden van het gitaargeluid aan verschillende kanalen [7] CH. A FILTER uitgestuurd.
toe te wijzen.
Alleen de regio boven de
Met de Mixer kunt u de volumebalans van kanalen ‘A’ en ‘B’ HPF Cutoff frequentie wordt
aanpassen, deze in het stereoveld plaatsen of het geluid van kanaal uitgestuurd.
‘B’ lichtelijk vertragen om een ruimtelijke klank te produceren.

Effecten
CH. A CUTOFF
[8] 100 Hz–2 kHz Cutoff frequentie
FREQ
DIVIDER MIXER Page 3
OFF DYNAMIC wordt niet gebruikt
Alleen noten die sterker dan
de DYNAMIC SENS instelling
POLAR+
worden gespeeld, worden
CH. B
[5] uitgestuurd.
DYNAMIC

Opslaan
Alleen noten die zachter dan
de DYNAMIC SENS instelling
POLAR-
worden gespeeld, worden
uitgestuurd.

Instellingen voor de Divider [6]


CH. B
DYNAMIC 0–100
Specificeert de gevoeligheid
van het plukken.
SENS
1.

Pedaalinstellingen
Druk op de [EFFECT] knop. OFF Het filter wordt niet gebruikt.

2. Gebruik knop [4] om ‘DIVIDER’ te selecteren.


LPF
Alleen de regio onder de
Cutoff frequentie wordt
uitgestuurd.
3. Gebruik knoppen [5]-[8] en de PAGE [ ][ ] knoppen om
[7] CH. B FILTER
Alleen de regio boven de
instellingen te maken. HPF Cutoff frequentie wordt
uitgestuurd.
Con-
Parameter Waarde Uitleg CH. B CUTOFF
troller [8] 100 Hz–2 kHz Cutoff frequentie
FREQ
Page 1
Systeem

Gebruik slechts één kanaal,


SINGLE
‘A’ of ‘B’.
[5] MODE
Gebruik de twee kanalen ‘A’
DUAL
en ‘B’.

Single modus instellingen


MIDI/USB

Als u ‘SINGLE’ met knop [5] selecteert

Con-
Parameter Waarde Uitleg
troller
Page 1
Selecteert het kanaal dat
[6] CH SELECT CH. A, CH. B
gebruikt wordt.
Appendix

27
Klanken creëren (effecten)

Mixer instellingen 4. Gebruik knop [5] om de instelling aan/uit te zetten.

Con- Waar-
1. Druk op de [EFFECT] knop. troller
Parameter
de
Uitleg

Page 4
2. Gebruik knop [4] om ‘MIXER’ te selecteren.
GT-100
3. Gebruik knoppen [5]-[7] om instellingen te maken. (AMP CONTROL Jack)

Con-
Parameter Waarde Uitleg
troller
Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden
STEREO gemixed en in stereo OFF
uitgestuurd.
[5] MODE
Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden
L/R PAN respectievelijk aan de L en R
OUTPUT Jacks toegewezen.
Past de volumebalans van Gitaarversterker
kanalen ‘A’ en ‘B’ aan. (kanaalschakeling Jack)
CH A/B [5] AMP CONTROL
[6] 100:0–0:100 * Dit wordt alleen getoond als
BALANC
DIVIDER MODE op ‘DUAL’ is
GT-100
ingesteld.
(AMP CONTROL Jack)
Vertraagt het geluid van
kanaal ‘B’ lichtelijk, om het
geluid ruimtelijker te maken.
[7] SPREAD 0–100
* Dit wordt alleen getoond als
DIVIDER MODE op ‘DUAL’ is ON
ingesteld.

Amp Control gebruiken


Gitaarversterker
(kanaalschakeling Jack)

Door de kanaalschakeling Jack van de gitaarversterker op de AMP


CONTROL Jack van de GT-100 aan te sluiten, kunt u Amp Control * Om te bepalen hoe de versterkerkanalen worden
gebruiken om het versterkerkanaal te veranderen. geschakeld als het circuit open en verkort is, raadpleegt u de
gebruikershandleiding van de versterker, of bevestigt u de
geluiden daadwerkelijk door de versterker te bedienen.
* Houd er rekening mee dat afhankelijk van het circuit van de
kanaalschakeling Jack dat in de gitaarversterker wordt gebruikt,
de Amp Control mogelijk niet werkt.
* Aangezien dit een enkele mono plug is, kan hiermee geen
driekanaals versterker geschakeld worden.

MEMO
Met Amp Control kunt u niet alleen van versterkerkanalen
veranderen, maar ook de effecten van de versterker aan en
uitzetten, net zoals u met een voetschakelaar zou doen.

Deze combinatie van de GT-100 en de versterkerkanalen kunt u een


nog bredere variatie aan vervormde geluiden bereiken. Aangezien
de Amp Control instelling als één van de effectparameters die voor
elke individuele Patch worden opgeslagen wordt behandeld, kunt u
met elke Patch tussen gitaarversterkerkanalen schakelen.

1. Druk op de [EFFECT] knop.

2. Gebruik knop [4] om ‘MASTER SETTING’ te selecteren.

3. Druk op de PAGE [ ] knop om naar pagina 4 te gaan.

28
Klanken creëren (effecten)
1. Druk op de [EFFECT] knop.
Send/Return gebruiken

Snelle start
2. Gebruik knop [4] om ‘SEND/RETURN’ te selecteren.
U kunt een externe effectprocessor tussen de SEND Jack en de
RETURN Jack aansluiten, en deze als één van de effectprocessors 3. Gebruik knoppen [5]-[8] om instellingen te maken.
van de GT-100 gebruiken.
Con-
Parameter Waarde Uitleg
troller
De invoer van SEND/RETURN binnen de
effectketen wordt naar de SEND Jack

Overzicht
gestuurd, en de invoer van de RETURN
Jack wordt na SEND/RETURN uitgestuurd.
Gebruik deze instelling als u een externe
effectprocessor in serie geschakeld
NORMAL binnen de GT-100 effectketen wilt
aansluiten.

Geluid uitvoeren
SEND RETURN

De invoer van SEND/RETURN binnen de


effectketen wordt naar de SEND Jack
gestuurd, en de invoer van de RETURN
Jack en de invoer van SEND/RETURN (het
Het geluid dat op SEND/RETURN wordt ingevoerd binnen de directe geluid) worden gemixed en na
effectketen, wordt naar de SEND Jack gestuurd. Het geluid dat SEND/RETURN uitgestuurd.
via de RETURN Jack wordt ingevoerd, wordt op SEND/RETURN Gebruik dit als u de effectgeluiden van

Effecten
ingevoerd binnen de effectketen. [5] MODE DIRECT de GT-100 met het geluid wilt mixen,
MIX met het externe effectapparaat daarop
toegepast.

SEND RETURN

Opslaan
De invoer van SEND/RETURN binnen de
effectketen wordt naar de SEND Jack
gestuurd. De invoer van de RETURN Jack
wordt genegeerd.
Bijvoorbeeld, door SEND/RETURN in de
BRANCH effectketen van de GT-100 voor Reverb of
OUT Delay te plaatsen, staat dit u toe de SEND
Jack als Direct Out te gebruiken.

Pedaalinstellingen
SEND

SEND Past het volume van de uitvoer naar het


[7] 0–200
LEVEL externe effectapparaat aan.
RETURN Past het volume van de invoer van het
[8] 0–200
LEVEL externe effectapparaat aan.
Systeem
MIDI/USB
Appendix

29
Een klank opslaan
4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
Een Patch opslaan (PATCH WRITE) De Patch wordt opgeslagen.

Als u de veranderingen in de instellingen wilt opslaan, voert u de


Write procedure uit.

OPMERKING
Patches uitwisselen
De Patch die eerder in de opslagbestemming werd opgeslagen,
gaat verloren als Write wordt uitgevoerd.
(PATCH EXCHANGE)
Op de GT-100 kunt u de posities van twee User Patches ‘omruilen’ of
1. Druk op de [WRITE] knop. uitwisselen. Hieronder ziet u hoe dat in zijn werk gaat.

1. Selecteer de bron Patch voor het uitwisselen.

2. Druk op de [WRITE] knop.

3. Gebruik knop [4] om ‘EXCHG’ (PATCH EXCHANGE) te


selecteren.

2. Draai aan knop [4] om ‘WRITE’ (PATCH WRITE) te selecteren.

4. Draai aan knop [5] om de andere Patch die u wilt


uitwisselen te selecteren.

3. Draai aan knop [5] om de opslagbestemming te


selecteren.

Draai aan de knop om


de opslagbestemming
te veranderen.

* Als u besluit te annuleren zonder uit te wisselen, drukt u op de


[EXIT] knop. U keert automatisch naar het Play scherm terug.

Een naam toewijzen 5. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.


Om de naam van de Patch te bewerken, gebruikt u de PAGE De Patches worden uitgewisseld.
[ ][ ] knoppen om de cursor te verplaatsen, en knop [8] om het
teken te veranderen.

Controller Handeling Patches initialiseren


Knop [6] Selecteert het type tekens
Schakelt tussen kleine letters/
(PATCH INITIALIZE)
Knop [7]
hoofdletters
U kunt een User Patch op de fabrieksinstellingen terugzetten
Knop [8] Verandert het teken (initialiseren). Dit is handig als u een nieuwe Patch helemaal vanuit
PAGE [ ][ ] knop Verplaatst de cursor het niets wilt creëren.
[EZ TONE] knop Verwijdert een teken OPMERKING
[CTL/EXP] knop Voegt een teken in Alle klankinstellingen die u in een Patch heeft opgeslagen, gaan
verloren op het moment dat de initialisatie wordt uitgevoerd.

* Als u besluit te annuleren zonder op te slaan, drukt u op de


[EXIT] knop. U keert automatisch naar het Play scherm terug.
1. Druk op de [WRITE] knop.

30
Een klank opslaan
2. Gebruik knop [4] om het ‘PATCH INITIALIZE’ scherm te

Snelle start
selecteren. Een naam toewijzen
Om de Patchnaam te bewerken, gebruikt u de PAGE [ ][ ]
3. Draai aan knop [5] om de User Patch die u wilt initialiseren knoppen om de cursor te verplaatsen en knop [8] om het teken te
veranderen.
te selecteren.
Controller Handeling
Schakelt tussen kleine letters/
Knop [7]
hoofdletters

Overzicht
Knop [8] Verandert het teken
PAGE [ ][ ] knop Verplaatst de cursor
[EZ TONE] knop Verwijdert een teken
[CTL/EXP] knop Voegt een teken in

* Als u besluit te annuleren zonder te op te slaan, drukt u op de

Geluid uitvoeren
[EXIT] knop. U keert automatisch naar het Play scherm terug.

5. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.


De Quick Setting wordt opgeslagen.
* Als u besluit te annuleren zonder te initialiseren, drukt u op de
[EXIT] knop. U keert automatisch naar het Play scherm terug.

4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop. PREAMP instellingen tussen kanalen


De Patch wordt geïnitialiseerd.
uitwisselen of omruilen

Effecten
Instelling per effect opslaan (Quick De PREAMP instellingen kunnen tussen kanalen ‘A’ en ‘B’ gekopieerd
of uitgewisseld worden.

Setting Write) 1. Druk op de [WRITE] knop.

Naast het opslaan van instellingen in de vorm van Patches, kunt u 2. Gebruik knop [4] om het ‘CH A/B UTILITY’ scherm te
ook instellingen voor individuele effecten opslaan. selecteren.

Opslaan
Aangezien u dit soort opgeslagen instellingen in andere Patches
kunt gebruiken, net als met de Preset Quick Setting, is het van
tevoren opslaan van instellingen die u bevallen, met gebruik van
User Quick Setting, een handige manier om nieuwe Patches te
creëren.

1. Druk op de [WRITE] knop.

Pedaalinstellingen
2. Gebruik knop [4] om het ‘QUICK SETTING WRITE’ scherm
te selecteren.

3. Draai aan knop [5] om het effect, waarvan u de


instellingen wilt opslaan, te selecteren.

Effecten die in het geheugen opgeslagen


kunnen worden
3.
Systeem
Elk PREAMP kanaal Gebruik knop [5] om de Copy of Exchange functie te
OD/DS selecteren.
DELAY
CHORUS Indicatie Uitleg
REVERB Kopieert de PREAMP en SPEAKER instellingen
PREAMP&SP CH.A g B
van kanaal ‘A’ naar kanaal ‘B’.
COMP
Kopieert de PREAMP en SPEAKER instellingen
EQ PREAMP&SP CH.B g A
MIDI/USB

van kanaal ‘B’ naar kanaal ‘A’.


De WAH van de PEDAL FX en PEDAL BEND
Wisselt de PREAMP en SPEAKER instellingen
PREAMP&SP CH.A g B
SEND/RETURN van kanaal ‘A’ met die van kanaal ‘B’ uit.
DIVIDER Wisselt de PREAMP en SPEAKER instellingen
van kanaal ‘A’ met die van kanaal ‘B’ uit, en
Elk FX1/FX2 effect CHAIN CH.A fg B
wisselt tevens de positie van kanaal ‘A’ en
ASSIGN 1–8 kanaal ‘B’ uit.

* Als u besluit te annuleren zonder de handeling uit te voeren,


Appendix

4. Draai aan knop [6] om de opslagbestemming (U01-U10) drukt u op de [EXIT] knop. U keert naar het Play scherm terug.
te selecteren.
4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
De handeling van het uitwisselen of kopiëren wordt uitgevoerd.

31
Phrase Loop Play
Phrase Loop is een recorder functie waarmee u tot 38 seconden Parameter Waarde Uitleg
kunt opnemen (als u in mono opneemt), en dat af kunt spelen door
een pedaal te bedienen. Door klanken te stapelen tijdens Realtime Page 1
opname en afspelen, kunt u een brede reeks uitvoeringen creëren. Het geluid dat door de effecten
is bewerkt wordt opgenomen.
U kunt een Phrase Loop met effecten opnemen, of u kunt effecten
PERFORM Hiermee kunt u verschillende
toevoegen nadat de loop is opgenomen. Als u naderhand effecten
toevoegt, kunt u speciale effecten met de opgenomen uitvoering uitvoeringen creëren door
klanken te stapelen.
creëren.
Het geluid, voordat het door de
* Opgenomen frases worden verwijderd als Phrase Loop wordt effecten wordt bewerkt, wordt
[5] MODE
uitgezet of als de stroom wordt uitgezet. opgenomen, en de effecten
worden toegepast wanneer de
Referentie PATCH EDIT loop wordt afgespeeld.
Meer over de Phrase Loop handeling vindt u bij ‘Gevorderd: Dit is een handige manier om
Phrase Loop’ (p.18). de effecten aan te passen, of
om het geluid van verschil-
lende Patches te vergelijken.

Phrase Loop instellen MONO


De frase wordt mono
opgenomen (maximaal 38
seconden).
[6] REC MODE
Phrase Loop biedt een verscheidenheid aan modi. Door de De frase wordt stereo
instellingen te veranderen, kunt u deze functie op verschillende STEREO opgenomen (maximaal 19
manieren gebruiken. seconden)
Specificeert het volume voor
0–120 het afspelen van de Phrase
Instellingsprocedure [7] PLAY LEVEL
Loop.

1. Druk op de [SYSTEM] knop. OFF


Phrase Loop werkt niet, zelfs
als u op het [PHRASE LOOP]
pedaal drukt.
[8] PEDAL FUNC U kunt het [PHRASE LOOP]
pedaal gebruiken om Phrase
PHRASE LOOP
Loop aan en uit te zetten of om
op te nemen.

4. Druk op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te


keren.

2. Draai aan knop [4] om ‘PHRASE LOOP’ in het linkerscherm


te selecteren.

3. Gebruik knoppen [5]-[8] om de gewenste instellingen te


selecteren.

32
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
Sluit een voetschakelaar op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack aan, zoals in de illustratie wordt getoond, en stel zijn POLARITY schakelaar in.

Snelle start
Kabel:
Stereo 1/4” Jack
1/4” Jack x 2

Kabel:
Stereo 1/4” Jack fg
Stereo 1/4” Jack

Overzicht
Als een FS-5U wordt aangesloten Bij aansluiting van 2 FS-5U’s Als een FS-6 wordt aangesloten

or or
Kabel:
1/4” phone type
fg
1/4” phone type

Geluid uitvoeren
POLARITY schakelaar MODE/POLARITY schakelaar

3. Gebruik knoppen [5]-[8] om de parameter die u wilt


Pedalen gebruiken om de

Effecten
besturen in te stellen.

parameters te besturen
Hier ziet u hoe de parameters die met de ACCEL/CTL, EXP, SUB
EXP, SUB CTL1 en SUB CTL2 pedalen bestuurd worden, worden
toegewezen.
Voor details over elk pedaal kijkt u bij ‘Voorpaneel’ (p.20) en

Opslaan
‘Achterpaneel (aansluitingen)’ (p.22).

De functies voor ACCEL/CTL, EXP, SUB EXP,


SUB CTL1 en SUB CTL2 toewijzen

Pedaalinstellingen
1. Druk op de [CTL/EXP] knop.
Parameter Waarde Uitleg
Pagina 1
U kunt verschillende functies toewijzen, zoals elk effect
aan/uitzetten of het veranderen van het voorversterker-
[5] FUNC kanaal. Voor details over alle parameters download u de
‘GT-100 Parametergids’ (PDF bestand), dat zich op de
Roland website bevindt (http://www.rolandce.com).
Systeem

OFF, ON Dit stelt de waarde in voor tijden


[6] MIN
(or STOP, START) wanneer de schakelaar op Off staat.
OFF, ON Dit stelt de waarde in voor tijden
[7] MAX
(or STOP, START) wanneer de schakelaar op On staat.
2. Draai aan knop [4] om het pedaal, waarvan u de
Dit stelt het gedrag van de waarde in, elke keer dat de
toewijzing wilt specificeren, te selecteren. schakelaar wordt bediend.
De normale status is Off (minimum
waarde) met de schakelaar op On
MIDI/USB

SOURCE MOMENT
(maximale waarde) alleen terwijl de
[8]
MODE voetschakelaar is ingedrukt.
Deze instelling wordt afwisselend
op On (maximum waarde) en Off
TOGGLE
(minimum waarde) gezet met elke
druk op de voetschakelaar.

* Om een Accel effect (p.19) te kunnen toepassen met gebruik


Appendix

van het ACCEL/CTL control pedaal, moet u ACCEL/CTL FUNC op


ACCEL instellen, en SOURCE MODE op MOMENT instellen.

4. Druk op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te


keren.

33
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
3. Gebruik knop [5] om de instelling te selecteren.
De functies voor de EXP en SUB EXP
pedalen toewijzen
Hier ziet u hoe de parameters, die door het ingebouwde [EXP]
pedaal van de GT-100 en door een expressiepedaal (zoals de apart
verkrijgbare EV-5), aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack
worden bestuurd, worden toegewezen.

1. Druk op de [CTL/EXP] knop.

Parameter Waarde Uitleg


OFF Geen toewijzing
FOOT VOLUME Voetvolume wordt toegewezen.

2. Draai aan knop [4] om het pedaal waarvoor u de PEDAL BEND Pedal Bend wordt toegewezen.

toewijzing wilt specificeren te selecteren. WAH Wah wordt toegewezen.


Pedal Bend en voetvolume worden
PB/FV
[5] FUNC toegewezen.
Wah en voetvolume worden
WAH/FV
toegewezen.
Patch niveau wordt toegewezen.

PATCH LEVEL * Dit wordt alleen getoond als


PERFORMANCE op SYSTEM is
ingesteld.
Specificeert de minimum waarde.
PATCH LEVEL * Dit wordt alleen getoond
[6] 0–200
MIN als FUNC op PATCH LEVEL is
ingesteld.
Specificeert de maximum waarde.
PATCH LEVEL * Dit wordt alleen getoond
[7] 0–200
MAX als FUNC op PATCH LEVEL is
ingesteld.
Parameter Uitleg
EXP PEDAL Het [EXP] pedaal van de GT-100 * Alleen FOOT VOLUME kan aan SUB EXP (extern expressiepedaal)
Het expressiepedaal (zoals de apart worden toegewezen. Als u een andere functie dan FOOT
SUB EXP PEDAL verkrijgbare EV-5), aangesloten op de VOLUME wilt toewijzen, gebruikt u Assign (p.37).
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack
4. Druk op de [EXIT] knop om naar het Play scherm terug te
keren.

34
Pedaalinstellingen (Control/Expression)

De functies van de [1]-[8] knoppen Instellingen veranderen met de

Snelle start
in het Play scherm toewijzen nummerpedalen
Hier ziet u hoe de functies van de [1]-[8] knoppen worden De GT-100 beschikt over een functie waarmee u het stemapparaat
toegewezen als deze in het Play scherm worden bediend. aan en uit kunt zetten, voorversterkerkanalen kunt schakelen
en andere taken kunt uitvoeren, door het pedaal met hetzelfde
1. Druk op de [SYSTEM] knop. nummer als de huidig geselecteerde Patch in te drukken.

Overzicht
* U kunt de volgende functies veranderen in elke situatie, behalve
de Manual modus (p.17).

1. Druk op de [SYSTEM] knop.

Geluid uitvoeren
2. Draai aan knop [4] om ‘KNOB SETTING’ te selecteren.

2. Draai aan knop [4] om ‘PLAY OPTION’ te selecteren.

Effecten
Opslaan
3. Gebruik knoppen [5]-[8] om de functies van knoppen
[1]-[4] te selecteren.

3. Gebruik knop [8] om de waarde voor NUM PEDAL SW te

Pedaalinstellingen
selecteren.

Systeem

4. Druk op de PAGE [ ] knop om naar de volgende pagina


te gaan.

5. Gebruik knoppen [5]-[8] om de functies van knoppen


[5]-[8] te selecteren.
MIDI/USB

Waarde Uitleg
OFF Niet gebruikt.
TUNER Zet het stemapparaat aan en uit.
Ch. A/B Schakelt tussen voorversterkerkanalen A en B.
OD SOLO Schakelt naar klanken die voor solospel geschikt zijn.
A/B SOLO Zet de voorversterker SOLO aan en uit.
A&B SOLO Zet SOLO aan en uit, voor voorversterker kanalen A en B.
Appendix

35
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
3. Druk op de hiel kant van het [EXP] pedaal, en druk op de
Het [EXP] pedaal aanpassen [WRITE] knop.
In het scherm wordt ‘OK’ aangegeven, en dan verschijnt een scherm
Hoewel het [EXP] pedaal van de GT-100 in de fabriek op een zoals het volgende:
optimale werking is ingesteld, kan het pedaal door langdurig
gebruik en de bedieningsomgeving ontregeld raken.
Als u problemen ondervindt, bijvoorbeeld dat het geluid niet
volledig afgekapt wordt met het volumepedaal of als de EXP PEDAL
SW niet veranderd kan worden, kunt u de volgende procedure
gebruiken om het pedaal weer in orde te brengen.

1. Druk op de [SYSTEM] knop.

4. Druk op de teen van het [EXP] pedaal, en druk op de


[WRITE] knop.
2. Draai aan knop [4] om ‘PDLCALIBRATION’ (PEDAL In het scherm wordt ‘OK’ aangegeven, en dan verschijnt een scherm
zoals het volgende.
CALIBRATION) te selecteren.

5. Druk de teenkant van het [EXP] pedaal stevig in.


Het PEDAL CALIBRATION scherm verschijnt. Controleer of de EXP PEDAL SW indicator oplicht als u de teen kant
van het pedaal stevig indrukt.
* Als u de verlichtingsgevoeligheid van de EXP PEDAL SW
indicator wilt veranderen, herhaalt u stap 5 terwijl u de
THRESHOLD waarde met knop [5] aanpast.

6. Druk op de [WRITE] knop.


‘COMPLETE’ wordt in het scherm weergegeven.

36
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
ASSIGN 1–8
De pedaalfuncties voor individuele

Snelle start
Parameter Waarde Uitleg

Patches instellen (Assign) Page 1

ASSIGN ON/
Hiermee wordt de ingangsgevoelig-
[5] OFF, ON heid aangepast als INPUT LEVEL voor
U kunt het [PHRASE LOOP] pedaal, [ACCEL/CTL1, [EXP] pedaal, EXP OFF
SOURCE is geselecteerd.
PEDAL SW en externe pedalen (voetschakelaar en expressiepedaal)
Zet de ASSIGN 1-8 aan/uit.
die op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jacks op het achterpaneel zijn
aangesloten, voor elke individuele Patch instellen. U kunt maximaal EXP PEDAL * Deze instelling wordt niet
samen met de snelle instellingen

Overzicht
acht aparte instellingen per Patch opslaan (met gebruik van Assign
nummers 1 tot 8), die bepalen welke parameters door welke opgeslagen.
pedalen bestuurd worden. Wijst het ingebouwde [EXP] pedaal
EXP PDL SW
van de GT-100 toe.
* Als u het [PHRASE LOOP] pedaal wilt gebruiken met
de toewijzing die u specificeert, moet u ‘PHRASE LOOP P.LOOP PEDAL Wijst de EXP pedaalschakelaar toe.
PEDAL FUNC’ (p.40) uitzetten. Voor andere pedalen moet u Wijst het [PHRASE LOOP] pedaal van
‘PREFERENCE’ (p.41) op ‘PATCH’ instellen. ACC/CTL PDL
de GT-100 toe.

Geluid uitvoeren
* U kunt de individuele parameter die door elk pedaal wordt SUB EXP PDL Wijst het [ACCEL/CTL] pedaal toe.
bestuurd specificeren.
Wijst de externe voetschakelaar
(FS-5U, FS-6, apart verkrijgbaar) die
1. Druk op de [CTL/EXP] knop. SUB CTL1 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is
aangesloten toe.
Wijst de externe voetschakelaar
[6] SOURCE
(FS-5U, FS-6, apart verkrijgbaar) die
SUB CTL2 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is
aangesloten toe.
Zie ‘Virtueel expressiepedaal

Effecten
INT PEDAL systeem (Internal Pedal/Wave Pedal)’
(p.39).
Zie ‘Virtueel expressiepedaal
WAVE PEDAL systeem (Internal Pedal/Wave Pedal)’
(p.39).
2. Draai aan knop [4] om ‘ASSIGN 1-8’ toe te wijzen. De toegewezen doelparameter
INPUT LEVEL verandert volgens het ingangsni-
veau.

Opslaan
Control Change boodschap van een
CC#1–#31
extern MIDI-apparaat.
Control Change boodschap van een
CC#64–#95
extern MIDI-apparaat.
De normale status is Off (minimale
waarde), met de schakelaar op On
MOMENT
(maximale waarde) alleen terwijl de

Pedaalinstellingen
SOURCE voetschakelaar wordt ingedrukt.
[7]
MODE De instelling wordt met elke druk op
de voetschakelaar afwisselend aan
TOGGLE
(maximale waarde) of uit (minimale
waarde) gezet.
Page 2
TARGET Dit selecteert de parameter die veranderd moet
[5]
3. Gebruik knoppen [5]-[8] om de gewenste instellingen te CATEGORY worden.
selecteren. Voor details over alle parameters download u de
[6] TARGET ‘GT-100 Parameter Guide’ (PDF bestand) dat zich opde
Systeem
ASSIGN COMMON Roland website bevindt (http://www.rolandce.com).
Parameter Waarde Uitleg Dit stelt de minimum waarde voor de reeks waarbin-
nen de parameter kan veranderen in. De waarde
Page 1 [7] TARGET MIN
verschilt, afhankelijk van de parameter die voor de
Hiermee wordt de ingangsgevoe- TARGET parameter is toegewezen.
[8] INPUT SENS 0–100 ligheid aangepast als INPUT LEVEL Dit stelt de maximum waarde voor de reeks waarbin-
voor SOURCE is geselecteerd. nen de parameter kan veranderen in. De waarde
[8] TARGET MAX
verschilt, afhankelijk van de parameter die voor de
MIDI/USB

TARGET parameter is toegewezen.


Page 3
U kunt de bestuurbare reeks
ACT RANGE voor doelparameters binnen het
[5] 0–126
LO operationele bereik van de bron
instellen. Doelparameters worden
binnen de reeks die met ACT RANGE
LO en ACT RANGE HI is ingesteld
ACT RANGE bestuurd. Gewoonlijk dient u ACT
[6] 1–127
Appendix

HI RANGE LO op 0 en ACT RANGE HI op


127 in te stellen.

37
Pedaalinstellingen (Control/Expression)

Parameter Waarde Uitleg


0–100, BPM Dit bepaalt de tijd voor één cyclus
van het veronderstelde EXP pedaal.
Over het bereik van de verandering van een doel
[7] –
De waarde van de parameter die als het doel is geselecteerd,
Als dit op BPM is ingesteld, wordt de waarde van elke verandert binnen de reeks die met ‘Min’ en ‘Max’ is
parameter ingesteld volgens de waarde van ‘Master gedefinieerd, zoals deze op de GT-100 is ingesteld.
WAVE RATE BPM’ die voor elke Patch is gespecificeerd. Op deze
manier wordt het gemakkelijker om effectgeluid Als een extern voetschakelaar of andere controller die als een
*1
instellingen te bereiken die met het tempo van de aan/uit schakelaar fungeert wordt gebruikt, wordt ‘Min’ met Off
song overeenkomen. (CLOSED) geselecteerd en ‘Max’ met On (OPEN) geselecteerd.
* Als, door het tempo, de tijd langer is dan de reeks Als een extern expressiepedaal of andere controller die
van toegestane instellingen, wordt het met een opeenvolgende veranderingen in de waarde genereert
periode van 1/2 of 1/4 van die tijd gesynchroniseerd. wordt gebruikt, verandert de waarde van de instelling
dienovereenkomstig, binnen de reeks die door de minimum
SAW en maximum waardes is ingesteld. Tevens, als het doel een
aan/uit type is, wordt de middenwaarde van de ontvangen
WAVEFORM data gebruikt als de scheidingslijn bij het bepalen of deze aan
[8] TRI
*1 of uitgezet moet worden.
Als de voetschakelaar wordt gebruikt:
SINE

Page 4
MAX

instellingsreeks
Dit wordt geactiveerd wanneer een
PATCH CHANGE
Patch wordt geselecteerd.

Toegestane
parameter
Dit wordt geactiveerd als het
EXP PDL-LO [EXP] pedaal van de GT-100 op de
minimum positie is ingesteld. MIN
Dit wordt geactiveerd als het [EXP]
EXP PDL-MID pedaal van de GT-100 door de OFF ON
middenpositie wordt gedrukt.
Dit wordt geactiveerd als het Als het expressiepedaal wordt gebruikt:
EXP PDL-HI [EXP] pedaal van de GT-100 op de
maximum positie is ingesteld.
Dit wordt geactiveerd als de EXP
EXP PDL SW MAX
pedaalschakelaar wordt bediend.
instellingsreeks

Dit wordt geactiveerd als het


Toegestane

P.LOOP PEDAL [PHRASE LOOP] pedaal wordt


parameter

bediend.
INT PDL
[5] TRIGGER Dit wordt geactiveerd als het MIN
ACC/CTL PDL
*2 [ACCEL/CTL] pedaal wordt bediend.
Dit wordt geactiveerd als een extern
expressiepedaal, aangesloten op de 0 127
SUB EXP PDL Als het pedaal Als het pedaal
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, wordt
bediend. helemaal omhoog helemaal is ingedrukt
staat
Dit wordt geactiveerd als een
externe voetschakelaar, aangesloten
SUB CTL1 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, Wanneer het On/Off doel met het expressiepedaal wordt bediend:
wordt bediend.
Dit wordt geactiveerd als een Waarde
externe voetschakelaar, aangesloten
SUB CTL2 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, ON
wordt bediend.
Dit wordt geactiveerd wanneer een
CC#1–#31
Control Change wordt ontvangen.
Dit wordt geactiveerd wanneer een
CC#64–#95
Control Change wordt ontvangen.
Dit specificeert de tijd waarbinnen
het interne pedaal, van de positie Mate waarin
INT PDL het expressie-
waarbij de teen omhoog staat
[6] TIME 0–100 pedaal wordt
naar de positie waarbij de teen OFF
*2 naar beneden is gedrukt, wordt ingedrukt
verplaatst.
0 127
Als het pedaal Als het pedaal Als het pedaal
LINEAR helemaal omhoog half is ingedrukt helemaal is ingedrukt
staat
INT PDL
[7] CURVE SLOW RISE * De reeks die geselecteerd kan worden, verandert volgens
*2
de doelinstelling.
* Als het ‘minimum’ op een hogere waarde dan het
FAST RISE
‘maximum’ is ingesteld, wordt de verandering in de
parameter omgekeerd.
*1 De WAVE RATE en WAVEFORM parameters zijn beschikbaar als de Source * De waardes van instellingen kunnen veranderen als het
parameter op WAVE PEDAL is ingesteld. doel wordt veranderd nadat de ‘minimum’ en ‘maximum’
*2 De INT PDL TRIGGER, INT PDL TIME en INT PDL CURVE parameters zijn
instellingen zijn gemaakt. Als u het doel heeft veranderd,
beschikbaar als de SOURCE parameter op INT PEDAL is ingesteld. vergeet dan niet om de ‘minimum’ en ‘maximum’
instellingen opnieuw te controleren.

38
Pedaalinstellingen (Control/Expression)

Snelle start
Over de reeks van de verandering van een controller
Dit stelt de operationele reeks waarbinnen de waarde van de instelling verandert in, als een expressiepedaal of andere controller, die de waarde
opeenvolgend verandert, als de bron wordt gebruikt. Als de controller buiten de operationele reeks wordt geplaatst, verandert de waarde niet.
Deze stopt op ‘minimum’ of ‘maximum’.
(Voorbeeld) Met ACT RANGE LO: 40, ACT RANGE HI: 80

Waarde

Overzicht
ON

MAX
instellingsreeks
Toegestane
parameter

Mate waarin Mate waarin

Geluid uitvoeren
het expressie- het expressie-
MIN pedaal wordt pedaal wordt
ingedrukt OFF ingedrukt
0 40 80 127
0 40 60 80 127
Als het pedaal ACT ACT Als het pedaal Als het pedaal ACT Center ACT Als het pedaal
helemaal RANGE RANGE helemaal is helemaal RANGE Waarde RANGE helemaal is
omhoog staat LO HI ingedrukt omhoog staat LO HI ingedrukt

* Als een voetschakelaar of andere controller die aan/uitschakelt als de bron wordt gebruikt, laat u deze op ‘ACT RANGE LO: 0’ en ‘ACT RANGE
HI: 127’ staan. Met bepaalde instellingen verandert de waarde mogelijk niet.

Effecten
Virtueel expressiepedaal systeem (Internal Pedal/Wave Pedal)
Door een gewenste parameter aan het virtuele expressiepedaal toe te wijzen, kunt u een effect produceren alsof u een fysiek expressiepedaal bedient
om het volume of de klankkwaliteit in Realtime te veranderen.

Opslaan
Het virtuele expressiepedaal systeem biedt de volgende twee functietypes, en u kunt de SOURCE (p.37) instelling voor ASSIGN 1-8 gebruiken om het
gewenste type te kiezen.
* Als u het interne pedaal of Wave pedaal wilt gebruiken, stelt u de SOURCE MODE van de ASSIGN modus op ‘MOMENT’ in.

Intern pedaal

Pedaalinstellingen
Als SOURCE op ‘INT PEDAL’ is ingesteld, treedt het virtuele expressiepedaal in werking als het door de De waarde verandert
gespecificeerde trigger (INT PDL TRIGGER, p.38), die de door TARGET gespecificeerde parameter wijzigt (p.37), in een curve
wordt gestart.

Referentie
Voor meer gedetailleerde informatie over de parameters die met gebruik van Internal Pedal ingesteld kunnen
worden, kijkt u bij ‘INT PDL TRIGGER (Internal Pedal Trigger)’ (p.41), ‘INT PDL TIME’ (Internal Pedal Time)’ (p.38) en
‘INT PDL CURVE (Internal Pedal Curve)’ (p.38).
Als de trigger optreedt

Wave pedaal Systeem

Als SOURCE op ‘WAVE PEDAL’ is ingesteld, wijzigt het virtuele pedaal de parameter die door
TARGET is gespecificeerd (p.37) op cyclische wijze in een vaststaande golfvorm.

Referentie
Voor meer gedetailleerde informatie over de parameters die met gebruik van het Wave pedaal
ingesteld kunnen worden, kijkt u bij ‘WAVE RATE (Wave Pedal Rate)’ (p.38) en ‘WAVEFORM Verandert altijd in een vaststaande curve, ongeacht
(Wave Pedal Form)’ (p. 38). het daadwerkelijke pedaal
MIDI/USB

Ingangsniveau
Ingangsniveau
De parameter die als het doel is ingesteld verandert als reactie op het ingangsniveau.

MEMO
Appendix

Als u de ingangsgevoeligheid wilt aanpassen, stelt u ‘INPUT SENS’ in (p.37).

39
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
Instellingen die door de gehele GT-100 worden gedeeld, worden ‘systeeminstellingen’ genoemd.

Referentie
Voor details, zie ‘Bewerken: basisbediening’ (p.12).

Lijst van instellingen


Item Parameter Waarde Uitleg

Het uitvoerapparaat dat u gebruikt specificeren (OUTPUT SELECT)


Specificeer het apparaat (versterker) dat op de OUTPUT Jack is aangesloten
OUTPUT SELECT JC-120, SMALL AMP,
COMBO AMP, STACK
SELECT AMP, JC-120 RETURN, Zie ‘Het versterkertype dat u heeft aangesloten specificeren’ (p.9).
COMBO RETURN, STACK
RETURN, LINE/PHONES

Het ingangsniveau van de gitaar aanpassen


INPUT
Pas het ingangsniveau aan, volgens het uitgangsniveau van de gitaar die u heeft aangesloten.
INPUT LEVEL -20–+20 dB Past het ingangsniveau van de gitaar aan.

De algehele klank aanpassen (Global EQ)


Dit past de klank van de OUTPUT aan, ongeacht de Equalizer aan/uit instellingen van individuele Patches.
LOW GAIN -20–+20 dB Past de klank van de lage frequentiereeks aan.
GLOBAL EQ MID GAIN -20–+20 dB Past de klank van de middenfrequentiereeks aan.
MID FREQ 20.0 Hz–10.0 kHz Specificeert het midden van de frequentiereeks die met de MID GAIN wordt aangepast.
Past de breedte van het gebied dat beïnvloed wordt door EQ, gecentreerd op de MID FREQ, aan.
MID Q 0.5–16
Hogere waardes maken het gebied smaller.
HIGH GAIN -20–+20 dB Past de klank van de hoge frequentiereeks aan.

Het algehele niveau van ruisonderdrukking, Reverb en uitvoer aanpassen


(Total)
Deze parameters regelen het drempelniveau van de ruisonderdrukking die door elke Patch wordt gebruikt, het algehele Reverb niveau en de algehele
uitvoer. Deze zijn niet op de instellingen van elke Patch van invloed.
Regel het drempelniveau van de ruisonderdrukking die door elke Patch wordt gebruikt. Dit is niet op
TOTAL de instellingen van elke Patch van invloed.
NS THRESH -20–+20 dB
* Als u de instellingen die voor elke Patch zijn gespecificeerd wilt gebruiken, zet u dit op 0 dB.
Pas het Reverb niveau, gespecificeerd voor elke Patch, aan. Het is handig om het reverb niveau voor
REVERB 0–200 % de ruimte waarin u gaat spelen aan te passen. Dit is niet op de instellingen van elke Patch van invloed.
* Als u de instellingen die voor elke Patch zijn gespecificeerd wilt gebruiken, zet u dit op 100%.
Specificeert het uitvoer referentieniveau, geschikt voor het ingangsniveau van het apparaat dat op de
MAIN OUTPUT LEVEL -10 dB, +4 dB
OUTPUT Jacks is aangesloten.

PHRASE LOOP
Phrase Loop (p.32) instellingen maken
Hier zijn verscheidene instellingen voor de Phrase Loop functie. Zie ‘Phrase Loop instellen’ (p.32).

40
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)

Item Parameter Waarde Uitleg

Snelle start
Instellingen voor de PLAY OPTION maken
Hier kunt u specificeren hoe de pedalen tijdens uitvoeringen werken.
Hoewel de indicatie in het scherm wordt bijgewerkt om de verandering in de bank te weerspiegelen
BANK CHANGE WAIT wanneer een BANK pedaal wordt ingedrukt, verandert de Patch niet totdat een nummerpedaal wordt
MODE ingedrukt.
IMMED De Patch verandert meteen als een BANK pedaal of een nummerpedaal wordt ingedrukt.

Overzicht
De operationele status van de EXP PEDAL’s FUNC (p.34) wordt niet overgedragen als er van Patch
OFF
wordt veranderd.
Als de EXP PEDAL’s FUNC (p.34) tussen 2 Patches hetzelfde is, wordt de operationele status
overgedragen wanneer er van Patch wordt veranderd.
EXP PEDAL HOLD Bijvoorbeeld, als EXP PEDAL FUNC in beide Patches, degene voor en degene na de verandering, op
PLAY OPTION
ON FOOT VOLUME is ingesteld, blijft het volume dat met de positie van het pedaal (hoek) correspondeert,
op het moment van de Patch verandering, behouden na de Patch verandering. Aan de andere kant,

Geluid uitvoeren
als de Patch die wordt veranderd op WAH is ingesteld, is het volume in overeenstemming met de
waarde die binnen de Patch is ingesteld, en verkrijgt u een Wah-effect in overeenstemming met een
waarde die de huidige positie (hoek) van het pedaal weerspiegelt.
Specificeert of knophandelingen worden uitgeschakeld. Als dit op ON staat, worden knophande-
KNOB LOCK OFF, ON
lingen uitgeschakeld.
OFF, TUNER, Ch.A/B, OD
Selecteert de functie die opgeroepen wordt wanneer u op het pedaal met hetzelfde nummer als de
NUM PEDAL SW SOLO, A/B SOLO,
op dat moment geselecteerde Patch drukt (p.35).
A&B SOLO
BANK EXTENT MIN U01–U50, P01–P50 Stelt de laagste limiet voor de banken in.
BANK EXTENT MAX U01–U50, P01–P50 Stelt de hoogste limiet voor de banken in.

