Professional Documents
Culture Documents
BOSS GT 100 Gebruikershandleiding Com
BOSS GT 100 Gebruikershandleiding Com
BOSS GT 100 Gebruikershandleiding Com
Ga naar de volgende URL, kies ‘handleidingen’ en zoek naar het apparaatnummer GT-100.
http://www.rolandce.com
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p.4).
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn
geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2012 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION
gereproduceerd worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING VOORZICHTIG
001
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
104 WAARSCHUWING
• Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed • Probeer het verstrengelen van snoeren en kabels te
Niet zelf demonteren of wijzigen Niet op onstabiele locaties plaatsen Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt. voorkomen. Snoeren en kabels dienen ook altijd
Maak het apparaat niet open en voer Zorg dat het apparaat altijd zo buiten
wordt bereik voor kinderen Dit apparaat, op zichzelf
te worden staand of
geplaatst.
geen interne modificaties uit. geplaatst, dat het waterpas staat en
.......................................................................................................... in combinatie met een versterker
..........................................................................................................
002c stabiel zal blijven. Plaats het nooit op en koptelefoon of luidsprekers,
• Maak het apparaat of de adapter nooit open, en
standaards die kunnen wiebelen of kan geluidsniveaus produceren
brengniet
Onderdelen geenzelf interne
reparerenwijzigingen
of vervangen aan. op hellende oppervlakken. die permanent gehoorsverlies
kunnen veroorzaken. Gebruik het
Tracht het apparaat niet te repareren
..........................................................................................................
Sluit het netsnoer op een stopcontact van het juiste apparaat niet gedurende langere
of004
onderdelen te vervangen
• Gebruik of bewaar het apparaat nooit: voltage aan tijd op een hoog of oncomfortabel
(behalve wanneer daartoe specifieke
Dit apparaat mag alleen op het volumeniveau. Indien u last heeft
instructies
• Bij in de handleiding
extreme temperaturenstaan). (bv. direct zonlicht in
type stroomvoorziening dat op de van enig gehoorsverlies of een piep
Ga voor een alle onderhoud
dicht voertuig, naar uw bij een warmtebron achterzijde of van het apparaat wordt in de oren, moet u het apparaat
handelaar, het dichtstbijzijnde
bovenop een warmte opwekkend apparaat); of worden aangesloten.
beschreven niet meer gebruiken en een oorarts
Roland Service Centrum of een
bij raadplegen.
erkende Roland distributeur die u op
• Vochtpagina
de ‘Informatie’ (bv. baden, Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer
badkamers, op natte vloeren);
kunt vinden.
Gebruik alleen het aan het apparaat Zorg dat er geen vreemde objecten of vloeistoffen in
of bij
Niet gebruiken of opbergen op locaties die bevestigde netsnoer. Ook mag het het apparaat terechtkomen
• Regen; of bijbehorende netsnoer niet met een Plaats nooit iets dat vloeistof bevat
• aan extreme temperaturen onder-
• zijn
hevig Stof;(bijvoorbeeld
of direct ander apparaat worden gebruikt. op het apparaat. Zorg dat er geen
• Bijinhoge
zonlicht trillingen.voertuig,
een afgesloten vreemde objecten (bijv. brandbare
Het netsnoer niet buigen en er geen zware objecten objecten, munten, snoeren) of
dichtbij een warmtekanaal of
..........................................................................................................
bovenop warmte genererende
011 op plaatsen vloeistoffen (water of vruchtensap) in
•apparatuur)
Laat geen of objecten
die (b.v. brandgevaarlijk materiaal,
Buig of draai het netsnoer niet het product terechtkomen. Hierdoor
munten of naalden); vloeistof (water, frisdranken
overmatig en plaats er geen zware kan kortsluiting ontstaan, een
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badka- verkeerde werking of kunnen andere
etc.)
mers, in of overophet
wasruimtes, apparaat
natte vloeren vallen.
objecten bovenop. Hierdoor kan
het snoer beschadigen, elementen storingen optreden.
of
kunnen afbreken en kortsluiting
• aan stoom of rook blootstaan, of kan ontstaan. Beschadigde snoeren
• ..........................................................................................................
die aan zout blootstaan, of brengen risico’s van brand en schok
013 met zich mee!
• aan regen onderhevig zijn, of
• In huishoudens met kleine kinderen dient altijd
eenofvolwassene
• stoffig toezicht
zanderig zijn, of te houden, totdat het kind
• aanin staat
een hogeis mate
om devanregels dieenessentieel zijn voor een
vibratie
veilig onderhevig
schokken gebruik van het apparaat te volgen.
zijn.
..........................................................................................................
2 014
• Bescherm het apparaat tegen hevige schokken.
(Laat het apparaat niet vallen!)