Effecten
PEDAL INDICAT OFF, ON Als dit op ON staat, knipperen alle huidige niet verlichte pedaalindicators vaag.

De [1]-[8] knopfuncties in het Play scherm toewijzen


Hier kunt u de gewenste parameters aan knoppen [1]-[8] in het Play scherm toewijzen (p.35).
* De instellingen die u hier maakt, zijn alleen voor de knoppen in het Play scherm.
KNOB 1

Opslaan
KNOB 2
KNOB SETTING
KNOB 3
KNOB 4 Voor details over alle parameters raadpleegt u de ‘GT-100 Parametergids’ (PDF bestand), dat u van de
OFF, parameter name
KNOB 5 Roland website kunt downloaden (http://www.rolandce.com).

KNOB 6

Pedaalinstellingen
KNOB 7
KNOB 8

Specificeren of instellingen door alle Patches worden gedeeld


Hier kunt u specificeren of instellingen voor de aangesloten versterker en voorversterker, control pedaal, expressiepedaal, enz. onafhankelijk voor elke
Patch zijn, of dat dezelfde instellingen door alle Patches worden gedeeld.
OUTPUT SELECT PATCH, SYSTEM
PREAMP PATCH, SYSTEM1–3
PREFERENCE Als dit op PATCH is ingesteld, kunnen verschillende instellingen onafhankelijk voor iedere Patch
Systeem

ACCEL/CTL PATCH, SYSTEM


worden gemaakt. Als dit op SYSTEM is ingesteld, worden dezelfde instellingen door alle Patches
EXP PATCH, SYSTEM gedeeld.
EXP SW PATCH, SYSTEM * Zelfs als een CTL/EXP pedaal dat op SYSTEM is ingesteld op ASSIGN SOURCE (p.37) wordt ingesteld,
wordt die instelling hier genegeerd. In het geval van een ACCEL/CTL pedaal worden, naast het
SUB CTL1 PATCH, SYSTEM
hierboven genoemde, ook instellingen voor de Manual modus (p.17) genegeerd.
SUB CTL2 PATCH, SYSTEM
SUB EXP PATCH, SYSTEM

Het contrast (helderheid) van het LCD scherm aanpassen


MIDI/USB

LCD Hier kunt u de helderheid van de tekens in het scherm aanpassen.


CONTRST LEFT
1–16 Met hogere waardes neemt de helderheid toe.
CONTRST RIGHT

Het [EXP] pedaal aanpassen


Appendix

PEDAL CALIBRATION
U kunt het [EXP] pedaal opnieuw afstellen, zodat het optimaal werkt. Zie ‘Het [EXP] pedaal aanpassen’ (p.36).
THRESHOLD 1–16 Past de gevoeligheid waarop de EXP PEDAL SW reageert aan.

41
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)

Item Parameter Waarde Uitleg

Auto Off instellingen


De GT-100 kan de stroom automatisch uitzetten. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld als er 10 uur voorbij is sinds u het apparaat voor het laatst
bespeelde of bediende. Een boodschap wordt ongeveer 15 minuten voordat de stroom wordt uitgeschakeld in het scherm weergegeven.
In de fabrieksinstelling is deze functie op ‘ON’ ingesteld (stroom wordt na 10 uur uitgeschakeld). Als u wilt dat de stroom altijd aan blijft, zet u dit op
‘OFF’.
AUTO OFF
OPMERKING
Als de stroom wordt uitgezet, gaan alle instellingen die u bewerkte verloren. Instellingen die u wilt behouden dient u op te slaan.
OFF De stroom wordt niet automatisch uitgeschakeld.
AUTO OFF De stroom wordt automatisch uitgezet als er 10 uur voorbij is sinds u het apparaat voor het laatst
ON
bespeelde of bediende.

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)


Stelt de GT-100 opnieuw op de fabrieksinstellingen in. Zie ‘De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)’ (p.50).
* Als u ‘Factory Reset’ uitvoert, gaan alle door u gemaakt instellingen verloren. Als u de data wilt behouden, slaat u deze op de computer op, zoals in
‘Data naar een extern MIDI-apparaat verzenden (Bulk Dump)’ (p.48) wordt beschreven.

FACTORY RESET SYSTEM Instellingen voor systeemparameters


FROM QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch nummer U01-1 tot U50-4
SYSTEM Instellingen voor systeemparameters
TO QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch nummer U01-1 tot U50-4

42
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)

Instellingen met betrekking tot USB

Snelle start
Hier kunt u instellingen met betrekking tot USB maken, als de GT-100 via USB op een computer is aangesloten.

USB geluidsstroom
USB IN-OUT MODE: NORMAL

Overzicht
GT-100 USB OUT OUTPUT

USB IN
MIX
niveau
OUTPUT

Geluid uitvoeren
INPUT niveau

Effectketen

USB IN-OUT MODE: DRY OUT USB IN-OUT MODE: REAMP

GT-100 USB OUT OUTPUT GT-100 USB OUT OUTPUT

Effecten
USB IN USB IN OUTPUT
MIX
niveau niveau
OUTPUT
niveau INPUT
INPUT INPUT niveau

Effectketen Effectketen

Opslaan
Referentie
Voor details over de USB-verbinding kijkt u bij ‘De GT-100 gebruiken als deze via USB op een computer is aangesloten’ (p.49).

Pedaalinstellingen
USB
Parameter Waarde Uitleg

De USB geluidsstroom instellen


Hier kunt u de geluidsstroom voor USB invoer/uitvoer specificeren.
De gitaarinvoer wordt door de effecten van de GT-100 gezonden en naar de computer gestuurd. De invoer van de computer
Systeem
NORMAL
wordt met de uitvoer van de GT-100 gemixed, en dan uitgestuurd.
USB IN-OUT MODE Het geluid van de gitaar dat door de effecten is bewerkt wordt beluisterd, terwijl de gitaarinvoer naar de computer wordt
DRY OUT gestuurd zonder door de effecten van de GT-100 te gaan. De invoer van de computer wordt met de uitvoer van de GT-100
gemixed (het door effecten bewerkte gitaargeluid) en dan uitgestuurd.
Het geluid dat van een computer wordt ingevoerd gaat door de effecten van de GT-100, en wordt dan via de OUTPUT en USB
OUT van de GT-100 uitgestuurd. Met deze instelling kan het gitaargeluid, dat op de computer is opgenomen, door de GT-100
REAMP effecten worden afgespeeld en via de gitaar OUTPUT en USB OUT van de GT-100 worden uitgestuurd.
* Als REAMP is geselecteerd, kan de INPUT van de GT-100 niet gebruikt worden.
MIDI/USB

Het MIX niveau instellen


MIX LEVEL Past het niveau van de geluidsinvoer van de computer aan, dat met het geluid dat door de effecten van de GT-100 is bewerkt wordt gemixed, als de ‘USB
IN-OUT MODE’ niet op ‘REAMP’ is ingesteld.
Past het niveau van de geluidsinvoer van de computer aan, dat met het geluid dat door de effecten van de GT-100 is bewerkt
0–200 %
wordt gemixed.

Het ingangsniveau instellen


Appendix

INPUT LEVEL
Past het ingangsniveau van de computer naar de effecten van de GT-100 aan, als ‘USB IN-OUT MODE’ op ‘REAMP’ is ingesteld.
-20–+20 dB Past het ingangsniveau van de computer naar de effecten van de GT-100 aan.

43
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)

Parameter Waarde Uitleg

Het uitgangsniveau instellen


OUTPUT LEVEL
Past het niveau van de uitvoer van de GT-100 naar de computer aan.
0–200 % Past het niveau van de uitvoer naar de computer aan.

De Direct Monitor instellen


Schakelt de uitvoer van het GT-100 geluid naar de OUTPUT en PHONES Jacks.
* Deze instelling kan niet opgeslagen worden. Deze wordt op ON ingesteld als het apparaat wordt aangezet.
DIR. MONITOR * Als u de speciale driver gebruikt, kunt u DIR. MONITOR On/Off vanaf een ASIO 2.0 compatibele toepassing besturen.
Zet dit op Off als u geluidsdata intern via een computer verstuurd (Thru).
OFF
Op dat moment is er geen geluid hoorbaar, tenzij de instelling voor de computer Thru is.
Het GT-100 geluid wordt uitgestuurd. Zet dit op ON als de GT-100 als een op zichzelfstaand apparaat wordt gebruikt, zonder dat
ON
deze op een computer is aangesloten (als dit op Off staat, wordt alleen USB invoergeluid uitgestuurd).

De Direct Monitor instelling vanaf een computer besturen


Deze instelling bepaalt of het commando (het Direct Monitor commando) dat de Direct Monitor instelling bestuurt, al dan niet is ingeschakeld.
DIR. MONITOR CMD
Het Direct Monitor commando is uitgeschakeld, zodat de Direct Monitor modus die door de GT-100 is ingesteld behouden
DISABLE
blijft.
Het Direct Monitor commando is ingeschakeld, zodat de Direct Monitor modus vanaf een extern apparaat veranderd kan
ENABLE
worden.

Instellingen met betrekking tot MIDI


Hier kunt u instellingen maken om de GT-100 te gebruiken wanneer deze op een extern MIDI-apparaat is aangesloten, of om deze met een tweede
GT-100 te gebruiken.

Referentie
Voor details over MIDI raadpleegt u ‘De GT-100 met aangesloten externe MIDI-apparaten gebruiken’ (p.47).

MIDI-INSTELLING
Parameter Waarde Uitleg

Het MIDI-ontvangstkanaal instellen


RX CHANNEL
Dit stelt het MIDI-kanaal dat voor het ontvangen van MIDI-boodschappen wordt gebruikt in.
Ch. 1– Ch. 16 Specificeert het ontvangstkanaal.

De MIDI Omni modus instellen


OMNI MODE Dit maakt de instellingen voor de kanalen die voor MIDI-informatie worden gebruikt.
OFF Informatie wordt op het kanaal dat met de RX Channel instelling is ingesteld ontvangen.
ON Boodschappen worden op alle kanalen ontvangen, ongeacht de MIDI-kanaal instellingen.

Het MIDI-zendkanaal instellen


TX CHANNEL Hiermee wordt het MIDI-kanaal, dat voor het verzenden van MIDI-boodschappen wordt gebruikt, ingesteld.
Ch. 1– Ch. 16. Specificeert het zendkanaal.
RX Verzendt op hetzelfde kanaal als het RX CHANNEL.

De MIDI-apparaat ID instellen
DEVICE ID
Stelt de ID (identificatie) van het MIDI-apparaat in, dat voor het verzenden en ontvangen van Exclusive boodschappen wordt gebruikt.
1–32 Stelt de MIDI-apparaat ID (identificatie) in.

44
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)

Parameter Waarde Uitleg

Snelle start
De MIDI Sync klok instellen
Deze instelling bepaalt de basis die voor het synchroniseren van de timing voor effectmodulatie snelheden en andere op tijd gebaseerde wordt
gebruikt.
* Als u een extern MIDI-apparaat heeft aangesloten, wordt de Master BPM aan het tempo van het externe MIDI-apparaat gesynchroniseerd, waardoor
SYNC CLOCK de Master BPM instelling buiten werking wordt gesteld. Om de Master BPM instelling opnieuw in te schakelen, zet u dit op ‘INTERNAL’.
* Wanneer uitvoeringen met het MIDI kloksignaal van een extern MIDI-apparaat worden gesynchroniseerd, kunnen problemen met timing in de

Overzicht
uitvoering optreden, door storingen in de MIDI klok.
Handelingen worden met de MIDI klok, ontvangen via MIDI, gesynchroniseerd. Echter, handelingen
AUTO worden automatisch met de interne klok van de GT-100 gesynchroniseerd, als de GT-100 de externe
klok niet kan ontvangen.
INTERNAL Handelingen worden met de interne klok van de GT-100 gesynchroniseerd.

De aansluiting waarop MIDI-boodschappen worden ontvangen selecteren

Geluid uitvoeren
Dit selecteert of MIDI-boodschappen via de MIDI IN-aansluiting of via de USB-poort worden ontvangen.
MIDI IN SELECT MIDI-boodschappen worden via de USB-poort ontvangen.
USB (AUTO) * Als de USB-poort niet op een computer is aangesloten, worden MIDI-boodschappen via de MIDI
IN-aansluiting ontvangen.
MIDI CONNECTOR MIDI-boodschappen worden via de MIDI IN-aansluiting ontvangen.

Program Change boodschappen verzenden

Effecten
Deze instelling bepaalt of Program Change boodschappen worden verzonden als er op de GT-100 van Patch wordt veranderd.
PC OUT * Op de GT-100 worden Bank Select boodschappen tegelijk met Program Change boodschappen verstuurd.
Program Change boodschappen worden niet verzonden, ook niet wanneer er van Patch wordt
OFF
veranderd.
ON Program Change boodschappen worden verzonden op het moment dat er van Patch wordt veranderd.

De Program Change Map instellingen inschakelen/uitschakelen (MIDI


Map Select)

Opslaan
Deze instelling bepaalt of Patches worden veranderd volgens de Program Change Map instellingen, of volgens de standaard instellingen ‘De Program
MAP SELECT Change Map instellen’ (p.47).
Dit deactiveert de Program Change Map.
FIX
Schakelt naar de Patches volgens de standaard instellingen.
Dit activeert de Program Change Map.

Pedaalinstellingen
PROG
Schakelt naar de Patches volgens de Program Change Map.

[PHRASE LOOP] pedaalhandelingen als Control Change boodschappen


verzenden
PH.LOOP OUT
Dit stelt het controllernummer in, als bedieningsdata van het [PHRASE LOOP] pedaal als Control Change boodschappen worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
Dit stelt het controllernummer in, als [PHRASE LOOP] pedaal bedieningsdata als Control Change
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden.
Systeem

[ACCEL/CTL] pedaalhandelingen als Control Change boodschappen


verzenden
ACC/CTL OUT
Dit stelt het controllernummer in, als bedieningsdata van het [ACCEL/CTL] pedaal als Control Change boodschappen worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
Dit stelt het controllernummer in, als [ACCEL/CTL] pedaal bedieningsdata als Control Change
MIDI/USB

CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden.

[EXP] pedaalhandelingen als Control Change boodschappen verzenden


EXP OUT Dit stelt het controllernummer in, wanneer [EXP] pedaal bedieningsdata als Control Change boodschappen worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
Dit stelt het controllernummer in, als [EXP] pedaal bedieningsdata als Control Change boodschappen
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
worden verzonden.
Appendix

45
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)

Parameter Waarde Uitleg

EXP Pedal SW pedaalhandelingen als Control Change boodschappen


verzenden
EXP SW OUT
Dit stelt het controllernummer in, wanneer EXP PEDAL SW bedieningsdata als Control Change boodschappen worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
Dit stelt het controllernummer in, als EXP PEDAL SW bedieningsdata als Control Change boodschap-
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
pen worden verzonden.

Handelingen van de externe voetschakelaar als Control Change


boodschappen verzenden
SUB CTL1 OUT Dit stelt het controllernummer in, als bedieningsdata van de voetschakelaar, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, als Control Change data
worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
Dit stelt het controllernummer in, als SUB CTL 1 pedaal bedieningsdata als Control Change bood-
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
schappen worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
SUB CTL2 OUT Dit stelt het controllernummer in, als SUB CTL 2 pedaal bedieningsdata als Control Change bood-
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
schappen worden verzonden.

Handelingen van het externe expressiepedaal als Control Change


boodschappen verzenden
SUB EXP OUT
Dit stelt het controllernummer in, als bedieningsdata van het expressiepedaal, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, als Control Change data
worden verzonden.
OFF Control Change boodschappen worden niet verzonden.
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95 ]

MIDI PROGRAM CHG MAP BANK 0–3


Parameter Waarde Uitleg

De Program Change Map instellen


Als u met gebruik van Program Change boodschappen, die door een extern MIDI-apparaat worden verzonden, van Patches verandert, kunt u de
PC#1–PC#128 correspondentie tussen Program Change boodschappen die door de GT-100 worden ontvangen en de Patches die veranderd worden vrijelijk in de
‘Program Change Map’ instellen.
‘De Program Change Map instellen’ (p.47).
U01-1–U50-4, P01-1–P50-4 Dit stelt het Patch nummer (U01-1 tot P50-4) voor het corresponderende Program Change nummer in.

MIDI BULK DUMP


Parameter Waarde Uitleg

Data naar een extern MIDI-apparaat verzenden


U kunt Exclusive boodschappen gebruiken om een andere GT-100 van identieke instellingen te voorzien, en effectinstellingen in een MIDI-sequencer of
ander apparaat op te slaan ‘Data naar een extern MIDI-apparaat verzenden (Bulk Dump)’ (p.48)
SYSTEM Instellingen voor systeemparameters
QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
FROM
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch nummer U01-1 tot U50-4
TEMP Instellingen voor de huidig geselecteerde Patch
SYSTEM Instellingen voor systeemparameters
QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
TO
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch nummer U01-1 tot U50-4
TEMP Instellingen voor de huidig geselecteerde Patch

46
De GT-100 met externe MIDI-apparaten gebruiken
Map (p.46) instellen. U zult deze correspondentie mogelijk
Wat kunt u met MIDI doen?

Snelle start
moeten bijstellen als u sommige effecten in combinatie met
andere MIDI-apparaten wilt instellen.
U kunt de volgende handelingen met gebruik van MIDI met de
GT-100 uitvoeren.
Control Change boodschappen ontvangen
MEMO
MEMO
Om MIDI te kunnen gebruiken moeten de MIDI-kanalen van
U kunt gespecificeerde parameters tijdens een uitvoering
de aangesloten apparaten overeenkomen. Als de instellingen
besturen, door de GT-100 Control Change boodschappen te
voor de MIDI-kanalen onjuist zijn, kan de GT-100 geen data met

Overzicht
laten ontvangen. Parameters die bestuurd worden, kunnen met
andere MIDI-apparaten uitwisselen.
‘Assign’ (p.37) ingesteld worden.
Informatie over het instellen van het MIDI-kanaal vindt u
bij ‘Instellingen met betrekking tot MIDI’ (‘Instellingen met
betrekking tot MIDI’ (p.44)). Tempo Data ontvangen
De GT-100 kan Tempo Data van een extern apparaat ontvangen.

Bediening vanaf de GT-100

Geluid uitvoeren
Data ontvangen
De GT-100 kan data die vanaf een andere GT-100 is verzonden
Program Change boodschappen verzenden ontvangen, alsmede data die in een sequencer is opgeslagen.

Wanneer een Patch op de GT-100 wordt geselecteerd, wordt


een Program Change boodschap die met het Patch nummer
correspondeert gelijktijdig verzonden. Het externe MIDI-apparaat
verandert vervolgens zijn instellingen volgens de Program Change
De Program Change Map instellen
boodschap die wordt ontvangen. Als u met gebruik van Program Change boodschappen, verzonden

Effecten
Als PC OUT (p.45) op OFF is in gesteld, worden Program Change door een extern MIDI-apparaat, van Patches verandert, kunt u
boodschappen niet verzonden. de correspondentie tussen Program Change boodschappen die
door de GT-100 worden ontvangen en de Patches waarnaar wordt
overgeschakeld, vrijelijk in de ‘Program Change Map’ instellen.
Verzendende
GT-100 MEMO
Als de MIDI OMNI MODE (p.44) op ‘OMNI OFF’ wordt ingesteld,
moet u zorgen dat het MIDI RX CHANNEL (p.44) van tevoren zo
is ingesteld dat het met het zendkanaal van het externe MIDI-

Opslaan
apparaat overeenkomt.
MIDI OUT
1. Druk op de [SYSTEM] knop.
MIDI IN 2. Draai aan knop [4] om ‘PROGRAM CHG MAP’ (MIDI –
PROGRAM MAP) te selecteren.
Ontvangend extern

Pedaalinstellingen
MIDI-apparaat

Control Change boodschappen verzenden


Data die de handelingen van het [ACCEL/CTL] pedaal, [EXP] pedaal,
EXP PEDAL SW en van externe apparaten die op de SUB CTL 1,
Systeem

2/SUB EXP Jack zijn aangesloten beschrijft, worden als Control


Change boodschappen verzonden. Dit soort boodschappen kan
(onder andere) gebruikt worden voor het manipuleren van de
parameters van een extern MIDI-apparaat.
De Control Change nummers die worden verzonden, kunnen onder
‘MIDI SETTING’ (‘MIDI SETTING’ (p.44)) worden ingesteld.
3. Gebruik de pagina [ ][ ] knoppen om één van de keuzes
‘BANK 0’ – ‘BANK 3’ te selecteren.
MIDI/USB

De GT-100 met een extern MIDI-apparaat 4. Draai aan knop [5] om het Program Change nummer te
selecteren.
op afstand besturen
Program Change nummer Patch nummer
PC#1–PC#128 U01-1–U50-4, P01-1–P50-4
Patch nummers veranderen
Wanneer de GT-100 Program Change boodschappen van
Appendix

het externe MIDI-apparaat ontvangt, worden zijn Patches


dienovereenkomstig veranderd.

MEMO
U kunt de correspondentie tussen MIDI Program Changes en
de Patches van de GT-100 met gebruik van de Program Change

47
De GT-100 met externe MIDI-apparaten gebruiken
5. Gebruik knop [8] om het Patch nummer te selecteren.
* Om het gebruik van een Program Change Map te activeren, De data verzenden
moet u MAP SELECT (p.45) op ‘PROG’ instellen. Als dit op ‘FIX’
staat, worden de instellingen voor de Program Change map
genegeerd.
1. Druk op de [SYSTEM] knop.

Verzendende
2. Draai aan knop [4] om ‘B.DUMP’ (MIDI – BULK DUMP) te
externe MIDI- selecteren.
apparaat

MIDI OUT

MIDI IN

Ontvangende
GT-100

3. Draai aan knoppen [5] en [8] om de reeks data (FROM, TO)


Data naar een extern MIDI-apparaat die u wilt verzenden te selecteren.

verzenden (Bulk Dump) Knop Parameter Waarde Uitleg


Instellingen voor systeempara-
SYSTEM
meters
Met de GT-100 kunt u Exclusive boodschappen gebruiken om een
andere GT-100 op dezelfde instellingen te zetten of om instellingen QUICK
Instellingen voor de User Quick
van effectgeluiden in MIDI-sequencers en soortgelijke apparaten [5] FROM Setting
op te slaan. Deze overdracht van data wordt Bulk Dump genoemd. [8] TO Instellingen voor Patch nummer
U01-1–U50-4
U01-1 tot U50-4
Instellingen voor de huidig
Aansluitingen maken TEMP
geselecteerde Patch

MEMO 4. Druk op de [WRITE] knop.


Voor instructies over het bedienen van de sequencer kijkt u in De overdracht van Bulk Data begint.
de gebruikershandleiding van de sequencer die u gebruikt.
• Als u de instellingen in een sequencer of DAW software op de
computer wilt opslaan, kijkt u bij ‘De GT-100 gebruiken als deze
via USB op de computer is aangesloten’ (p.49).

Om data naar een andere GT-100 te verzenden


Maak aansluitingen zoals hieronder wordt aangegeven, en zorg
dat het Device ID van de ontvangende en verzendende apparaten
overeenkomt.

Verzendende
GT-100

MIDI OUT

MIDI IN

Ontvangende
GT-100

48
De GT-100 gebruiken als deze via USB op de computer is aangesloten
Voordat u aansluit met gebruik van MIDI-boodschappen tussen de computer

Snelle start
USB en de GT-100 uitwisselen
Als u de GT-100 met een USB-kabel op een PC/Mac aansluit, kunt
Met de GT-100 kunt u USB gebruiken om beide digitale
u MIDI-boodschappen via USB in twee richtingen verzenden. Stel
geluidssignalen tussen de GT-100 en de computer te verzenden.
de ‘MIDI IN SELECT’ van de GT-100 (p.45) op ‘USB (Auto)’ in. Op de
computer stelt u de MIDI invoer/uitvoerpoorten op ‘GT-100’ in.

De USB-driver installeren Echter, het verzenden van MIDI-boodschappen via de MIDI-

Overzicht
aansluitingen van de GT-100 wordt in deze situatie inactief.
Door de GT-100 simpelweg met een USB-kabel op de PC/Mac Referentie
aan te sluiten, kunnen geluidssignalen in twee richtingen via USB
Meer over instellingen met betrekking tot MIDI vindt u bij
worden verzonden.
‘Instellingen met betrekking tot MIDI’ (p.44).

Met gebruik van de speciale driver kunt u geluid met een hoge

Geluid uitvoeren
geluidskwaliteit en stabiele timing opnemen, afspelen en bewerken
(p.47). De computer aansluiten
U kunt de speciale GT-100 driver van de Roland website Maak aansluitingen zoals in onderstaande illustratie wordt getoond.
downloaden.
U moet de speciale driver installeren voordat u USB-aansluitingen
maakt.
Het programma en de procedures voor het installeren van de driver
variëren, afhankelijk van de bedieningsomgeving. Lees het Readme
bestand dat zich in het gedownloade bestand bevindt zorgvuldig

Effecten
door.

Wat is een USB-driver?


Bulk Data die op de computer was
Een USB-driver is software die zich gedraagt als een opgeslagen ontvangen
bemiddelaar tijdens het overdragen van data tussen
computertoepassingen (zoals opname software en Bulk Data die met MIDI-sequencer software wordt verzonden,
sequencer software) en het USB-apparaat, wanneer de kan door de GT-100 worden ontvangen om zijn instellingen te

Opslaan
computer en het USB-apparaat via een USB-kabel zijn herstellen.
verbonden. Zet het Device ID van de GT-100 op hetzelfde nummer als het
De USB-driver verzendt data van de toepassingen nummer dat werd gebruikt toen de data naar de MIDI-sequencer
naar het USB-apparaat, en omgekeerd, brengt werd verzonden (p.44).
boodschappen van het USB-apparaat naar de
toepassingen over. 1. Verzend de data van de computer.
* Voor instructies over het bedienen van de sequencer raadpleegt

Pedaalinstellingen
u de gebruikershandleiding van de sequencer die u gebruikt.

MEMO
Toepassingssoftware • Wanneer data wordt ontvangen, verschijnt de boodschap ‘BULK
DATA RECEIVING…’ in het scherm.
• Zorg dat de stroom ingeschakeld blijft terwijl de Bulk data wordt
ontvangen.
USB-driver
• Als de boodschap ‘MIDI BUFFER FULL’ verschijnt, controleert u de
aansluitingen en reduceert u het tempo van het verzendende
Systeem

MIDI-apparaat.
Computer

Geluidssignalen tussen een computer en


de GT-100 verzenden/ontvangen
Het geluid van de GT-100 kan op een computer worden
MIDI/USB

opgenomen, en het geluid van de computer kan via de GT-100


worden afgespeeld. U kunt de geluidssignaalstroom aan uw
wensen aanpassen.

Referentie
• Meer over USB-instellingen vindt u bij ‘Instellingen met
betrekking tot USB’ (p.43).
GT-100
• Voor details over het veranderen van de geluidsinvoer in
Appendix

de computer software raadpleegt u de handleiding van de


software die u gebruikt.

49
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
Het herstellen van de systeeminstellingen van de GT-100 4. Druk op de [WRITE] knop.
(Systeemparameters) in de oorspronkelijke fabrieksinstellingen,
wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
U kunt niet alleen alle instellingen op de waardes die in de fabriek
zijn ingesteld terugzetten, maar u kunt ook specificeren welke
items u opnieuw wilt instellen.
* Als u ‘Factory Reset’ uitvoert, gaan de instellingen die u heeft
gemaakt verloren. Als u deze data wilt behouden, moet u die
op een computer opslaan, zoals in ‘Data naar een extern MIDI-
apparaat verzenden (Bulk Dump)’ (p.48) wordt beschreven.
* PEDAL CALIBRATION wordt met een ‘Factory Reset’ niet
geïnitialiseerd (p.36).

1. Druk op de [SYSTEM] knop.

5. Om de Factory Reset uit te voeren, drukt u op de [WRITE]


knop.
Wanneer de Factory Reset is voltooid, keert u naar het Play scherm
terug.
Als u besluit te annuleren zonder de handeling uit te voeren, drukt
u op de [EXIT] knop.

2. Draai aan knop [4] om ‘FACTORY RESET’ te selecteren.

3. Gebruik knoppen [5] en [8] om de gebieden die u


opnieuw op de fabrieksinstellingen wilt instellen te
specificeren.

Knop Parameter Waarde Uitleg


Instellingen voor
SYSTEM
systeemparameters
[5] FROM Instellingen voor de User
QUICK
[8] TO Quick Setting
Instellingen voor Patch
U01-1–U50-4
nummer U01-1 tot U50-4

50
Appendix
GT-100 effectengids Effect Uitleg

Snelle start
U kunt een externe effectprocessor tussen de SEND
SEND/RETURN Jack en RETURN Jack aansluiten, en deze als één van
de effectprocessors van de GT-100 gebruiken.

GT-100 effectenlijst PEDAL FX


PEDAL FX is een effect dat gebruikt wordt voor het
besturen van WAH of PEDAL BEND met het [EXP]
pedaal. Het SUB EXP pedaal kan niet voor deze
Dit is een lijst met effecten die in de GT-100 zijn gebouwd. besturing worden gebruikt.
* De productnamen in dit document zijn geregistreerde FOOT VOLUME is een volumeregeling effect.

Overzicht
handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke Dit wordt gewoonlijk met het EXP pedaal of het
FOOT VOLUME
eigenaars. In deze handleiding worden deze namen gebruikt [EXP] pedaal dat op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is
omdat het de meest praktische manier is om de klanken, die aangesloten bestuurd.
met gebruik van COSM technologie worden gesimuleerd, te Hiermee kunnen zes verschillende types Accel
beschrijven. ACCEL FX
effecten gebruikt worden, die het geluid na verloop
van tijd wijzigen als u het [ACCEL/CTL] pedaal
indrukt.
Hier kunt u instellingen met betrekking tot

Geluid uitvoeren
USB USB maken, wanneer de GT-100 via USB op een
computer is aangesloten.
Deze instellingen worden op de algehele
MASTER SETTING
toonhoogte toegepast.

Effect Uitleg
Dit is een effect dat een lange Sustain produceert,
COMP door het volumeniveau van het ingangssignaal
vlak te strijken. U kunt dit in een Limiter veranderen
(Compressor) om alleen de geluidspieken te onderdrukken en

Effecten
vervorming te voorkomen.
Dit effect vervormt het geluid om een lange Sustain
OD/DS te creëren. Het biedt 21 types vervorming en
(Overdrive/ aangepaste instellingen. Voor de types vervorming
Distortion) die voor OD/DS geselecteerd kunnen worden, kijkt u
bij ‘Lijst van OD/DS types’.
COSM technologie simuleert verschillende voorver-
sterker kenmerken, afmetingen van luidsprekers en
vormen van behuizing. Voor de versterkertypes

Opslaan
PREAMP
die voor de voorversterker geselecteerd kunnen
worden, kijkt u bij ‘Lijst van voorversterkertypes’.
Dit past de klank aan als een Equalizer. Een parame-
EQ (Equalizer) trisch type is aangenomen voor de hoog-midden en
laag-midden reeks.
Met FX1 en FX2 kunt u het effect dat u wilt
FX1

Pedaalinstellingen
gebruiken uit het volgende selecteren. U kunt
hetzelfde effect voor FX1 en FX2 selecteren. Voor de
effecten die voor FX1 en FX2 geselecteerd kunnen
FX2
worden, kijkt u bij ‘FX1/FX2 Effect List’.
Dit effect voegt een vertraagd geluid aan het
DELAY directe geluid toe, zodat het meer body krijgt of om
speciale effecten te creëren.
In dit effect wordt een lichtelijk ontstemd geluid aan
CHORUS het originele geluid toegevoegd voor meer diepte
en lucht.
REVERB Dit effect voegt weerkaatsing aan het geluid toe.
Systeem

Dit effect reduceert de ruis en zoem die door


NS1 gitaarelementen wordt opgepikt. Aangezien het
de ruis onderdrukt, gesynchroniseerd met de
Envelope van het gitaargeluid (de manier waarop
het gitaargeluid na verloop van tijd wegsterft), heeft
NS2 dit zeer weinig effect op het gitaargeluid, en schaadt
het natuurlijke karakter van het geluid niet.
Binnen de effectketen noemen we het punt waarop
MIDI/USB

het signaal in kanalen ‘A’ en ‘B’ wordt gesplitst de


‘Divider’ (verdeler), en het punt waarop de twee
DIVIDER signalen opnieuw gecombineerd worden, noemen
we de ‘Mixer’.
U kunt de Divider gebruiken om tussen kanalen ‘A’
en ‘B’ te schakelen, om sterk gespeelde noten en
zacht gespeelde noten aan verschillende kanalen
toe te wijzen of om verschillende frequentiebanden
van het gitaargeluid aan verschillende kanalen toe
te wijzen. Hoe een PDF van de Parametergids verkregen
Appendix

MIXER
Met de Mixer kunt u de volumebalans van kanalen ‘A’
en ‘B’ aanpassen, deze in het stereoveld plaatsen of
kan worden
het geluid van kanaal ‘B’ lichtelijk vertragen om een Voor een lijst met alle effectparameters download u ‘GT-100
ruimtelijk geluid te produceren. Parameter gids’ (PDF bestand) van de Roland website (http://
www.rolandce.com).

51
Appendix

Lijst van OD/DS types Lijst van voorversterkertypes


Dit is een lijst met de types vervorming die voor OD/DS Dit is een lijst met versterkertypes die voor PREAMP geselecteerd
geselecteerd kunnen worden. kunnen worden.

Categorie Type Uitleg Categorie Type Uitleg


Dit is een Booster met unieke Een onopgesmukt, clean geluid dat de
NATURL CLEAN
karakteristieken in de middenreeks. eigenaardigheden van de versterker, zoals
(NATURAL
Als de aansluiting voor de COSM zijn hoge karakter en donderende Low
MID BOOST CLEAN)
versterker wordt gemaakt, wordt End, minimaliseert.
geluid dat geschikt is voor solo’s Een versterker met een brede frequentie-
geproduceerd. FULL RANGE reeks en een extreem vlakke respons.
Dit functioneert niet alleen als en Goed voor akoestische gitaar.
Booster, maar produceert ook een clean
CLEAN BOOST Crunch geluid waarmee de nuances van
geluid dat Punch heeft, zelfs wanneer
COMBO uw spel natuurgetrouwer uitgedrukt
het alleen wordt gebruikt.
CRUNCH kunnen worden dan op conventionele
Dit is een Booster met heldere comboversterkers.
TREBLE BOOST
karakteristieken.
Goed aanvoelend Crunch geluid dat goed
Een luisterrijk Crunch geluid met een reageert op plukdynamiek terwijl alle
STACK CRUNCH
CRUNCH toegevoegd element van versterker- definiërende kenmerken van een 4 x 12”
ADVANCED vervorming. luidsprekerkast behouden blijven.
ADVANCED
Dit is een Overdrive geluid dat High-gain geluid van een vintage Marshall,
NATURL OD
vervorming met een natuurlijk gevoel speciaal vernieuwd op een manier die
(NATURAL OD) HiGAIN STACK
biedt. alleen met COSM modelleringtechnologie
mogelijk is.
WARM OD Dit is een warme Overdrive.
Een ‘Straight Drive’ geluid dat in
Een vervormd geluid met dikke
FAT DS verschillende situaties goed werkt, van
vervorming.
POWER DRIVE begeleiding tot solo. Een dergelijk geluid
Produceert een vervormd geluid met kan niet van een bestaande comboverster-
LEAD DS zowel de soepelheid van een Overdrive ker of Stack worden verkregen.
als een diepe vervorming.
EXTREM LEAD Een nieuw type geluid dat de onge-
Dit is een vervormd geluid dat ideaal is (EXTREME lijke frequentierespons, typerend voor
METAL DS
voor het spelen van heavy riffs. LEAD) bestaande grote Stacks, gladstrijkt.
Een Fuzz geluid met harmonische Geluid van een grote stack die op grote
OCT FUZZ
inhoud. CORE METAL schaal getweaked is, om het ultieme Metal
geluid te verkrijgen.
Dit is een Crunch geluid van de BOSS
BD-2. Dit modelleert het geluid van de Roland
JC-120
BLUES OD Dit produceert vervorming die de JC-120.
nuances van het plukken op getrouwe CLEAN TWIN Dit modelleert een Fender Twin Reverb.
wijze reproduceert.
PRO CRUNCH Dit modelleert een Fender Pro Reverb.
Dit modelleert het geluid van de BOSS
OD-1. Dit modelleert een Fender Bassman 4 x
TWEED
OD-1 10” combo.
Dit produceert een charmante, milde
vervorming. DELUXE
Dit modelleert een Fender Deluxe Reverb.
CRUNCH
T-SCREAM Dit modelleert een Ibanez TS-808.
Dit modelleert het drivegeluid van en VOX
Dit is het High-gain Overdrive geluid AC-30TB.
TURBO OD
van de BOSS OD-2. VO DRIVE
Dit is een geluid dat geschikt is voor Britse
Dit levert een standaard, traditioneel Rock van de jaren zestig.
VINTAGE DIST
vervormd geluid.
Dit modelleert het sologeluid van de VOX
RAT Dit modelleert een Proco RAT. VO LEAD
AC-30TB.
GUV DS Dit modelleert een Marshall GUV’NOR. Dit modelleert het geluid dat op de
DST+ Dit modelleert een MXR DISTORTION+. linkeringang van een Matchless D/C-30
wordt ingevoerd.
Dit modelleert het geluid van de BOSS MATCH DRIVE
Een simulatie van de nieuwste buizen-
MT-2. VINTAGE
METAL ZONE versterker, veelgebruikt in Blues en Rock
Dit produceert een brede reeks Metal muziekstijlen.
klanken, van oude stijl tot Slash Metal.
Dit modelleert het sologeluid van de
Dit modelleert een FUZZFACE. MESA/Boogie comboversterker.
’60S FUZZ BG LEAD
Dit produceert een vet Fuzz geluid. Het geluid van een buizenversterker,
Dit modelleert een Electro-Harmonix typerend voor eind jaren ’70 tot ’80.
MUFF FUZZ
Big Muff π Dit modelleert een MESA/Boogie met
BG DRIVE
Aangepaste OD/DS TREBLE SHIFT SW aan.

U kunt dit naar wens aanpassen, zodat Dit modelleert het geluid dat op Input 1
CUSTOM
het met de klank die wilt bereiken van een Marshall 1959 wordt ingevoerd.
MS1959 I
overeenkomt. Dit is een geluid met veel hoog, geschikt
voor Hardrock.
Het geluid van het parallel koppelen van
ingangen I en II van de gitaarversterker,
MS1959 I+II
hetgeen een geluid met een sterker low
end dan I creëert.
Modelleert het geluid van de Channel 2
R-FIER VINTAGE VINTAGE Mode op de MESA/Boogie DUAL
Rectifier.
52
Appendix

Categorie Type Uitleg Effectnaam Uitleg

Snelle start
Modelleert het geluid van de Channel 2 U kunt maken dat geluid dat op de gitaar wordt
R-FIER
MODERN Mode op de MESA/Boogie DUAL gespeeld wordt vastgehouden.
MODERN
Rectifier. SOUND HOLD Met dit effect kunt u de melodie in de hoge
Dit modelleert een Hughes & Kettner registers spelen terwijl een noot in de lage registers
T-AMP LEAD wordt vastgehouden.
VINTAGE Triamp AMP3.
Dit modelleert een Soldano SLO-100. Dit is Met deze processor kunt u het geluid dat door het
SLDN element op een akoestisch-electrische gitaar wordt
de typische klank van de jaren tachtig.
AC. PROCESSOR geproduceerd veranderen, en een rijkere klank
Dit modelleert het solokanaal van een

Overzicht
5150 DRIVE (Acoustic Processor) creëren, gelijkend op het geluid dat verkregen
Peavey EVH-5150. wordt wanneer een microfoon dicht bij de gitaar
Dit is een aangepaste voorversterker. wordt geplaatst.

CUSTOM U kunt dit naar wens aanpassen, om Door gevarieerde fase porties aan het directe
het geluid dat u in gedachten hebt te PHASER geluid toe te voegen, geeft het Phaser-effect het
verkrijgen. geluid een wervelend karakter.
Het Flanging effect geeft het geluid een draaiend,
FLANGER
vliegtuigachtig karakter.

Geluid uitvoeren
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering
FX1/FX2 effectenlijst TREMOLO
in volume creëert.
Dit produceert een effect zoals het geluid van een
Dit is een lijst met de effecten die voor de FX1/FX2 kunnen worden ROTARY
roterende luidspreker.
geselecteerd.
Dit modelleert een Uni-Vibe.

UNI-V Hoewel dit op een Phaser-effect lijkt, biedt dit ook


Effectnaam Uitleg een unieke golving die met een reguliere Phaser
T. WAH U kunt een Wah-effect produceren, waarbij het niet te verkrijgen is.
(Touch Wah) filter als reactie op het gitaarniveau verandert. Als u geluid in stereo speelt, en het volumeniveau

Effecten
van de linker en rechterkanten afwisselend
AUTO WAH Dit verandert de filtering binnen een periodieke PAN verandert, kunt u een effect verkrijgen dat maakt
(Auto Wah) cyclus, hetgeen een automatisch Wah-effect biedt. dat het gitaargeluid tussen de luidsprekers heen en
U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door weer lijkt te vliegen.
het [EXP] pedaal of het expressiepedaal, dat op de Dit onderbreekt het geluid achtereenvolgend om
SUB WAH
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is aangesloten, aan te SLICER de indruk te wekken dat een ritmische begelei-
passen. dingsfrase wordt gespeeld.
Dit is een effect dat een lange Sustain produceert Dit effect creëert vibrato door de toonhoogte
ADV. COMP door het volumeniveau van het ingangs- VIBRATO
lichtelijk te moduleren.

Opslaan
(Advanced signaal glad te strijken. U kunt dit ook als een
Limiter gebruiken om alleen de geluidspieken te Dit creëert een bel-achtige klank door het gitaar-
Compressor)
onderdrukken en vervorming te voorkomen. geluid met het signaal van de interne oscillator te
RING MOD.
‘ring-moduleren’. Het geluid kan onmuzikaal zijn en
De Limiter verzwakt luide ingangsniveaus om onderscheidende toonhoogtes missen.
LIMITER
vervorming te voorkomen.
HUMANIZER Dit kan menselijke klinker-achtige klanken creëren.
Dit effect vervormt het geluid om een lange
Sustain te creëren. Het biedt 21 types vervorming. Frequentieband divisie wordt gebruikt om twee

Pedaalinstellingen
Voor vervorming die voor OD/DS geselecteerd verschillende Choruses te produceren, één voor
SUB OD/DS
kunnen worden, kijkt u bij ‘’Lijst van OD/DS types’. lage frequenties en één voor hogere frequenties,
2X2 CHORUS
voor zowel de linker als rechter kanalen (vier in
* ‘CUSTOM’ is niet beschikbaar. totaal). Op die manier kunt u een natuurlijker
GRAPHIC EQ Chorusgeluid bereiken.
Dit past de klank als een Equalizer aan. U kunt de
(Graphic Equalizer) geluidskwaliteit in tien banden aanpassen. Dit is een Delay met een maximale Delay tijd van
SUB DELAY 1.000 ms. Dit effect is bruikbaar om het geluid
PARA EQ Pas de klankkwaliteit aan. U kunt de geluidskwali- vetter te maken.
(Parametric Equalizer) teit in vier banden aanpassen.

TONE MODIFY Dit verandert de klank van de aangesloten gitaar. Systeem


Door middel van simulatie van de kenmerken van
GUITAR SIM bepaalde gitaarcomponenten, zoals elementen
en verschillende gitaar bodies, kunt u tussen een
(Guitar Simulator) aantal verschillende gitaar types afwisselen terwijl
u slechts één enkele gitaar gebruikt.
Dit produceert een volume aanzwellend effect
SLOW GEAR
(‘vioolachtige klank’).
DEFRETTER Dit simuleert een fretloze gitaar.
MIDI/USB

Dit is een synth klank die het gitaar ingangssignaal


WAVE SYNTH
bewerkt.
SITAR SIM.
Dit simuleert het geluid van de sitar.
(Sitar Simulator)
Dit voegt een noot op een octaaf lager toe,
OCTAVE
hetgeen het geluid voller maakt.
Dit effect verandert de toonhoogte van het
PITCH SHIFTER originele geluid (hoger of lager) binnen een reeks
Appendix

van twee octaven.


Harmonist is een effect waarbij de hoeveelheid
verschuiving wordt aangepast volgens een analyse
HARMONIST
van de gitaarinvoer, zodat u harmonie gebaseerd
op diatonische ladders kunt creëren.

53
Appendix

GT-100 Preset Patch lijst


Path # Patch naam Uitleg DIVIDER PREAMP A PREAMP B ACCEL/CTL PU
Het krachtige en vette geluid van een High-gain Stack. Ideaal voor SINGLE: DIV CH SELECT,
P01-1 Hi GAIN STACK HiGAIN STACK HiGAIN STACK H
begeleiding of riffs. Ch. A DELAY
Het mid-boost sologeluid van een Stack. Het CTL pedaal zet SOLO SINGLE:
P01-2 Hi GAIN LEAD EXTREME LEAD POWER DRIVE A&B SOLO H
aan. Ch. A
Het geluid van een comboversterker met een extreem directe en
SINGLE:
P01-3 COMBO CRUNCH gevoelige aanslaggevoeligheid, waarbij de lage frequentiereeks COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
Ch. A
passend gereduceerd wordt.
Een veelzijdig geluid, geschikt voor alles van solo’s tot ritme. Met
SINGLE:
P01-4 NATURAL CLEAN een brede reeks en goede Sustain van de hoge frequenties naar de NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S/H
Ch. A
lage frequenties.
Een ongecompliceerd en krachtig drive geluid dat het karakter van SINGLE: DIV CH SELECT,
P02-1 POWER DRIVE POWER DRIVE POWER DRIVE S/H
de gitaar duidelijk laat horen. Ch. A DELAY
Een ongecompliceerd en krachtig drive geluid dat het karakter van SINGLE: DIV CH SELECT,
P02-2 CRUNCH LEAD COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH S/H
de gitaar duidelijk laat horen. Ch. A CHORUS
Schakelen tussen stack Crunch geluiden met verschillende gain SINGLE: DIV CH SELECT,
P02-3 STACK CRUNCH STACK CRUNCH STACK CRUNCH H
voor begeleiding en solo. Ch. A DELAY
Gebruik het CTL pedaal om tussen het cleane geluid en een
SINGLE:
P02-4 TWEED CLEAN sologeluid met versterkt midden van een tweed versterker te TWEED TWEED DIV CH SELECT H
Ch. A
schakelen.
Een hard Crunch geluid, ideaal voor het spelen van pakkend SINGLE:
P03-1 SINGLE COILROCK STACK CRUNCH STACK CRUNCH DIV CH SELECT S
ritmespel. Het CTL pedaal versterkt de GAIN en MID. Ch. A
Het geluid van een buizenversterker, typerend voor eind jaren ’70
SINGLE:
P03-2 BG LEAD en jaren ’80. Het CTL pedaal schakelt naar een sologeluid waarop BG LEAD BG LEAD DIV CH SELECT S/H
Ch. A
Chorus wordt toegepast.
Een geluid met een vleugje Crunch, ideaal voor ritme. Het CTL SINGLE:
P03-3 ROLLING TONE NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
pedaal versterkt de GAIN en MID. Ch. A
Clean geluid met toevoeging van een Pitch Shifter en Slicer. Het
P03-4 MixSLICE & ACCEL DUAL FULL RANGE NATURAL CLEAN ACCEL (S-BEND) H
ACCEL pedaal verhoogt de algehele toonhoogte.
Ritmegeluid voor klassieke Rock. Het CTL pedaal verhoogt de gain SINGLE: DIV CH SELECT,
P04-1 ZEE ZEE POP POWER DRIVE POWER DRIVE S/H
en het volume. Ch. A DELAY
HARMONY SINGLE:
P04-2 Doorklinkende harmonieklank, ideaal voor Fusion solo’s. NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH FX2 (HARMONIST) S/H
LEADinAm Ch. A
Vintage OD-1 klank. Het CTL pedaal selecteert een klank die SINGLE: OD/DS SOLO, COMP,
P04-3 VINTAGE OVERDRV JC-120 NATURAL CLEAN H
geschikt is voor solo’s. Ch. B DELAY
Pedaal Wah geluid met compressie. Het CTL pedaal schakelt naar SINGLE:
P04-4 COMP PedalWAH NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
een sologeluid. Ch. A
Een extreem Heavy Metal geluid, bruikbaar voor alles van ritme tot SINGLE: DIV CH SELECT,
P05-1 MODERN METAL EXTREME LEAD EXTREME LEAD S/H
solo. Ch. A DELAY
Een Hardrock geluid waarbij Phaser en OD-1 voor de vervorming SINGLE:
P05-2 OD-1 +STACK STACK CRUNCH MS1959 I FX1 (PHASER) H
wordt toegepast. Ch. A
SINGLE:
P05-3 PedalWAH CRUNCH Crunch geluid met pedaal Wah. COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
Ch. A
Extreem harde, cleane klank, ideaal voor ritmisch gedempt SINGLE:
P05-4 TIGHT CLEAN NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S/H
akkoordspel. Het CTL pedaal past Phaser en Chorus toe. Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P06-1 70s US HARDROCK Een retro Hardrock geluid van de jaren ’70. STACK CRUNCH POWER DRIVE S
Ch. A DELAY
SINGLE: DIV CH SELECT,
P06-2 CHORUS LEAD Metal geluid met Chorus, bruikbaar voor begeleiding of solo. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN S/H
Ch. A OD/DS
Klassieke Rock & Roll klank. Het CTL pedaal schakelt naar een SINGLE: DIV CH SELECT,
P06-3 JONNY'S BEEN BAD NATURAL CLEAN STACK CRUNCH S/H
sologeluid. Ch. A DELAY
Het geluid van een Stack. Het CTL pedaal schakelt tussen clean en SINGLE:
P06-4 CLEAN STACK STACK CRUNCH STACK CRUNCH DIV CH SELECT S/H
Crunch. Ch. A
Gebruik het CTL pedaal om tussen vervorming en Metal Zone te SINGLE:
P07-1 DS <-> MTL ZONE NATURAL CLEAN JC-120 DIV CH SELECT S/H
schakelen. Ch. A
Hard vervormd geluid, ideaal voor Metal riffs. Het CTL pedaal SINGLE:
P07-2 R-FIER LEAD R-FIER VINTAGE R-FIER VINTAGE DIV CH SELECT S/H
schakelt naar een sologeluid. Ch. A
SINGLE:
P07-3 BEE BEE THRILL Geluid van een comboversterker, geschikt voor blues solo’s. VO LEAD COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
Ch. A
Een clean geluid met goede Sustain. Het CTL pedaal schakelt naar SINGLE:
P07-4 CLEAN SUSTAIN NATURAL CLEAN STACK CRUNCH DIV CH SELECT S/H
een stack Crunch geluid. Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P08-1 POWER CHORD! Een Drive geluid, simpel maar met Presence. HiGAIN STACK HiGAIN STACK H
Ch. A DELAY
Het sologeluid van een comboversterker. U kunt het ACCEL pedaal SINGLE: ACCEL (FEEDBAC-
P08-2 COMBO LEAD COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH S/H
gebruiken voor Feedback spel. Ch. A KER)
DIV CH SELECT,
Een agressieve Jazz klank. Het CTL pedaal schakelt naar een geluid SINGLE:
P08-3 JAZZ FIELD BG LEAD BG LEAD COMP, DELAY, H
voor solospel. Ch. A
REVERB LEVEL

54
Appendix

Path # Patch naam Uitleg DIVIDER PREAMP A PREAMP B ACCEL/CTL PU

Snelle start
Verandert het geluid van een elektrische gitaar in het geluid van SINGLE: DIV CH SELECT, FX1
P08-4 E.GTR-> AcGUITAR FULL RANGE NATURAL CLEAN S/H
een akoestische gitaar. Ch. A (GUITAR SIM)
SINGLE:
P09-1 METAL MONEY Het Metal geluid van de jaren ’90. CORE METAL CORE METAL DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P09-2 OVERDRV LEAD Een simpel Overdrive geluid. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
Ch. B
SINGLE:
P09-3 TWIN CRUNCH Crunch geluid van een Twin Reverb. CLEAN TWIN CLEAN TWIN REVERB S
Ch. A

Overzicht
DELAY, FX2 (PITCH
SINGLE:
P09-4 BRIGHT RHYTHM Een helder, clean geluid. Het CTL pedaal past Chorus toe. FULL RANGE NATURAL CLEAN SHIFTER), REVERB S/H
Ch. A
LEVEL
Het geluid van twee High-gain versterkers die in stereo zijn
P10-1* STEREO STACK DUAL POWER DRIVE EXTREME LEAD DELAY, OD/DS H
opgesteld, bruikbaar voor het spelen van riffs.
Vet geluid dat nog steeds gevoelig is voor de nuances van de SINGLE:
P10-2 FINGER LEAD STACK CRUNCH MS1959 I OD/DS S/H
aanslag, ideaal voor een bluesy Fusion. Ch. A

Geluid uitvoeren
SINGLE:
P10-3 TWEED BLUES Klassiek Blues geluid van een Tweed versterker. TWEED NATURAL CLEAN OD/DS S/H
Ch. A
Transparant clean geluid, ideaal voor arpeggio’s of het spelen van SINGLE:
P10-4 SUPER CLEAN FULL RANGE NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S/H
akkoorden. Ch. A
SINGLE:
P11-1 WALL OF DIST Krachtige akkoorden produceren een muur van vervorming. STACK CRUNCH BG DRIVE CHORUS S
Ch. A
WAH LEAD Het CTL pedaal schakelt tussen een Wah solo van een versterkte SINGLE: PEDAL FX (WAH),
P11-2 TWEED DELUXE CRUNCH S
>CRUNCH ‘TWEED’ en een Crunch begeleidingsgeluid. Ch. A OD/DS, DELAY
LED ON/OFF, DELAY
P11-3 DIAMOND ECHO Een clean geluid met Echo. DUAL STACK CRUNCH STACK CRUNCH S

Effecten
F.BACK
SINGLE:
P11-4 SAFARI USA Tremolo geluid, geschikt voor de surfmuziek van de jaren ’60. TWEED STACK CRUNCH DIV CH SELECT S
Ch. A
P12-1* STEREO HardRiff Een modern Hardrock geluid, geschikt voor het spelen van riffs. DUAL POWER DRIVE EXTREME LEAD CHORUS H
SINGLE: DIV CH SELECT, FX1
P12-2 TUESDAYS LEAD Een geluid waarop een Phaser lichtelijk wordt toegepast. TWEED TWEED H
Ch. A (PHASER), DELAY
MidRANGE SINGLE: DIV CH SELECT,
P12-3 Crunch geluid met versterkte middenreeks. COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH S/H
CRUNCH Ch. A DELAY

Opslaan
SINGLE:
P12-4 MILD PHASER Een mild Phaser geluid. Het CTL pedaal past een Panning Delay toe. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
Ch. A
Het CTL pedaal schakelt tussen Lo-Fi vervorming en clean Tremolo SINGLE:
P13-1 DIRTY DS&TR CLN COMBO CRUNCH DELUXE CRUNCH DIV CH SELECT H
geluid. Ch. A
Vervormd geluid met extreme Sustain. Gebruik het ACCEL pedaal SINGLE:
P13-2 SQUARE LEAD FULL RANGE COMBO CRUNCH ACCEL (S-BEND) S/H
om Pitch Bend toe te passen. Ch. A
DUAL MTL/ FX1 (PITCH SHIFTER),

Pedaalinstellingen
P13-3 Een geluid waarin Core Metal en Crunch wordt gecombineerd. DUAL COMBO CRUNCH CORE METAL H
CRUNCH OD/DS, DELAY
SINGLE:
P13-4 COMP CHORUS Een clean, stereo Chorus geluid. NATURAL CLEAN POWER DRIVE DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P14-1 AMBIENT DIRTY OD Drive geluid met toegevoegde kamersfeer (Room Ambience). STACK CRUNCH MS1959 I REVERB H
Ch. A
SINGLE:
P14-2 SMOOTH LEAD Klassieke soloklank voor Rock, ook ideaal voor ‘Sweep-picking’. 5150 DRIVE T-AMP LEAD DIV CH SELECT H
Ch. A
Een Crunch geluid met een gevoel van attack. Het CTL pedaal past
P14-3 ATTACKY CRUNCH DUAL COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH OD/DS, DELAY H
een milde versterking toe. Systeem
DIV CH SELECT, FX2
Een clean geluid waarop een Rotary-effect is toegepast. Het CTL SINGLE:
P14-4 CLEAN ROTARY NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN (ROTARY) SPEED S/H
pedaal schakelt tussen snel en langzaam. Ch. B
SELECT
SINGLE: DIV CH SELECT,
P15-1 METAL FLANGER Metal geluid waarop een Flanger wordt toegepast. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN S/H
Ch. A DELAY
SINGLE:
P15-2 MATCH LEAD Een extreem vloeiend sologeluid. Ideaal voor Fusion solo’s. MATCH DRIVE MATCH DRIVE DIV CH SELECT H
Ch. A
Een Crunch klank die vloeiend en verfijnd klinkt als akkoorden SINGLE:
P15-3 LIMITED CRUNCH COMBO CRUNCH MATCH DRIVE DIV CH SELECT H
MIDI/USB

worden gespeeld. Ch. A


Een clean geluid met versterkte middenreeks en waarop een
SINGLE:
P15-4 FAT COMP CLEAN compressor wordt toegepast. JC-120 – CHORUS S
Ch. A
Het CTL pedaal past Chorus toe.
Met zowel een scherpe lage reeks als een goede Sustain in de
P16-1 Hi:BG LD Lo:1959 midden en hoge reeksen, kan dit geluid gebruikt worden voor het DUAL BG LEAD MS1959 I OD/DS, DELAY H
spelen van riffs en solo’s, zonder te schakelen.
Een sologeluid van jaren ’70 Fusion. Het CTL pedaal versterkt de SINGLE:
P16-2 FUSION 335 NATURAL CLEAN DELUXE CRUNCH DIV CH SELECT H
gain en het volume. Ch. A
Appendix

SINGLE:
P16-3 80s JAZZ FUSION Een Fusion sologeluid dat stereo Chorus gebruikt. NATURAL CLEAN JC-120 OD/DS H
Ch. A
Als dit met Humbuckers wordt gebruikt, wordt een milde Jazz klank SINGLE:
P16-4 MILD JAZZTONE NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
geproduceerd. Ook geschikt voor ‘finger-picking’. Ch. A

55
Appendix

Path # Patch naam Uitleg DIVIDER PREAMP A PREAMP B ACCEL/CTL PU


BOSSTONE Eén van de Rock geluiden van eind jaren ’70. Het CTL pedaal SINGLE:
P17-1 NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S/H
DRV-SOLO schakelt naar een geluid voor solospel. Ch. A
Het Crunch geluid van een comboversterker met een versterkte SINGLE:
P17-2 MidBOOST COMBO COMBO CRUNCH MS1959 I DELAY S/H
middenreeks. Ch. A
SINGLE:
P17-3 COUNTRY PICKIN' Een klassiek Country Rock geluid. CLEAN TWIN – OD/DS S
Ch. A
Clean geluid met een vertraging die door ‘tapping’ (tikken) aan het SINGLE:
P17-4 DLY TIME TAP CTL NATURAL CLEAN JC-120 DELAY TAP H
ritme gesynchroniseerd kan worden. Ch. A
Geschikt voor simpele Hardrock. Het CTL pedaal zet de SOLO SINGLE:
P18-1 LATE 80s HdRockRf MS1959 I COMBO CRUNCH A/B SOLO H
schakelaar aan. Ch. A
Phaser geluid, ideaal voor Rock riffs van de jaren ’70. Het CTL pedaal SINGLE: DIV CH SELECT,
P18-2 ITS JUST A PHASE MS1959 I+II MS1959 I+II H
versterkt de gain en het volume. Ch. A DELAY
SINGLE:
P18-3 LOOSE ROPE Een sologeluid voor moderne Country. DELUXE CRUNCH – OD/DS S
Ch. A
FUNKY GT FOR Geluid dat niet vervormt, zelfs als u met Humbuckers speelt. SINGLE:
P18-4 NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN CHORUS, COMP H
HumB Ook geschikt voor cleane, gedempte akkoorden. Ch. A
Slash Metal geluid van de jaren ’80. Het CTL pedaal schakelt naar SINGLE:
P19-1 LATE 80s METAL RF JC-120 CORE METAL DIV CH SELECT H
JC Clean. Ch. B
Geluid waarop Delay is toegepast, ideaal voor solo’s in jaren ’70 SINGLE:
P19-2 ROADS NATURAL CLEAN CORE METAL DIV CH SELECT H
Rock. Ch. B
Vintage clean geluid. Het CTL pedaal past versterking van de SINGLE:
P19-3 BLACK PANEL CLEAN TWIN – OD/DS S
middenreeks toe. Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P19-4 NORWEGIN GROVE Geluid dat het kenmerkende Drone geluid van een sitar toevoegt. FULL RANGE NATURAL CLEAN H
Ch. A DELAY, CHORUS
De lage reeks is aan de High-gain Stack toegewezen, en de midden
P20-1 Hi:JC120 Lo:STACK DUAL JC-120 HiGAIN STACK DELAY S/H
en hoge reeksen aan een JC-120.
FRANKLY De Fusion ritmeklank van de jaren ’90. Het CTL pedaal versterkt de SINGLE:
P20-2 POWER DRIVE POWER DRIVE DIV CH SELECT H
SWEEPING gain en het volume voor solospel. Ch. A
SINGLE:
P20-3 FUSIONY Fusion sologeluid met Pan Delay. SLDN SLDN DIV CH SELECT H
Ch. A
NATURAL SINGLE:
P20-4 Vriendelijk en compact Jazz geluid. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
JAZZTONE Ch. A
DUAL MIC Stereogeluid, geproduceerd door een opstelling met twee
P21-1* DUAL MS1959 I MS1959 I A&B SOLO H
StereoMS microfoons.
SINGLE:
P21-2 MELLOW LEAD Bluesachtig geluid met warme Overdrive. NATURAL CLEAN JC-120 DIV CH SELECT H
Ch. A
SINGLE:
P21-3 BASIC BLUES Crunch geluid met compressor, ideaal voor Blues of klassieke Rock. COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
Ch. A
Een rijke klank waarbij een combinatie van meerdere modulatie- SINGLE:
P21-4 DEEP CS StCHORUS NATURAL CLEAN HiGAIN STACK DIV CH SELECT S/H
effecten wordt gebruikt. Ch. A
Stereo High-gain geluid dat door twee versterkers wordt
P22-1* DUAL ST Hi GAIN DUAL T-AMP LEAD R-FIER VINTAGE CHORUS H
geproduceerd.
SINGLE:
P22-2 OUT DELAY Sologeluid dat een lange stereo Delay gebruikt. R-FIER MODERN COMBO CRUNCH FX2 (SUB DELAY) S/H
Ch. A
Tweed versterker geluid, opvallend vanwege zijn milde buizenver- SINGLE: FX1 (SUB OD/DS),
P22-3 T-SCREAM TWEED TWEED – S/H
vorming. Ch. A DELAY
SINGLE:
P22-4 ELCTRIC PIANO Clean geluid van de jaren ’70 met een zachte Phaser. NATURAL CLEAN – FX2 (PAN) S
Ch. A
SINGLE:
P23-1 FAT DRY MIX MS Knapperig en stoutmoedig Drive geluid. MS1959 I+II STACK CRUNCH A&B SOLO H
Ch. A
SINGLE:
P23-2 ROYAL LEAD Brits sologeluid van de jaren ’70 en ’80. VO LEAD COMBO CRUNCH DELAY H
Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P23-3 TIGHT CRUNCH Een compact combo Crunch geluid. COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH H
Ch. A DELAY, CHORUS
SINGLE:
P23-4 REGGIE Het geluid van jaren ’70 Funk. Het CTL pedaal versterkt de gain. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S
Ch. A
P24-1 METAL ACOUSTIC Een geluid dat Metal en akoestisch combineert. DUAL FULL RANGE CORE METAL CHORUS, DELAY S
FEEDBACK Als u het ACCEL pedaal indrukt, kunt u Feedback uitvoeren met het SINGLE: ACCEL (FEEDBAC-
P24-2 SLDN EXTREME LEAD S/H
CONTROL geluid van een High-gain buizenversterker. Ch. A KER)
SINGLE:
P24-3 70s BRITROCK Brits Stack geluid van vroeger, ideaal voor solo’s. PRO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
Ch. A
Clean geluid met een prachtige stereo panning. Het CTL pedaal SINGLE:
P24-4 CHORDS SO SWEET NATURAL CLEAN HiGAIN STACK DIV CH SELECT S
voegt een vleugje Crunch toe. Ch. A
Jaren ’70 Rock geluid met Phaser. Het CTL pedaal maakt het geluid SINGLE: DIV CH SELECT,
P25-1 BARK TONE CORE METAL CORE METAL H
geschikt voor solo’s en zet ook een Delay aan. Ch. A DELAY
Een High-gain sologeluid waarop Auto Wah wordt toegepast.
SINGLE:
P25-2 LEAD DREAMER Het ACCEL pedaal produceert een unieke klank met gebruik van 5150 DRIVE – ACCEL (S-BEND) H
Ch. A
S.Blend.
SINGLE:
P25-3 1959 CRUNCH Crunch geluid gebaseerd op MS1959. MS1959 I – OD/DS, DELAY H
Ch. A

56
Appendix

Path # Patch naam Uitleg DIVIDER PREAMP A PREAMP B ACCEL/CTL PU

Snelle start
SINGLE:
P25-4 CLEAN MACHINE Kristalhelder geluid, ideaal voor ritme in stijlen als Country. JC-120 COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P26-1 REIGN IN THRASH Slash Metal geluid van de jaren ’80. Ideaal voor het spelen van riffs. SLDN SLDN H
Ch. A DELAY
Psychedelisch Rock geluid van het 1969 Woodstock festival. Intense
P26-2 1969 XPERIENC DUAL TWEED EXTREME LEAD ACCEL (S-BEND) S
vervorming wordt met gebruik van Fuzz geproduceerd.
Amerikaans Crunch geluid waarop Chorus en Delay wordt SINGLE:
P26-3 CRUNCH DELAY COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
toegepast. Ook geschikt voor Country stijlen. Ch. A

Overzicht
Een geluid dat ideaal is voor 16-beat gedempt akkoordspel in Funk SINGLE:
P26-4 FUNKY DELICK DELUXE CRUNCH EXTREME LEAD DIV CH SELECT S/H
of Fusion. Ch. A
Een Riff klank die in klassieke Rock wordt gebruikt. Het CTL pedaal SINGLE: DIV CH SELECT, FX1
P27-1 CHAINED UP 5150 DRIVE 5150 DRIVE S/H
voegt een Flanger toe. Ch. A (FLANGER)
MAHOGANY
P27-2 Een sologeluid met een breed bereik van eind jaren ’70. DUAL TWEED EXTREME LEAD ACCEL (S-BEND) S/H
FLASHBAC
SINGLE: DIV CH SELECT,

Geluid uitvoeren
P27-3 PLEXI RHYTHM Een ritmegeluid dat in klassieke Rock wordt gebruikt. PRO CRUNCH STACK CRUNCH H
Ch. A DELAY
SINGLE:
P27-4 LEAD PICKIN' Vintage Country sologeluid. CLEAN TWIN CLEAN TWIN DIV CH SELECT S
Ch. A
Crunch ritmegeluid voor Blues. Het CTL pedaal schakelt naar een SINGLE:
P28-1 BLUES BUDDY CLEAN TWIN CLEAN TWIN DIV CH SELECT S/H
sologeluid. Ch. A
Een sologeluid met een gedempt geluid. Zet de EXP SW aan om SINGLE:
P28-2 MONEY StillWah POWER DRIVE EXTREME LEAD DIV CH SELECT S/H
Pedal Wah te gebruiken. Ch. A
SINGLE:
P28-3 KING OF BLUES Een geluid dat ideaal is voor Blues solo’s. DELUXE CRUNCH – FX2 (SUB DELAY) S
Ch. A

Effecten
SINGLE:
P28-4 SPINNER Een clean, roterend geluid. NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S/H
Ch. A
Een geluid dat door Fusion spelers van de afgelopen jaren werd SINGLE:
P29-1 LOVE SUMMER NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
gebruikt. Ch. B
SINGLE:
P29-2 1984 DRIVIN' Drive geluid dat aan jaren ’80 Hardrock doet denken. HiGAIN STACK 5150 DRIVE DIV CH SELECT H
Ch. A
ACCEL (S-BEND),
P29-3* ROUGH'N' DIRTY Ruig Rock geluid. Ideaal voor begeleiding of Riffs. DUAL POWER DRIVE R-FIER VINTAGE S/H
DELAY LEVEL

Opslaan
CLN TWIN SINGLE:
P29-4 Clean geluid, zeer geschikt voor Country Rock Riffs. CLEAN TWIN DELUXE CRUNCH DIV CH SELECT S
SOUTHERN Ch. A
Het ideale geluid voor het spelen van Heavy Metal Riffs. Het CTL SINGLE:
P30-1 METAL CORN R-FIER MODERN CORE METAL DIV CH SELECT H
pedaal versterkt de gain en het volume. Ch. A
Een Bluesachtig geluid van eind jaren ’60 waarin MS1959 met FUZZ SINGLE:
P30-2 CREAMY SET MS1959 I STACK CRUNCH OD/DS H
wordt gecombineerd. Ch. A
SINGLE:

Pedaalinstellingen
P30-3 T.WAH TWEED Het geluid van een Tweed versterker met Touch Wah. TWEED TWEED DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P30-4 COMP CLEAN Een clean geluid met compressie, ideaal voor ritme of Riffs. NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
Ch. A
Geluid van een Stack met doorklinkende vervorming. Geschikt voor SINGLE: DIV CH SELECT,
P31-1 STACK LEAD POWER DRIVE EXTREME LEAD S/H
zowel begeleiding als solospel. Ch. A DELAY
SINGLE:
P31-2 70s T.WAH LD Een sologeluid van de jaren ’70 waarin Touch Wah wordt gebruikt. STACK CRUNCH MS1959 I FX1 (T. WAH) H
Ch. A
Het geluid van een kleine comboversterker met een beetje
P31-3 DirtyOle TWEED DUAL TWEED PRO CRUNCH ACCEL (S-BEND) S
Overdrive. Zeer geschikt voor Blues of Funk. Systeem
P31-4 MinneapolisFNK Een extreem clean geluid, ideaal voor ritmisch akkoordspel. DUAL – – CHORUS S
SINGLE:
P32-1 TWEED BLUES 2 Het klassieke geluid van Texas Blues. TWEED NATURAL CLEAN OD/DS S
Ch. A
NY LEAD Een sologeluid met een sterk gemoduleerde Flanger. Ook bruikbaar SINGLE: DIV CH SELECT,
P32-2 BG DRIVE JC-120 H
MODULATE voor Cool Jazz Fusion. Ch. A OD/DS
SINGLE:
P32-3 SQUEEZE BLUES GT Een Bluesy geluid met inbegrepen Ambience. TWEED CLEAN TWIN OD/DS H
Ch. B
SINGLE:
P32-4 TOUCH WAH CLN Sterk gemoduleerde Chorus en Touch Wah. Goed voor arpeggio’s. NATURAL CLEAN JC-120 FX1 (T. WAH) H
MIDI/USB

Ch. A
SINGLE:
P33-1 BLADE METAL Een extreem scherpe Metal klank. R-FIER MODERN – OD/DS H
Ch. A
PROGRESS Gebruik het CTL pedaal om tussen een sologeluid met een zachte SINGLE:
P33-2 BG LEAD COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
SmoothLD Attack en een clean geluid met een prachtige Chorus af te wisselen. Ch. A
SINGLE:
P33-3 CRUNCH FLANGER Een cool Flanger geluid geschikt voor arpeggio’s. COMBO CRUNCH NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S/H
Ch. A
P33-4* JS SIG. CLEAN Een clean geluid voor instrumentale gitaarmuziek van de jaren ’80. DUAL BG DRIVE NATURAL CLEAN ACCEL (S-BEND) S
Appendix

SINGLE:
P34-1 GREAT ROCK Een Hardrock geluid dat in de jaren ’80 en ’90 werd gebruikt. MS1959 I HiGAIN STACK DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P34-2 SLIDE FOR ST Ideaal geluid voor het spelen van Slide gitaar met single-coils. TWEED TWEED DIV CH SELECT S
Ch. A

57
Appendix

Path # Patch naam Uitleg DIVIDER PREAMP A PREAMP B ACCEL/CTL PU


LED ON/OFF, FX2
SINGLE:
P34-3 ROTARY CRUNCH Standaard roterend geluid voor Rock. STACK CRUNCH – (ROTARY) SPEED S
Ch. A
SELECT
P34-4 FULLERTN DRIVE Licht Amerikaans Crunch geluid van eind jaren ’50. DUAL PRO CRUNCH TWEED CHORUS S
SINGLE:
P35-1 DRAGON METAL Ideaal modern Metal geluid voor Humbuckers. T-AMP LEAD EXTREME LEAD DIV CH SELECT H
Ch. A
SINGLE:
P35-2 SLIDE FOR LP Ideaal geluid voor het spelen van Slide gitaar met Humbuckers PRO CRUNCH PRO CRUNCH DIV CH SELECT H
Ch. A
Het Drive geluid dat door een kleine versterker van de jaren ’70 SINGLE:
P35-3 70sSMALL AMP DELUXE CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
werd geproduceerd. Ch. A
Dit geluid voegt een plezierige hoeveelheid vervorming aan een
P35-4 BUTTERSCOT.CRN DUAL PRO CRUNCH MS1959 I+II CHORUS S
ideaal ritmegeluid toe.
SINGLE:
P36-1 HARD RK FLANGE Het Flanger geluid van jaren ’80 Metal. 5150 DRIVE R-FIER MODERN DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P36-2 MID 70s S.O.S. Geniet van ‘sound-on-sound’ met een vertraging van twee tellen. VO LEAD COMBO CRUNCH BPM TAP S
Ch. A
SINGLE:
P36-3 MS DRY CRUNCH Stevig Crunch geluid geschikt voor Humbuckers. MS1959 I STACK CRUNCH OD/DS H
Ch. A
UNMATCHD
P36-4 Het geluid van een vette en extreem cleane comboversterker. DUAL MATCH DRIVE COMBO CRUNCH CHORUS S
COMBO
SINGLE: ACCEL (S-BEND),
P37-1 VAN FLANGE Het Flanger geluid van jaren ’80 Hardrock. R-FIER MODERN – S/H
Ch. A DELAY
SINGLE: LED ON/OFF, FX1
P37-2 VIBRATO LEAD Gebruik het CTL pedaal om arm-stijl vibrato toe te passen. STACK CRUNCH COMBO CRUNCH S
Ch. A (VIBRATO) TRIGGER
P37-3* STEREO RIFF Stereo versterkergeluid geschikt voor heavy Riffs. DUAL POWER DRIVE HiGAIN STACK CHORUS H
Clean geluid met stereo panning dat de indruk van een brede
P37-4* GREAT WideOpen DUAL TWEED VO LEAD ACCEL (S-BEND) S
horizon creëert.
SINGLE: DIV CH SELECT,
P38-1 RECTOSARIUS Een modern Rock geluid. R-FIER VINTAGE R-FIER MODERN S/H
Ch. A DELAY
Een vloeiend High-gain sologeluid. Vette vervorming kan zelfs met SINGLE:
P38-2 Hi GAIN LEAD 2 EXTREME LEAD POWER DRIVE A/B SOLO S/H
single-coils worden verkregen. Ch. A
SINGLE:
P38-3 COLLEGE ROCK Crunch geluid geschikt voor akkoord Riffs. COMBO CRUNCH MATCH DRIVE DIV CH SELECT S
Ch. A
Engels clean geluid met Chorus en diepe Reverb. Geschikt voor pop SINGLE:
P38-4 TheULTRA CLEAN FULL RANGE JC-120 DIV CH SELECT S/H
van de jaren ’80. Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P39-1 UFOBJECT Het klassieke geluid van jaren ’70 Hardrock. MS1959 I+II HiGAIN STACK H
Ch. A DELAY
HARMONY SINGLE:
P39-2 Geluid geschikt voor melodieuze Metal solo’s. NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH FX2 (HARMONIST) H
LEADinEm Ch. A
LED ON/OFF,
P39-3 AG +CRUNCH Geluid geschikt voor melodieuze Metal solo’s. DUAL FULL RANGE COMBO CRUNCH S
PREAMP B MIC LEVEL
Clean geluid waarop modulatie wordt toegepast. Ook effectief
P39-4 SUPER MODULATE DUAL NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN OD/DS H
wanneer het voor het intro wordt gebruikt.
Fantasieachtig geluid met diepe Delay. Het ACCEL pedaal past SINGLE:
P40-1 RIPPIN' EXTREME LEAD – ACCEL (RING MOD) H
ringmodulatie toe. Ch. A
Een Fuzz geluid met een uniek karakter. Ook bruikbaar als het SINGLE:
P40-2 OCTAFUZZ LEAD CLEAN TWIN COMBO CRUNCH FX2 (UNI-V) S
volume van de gitaar is verlaagd. Ch. A
Stereo Pan Delay. U kunt op het CTL pedaal drukken om de Delay SINGLE:
P40-3 TapDELAY STEREO COMBO CRUNCH NATURAL CLEAN DELAY TAP S
tijd in te stellen. Ch. A
SINGLE:
P40-4 PH FOR RHYTHM Een licht Phaser geluid ideaal voor gedempte akkoorden. CLEAN TWIN PRO CRUNCH FX2 (PAN), CHORUS S
Ch. A
Het Hardrock geluid van eind jaren ’70. Phaser en Delay worden op
P41-1* PASADENA PLEXI DUAL STACK CRUNCH HiGAIN STACK ACCEL (S-BEND) S/H
een vette Britse Overdrive toegepast.
Een geluid dat een High-gain versterker en een comboversterker
P41-2 Hi GAIN +CRUNCH DUAL COMBO CRUNCH EXTREME LEAD DELAY H
combineert.
UK COMBO Geluid van een diep vervormde comboversterker, geschikt voor het SINGLE:
P41-3 VO LEAD COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
ForCHORD spelen van akkoorden. Ch. A
Een plezierig Echo geluid dat Slow Gear gebruikt. Het CTL pedaal
P41-4 SLOWGEAR ECHO DUAL NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN OD/DS S/H
past vervorming toe.
Reproduceert de combinatie van een Fuzz van eind jaren ’60 en SINGLE:
P42-1 60s FUZZ LEGEND STACK CRUNCH COMBO CRUNCH OD/DS S
vervormde versterker. Ch. A
Het geluid van een Stack met versterkt midden. Met het ACCEL SINGLE: ACCEL (FEEDBAC-
P42-2 MidBOOST STACK MS1959 I COMBO CRUNCH S/H
pedaal kunt u Feedback uitvoeren. Ch. A KER)
Produceert een scherp geluid wanneer dit met single-coils wordt SINGLE:
P42-3 70s PUB ROCK DELUXE CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
gebruikt. Ch. A
Produceert een geluid dat aan een fretloze gitaar doet denken. SINGLE:
P42-4 DEEP DEFRETER NATURAL CLEAN JC-120 FX2 (SUB DELAY) S
Geschikt voor het spelen van losse noten. Ch. A
SINGLE:
P43-1 CALIFORNIA! Amerikaans geluid van de jaren ’70 met Compressor en Phaser. DELUXE CRUNCH – DIV CH SELECT S
Ch. A
P43-2 JP LEAD SCOTTISH Een dik, vet sologeluid. DUAL R-FIER MODERN HiGAIN STACK ACCEL (S-BEND) S/H
58
Appendix

Path # Patch naam Uitleg DIVIDER PREAMP A PREAMP B ACCEL/CTL PU

Snelle start
ROCKABIL50s Reproduceert het geluid van de jaren ’50 met een bandecho en veer SINGLE:
P43-3 COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
ECHO Reverb. Ch. A
SINGLE:
P43-4 RESO PH CLEAN Een clean Phaser geluid met een verhoogde resonantie. NATURAL CLEAN JC-120 FX1 (PAN) S
Ch. A
Een Fuzz geluid met een rijke boventonenstructuur. Ideaal voor SINGLE:
P44-1 SHRED FZ COMBO CRUNCH VO DRIVE DELAY H
begeleiding of solo’s. Ch. A
Produceert een unisono geluid met een octaaf lager, ideaal voor
P44-2 JP METAL UNISON DUAL 5150 DRIVE R-FIER VINTAGE ACCEL (S-BEND) S/H
Riffs of losse noten.

Overzicht
NATURAL Drive geluid ideaal voor Rock&Roll. Het CTL pedaal schakelt naar SINGLE:
P44-3 TWEED COMBO CRUNCH OD/DS, DELAY S
OVER-DRV een droog geluid. Ch. A
Clean geluid met een plezierige, wapperende bandecho. Gebruik SINGLE: LED ON/OFF, FX1
P44-4 VIBRATO CLEAN NATURAL CLEAN JC-120 S/H
het CTL pedaal om vibrato toe te voegen. Ch. A (VIBRATO) TRIGGER
P45-1* LA TR RIFF Direct geluid en Tremolo geluid worden in stereo gegenereerd. DUAL COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH CHORUS H
Hiermee kunt u solo’s spelen die op effectieve wijze gebruikmaken SINGLE:
P45-2 PedalBND LEAD POWER DRIVE COMBO CRUNCH ACCEL (S-BEND) H
van pedaal Pitch Bend verandering. Ch. A

Geluid uitvoeren
SINGLE:
P45-3 MODERN VO DRIVE Speel akkoorden om een sprankelend Crunch geluid te verkrijgen. VO DRIVE VO LEAD DIV CH SELECT S
Ch. A
Ideaal voor de funky gedempte akkoorden van het Amerikaanse SINGLE:
P45-4 NEW OLESFUNK CLEAN TWIN NATURAL CLEAN CHORUS S
zuiden. Ch. A
SINGLE:
P46-1 80s HARDROCK Rock geluid van de jaren ’80 met gebruik van een stereo Chorus. BG LEAD BG DRIVE A/B SOLO, DELAY H
Ch. A
Een glad sologeluid dat Slow Gear gebruikt. Ook effectief op SINGLE: FX1 (SLOW GEAR),
P46-2 SLOWGEAR LEAD NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH S
geluidseffect frases. Ch. A FX2 (SUB DELAY)
Produceert een langzaam auto-pan effect. Het CTL pedaal verandert SINGLE:
P46-3 SLOW AUTO PAN COMBO CRUNCH NATURAL CLEAN FX2 (PAN) RATE S

Effecten
de snelheid voortdurend. Ch. A
Het cleane geluid van een comboversterker. Het CTL pedaal SINGLE:
P46-4 UK COMBO CLEAN VO DRIVE VO LEAD DIV CH SELECT S/H
schakelt naar een sologeluid. Ch. A
Jaren ’80 geluid dat een verdubbelende Delay met een Chorus SINGLE:
P47-1 80s NEW WAVE COMBO CRUNCH JC-120 OD/DS S
combineert. Ch. A
Transformeert een gitaargeluid in een synth geluid. Voor gebruik SINGLE:
P47-2 WAVE SYNTH FULL RANGE COMBO CRUNCH ACCEL (S-BEND) S/H
met losse noten. Ch. A
Crunch geluid voor funky Rock. Geschikt voor gebruik met het SINGLE:
P47-3 CRNCH 4 RHYTHM COMBO CRUNCH MS1959 I FX1 (T. WAH) S

Opslaan
achterste enkelspoels element. Ch. A
SINGLE: CHORUS, FX1
P47-4 Piëzo-> AcGUITAR Transformeert geluid van een piëzo in akoestisch geluid. FULL RANGE NATURAL CLEAN P
Ch. A (GUITAR SIM)
Combineert een lieflijk sologeluid dat stereo Delay gebruikt met SINGLE:
P48-1 LATIN ROCK BG DRIVE STACK CRUNCH DIV CH SELECT H
een roterend clean geluid. Ch. A
REVERSE Vervormd sologeluid met toegevoegde harmonie door effectief
P48-2 DUAL EXTREME LEAD EXTREME LEAD ACCEL (S-BEND) H
HARMONY gebruik van omgekeerde Delay.

Pedaalinstellingen
Geluid dat clean en Overdrive combineert. Past goed bij alternatieve
P48-3 D'CLEAN DIRT DUAL STACK CRUNCH JC-120 ACCEL (S-BEND) S/H
Rock.
Een geluid dat aan een elektrische sitar doet denken. Bruikbaar met SINGLE:
P48-4 E SITAR SIMULATE NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DELAY H
losse noten of akkoorden. Ch. A
P49-1* STEREO R-FIER Een High-gain stereogeluid geschikt voor laaggespeelde Riffs. DUAL R-FIER MODERN R-FIER VINTAGE DELAY H
ACCEL (RING MOD),
Druk op het ACCEL pedaal om een metaalachtig geluid te SINGLE:
P49-2 ACCEL RING MOD NATURAL CLEAN – DELAY LEVEL, S/H
produceren. Ch. A
REVERB LEVEL
PH CRNCH>DS Een licht gefaseerd Crunch geluid wordt met intensieve vervorming SINGLE:
P49-3 COMBO CRUNCH STACK CRUNCH DIV CH SELECT S
Systeem
CHOD gecombineerd. Ch. A
Druk op het ACCEL pedaal om een fantasieachtig geluid te SINGLE: ACCEL (TWIST),
P49-4 ACCEL TWIST NATURAL CLEAN – S/H
produceren. Ch. A REVERB LEVEL
DELAY, COMP LEVEL,
P50-1 METAL GtwithBASS Kern Metal geluid dat een bruikbare bastoon aan Riffs toevoegt. DUAL CORE METAL – S/H
PREAMP A SOLO
ACCEL (LASER
Druk op het ACCEL pedaal om een geluid dat aan een laserstraal SINGLE:
P50-2 ACCEL LSR BEAM BG LEAD BG LEAD BEAM), DELAY LEVEL, S/H
doet denken te produceren. Ch. A
REVERB LEVEL
MIDI/USB

SINGLE:
P50-3 MATCH CRUNCH Crunch geluid ideaal voor gebruik met de achterste single-coil. MATCH DRIVE COMBO CRUNCH OD/DS, EQ, DELAY S
Ch. A
ACCEL (WARP),
Druk op het ACCEL pedaal om een fantasieachtig geluid te SINGLE:
P50-4 ACCEL WARP NATURAL CLEAN – REVERB LEVEL, S/H
produceren. Ch. A
DELAY LEVEL

* Voor Patches met een ‘*’ achter het Patch nummer is hun mixer (p.28) modus op PAN L/R ingesteld. Voor overige Patches is de modus op STEREO ingesteld.
* DIVIDER = Divider instelling (p.27).
Appendix

• SINGLE: Ch. A = Divider MODE is SINGLE en CH SELECT is CH. A


• SINGLE: Ch. B = Divider MODE is SINGLE en CH SELECT is CH. B
• DUAL = Divider MODE is DUAL
* PU=Pickup (element)
• S= Deze Patch is geschikt voor single-coils
• H=Deze Patch is geschikt voor Humbuckers
• P=Deze Patch is geschikt voor piëzo 59
60
Extern MIDI-
Computer apparaat
Extern
expressie-
Appendix

pedaal
Externe Gitaarversterker
Externe voetschakelaar

MIDI In
MIDI In
effectprocessor

Audio In
MIDI Out
MIDI Out

Audio Out
Geluidssignaal

Control of MIDI-signaal
Signaalstroom

SUB CTL 1, 2/ AMP


USB MIDI SUB EXP CTL
SEND RETURN
[EXP] Pedal,
EXP PEDAL SW
Pedals

USB Control
OUT
LEV

RETURNLEV
SEND LEV
USB IN-OUT MODE
REAMP
NORM
DRY OUT Koptelefoon
USB IN LEVEL
REAMP *1
Gitaar PHONES
NORM
DRY OUT
INPUT
REV PDL NS1 NS2 FV S/R USB ACC
REAMP
NORM CMP OD EQ FX1 FX2 DLY CHO
MAIN OUT
DRY OUT USB MIX
LEVEL
LEVEL

PREAMP
Gitaarversterker
Off
Ch A OUTPUT
MASTER GLOBAL +4dBu
EQ EQ THRU -10dBu
PREAMP PATCH
MUTE On
DIVIDER Ch B MIXER LEVEL OUTPUT
BYPASS LEVEL
MULTI EFFECTEN
Phrase
(U kunt de volgorde waarin de effecten worden aangesloten veranderen) Mengpaneel
Loop
(PERFORM)

Tuner EXP Pedal


Phrase
Loop
(PATCH EDIT)

AUX IN

TUNER OUTPUT TUNER


*1 Wanneer ‘USB’ zich aan het uiteinde van de FX CHAIN bevindt, wordt MASTER EQ en GLOBAL EQ toegepast.
DIR.MONITOR
Appendix

Probleemoplossing

Snelle start
Probleem Items om te controleren Maatregelen
Problemen met het geluid
Zijn de aansluitkabels gebroken? Gebruik een andere set aansluitkabels.
Is de GT-100 correct op het andere apparaat
Controleer de aansluitingen met andere apparaten (p.22).
aangesloten?

Overzicht
Is de aangesloten versterker/mengpaneel uit, of is het
Controleer de instellingen van het versterker/mixer systeem.
volume verlaagd?
Zijn de [OUTPUT LEVEL] knoppen verlaagd? Stel de OUTPUT LEVEL knoppen op een passende positie in (p.24).
Als de OUTPUT op ‘MUTE’ is ingesteld in de Tuner modus, wordt zelfs
Is Tuner op On ingesteld? het directe geluid niet uitgestuurd als de Tuner op ‘On’ wordt gezet
Geen geluid/volume te laag (p.24).

Geluid uitvoeren
Is elk effect correct ingesteld? Controleer de instellingen van elk effect.
Is ‘USB/OUTPUT LEVEL’ (p.43) op een lage waarde
Stel de instelling op een geschikte waarde in.
ingesteld?
Is ‘FOOT VOLUME: LEVEL’ of ‘MASTER: PATCH LEVEL’ als Verplaats de controller (pedaal) naar de plaats waaraan het is
een toegewezen doel gespecificeerd (p.37)? toegewezen.
Is de stroom van het externe apparaat dat op de EXT
LOOP Jack is aangesloten uit, of is het volume van het Controleer de instellingen van het aangesloten apparaat.
apparaat verlaagd?
Geluid van apparaten die op de Is de ‘DIR.MONITOR’ (p.44) op OFF ingesteld? Zet dit op ON.
INPUT Jack zijn aangesloten is niet

Effecten
hoorbaar door de koptelefoon Is de ‘USB IN-OUT MODE’(p.43) op ‘REAMP’ ingesteld? Kies een andere instelling dan ‘REAMP’.

Het volumeniveau van het instrument


dat op de INPUT, AUX IN, en RETURN Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat? Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
Jacks is aangesloten, is te laag
Is de waarde van aan gain of volume gerelateerde
Verlaag deze waardes.
effecten te hoog ingesteld?
Afhankelijk van de software instellingen, kunnen geluidssignalen
uiteindelijk gelooped worden. U kunt de volgende methodes

Opslaan
Er treedt een oscillerend geluid op gebruiken om dit te voorkomen.
Is de ‘USB IN-OUT MODE’(p.43) op ‘REAMP’ ingesteld? • Stop het afspelen met de software, en zet Soft Thru op Off.
• Zet de geluidsingang van de software uit.
• Stel USB IN-OUT MODE op iets anders dan ‘REAMP’ in.
Als PREFERENCE: PREAMP op ‘SYSTEM 1-3’ is ingesteld, veranderen de
Geen verandering in de voorverster- voorversterker instellingen niet als u van Patch verandert.
Is de ‘PREFERENCE’ van de voorversterker (p.41) op
kerklank, zelfs nadat er van Patch is

Pedaalinstellingen
‘SYSTEM 1-3’ ingesteld? Als u voorversterkerinstellingen voor iedere Patch individueel wilt
veranderd
maken, zet u de bovenstaande instelling op ‘PATCH’.
Als de Assign Source op ‘INT PEDAL’ of ‘WAVE PEDAL’ staat, verandert de
effectparameter die als Assign target is ingesteld automatisch.
Is ‘INT PEDAL’ of ‘WAVE PEDAL’ als de Assign Source bij
Assign (p.37) ingesteld? Als u de parameters handmatig met de knoppen wilt kunnen
veranderen, zet u eerst Assign uit om het interne pedaalsysteem te
Parameters kunnen niet met de deactiveren.
knoppen veranderd worden Als ‘INPUT LEVEL’ voor de Assign Source is ingesteld, verandert de
effectparameter die als de Assign Target is ingesteld automatisch
Is ‘INPUT LEVEL’ als de Assign Source ingesteld bij volgens het niveau van de invoer van de gitaar (de speeldynamiek).
Assign (p.37)?
Systeem

Als u de parameters handmatig met de knoppen en draaiknop wilt


kunnen instellen, zet u eerst Assign uit.
Overige problemen
Op de GT-100 kunnen Patches alleen geselecteerd worden als het Play
Patch werkt niet Wordt er iets anders dan het Play scherm getoond? scherm wordt weergegeven. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm
terug te keren (p.21).
Om een parameter met gebruik van het expressiepedaal of de
Is het effect uitgezet? voetschakelaar te besturen, zorgt u dat het effect, dat de parameter die
MIDI/USB

u wilt besturen bevat, is aangezet.


Als de voorkeur op ‘SYSTEM’ is ingesteld, wordt de Patch toewijzing
Is de pedaalfunctie ‘PREFERENCE’ (p.41) op ‘SYSTEM’ genegeerd. Als u de instellingen van de Patch wilt inschakelen,
ingesteld? verandert u de voorkeur voor de corresponderende parameter in
‘PATCH’.
Parameters die met Assign zijn
gespecificeerd kunnen niet bestuurd Komen de MIDI-kanaal instellingen van beide
Zorg dat de MIDI-kanalen van beide apparaten overeenkomen (p.44).
worden apparaten overeen?
Komen de controllernummer instellingen van beide Zorg dat de controller nummers van beide apparaten overeenkomen
Appendix

apparaten overeen? (p.44).


Hoewel het expressiepedaal van het apparaat in de fabriek ingesteld
is op een optimale werking, kan het pedaal ontregeld raken door
Is het expressiepedaal ontregeld?
langdurig gebruik en bepaalde bedieningsomgevingen. Stel het
expressiepedaal opnieuw in (p.36).

61
Appendix

Probleem Items om te controleren Maatregelen


De frase die met Phrase Loop is gecre-
De GT-100 kan frases die met gebruik van Phrase Loop zijn gecreëerd niet opslaan.
ëerd kan niet opgeslagen worden
Zijn de MIDI-kabels gebroken? Probeer een andere set MIDI-kabels.
Is de GT-100 correct op het andere MIDI-apparaat
Controleer aansluitingen met het andere MIDI-apparaat.
aangesloten?
MIDI-boodschappen worden niet Komen de MIDI-instellingen van beide apparaten
verzonden/ontvangen Zorg dat de MIDI-kanalen van beide apparaten overeenkomen (p.44).
overeen?
Als u boodschappen vanaf de GT-100 verstuurt, moet Controleer de aan/uit status voor de overdracht van Program Change
u ervoor zorgen dat de GT-100 op het verzenden van boodschappen (p.44) en de instellingen voor de controllernummers
data is ingesteld. die verzonden worden (p.44).

Foutmeldingen
Weergave Probleem Action
Reduceer de hoeveelheid MIDI-boodschappen die naar de GT-100 wordt
De data kan niet correct verwerkt worden door de gestuurd.
MIDI BUFFER FULL!
grote hoeveelheid MIDI-boodschappen.
Reduceer het tempo van het verzendende MIDI-apparaat.
MIDI OFFLINE! Overdracht van het aangesloten apparaat is
onderbroken. Deze boodschap verschijnt ook als de
Controleer of kabels niet zijn ontkoppeld en dat er geen kortsluiting is.
USB OFFLINE! stroom van het aangesloten apparaat is uitgezet. Dit
duidt niet op een beschadiging.
Opslaan in het geheugen voor opslag van User data Het apparaat kan beschadigd zijn. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Roland
DATA WRITE ERROR!
is mislukt. Service Centrum.
Bevestig de ijking (het kalibreren) door de procedure nogmaals uit te voeren
(p.36).
OUT OF RANGE! SET AGAIN Het [EXP] pedaal kan niet gekalibreerd worden. Als de boodschap blijft verschijnen, zelfs nadat de ijking correct is uitgevoerd,
kan dit op beschadiging of een storing duiden. Raadpleeg een Roland
handelaar of neem contact op met een Roland Service Centrum.
KNOB IS LOCKED! De knopen zijn vergrendeld. Zet ‘KNOB LOCK’ op Off (p.41).
Als de voorkeur op ‘SYSTEM’ is ingesteld, worden de Patch toewijzing en
handmatige modusinstellingen genegeerd. Als u de instellingen van een
PREFERENCE IS Systeem! De ‘PREFERENCE’ (p.41) is op ‘SYSTEM’ ingesteld.
Patch wilt inschakelen, verandert u de voorkeur van de corresponderende
parameter in ‘PATCH’.
Als de Phrase Loop pedaalfunctie op ‘PHRASE LOOP’ is ingesteld, worden
de Patch toewijzing en handmatige modusinstellingen genegeerd. Als u de
PEDAL FUNC IS PHRASE LOOP! De ‘PEDAL FUNC’ (p.32) is op ‘PHRASE LOOP’ ingesteld.
instellingen van de Patch wilt inschakelen, zet u de ‘PHRASE LOOP PEDAL
FUNC’ op ‘OFF’.

62
Appendix

Hoofdspecificaties

Snelle start
BOSS GT-100: Amp Effects Processor
24 bits + AF methode

AD conversie * AF methode (Adaptive Focus Methode)


Dit is een door Roland & BOSS ontwikkelde methode die de signaal-naar-ruis (S/N) ratio van de A/D en D/A omzetters enorm

Overzicht
verbetert.
DA conversie 24 bits
Samplesnelheid 44.1 kHz
Programma geheugens 400: 200 (User) + 200 (Preset)
INPUT: -10 dBu
Nominaal ingangsniveau RETURN: -10 dBu

Geluid uitvoeren
AUX IN: -20 dBu
INPUT: 1 M ohm
Ingangsimpedantie RETURN: 100 k ohm
AUX IN: 47 k ohm
OUTPUT: -10 dBu/+4 dBu
Nominaal uitgangsniveau
SEND: -10 dBu
OUTPUT: 2 k ohm
Uitgangsimpedantie

Effecten
SEND: 2 k ohm
Dynamisch bereik 100 dB of meer (IHF-A)
Weergaven 100 dB of meer (IHF-A)
INPUT Jack (1/4-inch Jack)
AUX IN Jack (Stereo tulpstekker)
OUTPUT Jacks L/MONO, R (1/4 inch Jack)
PHONES Jack (stereo, 1/4 inch Jack)

Opslaan
EXT LOOP Jacks SEND, RETURN (1/4 inch Jack)
Aansluitingen
AMP CONTROL Jack (1/4 inch Jack)
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack (1/4 inch TRS Jack)
USB-poort
DC 9 V

Pedaalinstellingen
600 mA
Power Supply DC 9 V
Gebruikt vermogen 600 mA
542 (B) x 271 (D) x 80 (H) mm
Dimensions Maximum hoogte:
542 (B) x 271 (D) x 1-2 (H) mm
Afmetingen 4.8 Kg (zonder adapter)
Accessoires Adapter, USB afdekking, gebruikershandleiding
Systeem

Voetschakelaar BOSS FS-5U


Tweevoudige
Opties (apart verkrijgbaar) BOSS FS-6
voetschakelaar
Expressiepedaal BOSS FV-500L, BOSS FV-500H, Roland EV-5

* 0 dBu = 0.775 Vrms


* In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling worden
MIDI/USB

veranderd.
Appendix

63
Index
A Intern pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 SOURCE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Aardeklem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 INT PDL CURVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 SOURCE MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
A/B SOLO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 INT PDL TIME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 SPREAD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
A&B SOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 INT PDL TRIGGER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Stemapparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
ACC/CTL OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
K SUB CTL1 OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
[ACCEL/CTL] pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
KNOB SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 SUB CTL2 OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Accel Effect. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Knopfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 SUB EXP OUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
ACT RANGE HI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
ACT RANGE LO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 SUB EXP PEDAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
L
Amp Control. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 SYNC CLOCK. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
AMP CTL Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
LIFT/GND schakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Apparaat aanzetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lijst van OD/DS types. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Assign. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 [SYSTEM] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Loop Play. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
ASSIGN ON/OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
M T
AUTO OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
TARGET. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
AUX IN Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Manual modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
TARGET CATEGORY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
MAP SELECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
B TARGET MAX. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Master BPM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 25
Bank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 TARGET MIN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Beeldscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 TEMPO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
MIDI BULK DUMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
BPM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 TO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
MIDI IN SELECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Bulk Dump . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 TOTAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
MIDI Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
TUNER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
MIDI PROGRAM MAP BANK 0-3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
C Mixer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
TX CHANNEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Ch. A/B. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 28, 32 U
CH A/B BALANC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
CH. A CUTOFF FREQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
O
CH. A DYNAMIC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB-driver. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
OMNI MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
CH. A DYNAMIC SENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB geluidsstroom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Opslaan, een Patch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
CH. A FILTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB IN-OUT MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
OUTPUT Jacks . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
CH. B CUTOFF FREQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB-poort. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
OUTPUT LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
CH. B DYNAMIC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 User banken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
OUTPUT SELECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 40
CH. B DYNAMIC SENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
P V
CH. B FILTER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Veiligheidsslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
CH SELECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Patch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 PATCH EXCHANGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 W
Control Change boodschap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 PATCH INITIALIZE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 WAVEFORM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Control/Expressie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 PATCH LEVEL MAX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Wave pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
[CTL/EXP] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 37 PATCH LEVEL MIN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 WAVE RATE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
PATCH WRITE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 [WRITE] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 30
D PC#1-PC#128. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
DC IN Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 PC OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
DEVICE ID. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 PEDAL CALIBRATION. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
DIR. MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Pedalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
DIR. MONITOR CMD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 PEDAL FUNC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Divider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Pedaalinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Dual modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 PH.LOOP OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
PHONES Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
E Phrase Loop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 27
[PHRASE LOOP] pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 32
[EFFECT] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 19
PLAY LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
EXP OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
PLAY OPTION. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
[EXP] pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 36
Play scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 21
EXP PEDAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
[POWER] schakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
EXP PEDAL SW. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Preamp type lijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
EXP SW OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
PREFERENCE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
EXT LOOP SEND/RETURN Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Preset banken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
EZ (Easy) Tone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 14
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
[EZ TONE] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Program Change boodschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
F Program Change Map. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
FACTORY RESET. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 50
Q
Foutmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Quick Setting Write . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
FROM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
FUNC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 R
FX1/FX2 effectenlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 REC MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
RETURN LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
G RX CHANNEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
GLOBAL EQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
GT-100 effectenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 S
SEND LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
I Send/Return. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Ingangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Signaalstroom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
INPUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Single modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
INPUT Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
SOLO SW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
INPUT SENS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

64
Voor EU-Landen

Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMC 2004/108/EC.

65
Voor EU-Landen

66
Informatie Indien u een reparatiedienst nodig heeft, neemt u contact op met een Roland Service Centrum
in de buurt of erkend Roland distributeur in uw land. Deze zijn hieronder te vinden.
TAIWAN ECUADOR RUSSIA OMAN
AFRICA ROLAND TAIWAN ENTERPRISE Mas Musika EUROPE Roland Music LLC TALENTZ CENTRE L.L.C.
CO., LTD. Rumichaca 822 y Zaruma Dorozhnaya ul.3,korp.6 Malatan House No.1
9F-5, No. 112 Chung Shan Guayaquil - ECUADOR 117 545 Moscow, RUSSIA Al Noor Street, Ruwi
EGYPT North Road Sec. 2 Taipei 104, TEL: (593-4) 2302364 BELGIUM/FRANCE/ TEL: (495) 981-4967 SULTANATE OF OMAN
Al Fanny Trading Office TAIWAN R.O.C. TEL: 2478 3443
TEL: (02) 2561 3339 EL SALVADOR HOLLAND/ SERBIA
9, EBN Hagar Al Askalany Street,
ARD E1 Golf, Heliopolis, OMNI MUSIC LUXEMBOURG Music AP Ltd. QATAR
Cairo 11341, EGYPT THAILAND 75 Avenida Norte y Final Alameda Roland Central Europe N.V. Sutjeska br. 5 XS - 24413 Palic, AL-EMADI TRADING &
TEL: (022)-417-1828 Theera Music Co. , Ltd. Juan Pablo II, Houtstraat 3, B-2260, Oevel SERBIA CONTRACTING CO.
100-108 Soi Verng Nakornkasem, Edificio No.4010 San Salvador, (Westerlo) BELGIUM TEL: (024) 539 395 P.O. Box 62, Doha, QATAR
REUNION New Road,Sumpantawong, EL SALVADOR TEL: (014) 575811 TEL: 4423-554
MARCEL FO-YAM Sarl Bangkok 10100, THAILAND TEL: 262-0788 SLOVAKIA
25 Rue Jules Hermann, TEL: (02) 224-8821 CROATIA DAN Acoustic s.r.o. SAUDI ARABIA
Chaudron - BP79 97 491 GUATEMALA ART-CENTAR Povazská 18. aDawliah Universal Electronics
Ste Clotilde Cedex, VIET NAM Casa Instrumental Degenova 3. SK - 940 01 Nové Zámky, APL
REUNION ISLAND VIET THUONG CORPORATION Calzada Roosevelt 34-01,zona 11 HR - 10000 Zagreb, CROATIA SLOVAKIA Behind Pizza Inn
TEL: (0262) 218-429 386 CACH MANG THANG TAM ST. Ciudad de Guatemala, TEL: (1) 466 8493 TEL: (035) 6424 330 Prince Turkey Street
DIST.3, HO CHI MINH CITY, GUATEMALA aDawliah Building,
SOUTH AFRICA VIET NAM TEL: (502) 599-2888 CZECH REP. SPAIN PO BOX 2154,
T.O.M.S. Sound & Music (Pty)Ltd. TEL: (08) 9316540 CZECH REPUBLIC DISTRIBUTOR Roland Systems Group EMEA, S.L. Alkhobar 31952,
2 ASTRON ROAD DENVER HONDURAS s.r.o Paseo García Faria, 33-35 SAUDI ARABIA
JOHANNESBURG ZA 2195, Almacen Pajaro Azul S.A. de C.V. Voctárova 247/16 08005 Barcelona, SPAIN TEL: (03) 8643601
SOUTH AFRICA BO.Paz Barahona 180 00 Praha 8, CZECH REP. TEL: 93 493 91 00
TEL: (011) 417 3400 OCEANIA 3 Ave.11 Calle S.O
San Pedro Sula, HONDURAS
TEL: (2) 830 20270
SWEDEN
SYRIA
Technical Light & Sound Center
Paul Bothner(PTY)Ltd. TEL: (504) 553-2029 DENMARK Roland Scandinavia A/S PO Box 13520 Bldg No.49
Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICE
Royal Cape Park, Unit 24 AUSTRALIA/ MARTINIQUE Mårbackagatan 31, 4 tr.
Khaled Abn Alwalid St.
Londonderry Road, Ottery 7800 Skagerrakvej 7 Postbox 880 Damascus, SYRIA
Cape Town, SOUTH AFRICA
NEW ZEALAND Musique & Son DK-2100 Copenhagen, SE-123 43 Farsta, SWEDEN TEL: (011) 223-5384
TEL: (021) 799 4900 Roland Corporation Z.I.Les Mangle DENMARK TEL: (0) 8 683 04 30
Australia Pty.,Ltd. 97232 Le Lamentin, TEL: 3916 6200 TURKEY
38 Campbell Avenue MARTINIQUE F.W.I. SWITZERLAND ZUHAL DIS TICARET A.S.
Dee Why West. NSW 2099, TEL: 596 596 426860 FINLAND Roland (Switzerland) AG Galip Dede Cad. No.33
ASIA AUSTRALIA
Gigamusic SARL
Roland Scandinavia As, Filial Landstrasse 5, Postfach,
CH-4452 Itingen, SWITZERLAND
Beyoglu, Istanbul, TURKEY
TEL: (0212) 249 85 10
Finland
For Australia 10 Rte De La Folie Vanha Nurmijarventie 62 TEL: (061) 975-9987
TEL: (02) 9982 8266 97200 Fort De France 01670 Vantaa, FINLAND U.A.E.
CHINA For New Zealand MARTINIQUE F.W.I. TEL: (0) 9 68 24 020 UKRAINE Zak Electronics & Musical
Roland Shanghai Electronics TEL: (09) 3098 715 TEL: 596 596 715222 EURHYTHMICS Ltd. Instruments Co. L.L.C.
Co.,Ltd. GERMANY/AUSTRIA P.O.Box: 37-a. Zabeel Road, Al Sherooq Bldg.,
5F. No.1500 Pingliang Road MEXICO Roland Elektronische Nedecey Str. 30 No. 14, Ground Floor, Dubai,
Shanghai 200090, CHINA Casa Veerkamp, s.a. de c.v. UA - 89600 Mukachevo, UKRAINE U.A.E.
TEL: (021) 5580-0800 CENTRAL/LATIN Av. Toluca No. 323, Col. Olivar
Musikinstrumente HmbH.
Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, TEL: (03131) 414-40 TEL: (04) 3360715
de los Padres 01780 Mexico D.F.,
Roland Shanghai Electronics AMERICA MEXICO
GERMANY
TEL: (040) 52 60090
UNITED KINGDOM
Co.,Ltd. (BEIJING OFFICE) TEL: (55) 5668-6699 Roland (U.K.) Ltd.
3F, Soluxe Fortune Building
ARGENTINA NICARAGUA
GREECE/CYPRUS Atlantic Close, SWANSEA SA7 9FJ,
UNITED KINGDOM
NORTH AMERICA
63 West Dawang Road, Chaoyang STOLLAS S.A.
District, Beijing, CHINA Instrumentos Musicales S.A. Bansbach Instrumentos TEL: (01792) 702701
Music Sound Light
TEL: (010) 5960-2565 Av.Santa Fe 2055 Musicales Nicaragua
(1123) Buenos Aires, ARGENTINA Altamira D'Este Calle Principal
155, New National Road CANADA
Patras 26442, GREECE
HONG KONG TEL: (011) 4508-2700 de la Farmacia 5ta.Avenida Roland Canada Ltd.
Tom Lee Music 1 Cuadra al Lago.#503
TEL: 2610 435400
MIDDLE EAST (Head Office)
11/F Silvercord Tower 1 BARBADOS Managua, NICARAGUA HUNGARY 5480 Parkwood Way Richmond B.
30 Canton Rd A&B Music Supplies LTD TEL: (505) 277-2557 C., V6V 2M4, CANADA
Roland East Europe Ltd.
Tsimshatsui, Kowloon, 12 Webster Industrial Park BAHRAIN TEL: (604) 270 6626
2045. Törökbálint, FSD Park 3. ép.,
HONG KONG Wildey, St.Michael, BARBADOS PANAMA HUNGARY Moon Stores
TEL: 852-2737-7688 TEL: (246) 430-1100 SUPRO MUNDIAL, S.A. TEL: (23) 511011 No.1231&1249 Rumaytha Roland Canada Ltd.
Boulevard Andrews, Albrook, Building Road 3931, (Toronto Office)
Parsons Music Ltd.
BRAZIL Panama City, REP. DE PANAMA IRELAND Manama 339, BAHRAIN 170 Admiral Boulevard
8th Floor, Railway Plaza, 39 Roland Brasil Ltda. TEL: 315-0101 Roland Ireland TEL: 17 813 942 Mississauga On L5T 2N6,
Chatham Road South, T.S.T, Rua San Jose, 211 E2 Calmount Park, Calmount CANADA
Kowloon, HONG KONG Parque Industrial San Jose PARAGUAY Avenue, Dublin 12, IRAN TEL: (905) 362 9707
TEL: 852-2333-1863 Cotia - Sao Paulo - SP, BRAZIL Distribuidora De Instrumentos Republic of IRELAND MOCO INC.
TEL: (011) 4615 5666 Musicales TEL: (01) 4294444 Jadeh Makhsous Karaj (K-9), U. S. A.
INDIA J.E. Olear y ESQ. Manduvira Nakhe Zarin Ave. Roland Corporation U.S.
Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd.
CHILE Asuncion, PARAGUAY ITALY Jalal Street, Reza Alley No.4 5100 S. Eastern Avenue
411, Nirman Kendra Mahalaxmi Comercial Fancy II S.A. TEL: (595) 21 492147 Roland Italy S. p. A. Tehran 1389716791, IRAN Los Angeles, CA 90040-2938,
Flats Compound Off. Dr. Edwin Rut.: 96.919.420-1 Viale delle Industrie 8, TEL: (021)-44545370-5 U. S. A.
Moses Road, Mumbai-400011, Nataniel Cox #739, 4th Floor PERU 20020 Arese, Milano, ITALY TEL: (323) 890 3700
INDIA Santiago - Centro, CHILE Audionet TEL: (02) 937-78300 ISRAEL
TEL: (022) 2493 9051 TEL: (02) 688-9540 Distribuciones Musicales SAC Halilit P. Greenspoon & Sons
Juan Fanning 530 NORWAY
INDONESIA COLOMBIA Miraflores Roland Scandinavia Avd.
Ltd.
8 Retzif Ha'alia Hashnia St.
PT. Citra Intirama Centro Musical Ltda. Lima - PERU Kontor Norge Tel-Aviv-Yafo ISRAEL
Ruko Garden Shopping Arcade Cra 43 B No 25 A 41 Bododega 9 TEL: (511) 4461388 Lilleakerveien 2 Postboks 95 TEL: (03) 6823666
Unit 8 CR, Podomoro City Medellin, COLOMBIA
Lilleaker N-0216 Oslo,
Jl.Letjend. S.Parman Kav.28 TEL: (574) 3812529 TRINIDAD NORWAY JORDAN
Jakarta Barat 11470, INDONESIA AMR Ltd
TEL: (021) 5698-5519/5520
COSTA RICA Ground Floor
TEL: 2273 0074 MUSIC HOUSE CO. LTD.
JUAN Bansbach Instrumentos FREDDY FOR MUSIC
Maritime Plaza POLAND P. O. Box 922846
KOREA Musicales Barataria TRINIDAD W.I. ROLAND POLSKA SP. Z O.O. Amman 11192, JORDAN
Cosmos Corporation Ave.1. Calle 11, Apartado 10237, TEL: (868) 638 6385 ul. Kty Grodziskie 16B TEL: (06) 5692696
1461-9, Seocho-Dong, San Jose, COSTA RICA 03-289 Warszawa, POLAND
Seocho Ku, Seoul, KOREA TEL: 258-0211 URUGUAY TEL: (022) 678 9512 KUWAIT
TEL: (02) 3486-8855 Todo Musica S.A.
CURACAO Francisco Acuna de Figueroa PORTUGAL
EASA HUSAIN AL-YOUSIFI &
MALAYSIA/ Zeelandia Music Center Inc. 1771 Roland Systems Group EMEA, S.L.
SONS CO.
Al-Yousifi Service Center
SINGAPORE Orionweg 30 C.P.: 11.800
Branch Office Porto P.O.Box 126 (Safat) 13002,
Curacao, Netherland Antilles Montevideo, URUGUAY
Roland Asia Pacific Sdn. Bhd. Edifício Tower Plaza KUWAIT
TEL: (305) 5926866 TEL: (02) 924-2335
45-1, Block C2, Jalan PJU 1/39, Rotunda Eng. Edgar Cardoso TEL: 00 965 802929
Dataran Prima, 47301 Petaling DOMINICAN REPUBLIC VENEZUELA 23, 9ºG
Jaya, Selangor, MALAYSIA
Instrumentos Fernando Giraldez Instrumentos Musicales
4400-676 Vila Nova de Gaia, LEBANON
TEL: (03) 7805-3263 PORTUGAL Chahine S.A.L.
Calle Proyecto Central No.3 Allegro,C.A. TEL: (+351) 22 608 00 60 George Zeidan St., Chahine Bldg.,
PHILIPPINES Ens.La Esperilla Av.las industrias edf.Guitar import
Achrafieh, P.O.Box: 16-5857
Santo Domingo, #7 zona Industrial de Turumo ROMANIA
G.A. Yupangco & Co. Inc. Beirut, LEBANON
DOMINICAN REPUBLIC Caracas, VENEZUELA
339 Gil J. Puyat Avenue FBS LINES TEL: (01) 20-1441
TEL: (809) 683 0305 TEL: (212) 244-1122
Makati, Metro Manila 1200, Piata Libertatii 1,
PHILIPPINES 535500 Gheorgheni, ROMANIA
TEL: (02) 899 9801 TEL: (266) 364 609

67
* 5 1 0 0 0 2 4 5 4 0 - 0 2 *
Parametergids
Inhoud
DIVIDER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Basisbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
SINGLE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
EZ TONE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 DUAL Ch. A, DUAL Ch. B . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
PATCH CREATE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 MIXER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
AMP CUSTOMIZE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 SEND/RETURN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
OD/DS CUSTOMIZE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 NS1/NS2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
ACCEL FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
EFFECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 S-BEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
COMP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 LASER BEAM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
OD/DS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 RING MOD.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
PREAMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 TWIST. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
EQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 WARP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
FX1/FX2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 FEEDBACKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
T. WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 MASTER SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
AUTO WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 MASTER SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
SUB WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 MASTER EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
ADV. COMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 AMP CONTROL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
LIMITER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
SUB OD/DS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 SYSTEEM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
GRAPHIC EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 OUTPUT SELECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
PARAMETRIC EQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 INPUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
TONE MODIFY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 GLOBAL EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
GUITAR SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 TOTAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
SLOW GEAR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 PHRASE LOOP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
DEFRETTER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 PLAY OPTION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
WAVE SYNTH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KNOB SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
SITAR SIM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 PREFERENCE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
OCTAVE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
HARMONIST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 MIDI SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
SOUND HOLD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 MIDI PROGRAM MAP BANK 0–3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
AC. PROCESSOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 MIDI BULK DUMP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
PHASER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 PEDAL CALIBRATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
FLANGER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 AUTO OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
TREMOLO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 FACTORY RESET. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
ROTARY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
CTL/EXP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
UNI-V . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
ACCEL/CTL, EXP SW, SUB CTL 1, SUB CTL 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
PAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
EXP, SUB EXP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
SLICER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
ASSIGN COMMON. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
VIBRATO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
ASSIGN 1–8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
RING MOD.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Virtueel expressiepedaal systeem (Internal Pedal/Wave
HUMANIZER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Pedal). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
2X2 CHORUS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ingangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
SUB DELAY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Overige instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 TUNER METRONOME MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 TUNER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
PEDAL FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 METRONOME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
PEDAL BEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 MANUAL MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
FOOT VOLUME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
FOOT VOLUME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

Memo
• Dit effectgeluid is mono.
• Dit effectgeluid wordt met twee kanalen uitgestuurd.
• Deze effecten nemen een mono invoer en sturen deze op twee kanalen uit.
* De productnamen in dit document zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. Deze namen worden in deze handleiding
gebruikt omdat het de meest praktische manier biedt voor het beschrijven van klanken die met gebruik van COSM technologie gesimuleerd worden.

Copyright © 2012 BOSS CORPORATION


Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag in welke vorm dan ook gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

2
Basisbediening
Bewerken op de GT-100 is uitermate eenvoudig. De procedure is altijd hetzelfde.

1 Kies wat u gaat bewerken


Druk op één van de volgende knoppen.

Effect pag. 5
Hier kunt u de parameters van elk effect bewerken. System pag. 26
Hier kunt u instellingen maken die op de gehele
GT-100 van toepassing zijn, zoals uitvoerinstel-
lingen en Phrase Loop instellingen.
EZ (Easy) Tone pag. 4
Hier kunt u de gewenste klank creëren door sim-
pelweg een muziekstijl en het type song dat u in
Control/Expression pag. 31
gedachte heeft te kiezen. Ook kunt u de instellingen Hier kunt u de gewenste functies aan het
voor Amp en Overdrive/Distortion op een intuïtieve [ACC/CTL] pedaal, [EXP] pedaal en externe peda-
manier aanpassen. len toewijzen.

2 Selecteer een item

Draai aan knop [4] om het


gewenste item te selecteren
(de cursor wordt verplaatst).
Gebruik om een item dat in het
linkerscherm wordt getoond te selecteren.
Het hier getoonde scherm is een voorbeeld van wat er verschijnt als u
de [EFFECT] knop heeft ingedrukt.

3 Bewerk de waardes

Gebruik om de Draai aan de knop-


pen om de waar-
waardes die in het rechterscherm worden des te bewerken.
getoond te bewerken.
Wanneer pagina tabs in het scherm worden getoond, kunt u de
[PAGE] knoppen gebruiken om van de een naar de andere tab
te gaan.

4 Verlaat de instellingen

Druk op .
U keert naar het Play scherm terug.

OPMERKING
De instellingen die u heeft bewerkt, gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, moet u deze als een
User (gebruiker) Patch opslaan (gebruikershandleiding: p.13).
3
EZ TONE
PATCH CREATE OD/DS CUSTOMIZE
Hiermee kunt u uw geluid gemakkelijk creëren, vanuit de muziekstijl en Hiermee kunt u de Overdrive/Distortion op intuïtieve wijze aanpassen.
het type song dat u kiest.
Parameter Waarde Uitleg
Parameter Waarde Uitleg OD-1 Dit modelleert het geluid van de BOSS OD-1.
BLUES Bluesgeluid OD-2 Dit is een Overdrive geluid met hoge Gain.
Soul Funk Soul en Funk geluid CRUNCH Dit is een Crunch geluid.
Jazz Jazzgeluid Dit levert een standaard, traditioneel ver-
DS-1
LIVERPOOL Britse Rock vormd geluid.
CUSTOM
Het Hardrock geluid dat in de jaren ‘70 popu- TYPE DS-2 Dit creëert een zwaarder vervormd geluid.
70's HARD ROCK
lair was Dit is een metaalachtig geluid met een ken-
METAL1
Het Metal geluid dat in de jaren ’80 populair merkende middenreeks.
80s METAL
was METAL2 Dit levert een zwaar Metal geluid.
MODERN METAL Modern Metal geluid Dit levert een standaard, traditioneel Fuzz
BASIC TONE FUZZ
West Coast Westkust geluid geluid.
Fuzz Rock Fuzz +: scherpe vervorming
SOFT –HARD -50–+50
-: warme vervorming
STUDIO Opnamestudio
BACKING – +: voor solospel
PROGRESSIVE Progressief -50–+50
SOLO -: voor achtergrond
SURF ROCK Surf Rock geluid
COUNTRY Country
Acoustic Voor akoestische gitaar
Punk Pop Punk Pop
+: scherpe vervorming
SOFT –HARD -50–+50
-: warme vervorming
BACKING – +: voor solospel
-50–+50
SOLO -: voor achtergrond
AMBIENCE 0–100 Past de lengte van de resonantie aan

AMP CUSTOMIZE
Hiermee kunt u de versterker op intuïtieve wijze aanpassen.

Parameter Waarde Uitleg


Dit modelleert de klank van de Roland
JC CLEAN
JC-120.
TW CLEAN Dit modelleert een Fender Twin Reverb.
Dit is een Crunch geluid dat de nuances van
CRUNCH ‘picking’ op getrouwe wijze kan reprodu-
ceren.
Dit is het geluid van een comboversterker,
COMBO DRIVE
geschikt voor Britse rock van de jaren ‘60.
CUSTOM Dit is een sologeluid van een combo buizen-
TYPE COMBO LEAD versterker, kenmerkend voor eind jaren ‘70
tot ‘80.
Dit modelleert de geluidsinvoer op Input 1
op een Marshall 1959.
MS HiGAIN
Dit is een geluid met veel hoog, geschikt voor
Hardrock.
Deze originele High-gain versterker levert
een dik laag en sterke vervorming, terwijl de
MODERN STACK
heldere definitie van het geluid behouden
blijft.
+: scherpe vervorming
SOFT –HARD -50–+50
-: warme vervorming
BACKING – +: voor solospel
-50–+50
SOLO -: voor achtergrond

4
EFFECT
OD/DS TYPE
COMP Dit is een lijst van vervormingtypes die voor OD/DS geselecteerd kunnen
worden.
Dit is een effect dat een lange Sustain produceert door het volumeniveau
van het ingangssignaal glad te strijken.
Categorie Type Uitleg

Parameter Waarde Uitleg Dit is een Booster met unieke kenmerken in


de middenreeks.
ON/OFF OFF, ON Zet dit effect aan/uit. MID BOOST Als de aansluiting wordt gemaakt voor de
COSM versterker, wordt geluid dat geschikt
BOSS COMP Dit modelleert een BOSS CS-3.
is voor solo’s geproduceerd.
Dit is een compressor die een nog sterker
HI-BAND Dit functioneert niet alleen als een Booster,
effect in het High end toevoegt.
maar produceert ook een clean geluid met
CLEAN BOOST
LIGHT Dit is een compressor met een licht effect. ‘Punch’, zelfs wanneer het op zichzelfstaand
wordt gebruikt.
D-COMP Dit modelleert een MXR DynaComp.
TREBLE BOOST Dit is een Booster met heldere kenmerken.
Dit is gemodelleerd naar het geluid van de
ORANGE
TYPE Dan Armstrong ORANGE SQUEEZER. Een schitterend Crunch geluid met een
CRUNCH toegevoegd element van versterker ver-
Als dit compressoreffect zwaar wordt
ADVANCED vorming.
FAT toegepast, wordt een vette klank met een
versterkte middenreeks verkregen. Dit is een Overdrive geluid dat vervorming
NATURL OD
met een natuurlijke ‘feel’ biedt.
Als dit compressoreffect zwaar wordt toege-
MILD past, produceert het een zacht geluid met WARM OD Dit is een warme Overdrive.
afgekapt High end.
FAT DS Een vervormd geluid met dikke vervorming.
STEREO COMP Dit selecteert een stereo compressor.
Produceert een vervormd geluid met zowel
Past de reeks (tijd) waarbinnen signalen op LEAD DS de soepelheid van een Overdrive als een
SUSTAIN 0–100 laag niveau worden versterkt. Hogere waar- diepe vervorming.
des resulteren in een langere Sustain.
Dit is een vervormd geluid, ideaal voor het
METAL DS
ATTACK 0–100 Past de Attack tijd aan. spelen van zware Riffs.
LEVEL 0–100 Past de klank aan. Een Fuzz geluid met een rijke harmonische
OCT FUZZ
inhoud.
TONE -50–+50 Past het volume aan.
Dit is een Crunch geluid van de BOSS BD-2.
Dit produceert vervorming die de nuances
BLUES OD
van ‘Picking’ op getrouwe wijze reprodu-

OD/DS
ceert.
Dit modelleert het geluid van de BOSS
OD-1.
OD-1
Dit effect vervormt het geluid om een lange Sustain te creëren. Dit produceert een zachte, milde vervor-
ming.
Parameter Waarde Uitleg T-SCREAM Dit modelleert een Ibanez TS-808.

ON/OFF OFF, ON Zet dit effect aan/uit. Dit is het High-gain Overdrive geluid van de
TURBO OD
BOSS OD-2.
TYPE Zie OD/DS TYPE
Dit levert een standaard, traditioneel ver-
DRIVE 0–120 Past de diepte van vervorming aan. VINTAGE DIST
vormd geluid.
TONE -50–+50 Past de klank aan. RAT Dit modelleert een Proco RAT.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het OD/DS geluid aan. GUV DS Dit modelleert een Marshall GUV’NOR.
Past de klank van de lage frequentiereeks DST+ Dit modelleert een MXR DISTORTION+.
aan.
Als dit naar links wordt gedraaid (tegen de Dit modelleert het geluid van de BOSS MT-2.
BOTTOM -50–+50 wijzers van de klok in), wordt een geluid met METAL ZONE Dit produceert een brede reeks Metal gelui-
een afgekapt low end gecreëerd. den, van oude stijl tot Slash Metal.
Als u dit naar rechts draait wordt het low end Dit modelleert een FUZZFACE.
in het geluid versterkt. ’60S FUZZ
Dit produceert een vet Fuzz geluid.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. Dit modelleert een Electro-Harmonix Big
MUFF FUZZ
Verandert de klank in één die geschikt is voor Muff π.
SOLO SW OFF, ON
solo’s. Aangepast OD/DS.
Past het volumeniveau aan als Solo SW op U kunt het op elke gewenste manier aan-
SOLO LEVEL 0–100 CUSTOM
ON staat. passen, om het geluid dat u in gedachten
heeft te verkrijgen.

5
EFFECT

CUSTOM OD/DS SETTING Parameter Waarde Uitleg


Selecteert het luidsprekertype.
OFF Dit zet de luidspreker simulator uit.
Parameter Waarde Uitleg
ORIGIN (ORIGI- Dit is de ingebouwde luidspreker van de verster-
OD-1 Dit modelleert het geluid van de BOSS OD-1.
NAL) ker die u met PREAMP TYPE heeft geselecteerd.
OD-2 Dit is een Overdrive geluid met high Gain. Dit is een compacte luidspreker met open ach-
1x8"
CRUNCH Dit is een Crunch geluid. terkant en één 8-inch luidspreker.

Dit levert een standaard, traditioneel vervormd Dit is een compacte luidspreker met open ach-
DS-1 1x10"
geluid. terkant en één 10-inch luidspreker.
CUSTOM TYPE Dit is een compacte luidspreker met open ach-
DS-2 Dit creëert een zwaarder vervormd geluid. 1x12"
terkant en één 12-inch luidspreker.
Dit is een Metal geluid met een kenmerkende
METAL1 Dit is een algemene luidspreker met open ach-
middenreeks. SP TYPE *1 2x12"
terkant en twee 12-inch luidspreker.
METAL2 Dit levert een Heavy Metal geluid.
Dit is een optimale luidsprekerkast voor een
FUZZ Dit levert een standaard, traditioneel Fuzz geluid. 4x10" grote, ingesloten versterker met vier 10-inch
luidsprekers.
+: voor solo
CUSTOM CHAR -50–+50 Dit is een optimale luidsprekerkast voor een
-: voor achtergrond
4x12" grote, ingesloten versterker met vier 12-inch
Dit regelt de lage frequentiereeks van het luidsprekers.
CUSTOM
-50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor-
BOTTOM Dit is een double stack van twee kasten, elk met
ming in de lage frequentiereeks aan. 8x12"
vier 12-inch luidsprekers.
Dit regelt de hoge frequentiereeks van het
CUSTOM TOP -50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor- Aangepaste luidspreker.
ming in de hoge frequentiereeks aan. CUSTOM U kunt deze naar wens aanpassen, om het
gewenste geluid te verkrijgen.
Past de klank van de lage reeks aan nadat vervor-
CUSTOM LOW -50–+50
ming is toegepast. Deze instelling selecteert het gesimuleerde microfoontype.
Past de klank van de hoge reeks aan nadat ver- Dit is het geluid van de SHURE SM-57. Algemene
CUSTOM HIGH -50–+50
vorming is toegepast. dynamische microfoon, gebruikt voor instrumen-
DYN57 ten en vocalen.
Optimaal voor het uitversterken van gitaarver-
sterkers.

PREAMP DYN421
Dit is het geluid van de SENNHEISER MD-421.
Dynamische microfoon met uitgebreid Low-end.

MIC TYPE *1 Dit is het geluid van de AKG C451B. Kleine


COSM technologie simuleert verschillende kenmerken van voorversterker, CND451 condensator microfoon voor gebruik met instru-
luidsprekergroottes en de vorm van de behuizing (kast). menten.
Dit is het geluid van de NEUMANN U87.
Parameter Waarde Uitleg CND87
Condensator microfoon met vlakke respons.
ON/OFF OFF, ON Zet het COSM AMP effect aan/uit. Simuleert een microfoon met een perfect vlakke
TYPE Zie PREAMP TYPE respons.
FLAT Produceert een klankbeeld dat lijkt op het
GAIN 0–120 Past de vervorming van de versterker aan. beluisteren van het geluid, rechtsreeks uit de
Past het gevoel van compressie van de versterker luidsprekers (ter plaatse).
T-COMP -10–0–+10
aan. Simuleert de afstand tussen de microfoon en de luidspreker.
Past het volume van de gehele voorversterker Met deze instelling wordt de microfoon van de
aan. OFF MIC
LEVEL 0–100 MIC DIS *1 luidspreker afgericht.
* Let op dat u Level niet te hoog instelt. Voorziet in omstandigheden waarbij de micro-
ON MIC
BASS 0–100 Past de klank van de lage frequentie aan. foon meer op de luidspreker is gericht.

MIDDLE 0–100 Past de klank van de middenfrequentie aan. Dit simuleert de microfoonpositie.

TREBLE 0–100 Past de klank van de hoge frequentie aan. Simuleert de situatie waarbij de microfoon in het
CENTER
MIC POS *1 midden van de luidsprekerconus is geplaatst.
Past de klank van de ultra hoge frequentie aan.
Simuleert de situatie waarbij de microfoon naast
* De PRESENCE parameter functioneert als een 1–10 cm
PRESENCE 0–100 het midden van de luidsprekerconus is geplaatst.
high-cut filter bij sommige voorversterker
types. MIC LEVEL *1 0–100 Past het volume van de microfoon aan.

Zet de Bright instelling aan/uit. DIRECT MIX


0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
*1
BRIGHT OFF, ON * De BRIGHT parameter instelling is alleen
beschikbaar voor bepaalde voorversterker
types. *1 Dit is ingeschakeld als de OUTPUT SELECT parameter op LINE/PHONE is ingesteld.

Hiermee kunnen drie niveaus aan vervorming


worden geselecteerd: LOW, MIDDLE en HIGH. De
vervorming neemt achtereenvolgend toe voor
LOW, MIDDLE, de LOW, MIDDLE en HIGH instellingen.
GAIN SW
HIGH
* De klank van elk type wordt gecreëerd op basis
van de Gain die op MIDDLE is ingesteld. Nor-
maalgesproken zet u dit dus op MIDDLE.
SOLO SW wordt aangezet om een klank die
SOLO SW OFF, ON
geschikt is voor solo’s te creëren.
Past het volumeniveau aan als de SOLO SW op
SOLO LEVEL 0–100
ON is ingesteld.

6
EFFECT

PREAMP TYPE Categorie Type Uitleg


Dit is een lijst met versterkertypes die voor PREAMP geselecteerd kunnen JC-120
Dit modelleert het geluid van de Roland
worden. JC-120.
CLEAN TWIN Dit modelleert een Fender Twin Reverb.
Categorie Type Uitleg PRO CRUNCH Dit modelleert een Fender Pro Reverb.
Een onopgesmukt, clean geluid dat de Dit modelleert een Fender Bassman 4 x 10”
eigenaardigheden van het geluid minimali- TWEED
NATURL CLEAN combo.
seert, zoals zijn hoge karakter en bulderende
Low-end. DELUXE CRUNCH Dit modelleert een Fender Deluxe Reverb.

Een versterker met een brede frequentiereeks Dit modelleert het drivegeluid van en VOX
FULL RANGE en een extreem vlakke respons. AC-30TB.
VO DRIVE
Goed voor akoestische gitaar. Dit is een geluid dat geschikt is voor Britse
Crunch geluid waarmee de nuances van uw Rock van de jaren zestig.
spel natuurgetrouwer uitgedrukt kunnen Dit modelleert het sologeluid van de VOX
COMBO CRUNCH VO LEAD
worden dan op conventionele combover- AC-30TB.
sterkers.
Dit modelleert het geluid dat op de linke-
Goed aanvoelend Crunch geluid dat goed ringang van een Matchless D/C-30 wordt
reageert op plukdynamiek terwijl alle definië- MATCH DRIVE ingevoerd. Een simulatie van de nieuwste
STACK CRUNCH
rende kenmerken van een 4 x 12” luidspreker- buizenversterker, veelgebruikt in Blues en
kast behouden blijven. Rock muziekstijlen.
ADVANCED
High-gain geluid van een vintage Marshall, Dit modelleert het sologeluid van de MESA/
speciaal vernieuwd op een manier die alleen Boogie comboversterker. Het geluid van
HiGAIN STACK BG LEAD
met COSM modelleringtechnologie mogelijk een buizenversterker, typerend voor eind
is. jaren ’70 tot ’80.
VINTAGE
Een ‘Straight Drive’ geluid dat in verschillende Dit modelleert een MESA/Boogie met TREBLE
situaties goed werkt, van achtergrond tot BG DRIVE
SHIFT SW aan.
POWER DRIVE solo. Een dergelijk geluid kan niet van een
bestaande comboversterker of stack verster- Dit modelleert het geluid dat op Input 1 van
ker worden verkregen. een Marshall 1959 wordt ingevoerd.
MS1959 I
Dit is een geluid met veel hoog, geschikt voor
Een nieuw type geluid dat de ongelijke Hardrock.
EXTREM LEAD frequentierespons, typerend voor bestaande
grote stack versterkers, gladstrijkt. Het geluid van het parallel koppelen van
ingangen I en II van de gitaarversterker,
Geluid van een grote stack die op grote MS1959 I+II
hetgeen een geluid met een sterker low end
CORE METAL schaal getweaked is, om het ultieme Metal dan I creëert.
geluid te verkrijgen.
Modelleert het geluid van de Channel 2
R-FIER VINTAGE VINTAGE Mode op de MESA/Boogie DUAL
Rectifier.
Modelleert het geluid van de Channel 2
R-FIER MODERN MODERN Mode op de MESA/Boogie DUAL
Rectifier.
Dit modelleert een Hughes & Kettner Triamp
T-AMP LEAD
AMP3.
Dit modelleert een Soldano SLO-100. Dit is de
SLDN
typische klank van de jaren tachtig.
Dit modelleert het solokanaal van een Peavey
5150 DRIVE
EVH-5150.
Dit is een aangepaste voorversterker.
CUSTOM U kunt dit naar wens aanpassen, om het
geluid dat u in gedachten heeft, te verkrijgen.

7
EFFECT

CUSTOM AMP SETTING EQ


Parameter Waarde Uitleg Dit past de klank als een equalizer aan. Een parametrisch type is
opgenomen voor de hoog-midden en laag-middenreeksen.
JC CLEAN Dit modelleert de klank van de Roland JC-120.
TW CLEAN Dit modelleert een Fender Twin Reverb. Parameter Waarde Uitleg
Dit is een Crunch geluid dat de nuances van ON/OFF OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
CRUNCH
‘picking’ op getrouwe wijze kan reproduceren.
LOW GAIN -20–+20 dB Past de klank van de lage frequentiereeks aan.
Dit is het geluid van een comboversterker,
COMBO DRIVE
geschikt voor Britse rock van de jaren ‘60. HIGH GAIN -20–+20 dB Past de klank van de hoge frequentiereeks aan.

CUSTOM TYPE Dit is een sologeluid van een combo buizenver- Past het algehele volumeniveau van de Equalizer
COMBO LEAD LEVEL -20–+20 dB
sterker, kenmerkend voor eind jaren ‘70 tot ‘80. aan.
Dit modelleert de geluidsinvoer op Input 1 op LOW-MID Specificeert het midden van de frequentiereeks
een Marshall 1959. 20 Hz–10.0 kHz
MS HiGAIN FREQ die door de LOW-MID GAIN wordt aangepast.
Dit is een geluid met veel hoog, geschikt voor
Hardrock. Past de breedte van het gebied aan dat door de
LOW-MID Q 0.5–16 EQ wordt beïnvloed, gecentreerd op de LOW-MID
Deze originele High-gain versterker levert een FREQ. Hogere waardes maken het gebied smaller.
MODERN
dik laag en sterke vervorming, terwijl de heldere
STACK LOW-MID Past de klank van de laag-midden frequentie-
definitie van het geluid behouden blijft. -20–+20 dB
GAIN reeks aan.
+: voor solospel
CUSTOM CHAR -50–+50
-: voor achtergrond HIGH-MID Specificeert het midden van de frequentiereeks
20 Hz–10.0 kHz
FREQ die door de HIGH-MID GAIN wordt aangepast.
Dit regelt de lage frequentiereeks van het
CUSTOM BOT-
-50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor- Past de breedte aan van het gebied dat door de
TOM
ming in de lage frequentiereeks aan. HIGH-MID Q 0.5–16 EQ wordt beïnvloed, gecentreerd op de LOW-MID
Dit regelt de hoge frequentiereeks van het FREQ. Hogere waardes maken het gebied smaller.
CUSTOM EDGE -50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor- HIGH-MID Past de klank van de laag-midden frequentie-
ming in de hoge frequentiereeks aan. -20–+20 dB
GAIN reeks aan.
CUSTOM PRE- Past de lage frequentie klank van de voorverster- Dit stelt de frequentie waarop het Low cut filter
-50–+50 FLAT,
AMP LOW ker sectie aan. LOW CUT in werking treedt. Als FLAT is geselecteerd, heeft
20 Hz–800 Hz
CUSTOM PRE- Past de hoge frequentie klank van de voorver- het Low cut filter geen effect.
-50–+50
AMP HIGH sterker sectie aan. Dit stelt de frequentie in, waarop het High cut
630 Hz–
HIGH CUT filter in werking treedt. Als FLAT is geselecteerd,
12.5 kHz, FLAT
heeft het hoge cut filter geen effect.

CUSTOM SPEAKER SETTING


Parameter Waarde Uitleg
CUSTOM
5–15" Selecteert de grootte van de luidspreker.
SP SIZE
CUSTOM
x1, x2, x4, x8 Stelt het aantal luidsprekers in.
SP NUMBER
Selecteert het type luidsprekerkast.
CUSTOM
OPEN Dit is een kast met open achterkant.
CABINET
CLOSE Dit type kast heeft een ingesloten achterpaneel.

CUSTOM Past de lage frequentie klank van de luidspreker-


-10–+10
COLOR LOW sectie aan.

CUSTOM Past de hoge frequentie klank van de luidspre-


-10–+10
COLOR HIGH kersectie aan.

8
EFFECT

FX1/FX2 Effect Name

TREMOLO
Uitleg
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in volume
creëert.
Met FX1 en FX2 kunt u het effect dat gebruikt wordt uit het volgende
Dit produceert een effect zoals het geluid van een roterende
selecteren: ROTARY
luidspreker.
Dit modelleert een Uni-Vibe.
Parameter Waarde Uitleg
UNI-V Hoewel dit op een Phaser-effect lijkt, biedt dit ook een unieke gol-
ON/OFF OFF, ON Zet dit effect aan/uit. ving die met een reguliere Phaser niet te verkrijgen is.

TYPE Zie FX1/FX2 TYPE Als u geluid in stereo speelt, en het volumeniveau van de linker en
rechterkanten afwisselend verandert, kunt u een effect verkrijgen
PAN
dat maakt dat het gitaargeluid tussen de luidsprekers heen en
weer lijkt te vliegen.
FX1/FX2 TYPE SLICER
Dit onderbreekt het geluid achtereenvolgend om de indruk te
wekken dat een ritmische achtergrondfrase wordt gespeeld.
Dit is een lijst met effecten die voor FX1/FX2 geselecteerd kunnen worden.
Dit effect creëert vibrato door de toonhoogte lichtelijk te modu-
VIBRATO
leren.
Effect Name Uitleg
Dit creëert een bel-achtige klank door het gitaargeluid met het
T. WAH U kunt een Wah-effect produceren, waarbij het filter als reactie op RING MOD. signaal van de interne oscillator te ‘ring-moduleren’. Het geluid kan
(Touch Wah) het gitaarniveau verandert. onmuzikaal zijn en onderscheidende toonhoogtes missen.
AUTO WAH Dit verandert de filtering binnen een periodieke cyclus, hetgeen HUMANIZER Dit kan menselijke klinker-achtige klanken creëren.
(Auto Wah) een automatisch Wah-effect biedt. Frequentieband divisie wordt gebruikt om twee verschillende
U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door het [EXP] pedaal Chorussen te produceren, één voor lage frequenties en één voor
SUB WAH of het expressiepedaal, dat op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is 2X2 CHORUS hogere frequenties, voor zowel de linker als rechter kanalen (vier
aangesloten, aan te passen. in totaal). Op die manier kunt u een natuurlijker Chorusgeluid
bereiken.
ADV. COMP Dit is een effect dat een lange Sustain produceert door het volu-
meniveau van het ingangssignaal glad te strijken. U kunt dit ook Dit is een Delay met een maximale Delay tijd van 1.000 ms. Dit
SUB DELAY
(Advanced als een Limiter gebruiken om alleen de geluidspieken te onder- effect is bruikbaar om het geluid vetter te maken.
Compressor) drukken en vervorming te voorkomen.
De Limiter verzwakt luide ingangsniveaus om vervorming te
LIMITER
voorkomen.
SUB OD/DS Dit effect vervormt het geluid om een lange Sustain te creëren.
GRAPHIC EQ
Dit past de klank als een Equalizer aan. U kunt de geluidskwaliteit
(Graphic Equa- in tien banden aanpassen.
lizer)
PARAMETRIC
EQ Pas de klankkwaliteit aan. U kunt de geluidskwaliteit in vier ban-
(Parametric den aanpassen.
Equalizer)
TONE MODIFY Dit verandert de klank van de aangesloten gitaar.

GUITAR SIM Door middel van simulatie van de kenmerken van bepaalde gitaar-
componenten, zoals elementen en verschillende gitaar bodies,
(Guitar Simu- kunt u tussen een aantal verschillende gitaar types afwisselen
lator) terwijl u slechts één enkele gitaar gebruikt.
Dit produceert een volume aanzwellend effect (‘vioolachtige
SLOW GEAR
klank’).
DEFRETTER Dit simuleert een fretloze gitaar.
WAVE SYNTH Dit is een synth klank die het gitaar ingangssignaal bewerkt.
SITAR SIM.
(Sitar Simu- Dit simuleert het geluid van de sitar.
lator)
Dit voegt een noot op een octaaf lager toe, hetgeen het geluid
OCTAVE
voller maakt.
Dit effect verandert de toonhoogte van het originele geluid (hoger
PITCH SHIFTER
of lager) binnen een reeks van twee octaven.
Harmonist is een effect waarbij de hoeveelheid verschuiving
HARMONIST wordt aangepast volgens een analyse van de gitaarinvoer, zodat u
harmonie gebaseerd op diatonische ladders kunt creëren.
U kunt maken dat geluid dat op de gitaar wordt gespeeld wordt
vastgehouden.
SOUND HOLD
Met dit effect kunt u de melodie in de hoge registers spelen terwijl
een noot in de lage registers wordt vastgehouden.
AC. PROCES- Met deze processor kunt u het geluid dat door het element op een
SOR akoestisch-electrische gitaar wordt geproduceerd veranderen, en
(Acoustic een rijkere klank creëren, gelijkend op het geluid dat verkregen
Processor) wordt wanneer een microfoon dicht bij de gitaar wordt geplaatst.

Door gevarieerde fase porties aan het directe geluid toe te voe-
PHASER
gen, geeft het Phaser-effect het geluid een wervelend karakter.
Het Flanging effect geeft het geluid een draaiend, vliegtuigachtig
FLANGER
karakter.

9
EFFECT

T. WAH SUB WAH


U kunt een Wah-effect produceren waarbij het filter verandert als reactie U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door het [EXP] pedaal of het
op het gitaarniveau. expressiepedaal, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, aan te
passen.
Parameter Waarde Uitleg
Parameter Waarde Uitleg
Selecteert de Wah modus.
Selecteert het type Wah.
Dit creëert een Wah-effect over een brede
LPF
MODE frequentiereeks. Dit modelleert de klank van het CRY BABY
CRY WAH
Wah pedaal dat in de jaren ‘70 populair was.
Dit creëert een Wah-effect in een smalle
BPF
frequentiereeks. VO WAH Dit modelleert het geluid van de VOX V846.
Selecteert de richting waarin het filter verandert als reactie op de FAT WAH Dit is een Wah-geluid met een gedurfde toon.
invoer.
Deze Wah heeft een verfijnd geluid zonder
POLAR TYPE LIGHT WAH
DOWN De frequentie van het filter daalt. ongebruikelijke eigenschappen.

UP De frequentie van het filter stijgt. Deze uitgebreide Wah heeft een variabele
7STRING WAH reeks, compatibel met zevensnarige en bari-
Past de gevoeligheid aan, waarop het filter ton gitaren.
verandert in de richting die door de Polarity
Dit geheel originele effect biedt verbeterin-
SENS 0–100 instelling is bepaald. Hogere waardes resul-
RESO WAH gen in de karakteristieke resonanties die door
teren in een sterkere respons. Op 0 ingesteld
analoge synth filters worden geproduceerd.
heeft de sterkte van het plukken geen effect.
Past de positie van het Wah-pedaal aan.
Past de middenfrequentie van het Wah-effect
FREQ 0–100
aan. PEDAL POS 0–100 * Deze parameter wordt gebruikt nadat deze
aan een EXP pedaal of soortgelijke control-
Past de manier waarop het Wah-effect op
ler is toegewezen.
het gebied rond de middenfrequentie wordt
toegepast aan. Selecteert de klank die geproduceerd wordt
PEAK 0–100 Hogere waardes produceren een sterker PEDAL MIN 0–100 als de hiel van het EXP pedaal wordt inge-
klank die het Wah-effect meer benadrukt. drukt.
Met een waarde van 50 wordt een standaard
Selecteert de klank die geproduceerd wordt
Wah-klank geproduceerd.
PEDAL MAX 0–100 als de teen van het EXP pedaal wordt inge-
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. drukt.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

AUTO WAH
Dit verandert de filtering binnen een periodieke cyclus, hetgeen een
ADV. COMP
automatisch Wah-effect biedt. Dit is een effect dat een lange Sustain produceert door het volumeniveau
van het ingangssignaal glad te strijken. U kunt dit ook als een Limiter
Parameter Waarde Uitleg gebruiken om alleen de geluidspieken te onderdrukken en vervorming te
Selecteert de Wah modus. voorkomen.
Dit creëert een Wah-effect over een brede
LPF Parameter Waarde Uitleg
MODE frequentiereeks.
Dit creëert een Wah-effect in een smalle Selecteert het type compressor.
BPF
frequentiereeks. BOSS COMP Dit modelleert een BOSS CS-3.
Past de frequentie (snelheid ) van de veran- Dit is een compressor die een nog sterker
dering aan. HI-BAND
effect in het High end toevoegt.
* Op BPM ingesteld wordt de waarde van
LIGHT Dit is een compressor met een licht effect.
elke parameter ingesteld volgens de
waarde van de ‘MASTER BPM’, die voor D-COMP Dit modelleert een MXR DynaComp.
0–100, elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt het
RATE Dit is gemodelleerd naar de klank van de Dan
bereiken van effectgeluid instellingen die TYPE ORANGE
BPM – Armstrong ORANGE SQUEEZER.
met het tempo van de song overeenkomen
gemakkelijker. Wanneer dit compressoreffect zwaar wordt
* Als het tempo maakt dat de tijd langer FAT toegepast, wordt een vette toon met een
is dan de reeks toegestane instellingen, versterkte middenreeks verkregen.
wordt het met een periode van 1/2 of 1/4 Wanneer dit compressoreffect zwaar wordt
van die tijd gesynchroniseerd. MILD toegepast, produceert het een zachte toon
DEPTH 0–100 Past de diepte van het effect aan. met een afgekapt High end.

Past de middenfrequentie van het Wah-effect STEREO COMP Dit selecteert een stereo compressor.
FREQ 0–100
aan. Past de reeks (tijd) waarover signalen op laag
Past de hoeveelheid Wah-effect dat in de SUSTAIN 0–100 niveau worden versterkt. Hogere waardes
reeks nabij de middenfrequentie wordt resulteren in een langere Sustain.
toegepast aan. Hogere waardes produceren ATTACK 0–100 Past de Attack tijd aan.
PEAK 0–100
een sterkere klank die het Wah-effect meer
benadrukt. Met een waarde van 50 wordt een LEVEL 0–100 Past het volume aan.
standaard Wah-klank geproduceerd. TONE -50–+50 Past de klank aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

10
EFFECT

LIMITER PARAMETRIC EQ
De Limiter verzwakt luide ingangsniveaus en voorkomt vervorming. Past de klankkwaliteit aan. U kunt de geluidskwaliteit in vier banden
aanpassen.
Parameter Waarde Uitleg
Selecteert het Limiter type. Parameter Waarde Uitleg

BOSS LIMITER Dit selecteert een stereo Limiter. Past de klank van de lage frequentiereeks
LOW GAIN -20–+20 dB
TYPE aan.
RACK 160D Dit modelleert een dbx 160X.
Past de klank van de hoge frequentiereeks
HIGH GAIN -20–+20 dB
VTG RACK U Dit modelleert een UREI 1178. aan.
Pas dit aan, al naar gelang het ingangssig- Past het algehele volumeniveau van de
LEVEL -20–+20 dB
naal van de gitaar. Als het ingangssignaal- Equalizer aan.
THRESH 0–100
niveau deze drempelwaarde overschrijdt,
Specificeert het midden van de frequen-
wordt Limiting toegepast. LOW-MID
20 Hz–10.0 kHz tiereeks die door de LOW-MID GAIN wordt
FREQ
Dit selecteert de compressie ratio die aangepast.
RATIO 1:1–INF:1 gebruikt wordt met signalen die de drem-
Past de breedte van het gebied dat door de
pelwaarde overschrijden.
EQ, gecentreerd op de LOW-MID FREQ, wordt
LOW-MID Q 0.5–16
LEVEL 0–100 Past het volume aan. beïnvloed aan. Hogere waardes maken het
gebied smaller.
Past de sterkte van de ‘picking attack’ aan
als de snaren worden bespeeld. Hogere LOW-MID Past de klank van de laag-midden frequen-
-20–+20 dB
ATTACK 0–100 waardes resulteren in een scherpere attack, GAIN tiereeks aan.
hetgeen een duidelijker gedefinieerde klank
Specificeert het midden van de frequen-
creëert. HIGH-MID
20 Hz–10.0 kHz tiereeks die door de HIGH-MID GAIN wordt
FREQ
RELEASE 0–100 Past de Release tijd aan. aangepast.
Past de breedte van het gebied dat door de
EQ, gecentreerd op de HIGH-MID FREQ, wordt
HIGH-MID Q 0.5–16
beïnvloed aan. Hogere waardes maken het
SUB OD/DS HIGH-MID
gebied smaller.
Past de klank van de laag-midden frequen-
-20–+20 dB
Dit effect vervormt het geluid om lange Sustain te creëren. GAIN tiereeks aan.
Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
Parameter Waarde Uitleg LOW CUT FLAT, 20 Hz–800 Hz filter in werking treedt in. Als FLAT is geselec-
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
Zie ‘OD/DS TYPE’ (p.5)
TYPE Dit stelt de frequentie waarop het High cut
* ‘CUSTOM’ is niet beschikbaar. 630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt in. Als FLAT is geselec-
DRIVE 0–120 Past de diepte van vervorming aan. FLAT
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
TONE -50–+50 Past de klank aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het OD/DS geluid aan.
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan. TONE MODIFY
Als u dit naar links draait (tegen de wijzers
BOTTOM -50–+50 van de klok in) wordt een geluid waarvan het Dit verandert de klank van de aangesloten gitaar.
low end wordt afgekapt. Als dit naar rechts
wordt gedraaid wordt het low end van het
Parameter Waarde Uitleg
geluid versterkt.
Selecteert het type klankwijziging.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
FAT Vette klank met versterkte middenreeks.
Verandert de klank in een klank die geschikt
SOLO SW OFF, ON
is voor solo’s. Heldere klank met een versterkte hoge
PRES (PRESENCE)
midden-reeks.
Past het volumeniveau aan als de Solo SW op
SOLO LEVEL 0–100
ON staat. Milde klank met een teruggebracht High
MILD
end.
TYPE
TIGHT Klank met afgekapte lage frequenties.

GRAPHIC EQ
ENHANC (ENHANCE) Klank met versterkte hoge frequenties.
Dit produceert een klank met meer kracht
RESO 1–3 en ‘punch’ door het toevoegen van resonan-
Dit past de klank als een equalizer aan. U kunt de geluidskwaliteit in tien (RESONATOR 1–3) tie in de lage frequentiereeks en midden-
banden aanpassen. reeks.
Past de klank van de lage frequentiereeks
LOW -50–+50
Parameter Waarde aan.
31 Hz Past de klank van de hoge frequentiereeks
HIGH -50–+50
aan.
62 Hz
LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
125 Hz
Dit past de sterkte van de Low-end en mid-
250 Hz
RESO 0–100 denreeks resonantie aan als TYPE op RESO,
500 Hz 1, 2 of 3 is ingesteld.
-20–+20 dB
1 kHz
2 kHz
4 kHz
8 kHz
16 kHz
LEVEL -20–+20 dB
11
EFFECT

GUITAR SIM DEFRETTER


Dankzij simulatie van de kenmerken van bepaalde gitaarcomponenten, Dit simuleert een fretloze gitaar.
zoals elementen en verschillende gitaar bodies kunt u tussen een aantal
verschillende gitaartypes afwisselen terwijl u slechts één enkele gitaar Parameter Waarde Uitleg
gebruikt.
Dit regelt de ingangsgevoeligheid van de
SENS 0–100
Defretter.
Parameter Waarde Uitleg
DEPTH 0–100 Dit regelt de snelheid van de boventonen.
Selecteert het type gitaar simulator.
Past de mate van vervaging tussen de noten
Verandert van een Single-coil (enkelspoels) TONE -50–+50
SgH aan.
geluid in een Humbucker geluid.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
Verandert van een Humbucker geluid in een
HgS
Single-coil geluid. ATTACK 0–100 Past de attack van het ‘picking’ geluid aan.
Verandert van een Humbucker geluid in een Voegt een karakteristieke resonantie aan het
H g HF RESO 0–100
enkelspoels half tone. geluid toe.
Verandert een Single-coil geluid in een hol- DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid toe.
S g HLW (HOLLOW) low body klank waarbij de body resonantie
TYPE wordt toegevoegd.
Verandert een Humbucker geluid in een hol-
H g HLW low body klank waarbij de body resonantie
wordt toegevoegd. WAVE SYNTH
Verandert een Single-coil geluid in een Dit is een synth klank die het gitaar ingangssignaal verwerkt.
S g AC
akoestische gitaarklank.
* Als u een Wave synthesizer gebruikt, neem dan de volgende punten in
Verandert een Humbucker geluid in een acht:
H g AC
akoestische gitaarklank.
• Omdat de toonhoogte geanalyseerd moet worden, kunnen
Verandert een piëzo elementgeluid in een
P g AC akkoorden (twee of meer gelijktijdig gespeelde klanken) niet worden
akoestische gitaarklank.
gespeeld. Zorg dat u alle andere snaren dempt en slechts één noot
Past de klank van de lage frequentiereeks tegelijk speelt.
LOW -50–+50
aan.
• Als u naar de volgende snaar gaat om die te spelen terwijl een
Past de klank van de hoge frequentiereeks bepaalde klank nog steeds wordt gespeeld, dempt u de vorige
HIGH -50–+50
aan.
klank en speelt u dan de volgende met een duidelijke aanslag. Als
LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. het apparaat de aanslag (attack) niet kan detecteren, kan het geluid
Past de manier waarop de body klinkt aan, als mogelijk niet correct klinken.
TYPE op S g HLW, H g HLW, S g AC, H g AC • De gevoeligheid kan variëren, afhankelijk van de TONE knop en het
of P g AC is ingesteld.
elementtype van de gitaar.
BODY 0–100 Het body geluid neemt toe als de waarde
wordt verhoogd. Als de waarde wordt gere-
duceerd, wordt een klank gelijkend op die Parameter Waarde Uitleg
van een piëzo element geproduceerd.
Selecteert een golf type waarop de synth klank is gebaseerd.
Creëert een synth geluid met een zaagtand
SAW
WAVE golfvorm ( ).

SLOW GEAR SQUARE


Creëert een synth geluid met een vierkante
golfvorm ( ).
Dit produceert een ‘Volume-Swell’ effect (‘vioolachtige klank’). CUTOFF 0–100
Past de frequentie waarop de boventonen
van het geluid worden afgekapt aan.
Parameter Waarde Uitleg Dit past de hoeveelheid resonantie (en klank-
kleur) in het synth geluid aan. Hoe hoger
Past de gevoeligheid van de Slow Gear aan. RESO 0–100
de waarde, hoe sterker de synth klankkleur
Als dit op een lagere waarde is ingesteld, wordt benadrukt.
kan het effect van de Slow Gear alleen ver-
kregen worden als de snaren sterker worden Dit past de hoeveelheid filtering aan, die als
FILTER SENS 0–100
SENS 0–100 bespeeld (geplukt) terwijl er geen effect reactie op de invoer wordt toegepast.
wordt verkregen met een zwakkere aanslag. Dit stelt de tijd in waarbinnen het filter zijn
Als de waarde hoger wordt ingesteld, wordt FILTER DECAY 0–100
‘sweep’ voltooit.
het effect zelfs met een zachte aanslag
verkregen. Past de diepte van het filter aan. Als de
FILTER DEPTH 0–100 waarde hoger is, verandert het filter drasti-
Past de tijd aan waarbinnen het volume zijn scher.
RISE TIME 0–100 maximum bereikt, vanaf het moment dat u
begint te spelen. SYNTH LEVEL 0–100 Past het volume van het synth geluid aan.
LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

12
EFFECT

SITAR SIM. PITCH SHIFTER


Dit simuleert de klank van een sitar. Dit effect verandert de toonhoogte van het originele geluid (omhoog of
omlaag) binnen een reeks van twee octaven.
Parameter Waarde Uitleg
Past de gevoeligheid van de sitar aan. Als dit Parameter Waarde Uitleg
op een lagere waarde is ingesteld, wordt er Selecteert het aantal stemmen voor het Pitch Shift geluid.
geen effect van de sitar verkregen met een
zachte aanslag, terwijl een sterkere aanslag Eenstemmig in toonhoogte verschoven
SENS 0–100 1-VOICE
het effect produceert. Als dit op een hogere geluid, in mono uitgestuurd.
waarde is ingesteld, kan het effect van de VOICE Tweestemmig in toonhoogte verschoven
sitar verkregen worden met een zachte of 2-MONO
geluid (PS1, PS2), in mono uitgestuurd.
sterke aanslag.
Tweestemmig in toonhoogte verschoven
Dit past de hoeveelheid effect dat wordt 2-STEREO geluid (PS1, PS2), via de linker en rechter-
DEPTH 0–100
toegepast aan. kanalen uitgestuurd.
Dit past de klank aan. Het High end wordt Past de hoeveelheid toonhoogteverschuiving
TONE -50–+50 PS1:PITCH
versterkt naarmate de waarde toeneemt. -24–+24 (hoeveelheid interval) in stappen van halve
PS2:PITCH tonen aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van de sitar klank aan.
RESO 0–100 Dit past de golving van de resonantie aan. DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

Past de hoeveelheid van het kenmerkende Selectie voor de Pitch Shifter modus
‘gezoem’ aan, dat door de ‘buzz bridge’ wordt FAST,
BUZZ 0–100 De respons is langzamer in de volgorde van
geproduceerd wanneer de snaren daarmee
MEDIUM, FAST, MEDIUM en SLOW, maar de modulatie
contact maken.
SLOW vermindert in dezelfde volgorde.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. PS1:MODE
MONO wordt gebruikt voor het invoeren van
PS2:MODE
losse noten.

MONO * Het bedoelde effect kan mogelijk niet

OCTAVE geproduceerd worden als akkoorden


worden gespeeld (twee of meer tegelijk
gespeelde noten).
Dit voegt een noot één octaaf lager toe, hetgeen het geluid voller maakt.
PS1:FINE Maak nauwkeurigere aanpassingen in het
-50–+50 interval. De hoeveelheid verandering in de
Parameter Waarde Uitleg PS2:FINE Fine 100 is gelijk aan die van Pitch 1.
Dit selecteert het register waarop het effect wordt toegepast. Past de tijd vanaf het moment dat het directe
geluid hoorbaar is totdat de in toonhoogte
B1 (correspondeert met de klank van een
verschoven geluiden hoorbaar worden aan.
RANGE 1 (B1–E6) open 7e snaar) tot E6 (correspondeert met de
Normaalgesproken kunt u dit op 0 ms laten
1ste snaar die op de 24e fret wordt gespeeld).
staan.
B1 (correspondeert met de klank van een
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
RANGE 2 (B1–E5) open 7e snaar) tot E5 (correspondeert met de
waarde van iedere parameter ingesteld
RANGE 1ste snaar die op de 12e fret wordt gespeeld). PS1:PRE DLY 0 ms–300 ms, volgens de waarde van de ‘MASTER BPM’,
B1 (correspondeert met de klank van een PS2:PRE DLY BPM – die voor elke Patch is gespecificeerd. Dit
RANGE 3 (B1–E4) open 7e snaar) tot E4 (correspondeert de maakt het bereiken van effect geluidsin-
klank van een open 1ste snaar). stellingen die met het tempo van de song
overeenkomen gemakkelijker.
B1 (correspondeert met de klank van een
RANGE 4 (B1–E3) open 7e snaar) tot E3 (correspondeert met de * Indien, door het tempo, de tijd langer
4e snaar die op de 2e fret wordt gespeeld). is dan de reeks toegestane instellingen,
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
OCTAVE Past het volume van de klank een octaaf 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
0–100
LEVEL lager aan.
PS1:LEVEL
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. 0–100 Past het volume van de Pitch Shifter aan.
PS2:LEVEL
Past de hoeveelheid feedback van het Pitch
PS1:F.BACK 0–100
Shift geluid aan.

13
EFFECT

HARMONIST Parameter Waarde


C
Uitleg
C– C–C– C– C
Harmonist is een effect waarbij de hoeveelheid verschuiving wordt Db Db– Db–Db– Db– Db
aangepast volgens een analyse van de gitaarinvoer, zodat harmonie,
D D– D–D– D– D
gebaseerd op diatonische ladders, gecreëerd kan worden.
* Omdat de toonhoogte geanalyseerd moet worden, kunnen akkoorden Eb Eb– Eb–Eb– Eb– Eb
(twee of meer gelijktijdig gespeelde klanken) niet worden gespeeld. E E– E–E– E– E
* Als u naar de volgende snaar gaat om die te spelen terwijl een bepaalde F F– F–F– F– F
klank nog steeds wordt gespeeld, dempt u de vorige klank en speelt USER SCALE
u dan de volgende met een duidelijke aanslag. Als het apparaat de F# F#– F#–F#– F#– F#
aanslag (Attack) niet kan detecteren, kan het geluid mogelijk niet correct G G– G–G– G– G
klinken.
Ab Ab– Ab–Ab– Ab– Ab
* De gevoeligheid kan variëren, afhankelijk van de TONE knop en het
elementtype van de gitaar. A A– A–A– A– A

* U kunt het Harmonist effect niet gebruiken met geluidsinvoer via USB. Bb Bb– Bb–Bb– Bb– Bb
B B– B–B– B– B
Parameter Waarde Uitleg
Selecteert het aantal stemmen voor het Pitch Shift geluid. Specificeer de nootnaam van het uitgangsgeluid. De min (-) en plus (+) symbolen
geven geluiden boven of onder de ingestelde nootnaam aan. Driehoeken naast de
Eenstemmig in toonhoogte verschoven geluid,
1-VOICE nootnamen geven octaven aan. Eén naar beneden wijzende driehoek duidt op een
in mono uitgestuurd.
noot één octaaf onder de weergegeven noot. Twee driehoeken geven een daling van
VOICE Tweestemmig in toonhoogte verschoven geluid twee octaven aan. Eén naar boven wijzende driehoek duidt op een noot één octaaf
2-MONO
(HR1, HR2), in mono uitgestuurd. boven de weergegeven noot. Twee driehoeken geven een stijging van twee octaven
aan.
Tweestemmig in toonhoogte verschoven geluid
2-STEREO (HR1, HR2), via de linker en rechterkanalen * Effectief als USER voor de HARM parameter is geselecteerd.
uitgestuurd.
Dit bepaalt de toonhoogte van een geluid dat

HR1:HARM -2 oct–+2 oct,


aan het ingangsgeluid wordt toegevoegd, als u
een harmonie maakt.
SOUND HOLD
Dit kan 2 octaven hoger of lager dan het
HR2:HARM USER Geluid dat op de gitaar wordt gespeeld, kan voortdurend door blijven
ingangsgeluid worden ingesteld. Als de schaal
op USER is ingesteld, stelt deze parameter het klinken. Met dit effect kunt u de melodie in de hoge registers spelen terwijl
User Scale nummer dat wordt gebruikt in. een noot in de lage registers wordt vastgehouden.
De Key instelling correspondeert als volgt met de * Deze functie werkt niet juist als twee of meer noten gelijktijdig worden
toonhoogte van de song (#, b). gespeeld.
Majeur
Parameter Waarde Uitleg
Zet het Hold geluid aan en uit. Normaal-
MASTER KEY C(Am)–B(G#m) Mineur gesproken wordt dit met de CTL pedalen
bestuurd.
Majeur
HOLD OFF, ON • We gaan ervan uit dat deze parameter aan
de voetschakelaar wordt toegewezen.
Mineur • Patches worden opgeslagen als de HOLD
parameter op Off is ingesteld.
Past de tijd vanaf het moment dat het directe Past aan hoe snel het Sound Hold geluid
geluid hoorbaar is tot de Harmonist klanken RISE TIME 0–100
wordt geproduceerd.
hoorbaar worden aan.
Normaalgesproken kunt u dit op 0 ms laten EFFECT LEVEL 0–120 Past het volume van het Hold geluid aan.
staan.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de waarde
van iedere parameter ingesteld volgens de
HR1:PRE DLY 0 ms–300 ms, waarde van de ‘MASTER BPM’, die voor elke
HR2:PRE DLY BPM – Patch is gespecificeerd. Dit maakt het bereiken
van effect geluidsinstellingen die met het
tempo van de song overeenkomen gemak-
kelijker.
* Indien, door het tempo, de tijd langer is dan
de reeks toegestane instellingen, wordt deze
dan aan een periode van 1/2 of 1/4 van die tijd
gesynchroniseerd.
Past de hoeveelheid feedback van de Harmonist
HR1:F.BACK 0–100
geluid aan.
HR1:LEVEL
0–100 Past het volume van het harmoniegeluid aan.
HR2:LEVEL
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

14
EFFECT

AC. PROCESSOR Parameter Waarde Uitleg


Dit stelt de cyclus van de stap functie die de
snelheid en diepte verandert aan. Als dit op
Met deze processor kunt u het geluid dat door het element op een
een hogere waarde wordt ingesteld, is de ver-
akoestisch-electrische gitaar wordt geproduceerd veranderen, om een andering meer genuanceerd. Zet dit op ‘Off’’
vollere klank te creëren, gelijk aan de klank die verkregen wordt als een als de Step functie niet wordt gebruikt.
microfoon dicht bij de gitaar wordt geplaatst.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
Parameter Waarde Uitleg OFF, 0–100, gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
STEP RATE
BPM – voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
Selecteert het modellering type.
het bereiken van effect geluidsinstellingen
Dit is de klank van een akoestische gitaar met die met het tempo van de song overeenko-
SMALL
een kleine body. men gemakkelijker.
TYPE Dit is een standaard, onopgesmukt akoes- * Indien, door het tempo, de tijd langer
MEDIUM is dan de reeks toegestane instellingen,
tisch gitaargeluid.
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
BRIGHT Dit is een helder akoestisch gitaargeluid. 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
POWER Dit is een krachtig akoestisch gitaargeluid. EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van de Phaser aan.
BASS -50–+50 Past de Low-end balans aan. DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
MIDDLE -50–+50 Past de balans van de middenreeks aan.
Specificeert de frequentiereeks die met Mid-
MIDDLE FREQ 20.0 Hz–10.0 kHz
dle wordt aangepast.
TREBLE -50–+50 Past de High-end balans aan. FLANGER
Past de balans in de uitgebreide hoge reeks
PRES -50–+50 Het Flanging effect geeft het geluid een draaiend, vliegtuigachtig karakter.
aan.
LEVEL 0–100 Past het volume aan.
Parameter Waarde Uitleg
Dit stelt de snelheid van het Flanging effect
in.

PHASER * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de


waarde van iedere parameter ingesteld vol-
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
Door gevarieerde fase porties aan het directe geluid toe te voegen, geeft voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
0–100,
het Phaser-effect het geluid een wervelend, zwierig karakter. RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM –
die met het tempo van de song overeenko-
Parameter Waarde Uitleg men gemakkelijker.
* Indien, door het tempo, de tijd langer
Selecteert het aantal stappen dat het Phaser-effect gebruikt.
is dan de reeks toegestane instellingen,
Dit is een vier-fase effect. Een licht Phaser- wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
4 STAGE
effect wordt verkregen. 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Dit is een acht-fase effect. Dit is een populair DEPTH 0–100 Bepaalt de diepte van het Flanging effect.
8 STAGE
TYPE Phaser-effect.
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feed-
Dit is een twaalf-fase effect. Een diep Phaser- back). Als de waarde toeneemt wordt het
12 STAGE RESO 0–100
effect wordt verkregen. effect benadrukt, hetgeen een meer onge-
bruikelijk geluid creëert.
Dit is de Phaser waarbij twee Phase Shift
BiPHASE
circuits in serie zijn geschakeld. Past de middenfrequentie, waarop het effect
MANUAL 0–100
wordt toegepast, aan.
Dit stelt de snelheid van het Phaser-effect in.
Past de verspreiding aan. De verspreiding
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de SEPARATION 0–100
neemt toe naarmate de waarde toeneemt.
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
FLAT,
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt LOW CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
0–100, 55 Hz–800 Hz
RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
BPM – die met het tempo van de song overeenko-
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van de Flanger aan.
men gemakkelijker.
* Indien, door het tempo, de tijd langer DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
is dan de reeks toegestane instellingen,
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
DEPTH 0–100 Bepaalt de diepte van het Phaser-effect.
Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feed-
back). Als de waarde toeneemt wordt het
RESO 0–100
effect benadrukt, en een meer ongebruike-
lijke klank gecreëerd.
Past de middenfrequentie van het Phaser-
MANUAL 0–100
effect aan.

15
EFFECT

TREMOLO UNI-V
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in volume creëert. Dit modelleert een Uni-Vibe.
Hoewel dit op een Phaser-effect lijkt, biedt dit ook een unieke golving die
Parameter Waarde Uitleg met een gewone Phaser niet verkregen kan worden.
Past veranderingen in volumeniveau aan.
WAVE SHAPE 0–100 Met een hogere waarde wordt de vorm van Parameter Waarde Uitleg
de golf steiler.
Past de snelheid van het UNI-V effect aan.
Past de frequentie (snelheid) van de veran-
dering aan. * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
waarde van iedere parameter ingesteld vol- voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die 0–100, het bereiken van effect geluidsinstellingen
RATE
0–100, voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt BPM – die met het tempo van de song overeenko-
RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen men gemakkelijker.
BPM –
die met het tempo van de song overeenko-
* Indien, door het tempo, de tijd langer
men gemakkelijker.
is dan de reeks toegestane instellingen,
* Indien, door het tempo, de tijd langer wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
is dan de reeks toegestane instellingen, 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
1/4 van die tijd gesynchroniseerd. DEPTH 0–100 Past de diepte van het UNI-V effect aan.

DEPTH 0–100 Past de diepte van het effect aan. LEVEL 0–100 Past het volume aan.

LEVEL 0–100 Past het volume aan.

PAN
ROTARY Terwijl het volumeniveau van de linker en rechterkanten afwisselend
verandert als geluid in stereo wordt gespeeld, kunt u een effect verkrijgen
Dit produceert een effect zoals het geluid van een roterende luidspreker. dat maakt dat het gitaargeluid tussen de luidsprekers heen en weer lijkt te
vliegen.
Parameter Waarde Uitleg
Deze parameter verandert de rotatiesnelheid Parameter Waarde Uitleg
SPEED
SLOW, FAST van de gesimuleerde luidspreker (SLOW of
SELECT Dit varieert het volumeniveau aan de linker
FAST).
AUTO en rechterkant volgens de instellingen voor
0–100, Deze parameter past de SPEED SELECT van TYPE WAVE SHAPE, RATE en DEPTH.
RATE-SLOW
BPM – rotatie aan als ‘SLOW’ is ingesteld.
Uitvoer gebruikt de volumebalans die met
MANUAL
Deze parameter past de SPEED SELECT van POS is ingesteld.
rotatie aan als ‘FAST’ is ingesteld. Past veranderingen in volumeniveau aan.
WAVE SHAPE
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de 0–100 Met een hogere waarde wordt de vorm van
*1
waarde van iedere parameter ingesteld vol- de golf steiler.
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt Past de frequentie (snelheid) van de veran-
0–100, dering aan.
RATE-FAST het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM –
die met het tempo van de song overeenko- * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
men gemakkelijker. waarde van iedere parameter ingesteld vol-
* Indien, door het tempo, de tijd langer gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
is dan de reeks toegestane instellingen, 0–100, voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of RATE *1 het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM –
1/4 van die tijd gesynchroniseerd. die met het tempo van de song overeenko-
men gemakkelijker.
Deze parameter past de hoeveelheid diepte
DEPTH 0–100 * Indien, door het tempo, de tijd langer
in het Rotary-effect aan.
is dan de reeks toegestane instellingen,
Deze parameter past de tijd aan waarbinnen wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
RISE TIME 0–100 de rotatie SPEED SELECT verandert als ‘SLOW’ 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
in ‘FAST’ wordt veranderd.
DEPTH *1 0–100 Past de diepte van het effect aan.
Deze parameter past de tijd aan waarbinnen
FALL TIME 0–100 de rotatie SPEED SELECT verandert als ‘FAST’ L 100–CENTER– Dit past de volumebalans tussen de linker en
POS *2
in ‘SLOW’ wordt veranderd. R 100 rechterkanalen aan.

LEVEL 0–100 Past het volume aan. LEVEL 0–100 Past het volume aan.

*1 Instelling beschikbaar als TYPE op AUTO is ingesteld.


*2 Instelling beschikbaar als TYPE op MANUAL is ingesteld.

16
EFFECT

SLICER RING MOD.


Dit onderbreekt het geluid doorlopend om de indruk te wekken dat een Dit creëert een belachtig geluid, door het gitaargeluid met het signaal van
ritmische achtergrondfrase wordt gespeeld. de interne oscillator te ‘ringmoduleren’. Het geluid kan onmuzikaal zijn en
karakteristieke toonhoogtes missen.
Parameter Waarde Uitleg
Selecteert het Slice patroon dat gebruikt Parameter Waarde Uitleg
PATTERN P1–P20
wordt voor het afkappen van het geluid. Dit selecteert de modus voor de Ring Modulator.
Past de snelheid waarmee het geluid wordt NORMAL Dit is een normale Ring Modulator.
afgekapt aan.
Door het ingangssignaal te ‘ringmoduleren’,
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de wordt een belachtige klank geproduceerd.
waarde van iedere parameter ingesteld vol- De intelligente Ring Modulator verandert de
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die oscillatie frequentie volgens de toonhoogte
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt MODE
0–100, van het ingangsgeluid en produceert der-
RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen INTELLIGENT halve een geluid met een gevoel van toon-
BPM –
die met het tempo van de song overeenko- hoogte, dat heel anders is dan NORMAL.
men gemakkelijker. Dit effect geeft geen bevredigend resultaat
* Indien, door het tempo, de tijd langer als de toonhoogte van het gitaargeluid niet
is dan de reeks toegestane instellingen, correct wordt gedetecteerd. Daarom moet u
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of losse noten gebruiken, geen akkoorden.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd. Past de frequentie van de interne oscillator
FREQUENCY 0–100
Past de gevoeligheid van triggering aan. aan.
Als deze parameter laag is ingesteld, trig- EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
geren zacht gespeelde noten de frase
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
TRIGGER niet opnieuw (d.w.z: de frase blijft spelen),
0–100 maar sterk gespeelde noten triggeren de
SENS
frase opnieuw, zodat deze vanaf het begin
wordt gespeeld. Als deze parameter hoog
is ingesteld, wordt de frase zelfs door zacht
gespeelde noten opnieuw getriggerd. HUMANIZER
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. Dit kan menselijke, klinkerachtige klanken creëren.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
Parameter Waarde Uitleg
Dit stelt de modus waarin de klinkers worden veranderd in.

VIBRATO PICKING
Dit verandert van VOWEL 1 in VOWEL 2, samen met
het gitaarspel. De tijd die voor de verandering wordt
MODE gebruikt, wordt met de snelheid aangepast.
Dit effect creëert vibrato door de toonhoogte lichtelijk te moduleren. Door de snelheid en diepte aan te passen, kunnen twee
AUTO klinkers (VOWEL 1 en VOWEL 2) automatisch worden
Parameter Waarde Uitleg afgewisseld.
Past de snelheid van het vibrato aan. VOWEL 1 a, e, i, o, u Selecteert de eerste klinker.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de VOWEL 2 a, e, i, o, u Selecteert de tweede klinker.
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
Past de gevoeligheid van de Humanizer aan.
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt Als dit op een lagere waarde is ingesteld, wordt er geen
0–100, het bereiken van effect geluidsinstellingen SENS *1 0–100 effect van de Humanizer verkregen als u zacht speelt,
RATE terwijl sterker spelen het effect produceert. Als dit op
BPM – die met het tempo van de song overeenko-
men gemakkelijker. een hogere waarde is ingesteld, kan het effect van de
Humanizer worden verkregen met zacht of sterk spel.
* Indien, door het tempo, de tijd langer
is dan de reeks toegestane instellingen, Past de cyclus voor het veranderen van de twee klinkers
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of aan.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de waarde van
DEPTH 0–100 Past de diepte van het vibrato aan. iedere parameter ingesteld volgens de waarde van de
0–100, ‘MASTER BPM’, die voor elke Patch is gespecificeerd.
Dit selecteert aan/uit voor het vibrato. RATE Dit maakt het bereiken van effect geluidsinstellin-
TRIGGER OFF, ON BPM –
* We gaan er van uit dat deze parameter aan gen die met het tempo van de song overeenkomen
de voetschakelaar wordt toegewezen. gemakkelijker.
Dit stelt de tijd in die voorbij gaat vanaf het * Indien, door het tempo, de tijd langer is dan de reeks
moment dat de Trigger wordt aangezet tot- toegestane instellingen, wordt deze dan aan een peri-
dat het ingestelde vibrato wordt bereikt. ode van 1/2 of 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.

* Als een Patch waarvan TRIGGER op ON is DEPTH 0–100 Past de diepte van het effect aan.
ingesteld wordt opgeroepen, is het effect Dit bepaalt het punt waarop de twee klinkers worden
RISE TIME 0–100 dat u verkrijgt identiek aan dat wat er afgewisseld. Als dit op 50 is ingesteld, worden VOWEL
gebeurt wanneer TRIGGER van Off naar 1 en VOWEL 2 binnen dezelfde tijd afgewisseld. Als dit
On wordt geschakeld. Als u wilt dat het MANUAL *2 0–100 lager dan 50 is ingesteld, is de tijd voor VOWEL 1 korter.
Vibrato-effect direct nadat de Patches zijn
veranderd wordt geproduceerd, stelt u RISE Als dit hoger dan 50 is ingesteld, is de tijd voor VOWEL
TIME op 0 in. 1 langer.

LEVEL 0–100 Past het volume aan. LEVEL 0–100 Past het volume aan.

*1 Instelling beschikbaar als MODE op PICKING is ingesteld.


*2 Instelling beschikbaar als MODE op AUTO is ingesteld.

17
EFFECT

2X2 CHORUS SUB DELAY


Frequentieband divisie wordt in werking gezet om twee verschillende Dit is een Delay met een maximale vertragingstijd 1.000 ms. Dit effect is
Choruses te produceren, één voor lage frequenties en één voor hogere bruikbaar om het geluid vetter te maken.
frequenties, voor zowel de linker als rechterkanalen (vier in totaal).
Hiermee kan een natuurlijker Chorusgeluid worden bereikt. Parameter Waarde Uitleg
Gebruik dit om het type Delay te kiezen.
Parameter Waarde Uitleg
MONO Een simpele mono Delay.
Past de snelheid van het Chorus-effect voor TYPE
de lage frequentiereeks aan. Biedt een Tap Delay-effect dat de vertra-
PAN gingstijd tussen de linker en rechterkanalen
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de verdeelt.
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die Past de Delaytijd aan.
0–100, voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
LOW RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen waarde van iedere parameter ingesteld vol-
BPM –
die met het tempo van de song overeenko- gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
men gemakkelijker. voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
* Indien, door het tempo, de tijd langer 1 ms–1000 ms, het bereiken van effect geluidsinstellingen
DELAY TIME
is dan de reeks toegestane instellingen, BPM – die met het tempo van de song overeenko-
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of men gemakkelijker.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd. * Indien, door het tempo, de tijd langer
Past de diepte van het Chorus-effect voor is dan de reeks toegestane instellingen,
de lage frequentiereeks aan. Als u dit als een wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
LOW DEPTH 0–100 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
verdubbelingeffect wilt gebruiken, gebruikt u
een instelling van 0. Past het volume dat naar de invoer wordt
Past de snelheid van het Chorus-effect voor F.BACK 0–100 teruggestuurd aan. Hogere instellingen resul-
de hoge frequentiereeks aan. teren in meer Delay herhalingen.

* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de EFFECT LEVEL 0–120 Past het volume van het Delaygeluid aan.
waarde van iedere parameter ingesteld vol- Dit stelt de frequentie in waarop het High cut
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die 630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt. Als ‘FLAT’ is geselec-
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt FLAT
0–100, teerd, heeft het High cut filter geen effect.
HIGH RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM – Past de Delaytijd van de linkerkanaal Delay
die met het tempo van de song overeenko-
men gemakkelijker. aan. Deze instelling past de L kanaal Delaytijd
TAP TIME *1 0–100%
aan, ten opzichte van de R kanaal Delaytijd
* Indien, door het tempo, de tijd langer (beschouwd als 100%).
is dan de reeks toegestane instellingen,
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Past de diepte van het Chorus-effect voor de *1 Instelling beschikbaar als TYPE op PAN is ingesteld.
hoge frequentiereeks aan. Als u dit als een
HIGH DEPTH 0–100
verdubbelingeffect wilt gebruiken, gebruikt u
een instelling van 0.
Past de Delay van het effectgeluid in de lage
LOW PRE frequentiereeks aan. Het uitbreiden van de
0.0 ms–40.0 ms
DELAY Pre-Delay produceert het gevoel van meer-
dere klanken (verdubbelingeffect).
Past het volume van het effectgeluid in de
LOW LEVEL 0–100
lage frequentiereeks aan.
Past de Delay van het effectgeluid in de hoge
HIGH PRE frequentiereeks aan. Het uitbreiden van de
0.0 ms–40.0 ms
DELAY Pre-Delay produceert het gevoel van meer-
dere klanken (verdubbelingeffect).
Past het volume van het effectgeluid in de
HIGH LEVEL 0–100
hoge frequentiereeks aan.
Dit stelt de frequentie die de lage en hoge
XOVER FREQ 100 Hz–4.00 kHz
frequentiereeksen verdeelt in.

18
EFFECT

DELAY COMMON
Dit effect voegt een vertraagd geluid aan het directe geluid toe, waardoor Parameter Waarde Uitleg
het meer body krijgt of waarmee speciale effecten worden gecreëerd. Dit bepaalt de Delaytijd.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
Parameter Waarde Uitleg
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
DELAY gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
ON/OFF voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
1 ms–2000 ms, het bereiken van effect geluidsinstellingen
Dit selecteert het type Delay. DELAY TIME
BPM – die met het tempo van de song overeenko-
* Als u van Patch verandert, met Type ingesteld op DUAL-S, DUAL-P men gemakkelijker.
of DUAL-L/R, en dan meteen begint te spelen nadat de Patches zijn * Indien, door het tempo, de tijd langer
veranderd, kan het bedoelde effect mogelijk niet verkregen worden is dan de reeks toegestane instellingen,
in het eerste gedeelte van hetgeen u speelt. wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
* Het stereo-effect wordt opgeheven als een mono effect of COSM 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Amp na een stereo Delay-effect is geschakeld.*
Dit stelt de hoeveelheid Delaygeluid dat
SINGLE Dit is een simpele, mono Delay. naar de invoer wordt teruggestuurd in. Met
F.BACK 0–100
een hogere waarde neemt het aantal Delay
Deze Delay is specifiek voor stereo uitvoer. Hiermee
herhalingen toe.
kunt u het Tap Delay-effect verkrijgen dat de Delay-
tijd verdeelt, en deze dan naar de L en R kanalen Dit stelt de frequentie waarop het High cut
630 Hz–12.5 kHz,
overbrengen. HIGH CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
FLAT
teerd, heeft het High cut filter geen effect.
Tap Time EFFECT LEVEL 0–120 Past het volume van het Delaygeluid aan.
PAN OUTPUT L
EffectLev DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
Dly Time
INPUT DELAY OUTPUT R

Feedback PAN
Het directe geluid wordt via het linkerkanaal uitge-
STEREO stuurd, en het effectgeluid wordt via het rechterka- Parameter Waarde Uitleg
naal uitgestuurd.
Past de Delaytijd van de linkerkanaal Delay
Dit is een Delay die uit twee verschillende, in serie aan. Deze instelling past de L kanaal Delaytijd
geschakelde Delays bestaat. Elke Delay kan binnen TAP TIME 0–100%
aan, ten opzichte van de R kanaal Delaytijd
een reeks van 1 ms tot 1000 ms worden ingesteld. (beschouwd als 100%).
DUAL-S
D1: DELAY 1
TYPE D1 D2
D2: DELAY 2

Dit is een Delay die uit twee verschillende, paral-


DUAL-S, DUAL-P, DUAL-L/R
lel geschakelde Delays bestaat. Elke Delaytijd kan
binnen een reeks van 1 ms tot 1000 ms worden
ingesteld. Parameter Waarde Uitleg
DUAL-P Dit bepaalt de Delaytijd.
D1 * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
D2 gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
Dit is een Delay met individuele instellingen beschik- D1:TIME 1 ms–1000 ms, het bereiken van effect geluidsinstellingen
baar voor de linker en rechterkanalen. Delay 1 gaat D2:TIME BPM – die met het tempo van de song overeenko-
naar het linkerkanaal, Delay 2 naar het rechterkanaal. men gemakkelijker.
DUAL-L/R * Indien, door het tempo, de tijd langer
D1 L is dan de reeks toegestane instellingen,
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
D2 R 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.

D1:F.BACK Past de hoeveelheid feedback van de DELAY


Dit produceert een effect waarbij het geluid omge- 0–100 1 (of DELAY 2) aan. Een hogere waarde ver-
REVERSE
leerd wordt afgespeeld. D2:F.BACK hoogt het aantal Delay herhalingen.
Dit levert een mild, analoog Delaygeluid. De Delay- Dit stelt de frequentie waarop het High cut
ANALOG tijd kan binnen de reeks van 1 tot 2000 ms worden D1:HI CUT 630 Hz–12.5 kHz,
filter in werking treedt in. Als ‘FLAT’ is geselec-
ingesteld. D2:HI CUT FLAT
teerd, heeft het High cut filter geen effect.
Deze instelling biedt het kenmerkende wapperende D1:LEVEL Past het volume van de DELAY 1 (of DELAY
TAPE geluid van de bandecho. De Delaytijd kan binnen de 0–120
D2:LEVEL 2) aan.
reeks van 1 tot 3400 ms worden ingesteld.
MOD Dit voegt een plezierig, wapperend effect aan het
(MODULATE) geluid toe.

19
EFFECT

MODULATE REVERB
Parameter Waarde Uitleg Dit effect voegt galm aan het geluid toe.
Past de modulatiesnelheid van het Delay-
MOD RATE 0–100 Parameter Waarde Uitleg
geluid aan.
Past de modulatiediepte van het Delay- REVERB ON/
MOD DEPTH 0–100 OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
geluid aan. OFF
Dit selecteert het Reverb type. Diverse verschillende simulaties van
ruimte zijn beschikbaar.
Simuleert een Ambience microfoon (off-mic,
CHORUS AMBIENC
geplaatst op afstand van de geluidsbron),
gebruikt voor opnemen en andere toepas-
singen. In plaats van het benadrukken van
In dit effect wordt een lichtelijk ontstemd geluid aan het originele geluid (AMBIENCE)
de galm, wordt deze Reverb gebruikt om
toegevoegd om diepte en breedte (ruimte) toe te voegen. een gevoel van openheid en diepte te pro-
duceren.
Parameter Waarde Uitleg Simuleert de galm in een kleine kamer.
ROOM
Biedt warme weerkaatsingen.
CHORUS ON/
OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
OFF Simuleert de galm in een concertzaal.
HALL 1 Voorziet in heldere en ruimtelijke weerkaat-
Selectie van de Chorus modus. TYPE singen.
Dit Chorus-effect voert hetzelfde geluid via Simuleert de galm in een concertzaal.
MONO HALL 2
zowel het L als het R kanaal uit. Biedt milde weerkaatsingen.
Dit is een stereo Chorus-effect dat verschil- Simuleert een plaatgalm (een Reverb appa-
MODE STEREO 1 lende Chorusgeluiden aan het L kanaal en R raat dat de vibratie van een metalen plaat
kanaal toevoegt. PLATE gebruikt).
Deze stereo Chorus gebruikt ruimtelijke Biedt een metaalachtige klank met onder-
synthese, waarbij het directe geluid via het L scheidende hoge reeks.
STEREO 2
kanaal wordt uitgestuurd en het effectgeluid Dit simuleert het geluid van de ingebouwde
via het R kanaal wordt uitgestuurd. SPRING
veer Reverb van een gitaarversterker.
Past de snelheid van het Chorus-effect aan. Deze Reverb voegt het wapperende geluid
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de MOD (MODULATE) van Hall Reverb toe, voor een uiterst aange-
waarde van iedere parameter ingesteld vol- name galm.
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die REV TIME 0.1 s–10.0 s Past de lengte (tijd) van weerkaatsing aan.
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
0–100, het bereiken van effect geluidsinstellingen Past de tijd totdat het Reverb geluid ver-
RATE PRE DELAY 0 ms–500 ms
BPM – die met het tempo van de song overeenko- schijnt aan.
men gemakkelijker. EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het Reverb geluid aan.
* Indien, door het tempo, de tijd langer
Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
is dan de reeks toegestane instellingen,
LOW CUT FLAT, 20 Hz–800 Hz filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Dit stelt de frequentie waarop het High cut
Past de diepte van het Chorus-effect aan. 630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
DEPTH 0–100 FLAT
* Om dit als verdubbelingeffect te gebruiken, teerd, heeft het High cut filter geen effect.
stelt u de waarde op 0 in.
DENSITY 0–10 Past de dichtheid van het Reverb geluid aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het Reverb geluid aan.
Past de tijd aan die nodig is om het effectge-
SPRING SENS Past de gevoeligheid van het veer effect aan.
luid uit te sturen, nadat het directe geluid is
uitgestuurd. Door een langere Pre Delay tijd (TYPE = 0–100 Als de waarde hoger wordt ingesteld, wordt
PRE DELAY 0.0 ms–40.0 ms SPRING only) het effect ook met zacht gitaarspel verkregen.
in te stellen, kunt u een effect verkrijgen dat
klinkt alsof meerdere klanken tegelijk worden
gespeeld (verdubbeling effect).
Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
LOW CUT FLAT, 20 Hz–800 Hz filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
Dit stelt de frequentie waarop het High cut
630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
FLAT
teerd, heeft het High cut filter geen effect.

20
EFFECT

PEDAL FX FOOT VOLUME

PEDAL BEND FOOT VOLUME


Hiermee kunt u het pedaal gebruiken om een Pitch Bend effect te Dit is een volumeregeling effect.
verkrijgen. Gewoonlijk wordt dit met het EXP pedaal of het [EXP] pedaal dat op de
* Omdat de toonhoogte geanalyseerd moet worden, kunnen akkoorden (twee of SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is aangesloten bestuurd.
meer klanken die tegelijkertijd worden gespeeld) niet gespeeld worden.
Parameter Waarde Uitleg
Parameter Waarde Uitleg
Stelt het volume in, wanneer de hiel van het
VOLUME MIN 0–100
Dit stelt de toonhoogte in, op het punt waar EXP pedaal wordt ingedrukt.
PITCH -24–+24 het EXP pedaal helemaal naar beneden is
Stelt het volume in, wanneer de teen van het
gedrukt. VOLUME MAX 0–100
EXP pedaal wordt ingedrukt.
Past de pedaalpositie voor Pedal Bend aan.
U kunt selecteren hoe het daadwerkelijke
Deze parameter wordt gebruikt nadat deze
PEDAL POS 0–100 volume verandert, ten opzichte van de
aan een EXP pedaal of soortgelijke controller
hoeveelheid waarmee het pedaal wordt
is toegewezen.
ingedrukt.
Past het volume van het Pitch Bend geluid
EFFECT LEVEL 0–100 Volume
aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

ST
VOLUME SLOW 1, SLOW 2, FA

WAH CURVE NORMAL, FAST

NORM
AL
2
U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door het [EXP] pedaal of LOW
S
expressiepedaal, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, aan te 1
OW
passen. SL

Parameter Waarde Uitleg


Als het pedaal volledig Als het pedaal vol-
Selecteert het type Wah. omhoog staat ledig is ingedrukt
Dit modelleert het geluid van het CRY BABY LEVEL 0–100 Past het volume aan.
CRY WAH
Wah-pedaal, populair in de jaren ‘70.
VO WAH Dit modelleert de klank van een VOX V846.
Dit is een Wah geluid met een gedurfde
FAT WAH
klank.
TYPE Deze Wah heeft een verfijnd geluid zonder
LIGHT WAH
ongebruikelijke karakteristieken.
Deze uitgebreide Wah heeft een variabel
7STRING WAH bereik, compatibel met zevensnarige en
bariton gitaren.
Dit geheel originele effect biedt verbeterin-
RESO WAH gen in de kenmerkende resonanties die door
analoge synth filters worden geproduceerd.
Past de positie van het Wah-pedaal aan.

PEDAL POS 0–100 * Deze parameter wordt gebruikt nadat deze


aan een EXP pedaal of soortgelijke control-
ler is toegewezen.
Selecteert de klank die geproduceerd wordt
PEDAL MIN 0–100 als de hiel van het EXP pedaal wordt inge-
drukt.
Selecteert de klank die geproduceerd wordt
PEDAL MAX 0–100 als de teen van het EXP pedaal wordt inge-
drukt.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

21
EFFECT

DIVIDER MIXER
Binnen de effectketen wordt het punt waarop het signaal in kanalen ‘A’
en ‘B’ wordt verdeeld de ‘Divider’ genoemd, en het punt waar de twee Parameter Waarde Uitleg
signalen opnieuw gecombineerd worden, noemen we de ‘Mixer’. Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden gemengd en in
STEREO
U kunt de Divider gebruiken om tussen kanalen ‘A’ en ‘B’ af te wisselen, om stereo uitgestuurd.
MODE
sterk gespeelde en zacht gespeelde noten aan verschillende kanalen toe Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden aan respectievelijk
PAN L/R
te wijzen of om verschillende frequentiebanden van het gitaargeluid aan de L en R uitgangsjacks toegewezen.
verschillende kanalen toe te wijzen. Past de volumebalans van kanalen ‘A’ en ‘B’
Met de Mixer kunt u de volumebalans van kanalen ‘A’ en ‘B’ aanpassen, CH A/B aan.
100:0–0:100
deze in het stereoveld plaatsen of het geluid van kanaal ‘B’ lichtelijk BALANC * Dit wordt alleen getoond als DIVIDER
vertragen om een meer ruimtelijke klank te produceren. MODE op ‘DUAL’ is ingesteld.
Vertraagt het geluid van kanaal ‘B’ lichtelijk,
DIVIDER MIXER om het geluid ruimtelijker te maken.
SPREAD 0–100
* Dit wordt alleen getoond als DIVIDER
MODE op ‘DUAL’ is ingesteld.

Parameter Waarde Uitleg


SINGLE Gebruik slechts één kanaal, ‘A’ of ‘B’.
MODE
DUAL Gebruik de twee kanalen ‘A’ en ‘B’.

SINGLE
Parameter Waarde Uitleg
CH SELECT Ch. A, Ch. B Selecteert het kanaal dat gebruikt wordt.

DUAL Ch. A, DUAL Ch. B


Parameter Waarde Uitleg
OFF DYNAMIC wordt niet gebruikt.
Alleen noten die sterker dan de DYNAMIC
POLAR+ SENS instelling worden gespeeld, worden
Ch. A/Ch. B
uitgestuurd.
DYNAMIC
Alleen noten die zachter dan de DYNAMIC
POLAR- SENS instelling worden gespeeld, worden
uitgestuurd.
Ch. A/Ch. B
DYNAMIC 0–100 Specificeert de gevoeligheid van het plukken.
SENS
OFF Het filter wordt niet gebruikt.
Alleen de regio onder de Cutoff frequentie
Ch. A/Ch. B LPF
wordt uitgestuurd.
FILTER
Alleen de regio boven de Cutoff frequentie
HPF
wordt uitgestuurd.
Ch. A/Ch. B
100 Hz–2 kHz Cutoff frequentie.
CUTOFF FREQ

22
EFFECT

SEND/RETURN Parameter
RETURN
Waarde

0–200
Uitleg
Past het volume van de invoer van het
LEVEL externe effectapparaat aan.
U kunt een externe effectprocessor tussen de SEND Jack en RETURN
Jack aansluiten, en deze als één van de effectprocessors van de GT-100
gebruiken.

NS1/NS2
Dit effect reduceert de ruis en brom die door gitaarelementen wordt
opgepikt. Aangezien het de ruis onderdrukt in synchronisatie met de
Envelope van het gitaargeluid (de manier waarop het gitaargeluid na
bepaalde tijd wegsterft), heeft dit zeer weinig effect op het gitaargeluid,
en schaadt het natuurlijke karakter van het geluid niet.

Parameter Waarde Uitleg


NS ON/OFF OFF, ON Schakelt het ruisonderdrukkingseffect in/uit.
Pas deze parameter aan, al naar gelang het volume
van de ruis. Als het ruitniveau hoog is, is een hogere
instelling geschikt. Als het ruisniveau laag is, is een
lage instelling geschikt. Pas deze waarde aan totdat
THRESH 0–100 de Decay (verval) van het gitaargeluid zo natuurlijk
mogelijk is.
* Het hoog instellen van de Threshold parameter kan
Het geluid dat op de SEND/RETURN binnen de effectketen wordt resulteren in het uitblijven van geluid, wanneer u
ingevoerd, wordt naar de SEND Jack gestuurd. Het geluid dat via de speelt terwijl het gitaarvolume laaggedraaid is.
RETURN Jack wordt ingevoerd, wordt op de SEND/RETURN binnen de Past de tijd vanaf het moment dat de ruisonderdruk-
effectketen ingevoerd. RELEASE 0–100 king in werking treedt, totdat het ruisniveau ‘0’ bereikt
aan.
Dit regelt de ruisonderdrukking gebaseerd op het volumeniveau
Parameter Waarde Uitleg voor het punt dat bij Detect is gespecificeerd.

SEND/ Ingangsvolume van de ingangsjack.


RETURN OFF, ON Zet de SEND/RETURN aan/uit. INPUT * Gewoonlijk dient DETECT op ‘INPUT’ te worden
ON/OFF ingesteld.
De invoer naar SEND/RETURN binnen Ingangsvolume van ruisonderdrukker.
de effectketen wordt naar de SEND Jack
gestuurd, en de invoer van de RETURN Jack * Wanneer aangesloten zoals hieronder wordt
wordt na SEND/RETURN uitgestuurd. getoond, en u wilt voorkomen dat een ruimtelijk
Gebruik deze instelling als u een externe type effectgeluid (zoals een Delaygeluid) door de
effectprocessor wilt aansluiten, in serie NS INPUT NS wordt uitgeroeid, moet u DETECT op ‘NS INPUT’
geschakeld binnen de effectketen van de instellen.
NORMAL
GT-100.
DETECT DLY NS1

(Ruimtelijk type effect)

SEND RETURN Volume na het passeren van Foot Volume.


* Als u FV (Foot Volume) in plaats van de volumerege-
De invoer naar SEND/RETURN binnen ling van de gitaar wilt gebruiken, moet u DETECT op
de effectketen wordt naar de SEND Jack ‘FV OUT’ instellen.
gestuurd, en de invoer van de RETURN Jack FV OUT
en de invoer naar SEND/RETURN (het directe
geluid) worden gemengd en na SEND/
INPUT
RETURN uitgestuurd. FV NS1
Gebruik dit als u de effectgeluiden van de
MODE DIRECT MIX GT-100 samen met het geluid waarop het Voet Volume
externe effectprocessor wordt toegepast wilt
mengen.

SEND RETURN

De invoer naar SEND/RETURN binnen


de effectketen wordt naar de SEND Jack
gestuurd. De invoer van de RETURN Jack
wordt genegeerd.
Bijvoorbeeld, door SEND/RETURN in de
effectketen van de GT-100 voor Reverb of
BRANCH OUT Delay te plaatsen, kunt u de SEND Jack als
een Dry Out gebruiken.

SEND

Past het volume van de uitvoer naar het


SEND LEVEL 0–200
externe effectapparaat aan.

23
EFFECT

ACCEL FX TWIST
Dit maakt het gebruik van zes verschillende types Accel effecten mogelijk, Produceert een agressief gevoel van rotatie. Als dit samen met vervorming
welke het geluid na verloop van tijd wijzigen als u het [ACCEL/CTL] pedaal wordt gebruikt, wordt een nog wilder gevoel van rotatie geproduceerd.
indrukt.
Parameter Waarde Uitleg
Parameter Waarde Uitleg Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
S-BEND Past intensieve buiging toe. RISE TIME 0–100 nodig is om het effect naar maximaal over te
laten gaan, aan.
LASER BEAM Produceert een laserstraal-achtig geluid.
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
Produceert een metaalachtig geluid, en cre- FALL TIME 0–100 nodig is om het effect naar het origineel over
RING MOD.
ëert de indruk dat het geluid wordt gericht. te laten gaan, aan.
TYPE Produceert een agressief gevoel van rotatie. LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
Als dit samen met vervorming wordt
TWIST
gebruikt, wordt een nog wilder gevoel van
rotatie geproduceerd.
WARP
FEEDBACKER
Produceert een dromerig geluid.
Genereert feedback.
WARP
Produceert een dromerig geluid.

S-BEND Parameter Waarde Uitleg


Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
Past intensieve buiging toe. RISE TIME 0–100 nodig is om het effect naar maximaal over te
laten gaan, aan.

Parameter Waarde Uitleg Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die


FALL TIME 0–100 nodig is om het effect naar het origineel over
-3 oct, -2 oct, te laten gaan, aan.
-1 oct, +1 oct, Past de hoeveelheid Pitch Shift in stappen
PITCH LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
+2 oct, +3 oct, van octaven toe.
+4 oct
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
RISE TIME 0–100 nodig is om het effect naar maximaal over te
laten gaan, aan.
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
FEEDBACKER
FALL TIME 0–100 nodig is om het effect naar het origineel over Genereert feedback.
te laten gaan, aan.
* Merk op dat de noten, waarop u feedback wilt toepassen, los en
duidelijk gespeeld moeten worden.

LASER BEAM Parameter Waarde Uitleg


Analyseert de toonhoogte van het gitaarge-
Produceert een laserstraal-achtig geluid. NORMAL luid dat wordt ingevoerd, en creëert dan een
feedback geluid.

Parameter Waarde Uitleg Een kunstmatig feedbackgeluid wordt intern


MODE gecreëerd. Als OSC is geselecteerd, wordt
Past de modulatiesnelheid van het geluid het effect geactiveerd nadat een losse noot
RATE 0–100
aan. OSC is gespeeld en de noot stabiliseert. Een feed-
DEPTH 0–100 Past de modulatiediepte van het geluid aan back effect wordt gecreëerd als het effect
wordt aangezet. De feedback verdwijnt wan-
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die neer het OSC effect wordt uitgezet.
RISE TIME 0–100 nodig is om het effect naar maximaal over te
laten gaan, aan. Hiermee wordt het gemak waarmee feed-
DEPTH *1 0–100 back optreedt als de FEEDBACKER aan is
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die aangepast.
FALL TIME 0–100 nodig is om het effect naar het origineel over
te laten gaan, aan. Dit bepaalt de tijd die benodigd is om het
volume van het feedbackgeluid zijn maxi-
RISE TIME *2 0–100
mum te laten bereiken, vanaf het moment
dat het effect wordt aangezet.

RING MOD. OCTAVE RISE


0–100
Dit bepaalt de tijd die benodigd is om het
volume, van het geluid op een octaaf hoger,
TIME *2 zijn maximum te laten bereiken, vanaf het
Produceert een metaalachtig geluid, en creëert de indruk dat het geluid moment dat het effect wordt aangezet.
wordt gericht.
F.BACK LEVEL
0–100 Past het volume van het feedbackgeluid aan.
*2
Parameter Waarde Uitleg
OCTAVE
FREQ 0–100 Past de frequentie van de interne oscillator aan. Past het volume van het feedbackgeluid, dat
F.BACK LEVEL 0–100
zich een octaaf hoger bevindt, aan.
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die nodig is *2
RISE TIME 0–100
om het effect naar maximaal over te laten gaan, aan. Past de snelheid van het vibrato aan, als de
VIB RATE *2 0–100
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die nodig is FEEDBACKER aan is.
FALL TIME 0–100
om het effect naar het origineel over te laten gaan, aan. Past de diepte van het vibrato aan, als de
VIB DEPTH *2 0–100
RING LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. FEEDBACKER aan is.

OCTAVE
0–100 Past het volume van het geluid op een octaaf lager aan. *1 MODE=alleen NORMAL
LEVEL
*2 MODE=alleen OSC
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.

24
EFFECT

MASTER SETTING AMP CONTROL


Deze instellingen worden op de algehele Patch toegepast. Door de Jack voor het schakelen van kanalen van de gitaarversterker op
de AMP CONTROL Jack van de GT-100 aan te sluiten, kunt u Amp Control
gebruiken om het versterkerkanaal te veranderen.

MASTER SETTING
Parameter Waarde Uitleg
PATCH LEVEL 0–200 Past het volume van de Patch aan.
Past de BPM waarde van elke Patch aan.
* BPM (Beats Per Minute) duidt op het aantal
kwartnoot tellen dat elke minuut optreedt.
* Als u een extern MIDI-apparaat heeft
MASTER BPM 40–250 aangesloten, synchroniseert de MASTER
BPM aan het tempo van het externe MIDI
apparaat, wat het instellen van de MASTER
BPM onmogelijk maakt. Om het instellen van
de MASTER BPM mogelijk te maken, stelt u
‘SYNC CLOCK’(p.29) op INTERNAL in.
Dit stelt de toonsoort voor de FX HARMONIST
in.
Met deze combinatie van de GT-100 en de versterkerkanalen kunt u een
Majeur nog bredere variëteit aan vervorminggeluiden verkrijgen. Aangezien de
Amp Control instelling wordt behandeld als één van de effectparameters
die in elke individuele Patch worden opgeslagen, kunt u met elk Patch
MASTER KEY C (Am)–B (G#m) Mineur tussen gitaarversterkerkanalen schakelen.
Majeur
Parameter Waarde Uitleg

GT-100
Mineur
(AMP CONTROL Jack)

MASTER EQ
OFF
Parameter Waarde Uitleg
MASTER LOW Past de klank van de lage frequentiereeks
-20–+20 dB
GAIN aan.
Gitaarversterker
MASTER HIGH Past de klank van de hoge frequentiereeks
-20–+20 dB
GAIN aan. (Jack voor het schakelen tussen
AMP CON- kanalen)
Specificeer het midden van de frequentie-
MASTER MID TROL
20.0 Hz–10.0 kHz reeks die met de MASTER MID GAIN wordt
FREQ GT-100
aangepast.
Past de breedte van het gebied dat door de (AMP CONTROL Jack)
MASTER EQ, gecentreerd op de MASTER MID FREQ,
0.5–16
MID Q wordt beïnvloed aan. Hogere waardes maken
het gebied smaller.
MASTER MID Past de klank van de middenfrequentiereeks
-20–+20 dB
GAIN aan. ON

Gitaarversterker
(Jack voor het schakelen tussen
kanalen)

* Om te bepalen hoe versterkerkanalen worden geschakeld als het circuit


open en verkort is, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de
versterker of controleer de geluiden daadwerkelijk door de versterker te
bedienen.
* Houd er rekening mee dat, afhankelijk van het circuit van de
kanaalschakeling Jack die in de gitaarversterker wordt gebruikt, de Amp
Control mogelijk niet werkt.
* Aangezien dit een mono plug is, kan een driekanaals versterker hiermee
niet worden geschakeld.

MEMO
Naast het schakelen tussen versterkerkanalen, kunt u Amp
Control ook gebruiken om de effecten van de versterker aan en
uit te zetten, zoals een voetschakelaar.
25
SYSTEEM
OUTPUT SELECT TOTAL
Specificeer het apparaat (versterker) dat op de OUTPUT Jacks is Deze parameters besturen het drempelniveau van de ruisonderdrukking
aangesloten. die door elke Patch wordt gebruikt, het algehele Reverb niveau en de
algehele uitvoer. Deze zijn niet op de instellingen van elke Patch van
Parameter Waarde Uitleg invloed.
Kies deze instelling als de GT-100 op de
JC-120 gitaaringang van een Roland JC-120 gitaar- Parameter Waarde Uitleg
versterker is aangesloten. Bestuur het drempelniveau van de ruisonder-
Kies deze instelling als de GT-100 op een drukking die door elke Patch wordt gebruikt.
SMALL AMP Dit is niet op de instelling van elke Patch van
kleine gitaarversterker is aangesloten.
NS THRESH -20–+20 dB invloed.
Kies deze instelling als de GT-100 op de
gitaaringang van een andere combo gitaar- * Als u de instellingen die voor elke Patch zijn
versterker (d.w.z: één apparaat dat zowel gespecificeerd wilt gebruiken, stelt u dit
COMBO AMP de versterker als luidspreker bevat) dan de op 0 dB in.
JC-120 is aangesloten. Past het Reverb niveau dat voor iedere Patch
Bij sommige gitaarversterkertypes kan de is gespecificeerd aan.
JC-120 betere resultaten produceren.
Het is nuttig om het reverb niveau aan te pas-
Kies deze instelling als de GT-100 op de sen, zodat het bij de ruimte waarin u speelt
gitaaringang van een stack gitaarversterker REVERB 0–200% past. Dit is niet van invloed op de instellingen
STACK AMP is aangesloten (d.w.z: een versterker waarin van elke Patch.
de versterker en luidspreker aparte eenheden
SELECT zijn). * Als u de instellingen die voor elke Patch zijn
gespecificeerd wilt gebruiken, stelt u dit op
Kies deze instelling als de GT-100 op de 100 % in.
JC-120 RETURN
RETURN Jack van de JC-120 is aangesloten.
Specificeert het referentie uitgangsniveau, al
Kies deze instelling als de GT-100 op de MAIN OUT-
-10 dB, +4 dB naar gelang het ingangsniveau van het appa-
COMBO RETURN RETURN Jack van een combo gitaarversterker PUT LEVEL
raat dat op de OUTPUT Jacks is aangesloten.
is aangesloten.
Kies deze instelling als de GT-100 op de
RETURN Jack van een stack gitaarversterker is
STACK RETURN
aangesloten. U moet ook de ‘STACK RETURN’
instelling kiezen als u een Power gitaar- PHRASE LOOP
versterker samen met een luidsprekerkast
gebruikt. Hier zijn verscheidene instellingen voor de Phrase Loop functie.
Kies deze instelling als u een koptelefoon
gebruikt, of als de GT-100 op een keyboard Parameter Waarde Uitleg
LINE/PHONES
versterker, mengpaneel of digitale recorder is
Het geluid dat door de effecten is bewerkt
aangesloten.
wordt opgenomen.
PERFORM Hiermee kunt u verschillende uitvoerin-
gen creëren door verschillende klanken te
stapelen.
INPUT MODE Het geluid voordat het door de effecten is
bewerkt wordt opgenomen, en de effecten
Past het ingangsniveau aan volgens het uitgangsniveau van de gitaar die worden toegepast wanneer de loop wordt
u heeft aangesloten. PATCH EDIT afgespeeld.
Dit is een handige manier om de effecten aan
Parameter Waarde Uitleg te passen of om de klank van verschillende
Patches te vergelijken.
INPUT LEVEL -20–+20 dB Past het ingangsniveau van de gitaar aan.
De frase wordt in mono opgenomen
MONO
(maximaal 38 seconden).
REC MODE
De frase wordt in stereo opgenomen

GLOBAL EQ STEREO
(Maximaal 19 seconden).
Specificeert het volume waarmee de frase
PLAY LEVEL 0–120
Dit past de klank van de OUTPUT aan, ongeacht de equalizer aan/uit wordt afgespeeld.
instellingen van individuele Patches. Phrase Loop werkt niet, zelfs als u het
OFF
[PHRASE LOOP] pedaal indrukt.
Parameter Waarde Uitleg PEDAL FUNC U kunt het [PHRASE LOOP] pedaal gebruiken
Past de klank van de lage frequentiereeks PHRASE LOOP om Phrase Loop aan/uit te zetten of om op
LOW GAIN -20–+20 dB te nemen.
aan.
Past de klank van de middenfrequentiereeks
MID GAIN -20–+20 dB
aan.

MID FREQ 20.0 Hz–10.0 kHz


Specificeert het midden van de frequentie-
reeks die met de MID GAIN wordt aangepast. PLAY OPTION
Past de breedte van het gebied dat door
de EQ, gecentreerd op de MID FREQ, wordt Hier kunt u specificeren hoe de pedalen werken tijdens het spelen.
MID Q 0.5–16
beïnvloed aan. Hogere waardes maken het
gebied smaller. Parameter Waarde Uitleg
Past de klank van de hoge frequentiereeks Hoewel de indicatie in het scherm wordt bij-
HIGH GAIN -20–+20 dB
aan. gewerkt om de verandering in de bank weer
WAIT te geven wanneer een BANK pedaal wordt
BANK ingedrukt, verandert de Patch niet totdat een
CHANGE nummer pedaal wordt ingedrukt.
MODE
De Patch verandert direct als een BANK
IMMED pedaal of één van de nummer pedalen wordt
26 ingedrukt.
SYSTEEM

Parameter Waarde Uitleg Weergave van parameters die u met KNOB


OFF
De operationele status van de EXP PEDAL
FUNC (p.31) wordt niet overgedragen als er SETTING kunt instellen
van Patch wordt veranderd.
Als de EXP PEDAL FUNC (p.31) tussen twee
De parameternamen die in het Play scherm worden weergegeven zijn
Patches hetzelfde zijn, wordt de operationele afgekort.
status overgedragen wanneer er van Patch Voor details over parameternamen raadpleegt u het hieronder getoonde
wordt veranderd. overzicht.
Bijvoorbeeld, als EXP PEDAL FUNC in beide
Patches op FOOT VOLUME is ingesteld,
EXP PEDAL degene voor en degene na de verandering, Waarde Display Waarde Display
HOLD blijft het volume, dat met de positie waarin
OFF OFF DELAY F.BACK DlyFBK
ON het pedaal zich bevindt (hoek) correspon-
deert, behouden nadat de Patch verandert. PATCH PATCH DELAY HI CUT DlyHC
Aan de andere kant, als de Patch die wordt
COMP SUSTAIN CmpSUS DELAY E.LEV DlyELV
veranderd op WAH is ingesteld, is het volume
volgens de waarde die binnen de Patch COMP ATTACK CmpATK DELAY D1TIME D1 TIM
is ingesteld, en verkrijgt u een Wah-effect
COMP LEVEL CmpLEV DELAY D1F.BK D1 FBK
in overeenstemming met een waarde die
de huidige positie (hoek) van het pedaal OD/DS DRIVE OD DRV DELAY D1HICUT D1 HC
weergeeft.
OD/DS TONE OD TNE DELAY D1LEV D1 LEV
Specificeert of knop handelingen uitgescha-
OD/DS E.LEV OD ELV DELAY D2TIME D2 TIM
KNOB LOCK OFF, ON keld worden. Als dit op ON is ingesteld, zijn
knop handelingen uitgeschakeld. OD/DS SOLO LV OD SLV DELAY D2F.BK D2 FBK
OFF, TUNER, PRE A TYPE A:TYPE DELAY D2HICUT D2 HC
Selecteert de functie die wordt opgeroepen
NUM PEDAL Ch. A/B, OD SOLO,
als u het pedaal met hetzelfde nummer als de PRE A GAIN A:GAIN DELAY D2LEV D2 LEV
SW A/B SOLO,
op dat moment geselecteerde Patch indrukt.
A&B SOLO PRE A LEVEL A:LEV CHORUS RATE ChoRAT
BANK EXTENT P01–P50, PRE A BASS A:BASS CHORUS DEPTH ChoDPT
Stelt de laagste limiet voor de banken in.
MIN U01–U50
PRE A MID A:MID CHORUS PREDLY ChoDLY
BANK EXTENT P01–P50,
Stelt de hoogste limiet voor de banken in. PRE A TREBLE A:TRB CHORUS E.LEV ChoLEV
MAX U01–U50
PEDAL INDI- Als dit op ON staat, knipperen alle pedaalin- PRE A PRES A:PRES REVERB TIME RevTIM
OFF, ON
CAT dicators van het apparaat vaag. PRE A SOLO LV A:SLV REVERB HI CUT RevHC
PRE A MIC LEV A:MLV REVERB E.LEV RevELV
PRE B TYPE B:TYPE MASTER LOW MT LOW

KNOB SETTING PRE B GAIN B:GAIN MASTER MID MT MID


PRE B LEVEL B:LEV MASTER HIGH MT HI
Hier kunt u de gewenste parameters aan knoppen [1]-[8] in het Play
PRE B BASS B:BASS PATCH LEVEL PAT LV
scherm toewijzen.
PRE B MID B:MID PEDAL WAH LEV WahLEV
* De instellingen die u hier maakt, zijn alleen voor de knoppen in het Play
scherm. PRE B TREBLE B:TRB PEDAL PB LEV PB LEV
PRE B PRES B:PRES DIV CH SELECT CH A/B
Parameter Waarde PRE B SOLO LV B:SLV SR SEND LEVEL SR SND
KNOB 1 OFF, PATCH, COMP SUSTAIN, COMP ATTACK, COMP LEVEL, PRE B MIC LEV B:MLV SR RTN LEVEL SR RTN
OD/DS DRIVE, OD/DS TONE, OD/DS E.LEV, OD/DS SOLO LV,
EQ LO CUT EQ LC NS1 THRESH NS1THR
KNOB 2 PRE A TYPE, PRE A GAIN, PRE A LEVEL, PRE A BASS, PRE A MID,
PRE A TREBLE, PRE A PRES, PRE A SOLO LV, PRE A MIC LEV, EQ LOW EQ LOW NS1 RELEASE NS1REL
KNOB 3 PRE B TYPE, PRE B GAIN, PRE B LEVEL, PRE B BASS, PRE B MID,
EQ LO-MID EQ LMD NS2 THRESH NS2THR
PRE B TREBLE, PRE B PRES, PRE B SOLO LV, PRE B MIC LEV,
KNOB 4
EQ LO CUT, EQ LOW, EQ LO-MID, EQ HI-MID, EQ HIGH, EQ HI CUT, EQ HI-MID EQ HMD NS2 RELEASE NS2REL
DELAY TIME, DELAY F.BACK,DELAY HI CUT, DELAY E.LEV,
EQ HIGH EQ HI GLOBAL EQ LOW GB LOW
DELAY D1TIME, DELAY D1F.BK, DELAY D1HICUT, DELAY D1LEV,
KNOB 5
DELAY D2TIME, DELAY D2F.BK, DELAY D2HICUT, DELAY D2LEV, EQ HI CUT EQ HC GLOBAL EQ MID GB MID
CHORUS RATE , CHORUS DEPTH, CHORUS PREDLY, CHORUS E.LEV,
KNOB 6 DELAY TIME DlyTIM GLOBAL EQ HIGH GB HI
REVERB TIME, REVERB HI CUT, REVERB E.LEV, MASTER LOW,
MASTER MID, MASTER HIGH, PATCH LEVEL, PEDAL WAH LEV,
KNOB 7 PEDAL PB LEV, DIV CH SELECT, SR SEND LEVEL, SR RTN LEVEL,
NS1 THRESH, NS1 RELEASE, NS2 THRESH, NS2 RELEASE,
KNOB 8 GLOBAL EQ LOW, GLOBAL EQ MID, GLOBAL EQ HIGH

27
SYSTEEM

PREFERENCE USB
Hier kunt u specificeren of instellingen voor de aangesloten versterker Hier kunt u aan USB gerelateerde instellingen maken, in het geval de
en voorversterker, control pedaal, expressiepedaal, enz. onafhankelijk GT-100 via USB op een computer is aangesloten.
voor elke Patch zijn, of dat dezelfde instellingen door alle Patches worden
gedeeld.
USB geluidsstroom
Parameter Waarde Uitleg USB IN-OUT MODE: NORMAL
OUTPUT Als dit op PATCH is ingesteld, kunnen
PATCH, SYSTEM
SELECT verschillende instellingen onafhankelijk GT-100 USB OUT OUTPUT
voor elke Patch worden gemaakt. Als dit op
PREAMP PATCH, SYSTEM 1–3
SYSTEM is ingesteld, worden dezelfde instel-
ACCEL/CTL PATCH, SYSTEM lingen door alle Patches gedeeld.
EXP PATCH, SYSTEM
USB IN
EXP SW PATCH, SYSTEM * Als een CTL/EXP pedaal dat op SYSTEM MIX
is ingesteld op ASSIGN SOURCE (p.32) niveau
SUB CTL 1 PATCH, SYSTEM OUTPUT
wordt ingesteld, wordt deze instelling hier niveau
genegeerd. In het geval van het ACCEL/CTL INVOER
SUB CTL 2 PATCH, SYSTEM
pedaal, worden naast het bovenstaande,
Effectketen
SUB EXP PATCH, SYSTEM instellingen voor Manual modus (p.37) ook
genegeerd.

USB IN-OUT MODE: DRY OUT

LCD GT-100 USB OUT OUTPUT

Hier kunt u de helderheid van de tekens in het scherm aanpassen.

Parameter Waarde Uitleg


USB IN
MIX
CONTRST
niveau
LEFT Met hogere waardes neemt de helderheid OUTPUT
1–16
CONTRST toe. INVOER niveau
RIGHT
Effectketen

USB IN-OUT MODE: REAMP

GT-100 USB OUT OUTPUT

USB IN OUTPUT
niveau

INPUT
INVOER niveau

Effectketen

Parameter Waarde Uitleg


Hier kunt u de geluidsstroom voor USB invoer/uitvoer specificeren.
De gitaarinvoer wordt door de effecten van de
GT-100 gevoerd, en naar de computer gestuurd. De
NORMAL
invoer van de computer wordt met de uitvoer van de
GT-100 gemixed en dan uitgestuurd.
Het geluid van de gitaar dat door de effecten is
bewerkt wordt beluisterd, terwijl de gitaarinvoer
naar de computer wordt gestuurd, zonder door
DRY OUT de effecten van de GT-100 te worden gevoerd. De
invoer van de computer wordt met de uitvoer van
USB IN-OUT de GT-100 (door effecten bewerkt gitaargeluid)
MODE gemixed en dan uitgestuurd.
Het geluid dat van de computer wordt ingevoerd
gaat door de effecten van de GT-100, en wordt dan
via de OUTPUT en USB OUT van de GT-100 uitge-
stuurd.
Met deze instelling kan het gitaargeluid dat op de
REAMP computer is opgenomen via de effecten van de
GT-100 worden afgespeeld en via de gitaar OUTPUT
en USB OUT van de GT-100 worden uitgestuurd.
* Als REAMP is geselecteerd, kan de invoer van de
28 GT-100 niet gebruikt worden.
SYSTEEM

Parameter Waarde Uitleg Parameter Waarde Uitleg


Past het niveau van het geluid dat van de computer is ingevoerd Deze instelling bepaalt de basis die gebruikt wordt voor het
aan, dat met het geluid dat door de effecten van de GT-100 is synchroniseren van de timing voor effectmodulatie snelheden
bewerkt gemixed wordt als ‘USB IN-OUT MODE’ niet op ‘REAMP’ is en andere op tijd gebaseerde parameters.
MIX LEVEL ingesteld.
* Als u een extern MIDI-apparaat heeft aangesloten, wordt de
Past het niveau van het geluid dat van de computer MASTER BPM met het tempo van het extern MIDI-apparaat
0–200 % is ingevoerd aan, dat met het geluid dat door de gesynchroniseerd, en wordt de MASTER BPM instelling dus
effecten van de GT-100 is bewerkt wordt gemixed. uitgeschakeld. Om het instellen van de MASTER BPM in te
schakelen, stelt u dit op ‘INTERNAL’ in.
Past het ingangsniveau van de computer naar de effecten van de
GT-100 aan, als ‘USB IN-OUT MODE’ op ‘REAMP’ is ingesteld. * Als uitvoeringen aan het MIDI Clock signaal van een extern
INPUT LEVEL SYNC MIDI-apparaat worden gesynchroniseerd, kunnen timing
Past het ingangsniveau van de computer naar de CLOCK problemen in de uitvoering optreden, door storingen in de
-20–+20 dB
effecten van de GT-100 aan. MIDI Clock.
Past het niveau van de uitvoer van de GT-100 naar de computer aan. Handelingen worden gesynchroniseerd aan
OUTPUT
Past het niveau van de uitvoer naar de computer de MIDI Clock die via MIDI wordt ontvangen.
LEVEL 0–200%
aan. AUTO Echter, handelingen worden automatisch aan de
interne klok van de GT-100 gesynchroniseerd als
Schakelt de uitvoer van het GT-100 geluid naar de OUTPUT en de GT-100 de externe klok niet kan ontvangen.
PHONES Jacks.
Handelingen worden met de interne GT-100
* Deze instelling kan niet opgeslagen worden. Dit wordt op ON INTERNAL
klok gesynchroniseerd.
ingesteld wanneer de stroom wordt aangezet.
Dit selecteert of MIDI-boodschappen via de MIDI IN aansluiting
* Als u de speciale driver gebruikt, kunt u DIR. MONITOR On/Off
of via de USB-poort worden ontvangen.
vanaf een ASIO 2.0 compatibele toepassing besturen.
MIDI-boodschappen worden via de USB-poort
DIR. MONI- Zet dit op OFF als geluidsdata intern via een compu-
ontvangen.
TOR ter wordt overgebracht (Thru). MIDI IN
OFF USB (AUTO)
Er is op dit moment geen geluid hoorbaar, tenzij de SELECT * Als de USB-poort niet op een computer is
instelling voor de computer Thru is. aangesloten, worden MIDI-boodschappen via
de MIDI IN aansluiting ontvangen.
Het GT-100 geluid wordt uitgestuurd. Zet dit op ON
als de GT-100 als een op zichzelf staand apparaat MIDI-boodschappen worden via de MIDI IN
MIDI
ON wordt gebruikt, zonder aansluiting op een computer aansluiting ontvangen.
(alleen USB invoergeluid wordt uitgestuurd als dit op
Deze instelling bepaalt of Program Change boodschappen al
OFF is ingesteld).
dan niet worden verzonden, wanneer er op de GT-100 van Patch
Deze instelling bepaalt of het commando (het Direct Monitor com- wordt veranderd.
mando), waarmee de Direct Monitor instelling wordt bestuurd, al
* Op de GT-100 worden Bank Select boodschappen tegelijker-
dan niet is ingeschakeld.
tijd met Program Change boodschappen verzonden.
Het Direct Monitor commando is uitgeschakeld, PC OUT
DIR. MONI- Program Change boodschappen worden niet
DISABLE zodat de Direct Monitor modus die door de GT-100 is
TOR CMD OFF verzonden, zelfs niet wanneer er van Patch
ingesteld behouden blijft.
wordt veranderd.
Het Direct Monitor commando is ingeschakeld,
Program Change boodschappen worden tege-
ENABLE zodat de Direct Monitor modus vanaf een extern
ON lijkertijd verzonden wanneer er van Patch wordt
apparaat veranderd kan worden.
veranderd.
Deze instelling bepaalt of Patches worden veranderd volgens
de Program Change Map instellingen, of volgens de standaard

MIDI SETTING
instellingen.
Dit deactiveert de Program Change Map.
MAP
FIX Schakelt naar de Patches volgens de standaard
Hier kunt u instellingen maken voor het gebruik van de GT-100 met een SELECT
instellingen.
extern MIDI-apparaat of met een tweede GT-100 apparaat.
Dit activeert de Program Change Map.
PROG Schakelt naar de Patches volgens de Program
Parameter Waarde Uitleg Change Map.
Dit stelt het MIDI-kanaal dat voor het ontvangen van MIDI- Dit stelt het controller nummer in, als [PHRASE LOOP] pedaal-
RX CHANNEL boodschappen wordt gebruikt in. schakelaar bedieningsdata als Control Change boodschappen
worden verzonden.
Ch. 1– Ch. 16 Specificeert het ontvangstkanaal.
Control Change boodschappen worden niet
Dit maakt de instellingen voor de kanalen die voor MIDI-infor- PH.LOOP OFF
verzonden.
matie worden gebruikt. OUT
Dit stelt het controller nummer in, als [PHRASE
Informatie wordt ontvangen op het kanaal dat
OMNI MODE OFF CC#1–CC#31, LOOP] pedaalschakelaar bedieningsdata als
met de RX CHANNEL instelling is gespecificeerd.
CC#64–CC#95 Control Change boodschappen worden ver-
Boodschappen worden op alle kanalen ontvan- zonden.
ON
gen, ongeacht de MIDI-kanaal instellingen.
Dit stelt het controller nummer in, als [ACCEL/CTL] pedaal-
Dit stelt het MIDI-kanaal in dat voor het verzenden van MIDI- schakelaar bedieningsdata als Control Change boodschappen
boodschappen wordt gebruikt. worden verzonden.
TX CHANNEL Ch. 1– Ch. 16. Specificeert het zendkanaal. ACC/CTL Control Change boodschappen worden niet
OFF
OUT verzonden.
Verzendt op hetzelfde kanaal als het RX CHAN-
RX
NEL. Dit stelt het controller nummer in, als [ACCEL/
CC#1–CC#31,
CTL] pedaalschakelaar bedieningsdata als Con-
Dit stelt het MIDI Device ID in, voor het verzenden en ontvangen CC#64–CC#95
trol Change boodschappen worden verzonden.
DEVICE ID van Exclusive boodschappen.
Dit stelt het controller nummer in, als [EXP] pedaal bedienings-
1–32 Stelt de MIDI Device ID in.
data als Control Change boodschappen worden verzonden.
Control Change boodschappen worden niet
OFF
EXP OUT verzonden.
Dit stelt het controller nummer in, als [EXP]
CC#1–CC#31,
pedaal bedieningsdata als Control Change
CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden.

29
SYSTEEM

Parameter Waarde Uitleg


Dit stelt het controller nummer in, als EXP PEDAL SW bedie-
PEDAL CALIBRATION
ningsdata als Control Change boodschappen worden verzon-
U kunt het [EXP] pedaal opnieuw aanpassen, zodat het optimaal
den.
functioneert.
EXP SW Control Change boodschappen worden niet
OFF
OUT verzonden.
Parameter Waarde Uitleg
Dit stelt het controller nummer in, als EXP
CC#1–CC#31, Past de gevoeligheid waarop het EXP pedaal reageert
PEDAL SW bedieningsdata als Control Change THRESHOLD 1–16
CC#64–CC#95 aan.
boodschappen worden verzonden.
Dit stelt het controller nummer in, als bedieningsdata van de
voetschakelaar, aangesloten op de SUB CTL 1,2/SUB EXP Jack, als
Control Change boodschappen worden verzonden.
SUB
CTL 1 OFF
Control Change boodschappen worden niet AUTO OFF
verzonden.
OUT
De GT-100 kan zijn stroom automatisch uitzetten. De stroom wordt
Dit stelt het controller nummer in, als SUB CTL
CC#1–CC#31,
1 pedaal bedieningsdata als Control Change automatisch uitgezet als er 10 uur is verstreken sinds u het apparaat
CC#64–CC#95 voor het laatst bespeelde of bediende. In het scherm wordt ongeveer 15
boodschappen worden verzonden.
minuten voordat de stroom wordt uitgezet een boodschap weergegeven.
Control Change boodschappen worden niet
OFF In de fabrieksinstellingen is deze functie op ‘ON’ ingesteld (stroom wordt
SUB verzonden.
CTL 2 na 10 uur uitgezet). Als u wilt dat de stroom altijd aan blijft, zet u dit op
Dit stelt het controller nummer in, als SUB CTL
OUT CC#1–CC#31, ‘OFF’.
2 pedaal bedieningsdata als Control Change
CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden. * Als de stroom wordt uitgezet, gaan de instellingen die u bewerkte
Dit stelt het controller nummer in, als bedieningsdata van het verloren.
expressiepedaal, aangesloten op de SUB CTL 1,2/SUB EXP Jack,
als Control Change boodschappen worden verzonden. Parameter Waarde Uitleg
SUB
Control Change boodschappen worden niet OFF De stroom wordt niet automatisch uitgezet.
EXP OFF
verzonden.
OUT De stroom wordt automatisch uitgezet als er 10
AUTO OFF
Dit stelt het controller nummer in, als externe ON uur is verstreken sinds u het apparaat voor het
CC#1–CC#31,
SUB EXP Pedal bedieningsdata als Control laatst bespeelde of bediende.
CC#64–CC#95
Change boodschappen worden uitgestuurd.

MIDI PROGRAM MAP BANK 0–3 FACTORY RESET


Stelt de GT-100 opnieuw op de fabriekinstellingen in.
Als er van Patches wordt veranderd met gebruik van Program Change Zie ‘De fabrieksinstellingen herstellen’.
boodschappen die door een extern MIDI-apparaat worden verzonden,
kunt u de overeenstemming tussen Program Change boodschappen die
Parameter Waarde Uitleg
door de GT-100 worden ontvangen, en de Patches die veranderd moeten
worden, in de ‘Program Change Map’ instellen. SYSTEM Systeemparameter instellingen
FROM QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
Parameter Waarde Uitleg U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4
Dit stelt het patchnummer (P01-1 tot US0-4) SYSTEM Systeemparameter instellingen
U01-1–U50-4,
PC#1–PC#128 voor het corresponderende Program Change
P01-1–P50-4 TO QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
nummer in.
U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4

MIDI BULK DUMP


U kunt Exclusive boodschappen gebruiken om een andere GT-100 van
identieke instellingen te voorzien, en effectinstellingen in een MIDI-
sequencer of ander apparaat op te slaan.

Parameter Waarde Uitleg


SYSTEM Systeemparameter instellingen
QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
FROM U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4
Instellingen voor de Patch die op dat moment is
TEMP
geselecteerd
SYSTEM Systeemparameter instellingen
QUICK Instellingen voor de User Quick instelling
TO U01-1–U50-4 Instellingen voor Patch Number U01-1 tot US0-4
Instellingen voor de Patch die op dat moment is
TEMP
geselecteerd

30
CTL/EXP
ACCEL/CTL, EXP SW, SUB CTL 1, SUB Parameter

MIN
Waarde
OFF, ON
Uitleg

Dit stelt de waarde van tijden in als de scha-

CTL 2 (or STOP, START)


OFF, ON
kelaar op Off staat.

Dit stelt de waarde van tijden in als de scha-


MAX
(or STOP, START) kelaar op On staat.
Hier ziet u hoe de parameters, die door de ACCEL/CTL, EXP SW, SUB CTL 1
en SUB CTL 2 parameters worden bestuurd, toegewezen worden. Dit stelt het gedrag van de waarde in, elke keer dat de schakelaar
wordt bediend.
Parameter Waarde Uitleg De normale staat is Off (minimum waarde),
met de schakelaar op On (maximale waarde)
OFF Geen toewijzing. SOURCE MOMENT
alleen terwijl de voetschakelaar wordt
ACCEL Schakelt het ACCEL effect in en uit. MODE
ingedrukt.
P.LOOP ON/OFF Schakelt PHRASE LOOP in en uit. De instelling wordt met elke druk op de
P.LOOP REC/PLY Opnemen/afspelen van de frase. TOGGLE voetschakelaar op On (maximale waarde) of
Off (minimale waarde) gezet.
P.LOOP STP/PLY Stoppen/afspelen van de frase.
P.LOOP CLEAR Wist de frase.
DIV CH SELECT Schakelt tussen Preamp kanalen A en B.
OD/DS SOLO
A/B SOLO
Zet de OD/DS SOLO aan en uit.
Zet de Preamp SOLO aan en uit.
EXP, SUB EXP
Zet de Preamp SOLO, voor zowel kanaal A als B, Hier ziet u hoe de parameters, die worden bestuurd door het [EXP] pedaal
aan en uit. van de GT-100 en door een expressiepedaal (zoals de apart verkrijgbare
A&B SOLO
Als één van de twee kanalen uit is, worden beide EV-5), aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, worden toegewezen.
aangezet.
COMP Zet de COMP aan en uit. Parameter Waarde Uitleg
OD/DS Zet de OD/DS aan en uit. OFF Geen toewijzing
PREAMP Zet de PREAMP/SPEAKER aan en uit. FOOT VOLUME Foot volume wordt toegewezen.
EQ Zet de EQ aan en uit. PEDAL BEND Pedal Bend wordt toegewezen.
FX1 Zet de FX1 aan en uit. WAH Wah wordt toegewezen.
FX2 Zet de FX2 aan en uit. FUNC PB/FV Pedal Bend en Foot volume worden toegewezen.
DELAY Zet de DELAY aan en uit. WAH/FV Wah en Foot volume worden toegewezen.
CHORUS Zet de CHORUS aan en uit. Patch niveau wordt toegewezen.
REVERB Zet de REVERB aan en uit. PATCH LEVEL * Dit wordt alleen getoond als PERFORMANCE
PEDAL FX Zet de Pedal FX aan en uit. (p.28) op SYSTEM is ingesteld.
SEND/RETURN Zet de SEND/RETURN aan en uit. Specificeert de minimum waarde.
PATCH LEVEL
AMP CTL Zet de Amp Control aan en uit. 0–200 * Dit wordt alleen getoond als FUNC op PATCH
MIN
TUNER Zet de TUNER/BYPASS aan en uit. LEVEL is ingesteld.
FUNC MANUAL MODE Zet de MANUAL MODE aan en uit. Specificeert de maximum waarde.
PATCH LEVEL
0–200 * Dit wordt alleen getoond als FUNC op Patch
Wordt voor Tap invoer van de MASTER BPM MAX
BPM TAP *1 Level is ingesteld.
gebruikt.
DELAY TAP *1 Wordt voor Tap invoer van de Delaytijd gebruikt.
* Alleen FOOT VOLUME kan aan SUB EXP (intern expressiepedaal) worden
Bestuurt Start/Stop van externe MIDI-apparaten
MIDI START toegewezen. Als u een andere functie dan FOOT VOLUME wilt toewijzen,
(zoals sequencers).
gebruikt u Assign.
Bestuurt Play/Stop van externe MIDI-apparaten
MMC PLAY
(zoals harddisk recorders).
Verhoogt het Patch volumeniveau met 10 een-
LEVEL +10 *1
heden.
Verhoogt het Patch volumeniveau met 20 een-
LEVEL +20 *1
heden.
Verlaagt het Patch volumeniveau met 10 een-
LEVEL -10 *1
heden.
Verlaagt het Patch volumeniveau met 20 een-
LEVEL -20 *1
heden.
Schakelt naar het volgende hogere patchnummer
NUMBER INC *1 in dezelfde bank als de op dat moment geselec-
teerde Patch.
Schakelt naar het volgende lagere patchnummer
NUMBER DEC *1 in dezelfde bank als de op dat moment geselec-
teerde Patch.
BANK INC *1 Schakelt naar het volgende hogere banknummer.
BANK DEC *1 Schakelt naar het volgende lagere banknummer.
Laat de LED indicator van het pedaal oplichten/
uitdoven.

LED ON/OFF * Dit wordt alleen getoond als het ACCEL/CTL


pedaal is geselecteerd.
* Dit wordt alleen getoond als PERFORMANCE
(p.28) op PATCH is ingesteld.

*1 De functie wordt geactiveerd op het moment dat u het pedaal indrukt,


ongeacht of de SOURCE MODE parameter op MOMENT of TOGGLE is
ingesteld.
31
CTL/EXP

ASSIGN COMMON Parameter Waarde


0–100,
Uitleg
Dit bepaalt de tijd van één cyclus van het veron-
BPM – derstelde EXP pedaal.
Parameter Waarde Uitleg Als dit op BPM is ingesteld, wordt de waarde van iedere parameter
Dit past de ingangsgevoeligheid aan, als INPUT ingesteld volgens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die voor elke
INPUT SENS 0–100 Patch is gespecificeerd. Dit maakt het bereiken van effect geluids-
LEVEL voor SOURCE is geselecteerd. WAVE RATE *1
instellingen die met het tempo van de song overeenkomen
gemakkelijker.
* Indien, door het tempo, de tijd langer is dan de reeks toege-

ASSIGN 1–8 stane instellingen, wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.

* Als u de LED indicator van het ACCEL/CTL pedaal wilt laten oplichten SAW
terwijl de ASSIGN 1-8 functie aan het ACCEL/CTL pedaal is toegewezen,
stelt u de ACCEL/CTL pedaal FUNC (p.31) op ‘LED ON/OFF’ in.
WAVEFORM *1 TRI
Parameter Waarde Uitleg
OFF/ON OFF, ON Zet de ASSIGN 1-8 aan/uit. SINE
EXP PEDAL Wijst het [EXP] pedaal van de GT-100 toe.
Dit wordt geactiveerd wanneer een Patch wordt
EXP PDL SW Wijst de EXP pedaalschakelaar toe. PATCH CHANGE
geselecteerd.
Wijst het [PHRASE LOOP] pedaal van de GT-100
P.LOOP PEDAL Dit wordt geactiveerd als het [EXP] pedaal
toe.
EXP PDL-LO van de GT-100 op de minimum positie wordt
ACC/CTL PDL Wijst het [ACCEL/CTL] pedaal toe. ingesteld.
Wijst het externe expressiepedaal (zoals de apart Dit wordt geactiveerd als het [EXP] pedaal van
SUB EXP PDL verkrijgbare EV-5) dat op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP PDL-MID de GT-100 door de middelste positie wordt
EXP Jack is aangesloten toe. gedrukt.
Wijst de externe voetschakelaar (FS-5U, FS-6, Dit wordt geactiveerd als het [EXP] pedaal
SUB CTL1 PDL apart verkrijgbaar) die op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP PDL-HI van de GT-100 op de maximum positie wordt
EXP Jack is aangesloten toe. ingesteld.

SOURCE Wijst de externe voetschakelaar (FS-5U, FS-6, Dit wordt geactiveerd als het EXP pedaal wordt
EXP PDL SW
SUB CTL2 PDL apart verkrijgbaar) die op de SUB CTL 1, 2/SUB bediend.
EXP Jack is aangesloten toe.
Dit wordt geactiveerd als het [PHRASE LOOP]
P.LOOP PEDAL
Zie ‘Virtueel expressiepedaal systeem (Internal INT PDL pedaal wordt bediend.
INT PEDAL
Pedal/Wave Pedal)’ (p.35). TRIGGER *2 Dit wordt geactiveerd als het [ACCEL/CTL]
ACC/CTL PDL
Zie ‘Virtueel expressiepedaal systeem (Internal pedaal wordt bediend.
WAVE PEDAL
Pedal/Wave Pedal)’ (p.35).
Dit wordt geactiveerd als een extern expressie-
De toegewezen doelparameter verandert vol- SUB EXP PDL pedaal, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP
INPUT LEVEL
gens het ingangsniveau. Jack, wordt bediend.
Control Change boodschappen van een extern Dit wordt geactiveerd als een externe voetscha-
CC#1–#31
MIDI-apparaat. SUB CTL1 PDL kelaar, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP
Jack, wordt bediend.
Control Change boodschappen van een extern
CC#64–#95
MIDI-apparaat. Dit wordt geactiveerd als een externe voetscha-
SUB CTL2 PDL kelaar, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP
De normale status is Off (minimum waarde), met
Jack, wordt bediend.
MOMENT de schakelaar op On (maximum waarde) alleen
als de voetschakelaar wordt ingedrukt. Dit wordt geactiveerd wanneer een Control
SOURCE MODE CC#1–#31
Change wordt ontvangen.
De instelling wordt met elke druk op de
TOGGLE voetschakelaar afwisselend op On (maximum Dit wordt geactiveerd wanneer een Control
CC#64–#95
waarde) en Off (minimum waarde) ingesteld. Change wordt ontvangen.
TARGET CATE- Dit specificeert de tijd waarbinnen het interne
Dit selecteert de parameter die veranderd wordt. INT PDL TIME
GRY 0–100 pedaal van de positie met de teen omhoog, naar
Zie TARGET lijst. *2
de positie met de teen naar beneden verplaatst.
TARGET
Hiermee wordt de minimum waarde voor de reeks waarin de para- LINEAR
TARGET MIN meter kan veranderen ingesteld. De waarde verschilt, afhankelijk
van de parameter die aan de TARGET parameter is toegewezen.
Dit stelt de maximum waarde voor de reeks waarbinnen de para- INT PDL
SLOW RISE
TARGET MAX meter kan veranderen in. De waarde verschilt, afhankelijk van de CURVE *2
parameter die voor TARGET parameter is toegewezen.
ACT RANGE LO 0–126 U kunt de bestuurbare reeks voor doelparame-
FAST RISE
ters binnen de werkingsreeks van de bron instel-
len. Doel parameters worden binnen de reeks
ACT RANGE HI 1–127 die met ACT RANGE LO en ACT RANGE HI is inge-
steld bestuurd. Gewoonlijk stelt u ACT RANGE LO *1 De WAVE RATE en WAVEFORM parameters zijn beschikbaar als de Source para-
op 0, en ACT RANGE HI op 127 in. meter op WAVE PEDAL is ingesteld.
*2 De INT PDL TRIGGER, INT PDL TIME en INT PDL CURVE parameters zijn beschikbaar
als de SOURCE parameter op INT PEDAL is ingesteld.

32
CTL/EXP
TARGET (DOEL) lijst
Categorie DOEL Categorie DOEL Categorie DOEL Categorie DOEL
ON/OFF ON/OFF 31 Hz RANGE
FX1/FX2
TYPE LOW CUT 62Hz OCTAVE LEVEL
OCTAVE
SUSTAIN LOW GAIN 125 Hz DIRECT MIX
COMP
ATTACK LOW-MID FREQ 250 Hz VOICE
TONE LOW-MID Q 500 Hz PS1 MODE
FX1/FX2
LEVEL LOW-MID GAIN 1 kHz PS1 PITCH
EQ GEQ
ON/OFF HI-MID FREQ 2 kHz PS1 FINE
TYPE HI-MID Q 4 kHz PS1 PRE DLY
DRIVE HI-MID GAIN 8 kHz PS1 LEVEL
FX1/FX2
BOTTOM HIGH GAIN 16 kHz PS2 MODE
P.SHIFT
TONE HIGH CUT LEVEL PS2 PITCH
SOLO SW LEVEL LOW CUT PS2 FINE
SOLO LEVEL ON/OFF LOW GAIN PS2 PRE DLY
FX1/FX2
OD/DS EFFECT LEVEL TYPE LOW-MID FREQ PS2 LEVEL
DIRECT MIX MODE LOW-MID Q PS1 F.BACK
CUSTOM TYPE POLARITY LOW-MID GAIN DIRECT MIX
FX1/FX2
CUSTOM BOTTOM SENS HI-MID FREQ VOICE
FX1/FX2 PEQ
CUSTOM TOP FREQ HI-MID Q HR1 HARMONY
T.WAH
CUSTOM LOW PEAK HI-MID GAIN HR1 PRE DLY
CUSTOM HIGH EFFECT LEVEL HIGH CUT HR1 LEVEL
FX1/FX2
CUSTOM CHAR DIRECT MIX HIGH GAIN HR2 HARMONY
HARM
PREAMP ON/OFF MODE LEVEL HR2 PRE DLY

TYPE FREQ TYPE HR2 LEVEL

GAIN PEAK RESO HR1 F.BACK


FX1/FX2 FX1/FX2
T-COMP RATE LOW DIRECT MIX
A.WAH ToneMOD
BASS DEPTH HIGH HOLD
FX1/FX2
MIDDLE EFFECT LEVEL LEVEL RISE TIME
S.HOLD
TREBLE DIRECT MIX TYPE EFFECT LEVEL

PRES TYPE LOW TYPE


FX1/FX2
LEVEL PDL POS HIGH BASS
GTR SIM
BRIGHT FX1/FX2 PEDAL MIN BODY MIDDLE
SUB WAH FX1/FX2
GAIN SW PEDAL MAX LEVEL MIDDLE FREQ
AC.PRO
SOLO SW EFFECT LEVEL SENS TREBLE
FX1/FX2
SOLO LEVEL DIRECT MIX RISE TIME PRES
SL.GEAR
SP TYPE TYPE LEVEL LEVEL

MIC TYPE SUSTAIN TONE TYPE


PREAMP FX1/FX2
MIC DIST ATTACK SENS RATE
A/B ADV CMP
MIC POS TONE ATTACK DEPTH
FX1/FX2
MIC LEVEL LEVEL DEPTH FX1/FX2 MANUAL
DEFRET
DIRECT MIX TYPE RESO PHASER RESO

CUSTOM TYPE ATTACK EFFECT LEVEL STEP RATE

CUSTOM BOTTOM FX1/FX2 THRESH DIRECT MIX EFFECT LEVEL

CUSTOM EDGE LIMITER RATIO WAVE DIRECT MIX

CUSTOM LOW RELEASE CUTOFF RATE

CUSTOM HIGH LEVEL RESO DEPTH

CUSTOM CHAR TYPE FX1/FX2 FILTER SENS MANUAL

SPCSTM SIZE DRIVE WAV SYN FILTER DECAY FX1/FX2 RESO

SPCSTM COLOR L BOTTOM FILTER DEPTH FLANGER SEPARATION

SPCSTM COLOR H FX1/FX2 TONE SYNTH LEVEL LOW CUT

SPCSTM SP NUM OD/DS SOLO SW DIRECT MIX EFFECT LEVEL

SPCSTM CABINET SOLO LEVEL TONE DIRECT MIX


EFFECT LEVEL SENS WAVE SHAPE
DIRECT MIX DEPTH FX1/FX2 RATE
FX1/FX2 TREMOLO
RESO DEPTH
SitarSIM
BUZZ LEVEL
EFFECT LEVEL
DIRECT MIX

33
CTL/EXP

Categorie DOEL Categorie DOEL Categorie DOEL Categorie DOEL


SPEED SELECT ON/OFF MODE PATCH LEVEL
RATE SLOW TYPE CHANNEL SELECT MASTER LOW
RATE FAST DELAY TIME ChA DYNAMIC MASTER MID F
FX1/FX2 MASTER
RISE TIME F.BACK ChA DYN SENS MASTER MID Q
ROTARY DELAY
FALL TIME HIGH CUT ChA FILTER MASTER MID G
DIVIDER
DEPTH EFFECT LEVEL ChA CUTOFF MASTER HIGH
LEVEL DIRECT MIX ChB DYNAMIC BPM/ MASTER BPM
RATE PAN TAP TIME ChB DYN SENS KEY MASTER KEY
FX1/FX2
DEPTH TIME ChB FILTER TUNER TUNER SW
UNIV
LEVEL DELAY F.BACK ChB CUTOFF MANUAL MANUAL MODE SW
TYPE D1 HIGH CUT MODE ON/OFF
WAVE SHAPE LEVEL MIXER ChA/B BALANCE
PHRASE REC/ PLAY

FX1/FX2 RATE TIME SPREAD LOOP STOP/ PLAY


PAN DEPTH DELAY F.BACK ON/OFF CLEAR
POS D2 HIGH CUT SEND/ MODE BPM TAP
RETURN TAP
LEVEL LEVEL SEND LEVEL DELAY TAP
PATTERN DELAY MOD. RATE RETURN LEVEL START/ STOP
MOD MIDI
RATE MOD. DEPTH AMP MMC PLY /STOP
AMP CTL SW
FX1/FX2 CTL
TRIGGER SENS ON/OFF LEVEL +10
SLICER
EFFECT LEVEL MODE ON/OFF
LEVEL +20
DIRECT MIX RATE THRESH
NS1 LEVEL -10
RATE DEPTH RELEASE
LEVEL -20
CHORUS DETECT PATCH
DEPTH PRE DELAY NUMBER INC
FX1/FX2 ON/OFF
TRIGGER LOW CUT NUMBER DEC
VIBRATO
RISE TIME HIGH CUT THRESH
NS2 BANK INC
LEVEL EFFECT LEVEL RELEASE
BANK DEC
MODE ON/OFF DETECT

FREQ TYPE ON/OFF


FX1/FX2 ACCEL
RINGMOD EFFECT LEVEL REVERB TIME TYPE

DIRECT MIX PRE DELAY PITCH


ACCEL
MODE LOW CUT RISE TIME
S-BEND
REVERB FALL TIME
VOWEL 1 HIGH CUT
VOWEL 2 DENSITY RATE

SENS EFFECT LEVEL ACCEL DEPTH


FX1/FX2
HUMAN LASER RISE TIME
RATE DIRECT MIX
DEPTH SPRING SENS FALL TIME
FREQ
MANUAL PEDAL
ON/OFF
LEVEL FX RISE TIME

XOVER FREQ PITCH ACCEL FALL TIME

PEDAL PDL POS RING RING LEVEL


LOW RATE
P.B. EFFECT LEVEL OCTAVE LEVEL
LOW DEPTH
LOW PRE DLY DIRECT MIX DIRECT MIX
FX1/FX2 TYPE LEVEL
LOW LEVEL
2x2CHO ACCEL
HIGH RATE PDL POS RISE TIME
TWIST
HIGH DEPTH PEDAL PEDAL MIN FALL TIME
WAH PEDAL MAX LEVEL
HIGH PRE DLY
ACCEL
HIGH LEVEL EFFECT LEVEL RISE TIME
WARP
TYPE DIRECT MIX FALL TIME

DELAY TIME VOLUME CURVE MODE

F.BACK FOOT VOLUME MIN DEPTH


FX1/FX2 VOLUME VOLUME MAX RISE TIME
HIGH CUT
SUB DLY
EFFECT LEVEL LEVEL ACCEL OCTAVE R.TIME
F.BACK FB LEVEL
DIRECT MIX
TAP TIME OCTAVE FB LEV
VIB RATE
VIB DEPTH

34
CTL/EXP

Virtueel expressiepedaal systeem Over de reeks van de verandering van een doel
(Internal Pedal/Wave Pedal) De waarde van de parameter die als het doel is geselecteerd,
verandert binnen de reeks die door ‘Min’ en ‘Max’ is bepaald, zoals
Door een gewenste parameter aan het virtuele expressiepedaal toe te op de GT-100 is ingesteld.
wijzen, kunt u een effect produceren alsof u een fysiek expressiepedaal
Als een externe voetschakelaar wordt gebruikt, of een andere
bedient, om het volume of de klankkwaliteit in Realtime te veranderen.
controller die als een aan/uit schakelaar functioneert, wordt ‘Min’
Het virtuele expressiepedaal systeem biedt de volgende twee functies, en met Off (CLOSED) geselecteerd, en wordt ‘Max’ met On (OPEN)
kunt u de SOURCE instelling voor ASSIGN 1-8 gebruiken om het gewenste geselecteerd.
type te kiezen.
Als een extern expressiepedaal of andere controller die een
* Als u het interne pedaal of Wave pedaal wilt gebruiken, stelt u de opeenvolgende verandering in de waarde genereert wordt gebruikt,
ASSIGN parameter SOURCE MODE op ‘MOMENT’ in. verandert de waarde van de instelling dienovereenkomstig, binnen
de reeks die door de minimum en maximum waardes is ingesteld.
Bovendien, als het doel een aan/uit type is, wordt de gemiddelde
Intern pedaal waarde van de ontvangen data gebruikt als de scheidingslijn, om te
Als SOURCE op ‘INT PEDAL’ is ingesteld, treedt het virtuele expressiepedaal bepalen of het aan of uitgezet moet worden.
in werking als het door de gespecificeerde trigger (INT PDL TRIGGER) Als de voetschakelaar wordt gebruikt:
wordt gestart, die de door TARGET gespecificeerde parameter wijzigt.
De waarde verandert in een curve.
MAX

Toelaatbare para-

Instellingsreeks
meter
MIN
Als de trigger plaatsvindt
OFF ON

Als het expressiepedaal wordt gebruikt:


Wave pedaal
Als SOURCE op ‘WAVE PEDAL’ is ingesteld, wijzigt het virtuele
expressiepedaal de parameter, die door TARGET is gespecificeerd, op
MAX
Toelaatbare para-

cyclische wijze in een vaststaande golfvorm.


Instellingsreeks
meter

MIN

Verandert altijd in een vaststaande curve, ongeacht het daadwerkelijke pedaal 0 127
Als het pedaal Als het pedaal vol-
helemaal omhoog ledig is ingedrukt
staat

Ingangsniveau Als het On/Off doel met het expressiepedaal wordt bestuurd:

Waarde

Ingangsniveau ON
De parameter die als het doel is ingesteld, verandert als reactie op het
ingangsniveau.

MEMO
Als u de ingangsgevoeligheid wilt aanpassen, stelt u INPUT SENSE in.
Mate waarin
het expressie-
OFF pedaal wordt
ingedrukt
0 127
Als het pedaal Wanneer het Als het pedaal vol-
helemaal omhoog pedaal half is ledig is ingedrukt
staat ingedrukt

* De reeks die geselecteerd kan worden verandert volgens de


instelling van het doel.
* Als het ‘minimum’ op een hogere waarde dan het ‘maximum’ is
ingesteld, wordt de verandering in de parameter omgekeerd.
* De waardes van instellingen kunnen veranderen als het doel wordt
veranderd nadat de ‘minimum’ en ‘maximum’ instellingen zijn
gemaakt. Als u het doel heeft veranderd, moet u de ‘minimum’ en
‘maximum’ waardes opnieuw controleren.

35
CTL/EXP

Over de reeks van de verandering van een


controller
Dit stelt de werkzame reeks waarbinnen de waarde van de instelling
verandert als een expressiepedaal, of andere controller die de waarde
opeenvolgend verandert, als de bron wordt gebruikt. Als de controller
buiten de werkzame reeks wordt geplaatst, verandert de waarde niet,
maar stopt op ‘minimum’ of ‘maximum’.
(Voorbeeld) Met ACT RANGE LO: 40, ACT RANGE HI: 80

MAX
Toelaatbare para-
meter instellings-

Mate waarin
reeks

MIN het expressie-


pedaal wordt
ingedrukt
0 40 80 127
Als het pedaal ACT ACT Als het pedaal
helemaal RANGE RANGE volledig is
omhoog staat LO HI ingedrukt

Waarde

ON

Mate waarin
het expressie-
OFF pedaal wordt
ingedrukt
0 40 60 80 127
Als het ACT Center ACT Als het pedaal
pedaal RANGE waarde RANGE volledig is
helemaal LO HI ingedrukt
omhoog
staat

* Als een voetschakelaar of andere controller voor aan/uitschakelen


als de bron wordt gebruikt, laat u deze op ‘ACT RANGE LO: 0’ en ‘ACT
RANGE HI: 127’ staan. Bij bepaalde instellingen verandert de waarde
mogelijk niet.

36
Overige instellingen
TUNER METRONOME MODE MANUAL MODE
Bewerkingsprocedure Bewerkingsprocedure
1. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in. 1. Druk de pedalen [BANK DOWN] en [BANK UP]
De Tuner functie en de metronoom functie worden aangezet. tegelijk in.
De MANUAL modus wordt aangezet.

2. Gebruik knoppen [1], [4]-[8] om de instellingen te


specificeren. 2. Gebruik knoppen [1]-[8] om de instellingen te
specificeren.
3. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in om naar het Play
scherm terug te keren. 3. Druk pedalen [BANK DOWN] en [BANK UP] tegelijk
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door op de [EXIT] in om naar het Play scherm terug te keren.
knop te drukken.

Hier kunt u instellingen voor de MANUAL modus maken.

TUNER Parameter
BANK DOWN
Waarde Uitleg

Hier kunt u instellingen voor de TUNER modus maken. BANK UP


OFF, ACCEL, PL (PHRASE LOOP),
NUMBER PL R/P, PL S/P, PL CLR, CH A/B,
Parameter Waarde Uitleg PEDAL 1 OD SOLO, A/B SOLO, A&B SOLO,
PITCH 435 Hz–445 Hz Specificeert de referentie toonhoogte. NUMBER CMP, OD, PREAMP, EQ, FX1, FX2,
PEDAL 2 DLY, CHO, REV, PDL FX, S/R, U kunt het gewenste effect-
Er wordt geen geluid uitgevoerd tijdens het AMP CTL, TUNER, MANUAL, apparaat aan elk pedaal
MUTE
stemmen. NUMBER BPM TAP, DLY TAP, toewijzen.
Tijdens het stemmen wordt het geluid PEDAL 3 MIDI (MIDI START), MMC PLAY,
van de gitaar, dat op de GT-100 wordt NUMBER LEV +10, LEV +20, LEV -10, LEV -20,
OUTPUT BYPASS NUM INC, NUM DEC,
ingevoerd, onveranderd uitgestuurd. Alle PEDAL 4
effecten zijn uit. BANK INC, BANK DEC
PHRASE LOOP
Hiermee kunt u stemmen terwijl het huidige
THRU ACCEL/CTL
effectgeluid te horen is.

METRONOME
Hier kunt u instellingen voor de METRONOME modus maken.

Parameter Waarde Uitleg


TEMPO 40–250 Specificeert het tempo van de metronoom.
1/1–8/1,
1/2–8/2,
BEAT Selecteert de maatsoort.
1/4–8/4,
1/8–8/8
ON/OFF OFF, ON Zet de metronoom aan/uit.
LEVEL 0–100 Past het volume van de metronoom aan.

37
1PS
GT-100 Librarian
on-line manual

© 2012 BOSS CORPORATION


Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS
CORPORATION gereproduceerd worden.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
* Microsoft® is officieel bekend als: ‘Microsoft® Windows® Operating System’.
* Alle productnamen die in dit document verschijnen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
1. Introductie / 2. Aansluitingen en instellingen

1. Introductie
De GT-100 Librarian is een toepassing, die u in staat stelt de GT-100 User Patches (Gebruiker Patches) efficient als een bibliotheek op de computer te
beheren. Het is geschikt om grote hoeveelheden data te verzamelen, organiseren, kopiëren en herordenen.
* U moet in het bezit zijn van de BOSS GT-100 en de speciale GT-100 driver om de GT-100 Librarian te kunnen gebruiken. U kunt de driver
van de Roland’s eigen website downloaden. Het programma en de procedures voor het installeren van de driver zijn afhankelijk van de
besturingsomgeving. Lees de Readme bij het download bestand grondig.

2. Aansluitingen en instellingen
Verbind de GT-100 en de computer via de USB kabel, zoals in de GT-100 gebruikershandleiding wordt beschreven.
GT-100 Librarian kan mogelijk niet correct werken als dit niet op de juiste manier gebeurt.
Zet de GT-100 altijd eerst aan, voordat u de GT-100 Librarian opstart.

OPMERKING
Ontkoppel de op de GT-100 aangesloten USB kabel niet, terwijl de GT-100 Librarian actief is.

De invoer/uitvoer apparatuur specificeren:


Maak instellingen voor de het MIDI apparaat, dat u gaat gebruiken.

1. In het menu kies [Setup] –‘Set Up MIDI Devices’ om het ‘Set Up MIDI Devices’ dialoogvenster te openen.

2. Stel de GT-100 invoer/uitvoer op de volgende instellingen in:


Invoer Uitvoer: Device ID:
GT-100 GT-100 1

Selecteer voor Device ID hetzelfde nummer als de SYSTEM: MIDI SETTING: DEVICE ID parameter op de GT-100 (standaard: 1).

3. Klik op [OK].

2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian

3. Overzicht van de GT-100 Librarian

3-1. Data pad


Het onderstaande diagram beeldt de relatie tussen de GT-100, GT-100 Librarian en de computer af en geeft de commando’s weer, die voor het
uitwisselen van data tussen deze onderdelen wordt gebruikt:

GT-100

User (Gebruiker) Patches


200 (U01-1—U50-4) Temporary Area (Tijdelijk geheugen)

Read All Data (Lees alle data)


Read Selected Data (Lees geselecteerde
data)
Write All Date (Schrijf alle data)
Write Selected Data (Schrijf geselecteerde
data)
GT-100 Librarian

Main Window (Start scherm) Library Window (Bibliotheek scherm)

User (Gebruiker) Patches


200 (U01-1—U50-4)
Cut User Patches
Copy
Insert
Replace
Delete Changeable length
(Variërende lengte)

Import SMF
Export SMF Open/Close (Open/Dicht)

File (bestand)

*.mid *.gcl

3
3. Overzicht van de GT-100 Librarian

3-2. Main scherm


Het venster geeft User Patches in de GT-100 als lijsten weer en voegt categoriën toe, waar u namen kunt wijzigen, opmerkingen kunt toevoegen en
de volgorde, waarin informatie volgens trefwoorden verschijnt, kunt veranderen.
In het Main scherm vindt de meeste activiteit plaatst, wanneer u data met de GT-100 uitwisselt. Het geeft de interface met de GT-100 User Patch
locaties weer.

3-3. Library scherm


Net als in het Main scherm worden User Patches als lijsten weergegeven en kunt u namen wijzigen en de volgorde, waarin de informatie verschijnt,
veranderen.
Er kunnen tegelijkertijd meerdere Library schermen open staan.
In een Library scherm kunt u de data naar en van het Main venster en andere Library schermen kopiëren en plakken.
Data, die u voor een speciaal doel wilt gebruiken, kan in een venster worden verzameld en gerangschikt. De data die u daar invoegt, behoort
mogelijk tot een bepaald muzikaal genre of is door een bepaalde artiest gecreëerd.
Later kunt u, door de inhoud van het venster in een bestand op te slaan, een bibliotheek creëren.

4
4. Over de menu’s

4. Over de menu’s
4-1. File (Bestand) 4-2. Edit (Wijzigen)
New (Nieuw) Undo (Ongedaan maken)
Creëert een nieuwe bibliotheek (Library scherm) met standaard Keert terug naar de situatie van voor de laatst, uitgevoerde
instelling. bewerking.

Duplicate (Dupliceren) Cut (Knippen)


Wanneer het Main scherm actief is, worden User Patches gekopieerd Verwijdert de geselecteerde User Patch en verplaatst het naar het
en een nieuwe bibliotheek wordt met de data gecreëerd. klembord.
Wanneer een Library scherm actief is, wordt die bibliotheek INIT data (data met vaste waardes) met dezelfde hoeveelheid als de
gedupliceerd. verwijderde data wordt aan de hoogst genummerde positie in het
Main scherm toegevoegd.

Open
Copy (Kopiëren)
Opent een bibliotheek, die door de GT-100 Librarian is opgeslagen.
Kopieert de op het moment geselecteerde User Patch naar het
klembord.
Close (Dicht)
Sluit de huidig geselecteerde bibliotheek. Insert (Invoegen)
Plaatst de inhoud van het klembord meteen voor het geselecteerde
Save/Save As (Opslaan/Opslaan als) punt.
Nu wordt de data in het Main scherm achtereenvolgens verwijderd,
Slaat het bestand, dat de huidige bibliotheek bevat, op. beginnende met de data op de hoogst genummerde positie,
proportioneel met de hoeveelheid op het klembord.

Export SMF
Slaat de huidig geselecteerde User Patches of alle User Patches in
Replace (Vervangen)
SMF formaat op. Overschrijft de inhoud van het klembord op de geselecteerde locatie.

Import SMF Delete (Wissen)


Schrijft User Patches, die in SMF formaat zijn opgeslagen, naar het Verwijdert de geselecteerde User Patch.
Main scherm.
Op dit punt, INIT data (data met vaste waardes) met dezelfde
hoeveelheid als de geselecteerde data wordt aan de hoogst
Exit (Sluiten) genummerde positie in het Main scherm toegevoegd.

Sluit de GT-100 Librarian


Exchange (Uitwisselen)
De twee geselecteerde data worden door elkaar vervangen.

Select All (Selecteer alles)


Selecteert alle data in het huidig geselecteerde scherm.

4-3. View (Weergave)


Tool Bar (Gereedschap balk)
Wisselt tussen het wel of niet weergeven van de Tool Bar.

Status Bar (Status balk)


Wisselt tussen het wel of niet weergeven van de Status Bar.

5
4. Over de menu’s

4-4. MIDI 4-6. Window (Venster)


Write All Data (Alle data wegschrijven) Move tot Top (Verplaats naar voren)
Schrijft alle in het Main scherm aangegeven User Patch data naar de Gebruik deze commando als u het belangrijkst geopende scherm van
GT-100 User Patch. het moment wilt weergeven.
De [Write All] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
functie.
Maximize Height/Maximize Width (Hoogte/
Write Selected Data (Geselecteerde data breedte maximaliseren)
wegschrijven) Geeft de mogelijkheid om het formaat van het venster aan de
grootte van het beeldscherm aan te passen.
Schrijft in het Main scherm geselecteerde data naar de identiek
genummerde data locatie in de GT-100 User Patch.
De [Write Selected] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
Save Current Position (Huidige positie opslaan)
functie. Slaat de plaatsing van de huidig actieve vensters op.
De plaatsing van het Main scherm en de het Library scherm worden
Read All Data (Alle data lezen) onafhankelijk opgeslagen.

Leest alle in het Main scherm aangegeven User Patch data vanaf het
Main scherm van de GT-100 User Patch.
Als u de positie van het Main scherm opslaat:
Het Main scherm zal in de opgeslagen positie openen, de volgende
De [Read All] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde functie.
keer dat u de GT-100 Librarian opstart.

Read Selected Data (Geselecteerde data lezen) Als u de positie van het Library scherm opslaat:
Laadt de data onder hetzelfde nummer in de GT-100 User Patch naar Het Library scherm zal in de opgeslagen positie openen, wanneer
het geselecteerde punt in het Main scherm. u een niew Library scherm opent of de GT-100 Librarian opnieuw
opstart.
De [Read Selected] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
functie.
Cascade Windows (Bestandsvensters
4-5. Set Up (Instellen) overlappen)/Tile Windows Horizontally
(Bestandsvensters horizontaal onder elkaar) Tile
Set Up MIDI Devices (MIDI apparaten instellen) Windows Vertically (Bestandsvensters verticaal
Stelt de GT-100 invoer/uitvoer op ‘GT-100’ in. naast elkaar)
Rangschikt de plaatsing van de vensters op het scherm.
Set Up Font (Lettertype instellen)
Stelt het lettertype in, dat voor de afgebeelde informatie op het Arrange Icons (Iconen rangschikken)
scherm wordt gebruikt.
Rangschikt de plaatsing van de geminimaliseerde vensters.

Set Up Grid (Hulplijnen instellen)


Stelt in of het gelinieerde hulplijnen in het scherm zichtbaar zijn of
4-7. Help
niet.

GT-100 Librarian Manual (Handleiding)


Toont de GT-100 Librarian handleiding.

About (Over) GT-100 Librarian


Geeft de software versie weer.

6
5. De GT-100 Librarian gebruiken

5. De GT-100 Librarian gebruiken


5-1. Data lezen
Laadt User Patches in de GT-100 Librarian vanaf de GT-100.
Wanneer u de [Read All] knop bovenaan het hoofd venster aanklikt of [MIDI] –‘Read All Data’ laat lopen, worden alle User Patches in de GT-100 op het
Main scherm ingelezen.
U kunt de [Read Selected] knop gebruiken of de ‘Read Selected Data’ commando gebruiken om alleen de geselecteerde data van de GT-100 User
Patch te lezen te krijgen.

5-2. Data wijzigen en opslaan


Of u nu in het Main scherm of het Libary scherm bent, u kunt de invoer in de User Patch lijst hernoemen of sorteren.
Ook kunt u de inhoud van de Library schermen als bestanden opslaan.

De muis gebruiken om data te wijzigen


Een rij selecteren Klik aan
Een reeks rijen selecteren Houd Shift toets ingedrukt en klik aan
Selectie toevoegen of
Houd de Ctrl toets ingedrukt en klik aan
annuleren
Een cel voor toetsenbord-
Rechts klikken
invoer selecteren

Als een een reeks rijen selecteert en vervolgens rechts klikt, kunt u tegelijkertijd dezelfde tekenreeks in alle geselecteerde rijen invoeren.
Om de invoer te bevestigen, drukt op de Enter toets of klik ergens in het scherm, behalve het invoerblok.
Rechts klik of druk op de Esc toets om de invoer te annuleren.

Toetsfuncties bij data wijzigen


U kunt via het toetsenbord met gebruik van de volgende toetsen invoeren:

↑ ↓
↑↑↑
,←
↓↓,↓
→←
←, ←→
→→
* Druk op ‘↑↑,’ ‘↓
↓’ om

← de

→ invoerrij naar boven
en beneden te verplaatsen. Wanneer u op
Cellen verplaatsen ↑ ↓ ←↑‘→↓’ of ‘←’ drukt,
→ verplaatst de asteriks (‘*’),
die in de bovenste rij van het venster
verschijnt, naar rechts of links om de rij
aan te geven, waarin informatie wordt
ingevoerd.
Een cel selecteren voor
[Enter]
toetsenbordinvoer
Bevestigen van invoer [Enter]
Annuleren van invoer [Esc]

Temporary Read knop (Tijdelijke lees knop)


U kunt de Temporary Read knop aanklikken om de data in die rij in de GT-100 Temporary Area (de geselecteerde Patch op de GT-100) te lezen.

Temporary Write knop (Tijdelijke schrijf knop)


U kunt de Temporary Write knop aanklikken om de Patch data in die rij op de GT-100 Temporary Area te schrijven.
* Dit is gelijk aan Option dubbel klikken, waar dan ook in de rij.

Name
Geeft de mogelijkheid om User Patch namen in te voegen.
User Patch namen tot 16 tekens kunnen worden ingevoerd.
U kunt de volgende tekens gebruiken:
spatie ! ” # $ % & ’ ( ) * + , - . / 0 ~ 9 : ; < = > ? @ A~Z [ \ ] ^ _ a ~ z { }

7
5. De GT-100 Librarian gebruiken

Memo 1–4
Dit geeft u de mogelijkheid vier opmerkingen naar keuze opschrijven.
Hier zou u informatie, zoals de ontwerper van de data en de datum van ontwerp, willen toevoegen.
Deze informatie wordt niet naar de GT-100 zelf opgeslagen.

Arrange Data (Data rangschikken)


Wanneer u op de vakken in de bovenste rij van het beeldscherm (Number, Name, Memo 1–4) klikt, wordt de data in de volgorde, die met de
aangeklikte vak overeenkomt, genoteerd.

5-3. Data schrijven


Schrijf de User Patches in het Main scherm naar de GT-100.
Wanneer u de [Write All] knop bovenaan het Main scherm aanklikt of de commando [MIDI]–‘Write All Data’ uitvoert, worden alle User Patches in het
Main scherm naar de GT-100 geschreven.
Door de [Write Selected] knop of ‘Write Selected Data’ te gebruiken, kunt u alleen de geselecteerde data naar de GT 100 User Patch schrijven.

8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft

6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft


In de volgende gevallen kan het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ (Niet in staat data te lezen/schrijven) aangeven:
• Wanneer de GT-100 en de computer niet juist zijn aangesloten.
• Wanneer de instellingen van het invoer/uitvoer apparaat niet juist zijn.

9
Inhoud
1. Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Aansluitingen en instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-1. Data pad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-2. Main scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3-3. Library scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4. Over de menu’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-1. File (Bestand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-2. Edit (Wijzigen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-3. View (Weergave). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-4. MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-5. Set Up (Instellen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-4. MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-5. Set Up (Instellen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. De GT-100 Librarian gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-1. Data lezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-2. Data wijzigen en opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-3. Data schrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft. . . . . . 9

10
GT-100 Librarian
on-line manual

© 2012 BOSS CORPORATION


Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS
CORPORATION gereproduceerd worden.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc.
* Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc.
* Alle productnamen die in dit document verschijnen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
1. Introductie / 2. Aansluitingen en instellingen

1. Introductie
De GT-100 Librarian is een toepassing, die u in staat stelt de GT-100 User Patches (Gebruiker Patches) efficient als een bibliotheek op de computer te
beheren. Het is geschikt om grote hoeveelheden data te verzamelen, organiseren, kopiëren en herordenen.
* U moet in het bezit zijn van de BOSS GT-100 en de speciale GT-100 driver om de GT-100 Librarian te kunnen gebruiken. U kunt de driver
van de Roland’s eigen website downloaden. Het programma en de procedures voor het installeren van de driver zijn afhankelijk van de
besturingsomgeving. Lees de Readme bij het download bestand grondig.

2. Aansluitingen en instellingen
Verbind de GT-100 en de computer via de USB kabel, zoals in de GT-100 gebruikershandleiding wordt beschreven.
GT-100 Librarian kan mogelijk niet correct werken als dit niet op de juiste manier gebeurt.
Zet de GT-100 altijd eerst aan, voordat u de GT-100 Librarian opstart.

OPMERKING
Ontkoppel de op de GT-100 aangesloten USB kabel niet, terwijl de GT-100 Librarian actief is.

De invoer/uitvoer apparatuur specificeren:


Maak instellingen voor de het MIDI apparaat, dat u gaat gebruiken.

1. In het menu kies [Setup] –‘Set Up MIDI Devices’ om het ‘Set Up MIDI Devices’ dialoogvenster te openen.

2. Stel de GT-100 invoer/uitvoer op de volgende instellingen in:


Invoer: Uitvoer: Device ID:
GT-100 GT-100 1

Selecteer voor Device ID hetzelfde nummer als de SYSTEM: MIDI SETTING: DEVICE ID parameter op de GT-100 (standaard: 1).

3. Klik op [OK].

2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian

3. Overzicht van de GT-100 Librarian

3-1. Data pad


Het onderstaande diagram beeldt de relatie tussen de GT-100, GT-100 Librarian en de computer af en geeft de commando’s weer, die voor het
uitwisselen van data tussen deze onderdelen wordt gebruikt:

GT-100

User (Gebruiker) Patches


200 (U01-1—U50-4) Temporary Area (Tijdelijk geheugen)

Read All Data (Lees alle data)


Read Selected Data (Lees geselecteerde
data)
Write All Date (Schrijf alle data)
Write Selected Data (Schrijf geselecteerde
data)
GT-100 Librarian

Main Window (Start scherm) Library Window (Bibliotheek scherm)

User (Gebruiker) Patches


200 (U01-1—U50-4)
Cut User Patches
Copy
Insert
Replace
Delete Changeable length
(Variërende lengte)

Import SMF
Export SMF Open/Close (Open/Dicht)

File (bestand)

*.mid *.gcl

3
3. Overzicht van de GT-100 Librarian

3-2. Main scherm


Het venster geeft User Patches in de GT-100 als lijsten weer en voegt categoriën toe, waar u namen kunt wijzigen, opmerkingen kunt toevoegen en
de volgorde, waarin informatie volgens trefwoorden verschijnt, kunt veranderen.
In het Main scherm vindt de meeste activiteit plaatst, wanneer u data met de GT-100 uitwisselt. Het geeft de interface met de GT-100 User Patch
locaties weer.

3-3. Library scherm


Net als in het Main scherm worden User Patches als lijsten weergegeven en kunt u namen wijzigen en de volgorde, waarin de informatie verschijnt,
veranderen.
Er kunnen tegelijkertijd meerdere Library schermen open staan.
In een Library scherm kunt u de data naar en van het Main venster en andere Library schermen kopiëren en plakken.
Data, die u voor een speciaal doel wilt gebruiken, kan in een venster worden verzameld en gerangschikt. De data die u daar invoegt, behoort
mogelijk tot een bepaald muzikaal genre of is door een bepaalde artiest gecreëerd.
Later kunt u, door de inhoud van het venster in een bestand op te slaan, een bibliotheek creëren.

4
4. Over de menu’s

4. Over de menu’s
4-1. GT-100 Librarian 4-3. Edit (Wijzigen)
About (Over) GT-100 Librarian Undo (Ongedaan maken)
Geeft de software versie weer. Keert terug naar de situatie van voor de laatst, uitgevoerde
bewerking.

Quit (Verlaat) GT-100 Librarian


Cut (Knippen)
Sluit de GT-100 Librarian
Verwijdert de geselecteerde User Patch en verplaatst het naar het
klembord.
4-2. File (Bestand) INIT data (data met vaste waardes) met dezelfde hoeveelheid als de
verwijderde data wordt aan de hoogst genummerde positie in het
Main scherm toegevoegd.

New (Nieuw)
Creëert een nieuwe bibliotheek (Library scherm) met standaard
Copy (Kopiëren)
instelling. Kopieert de op het moment geselecteerde User Patch naar het
klembord.

Duplicate (Dupliceren)
Wanneer het Main scherm actief is, worden User Patches gekopieerd
Insert (Invoegen)
en een nieuwe bibliotheek wordt met de data gecreëerd. Plaatst de inhoud van het klembord meteen voor het geselecteerde
Wanneer een Library scherm actief is, wordt die bibliotheek punt.
gedupliceerd. Nu wordt de data in het Main scherm achtereenvolgens verwijderd,
beginnende met de data op de hoogst genummerde positie,
proportioneel met de hoeveelheid op het klembord.
Open
Opent een bibliotheek, die door de GT-100 Librarian is opgeslagen. Replace (Vervangen)
Overschrijft de inhoud van het klembord op de geselecteerde locatie.
Close (Dicht)
Sluit de huidig geselecteerde bibliotheek. Delete (Wissen)
Verwijdert de geselecteerde User Patch.
Save/Save As (Opslaan/Opslaan als) Op dit punt, INIT data (data met vaste waardes) met dezelfde
hoeveelheid als de geselecteerde data wordt aan de hoogst
Slaat het bestand, dat de huidige bibliotheek bevat, op.
genummerde positie in het Main scherm toegevoegd.

Export SMF Exchange (Uitwisselen)


Slaat de huidig geselecteerde User Patches of alle User Patches in
De twee geselecteerde data worden door elkaar vervangen.
SMF formaat op.

Import SMF Select All (Selecteer alles)


Selecteert alle data in het huidig geselecteerde scherm.
Schrijft User Patches, die in SMF formaat zijn opgeslagen, naar het
Main scherm.

5
4. Over de menu’s

4-4. MIDI 4-7. View (Weergave)


Write All Data (Alle data wegschrijven) Cascade Windows (Bestandsvensters
Schrijft alle in het Main scherm aangegeven User Patch data naar de
overlappen)/Tile Windows Horizontally
GT-100 User Patch. (Bestandsvensters horizontaal onder elkaar)
De [Write All] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
functie. Tile Windows Vertically (Bestandsvensters
verticaal naast elkaar)
Write Selected Data (Geselecteerde data Rangschikt de plaatsing van de vensters op het scherm.
wegschrijven)
Schrijft in het Main scherm geselecteerde data naar de identiek
genummerde data locatie in de GT-100 User Patch.
4-8. Help
De [Write Selected] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
functie.
GT-100 Librarian Manual (Handleiding)
Read All Data (Alle data lezen) Toont de GT-100 Librarian handleiding.

Leest alle in het Main scherm aangegeven User Patch data vanaf het
Main scherm van de GT-100 User Patch.
De [Read All] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde functie.

Read Selected Data (Geselecteerde data lezen)


Laadt de data onder hetzelfde nummer in de GT-100 User Patch naar
het geselecteerde punt in het Main scherm.
De [Read Selected] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
functie.

4-5. Window (Scherm)


Van de op dit moment geopende vensters kunt u het venster
selecteren, dat u op de voorgrond wilt hebben.

4-6. Set Up (Instellen)


Set Up MIDI Devices (MIDI apparaten instellen)
Stelt de GT-100 invoer/uitvoer op ‘GT-100’ in.

Set Up Font (Lettertype instellen)


Stelt het lettertype in, dat voor de afgebeelde informatie op het
scherm wordt gebruikt.

Set Up Grid (Hulplijnen instellen)


Stelt in of het gelinieerde hulplijnen in het scherm zichtbaar zijn of
niet.

6
5. De GT-100 Librarian gebruiken

5. De GT-100 Librarian gebruiken


5-1. Data lezen
Laadt User Patches in de GT-100 Librarian vanaf de GT-100.
Wanneer u de [Read All] knop bovenaan het hoofd venster aanklikt of [MIDI] –‘Read All Data’ laat lopen, worden alle User Patches in de GT-100 op het
Main scherm ingelezen.
U kunt de [Read Selected] knop gebruiken of de ‘Read Selected Data’ commando gebruiken om alleen de geselecteerde data van de GT-100 User
Patch te lezen te krijgen.

5-2. Data wijzigen en opslaan


Of u nu in het Main scherm of het Libary scherm bent, u kunt de invoer in de User Patch lijst hernoemen of sorteren.
Ook kunt u de inhoud van de Library schermen als bestanden opslaan.

De muis gebruiken om data te wijzigen


Een rij selecteren Klik aan
Een reeks rijen selecteren Houd Shift toets ingedrukt en klik aan
Selectie toevoegen of Houd de Command toets ingedrukt en
annuleren klik aan
Een cel voor toetsenbord
Dubbel klik
invoer selecteren

Als een reeks rijen selecteert en vervolgens de Command toets indrukt en dubbel klikt, kunt u tegelijkertijd dezelfde tekenreeks in alle geselecteerd
rijen invoeren.
Om de invoer te bevestigen, drukt op de Return of Enter toets.
Klik of druk op de Esc toets om de invoer te annuleren.

Toetsfuncties bij data wijzigen


U kunt via het toetsenbord met gebruik van de volgende toetsen invoeren:

↑ ↓
↑↑↑
,←
↓↓,↓
→←
←, ←→
→→
* Druk op ‘↑ ↑,’ ‘↓
↓’ om

← de

→ invoerrij naar boven
en beneden te verplaatsen. Wanneer u op
Cellen verplaatsen ↑ ↓ ←↑‘→↓ ’ of ‘←’ drukt,
→ verplaatst de asteriks (‘*’), die
in de bovenste rij van het venster verschijnt,
naar rechts of links om de rij aan te geven,
waarin informatie wordt ingevoerd.
Een cel selecteren voor
[Return] of [Enter]
toetsenbordinvoer
Bevestigen van invoer [Return] of [Enter]
Annuleren van invoer [Esc]

Temporary Read knop (Tijdelijke lees knop)


U kunt de Temporary Read knop aanklikken om de data in die rij in de GT-100 Temporary Area (de geselecteerde Patch op de GT-100) te lezen.

Temporary Write knop (Tijdelijke schrijf knop)


U kunt de Temporary Write knop aanklikken om de Patch data in die rij op de GT-100 Temporary Area te schrijven.
* Dit is gelijk aan Option dubbel klikken, waar dan ook in de rij.

Name
Geeft de mogelijkheid om User Patch namen in te voegen.
User Patch namen tot 16 tekens kunnen worden ingevoerd.
U kunt de volgende tekens gebruiken:
spatie ! ‘ # $ % & ’ ( ) * + , - . / 0 ~ 9 : ; < = > ? @ A~Z [ \ ] ^ _ a ~ z { }

7
5. De GT-100 Librarian gebruiken

Memo 1–4
Dit geeft u de mogelijkheid vier opmerkingen naar keuze opschrijven.
Hier zou u informatie, zoals de ontwerper van de data en de datum van ontwerp, willen toevoegen.
Deze informatie wordt niet naar de GT-100 zelf opgeslagen.

Arrange Data (Data rangschikken)


Wanneer u op de vakken in de bovenste rij van het beeldscherm (Number, Name, Memo 1–4) klikt, wordt de data in de volgorde, die met de
aangeklikte vak overeenkomt, genoteerd.

5-3. Data schrijven


Schrijf de User Patches in het Main scherm naar de GT-100.
Wanneer u de [Write All] knop bovenaan het Main scherm aanklikt of de commando [MIDI]–‘Write All Data’ uitvoert, worden alle User Patches in het
Main scherm naar de GT-100 geschreven.
Door de [Write Selected] knop of ‘Write Selected Data’ te gebruiken, kunt u alleen de geselecteerde data naar de GT 100 User Patch schrijven.

8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft

6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft


In de volgende gevallen kan het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ (Niet in staat data te lezen/schrijven) aangeven:
• Wanneer de GT-100 en de computer niet juist zijn aangesloten.
• Wanneer de instellingen van het invoer/uitvoer apparaat niet juist zijn.

9 1PS
Inhoud
1. Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Aansluitingen en instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-1. Data pad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-2. Main scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3-3. Library scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4. Over de menu’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-1. GT-100 Librarian . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-2. File (Bestand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-3. Edit (Wijzigen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-4. MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-5. Window (Scherm). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-6. Set Up (Instellen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-7. View (Weergave). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-8. Help. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. De GT-100 Librarian gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-1. Data lezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-2. Data wijzigen en opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-3. Data schrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft. . . . . . 9

10

You might also like