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
Snelle start
WAARSCHUWING VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Zet het apparaat uit als het afwijkend gedrag of Op een goed geventileerde locatie gebruiken Bewaar kleine onderdelen buiten het bereik van
storingen vertoont Het apparaat dient zo geplaatst te kinderen
Zet direct de stroom uit, haal worden dat zijn locatie of positie Om het per ongeluk inslikken van
het netsnoer uit het stopcontact de benodigde ventilatie niet de hieronder genoemde onderdelen
en breng het apparaat voor belemmert. te voorkomen, bewaart u deze
onderhoud naar uw handelaar, altijd buiten het bereik van kleine
het dichtstbijzijnde Roland Service Pak de stekker vast als u de adapter aan of kinderen.
Overzicht
Centrum of een erkend Roland ontkoppelt
distributeur, te vinden op de • Verwijderbare onderdelen.
Houd de stekker vast als u de
‘Informatie’ pagina, indien: USB afdekplaatje
stroomadapter insteekt of uittrekt.
Pak altijd alleen de stekker van het Behandel de aarde aansluiting voorzichtig
• Het netsnoer of de stekker is
hetnetsnoer vast als u de stekker
beschadigd, of Als u de schroef van de aarde
in het stopcontact steekt of hem er
• Er rook of een ongewone geur losdraait, laat hem dan niet slingeren
uittrekt.
Geluid uitvoeren
optreedt in de nabijheid van kleine kinderen.
De stekker van het netsnoer regelmatig Zij kunnen hem per ongeluk
• Er objecten of vloeistof in het appa-
inslikken. Als u de schroef opnieuw
raat terecht zijn gekomen, of schoonmaken
bevestigt, doe dit dan stevig, zodat
• Het apparaat in de regen heeft U dient het netsnoer met enige hij niet loslaat.
gestaan (of op andere wijze nat is regelmaat uit het stopcontact te
geworden), of halen en dit schoon te maken met
een droge doek, om stof en andere
• Het apparaat niet normaal schijnt
opeenhopingen tussen de vorken
te functioneren of een duidelijke
van de stekker uit te halen.
verandering in werking laat zien.
Ook haalt u de stekker uit het
Effecten
Volwassenen moeten toezicht houden op plaatsen stopcontact wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet gebruikt
waar kinderen aanwezig zijn
zal worden. Ophoping van stof
Wanneer het apparaat wordt tussen de twee stekkers kan slechte
gebruikt op plaatsen waar kinderen isolatie veroorzaken, dat tot brand
aanwezig zijn, let dan op dat het kan leiden.
apparaat niet op verkeerde wijze
gebruikt wordt. Een volwassene Het beheer van kabels voor de veiligheid
dient altijd aanwezig te zijn om
Opslaan
Probeer het in de war raken van
toezicht te houden en aanwijzingen snoeren te voorkomen. Tevens
te geven. dienen alle snoeren buiten het bereik
van kinderen te blijven.
Niet laten vallen of aan sterke schokken blootstellen
Bescherm het apparaat tegen sterke Niet op het apparaat gaan zitten en er geen zware
schokken, objecten op plaatsen
Pedaalinstellingen
(Laat het niet vallen!) Ga nooit op het apparaat zitten
of staan en plaats er geen zware
Gebruik geen stopcontact dat door een buitensporig objecten op.
aantal andere apparaten wordt gedeeld
Steek het netsnoer van dit apparaat Het netsnoer nooit met natte handen aansluiten of
niet in een stopcontact, waar loskoppelen
een buitensporig aantal andere
Raak de behuizing van de adapter of
apparaten gebruik van maakt. Wees
zijn stekkers nooit met natte handen
in het bijzonder voorzichtig bij het
aan, als u deze in dit apparaat of een
gebruik van verlengsnoeren – de
stopcontact steekt of eruit haalt.
Systeem
Niet in het buitenland gebruiken Haal de adapter uit het stopcontact voordat u het
Voordat u dit apparaat in het apparaat schoonmaakt
buitenland gaat gebruiken, neemt Voordat u het apparaat
u contact op met uw verkoper, het schoonmaakt, zet u het uit en
dichtstbijzijnde Roland Service haalt u de adapter netsnoer uit het
Centrum of een erkend Roland stopcontact (p.24).
distributeur. Deze zijn te vinden op
de ‘Informatie’ pagina. Indien er voor onweer wordt gewaarschuwd, haalt u
Appendix
3
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening • Afhankelijk van het materiaal en de tempera- • Om te vermijden dat u uw buren stoort,
tuur van het oppervlak waar u het apparaat gebruikt u dit apparaat op een passend
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcon- plaatst, kunnen zijn rubber voeten het volumeniveau. U kunt een koptelefoon
tact aan dat door een elektrisch apparaat oppervlak doen verkleuren of beschadigen. gebruiken, zodat u zich niet om anderen om
wordt gebruikt waar een omvormer bij te U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber u heen hoeft te bekommeren.
pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, voeten plaatsen om dit te voorkomen. Als u
magnetronoven of airconditioner) of dat dat doet, zorg dan dat het apparaat niet per • Wanneer het apparaat vervoerd moet
een motor bevat. Afhankelijk van de manier ongeluk wegglijdt of beweegt. worden, verpakt u het in de originele doos
waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de (inclusief schokabsorberend materiaal),
ruis van de stroomvoorziening veroorzaken • Plaats niets dat water bevat op dit apparaat. indien mogelijk. Anders dient u soortgelijk
dat dit apparaat storingen gaat vertonen Vermijd tevens het gebruik van insecticiden, verpakkingsmateriaal te gebruiken.
of hoorbare ruis produceert. Wanneer het parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen enz.
in de buurt van het apparaat. Veeg op het • Gebruik alleen het gespecificeerde expres-
niet mogelijk is om een apart stopcontact
apparaat gemorste vloeistof direct met een siepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L, BOSS
te gebruiken, plaatst u een stroomvoorzie-
droge, zachte doeg weg. FV-500H; apart verkrijgbaar verkocht) Als u
ning ruisfilter tussen dit apparaat en het
een ander expressiepedaal aansluit, riskeert
stopcontact.
Onderhoud u storing en/of schade aan het apparaat.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u • Sommige aansluitkabels bevatten weerstan-
gebruik warmte gaan genereren. Dit is nor-
het apparaat met een zachte, droge of een den. Gebruik geen kabels die weerstanden
maal en niets om u zorgen over te maken.
licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig bevatten voor dit apparaat. Door gebruik
• Om storingen en defecte apparatuur te vuil te verwijderen gebruikt u een doek met van dit soort kabels kan het geluidsniveau
voorkomen zet u alle apparatuur uit voordat een kleine hoeveelheid mild, niet schurend bijzonder laag of zelfs onhoorbaar worden.
aansluitingen worden gemaakt. schoonmaakmiddel. Neem het apparaat Voor informatie over de kabelspecificaties
daarna met een zachte, droge doek af. raadpleegt u de fabrikant van de kabel.
• In de fabrieksinstellingen wordt de GT-100
automatisch uitgezet als het 10 uur is gele- • Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol Auteursrecht
den sinds u stopte met het spelen of bedie- of oplosmiddelen om verkleuring en/of ver-
nen van het apparaat. Als u niet wilt dat het vorming van het apparaat te voorkomen. • Het maken van een geluidsopname,
apparaat automatisch wordt ingeschakeld, video-opname, kopie of revisie van een
verandert u de ‘AUTO OFF’ instelling in ‘OFF’ Reparaties en data auteursrechtelijk werk van een derde partij,
zoals op p.42 wordt beschreven. • Wees er op bedacht dat alle data in het (muzikale compositie, video, uitzending,
* DSe instellingen die u aan het bewerken was geheugen van dit apparaat verloren kunnen publiekelijke uitvoering of ander werk), in
zullen verloren gaan als het apparaat wordt gaan wanneer het apparaat ter reparatie zijn geheel of gedeeltelijk, zonder toestem-
uitgeschekeld. Indien u deze instellingen wordt aangeboden. Sla belangrijke data ming van de auteursrechthebbende, is bij de
wilt bewaren, dient u ze op te slaan alvorens altijd in een computer, een ander MIDI-appa- wet verboden.
het apparaat uit te schakelen. raat of maak er een notitie van (indien moge- • Gebruik dit product niet voor doeleinden
lijk). Tijdens reparaties wordt altijd gepro- die het auteursrecht van een derde partij
Plaatsing
beerd om het verlies van data te voorkomen. kunnen overtreden. We nemen geen enkele
• Wanneer het apparaat in de buurt van Echter, in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld verantwoordelijkheid met betrekking tot
eindversterkers (of andere apparatuur die als het circuit voor de geheugensectie zelf overtredingen van derde partij auteurs-
grote stroom transformators bevat) wordt niet meer werkt), kan de opgeslagen inhoud rechten, die uit uw gebruik van dit apparaat
gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit helaas niet meer hersteld worden. Roland is voortkomen.
probleem te verzachten, verandert u de rich- niet aansprakelijk voor dit soort verlies van
• Bedrijfsnamen en productnamen die in dit
ting van dit apparaat of plaatst u het verder data.
document verschijnen, zijn handelsmerken
weg van de storingsbron.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen of geregistreerde handelsmerken van hun
• Dit apparaat kan storing in radio en televisie- respectievelijke eigenaars.
ontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat • Wees ervan bewust dat de inhoud van het
geheugen onherstelbaar verloren kan gaan, • MMP (Moore Microprocessor Portfolio) ver-
niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
door een storing in het apparaat of door wijst naar een patent portfolio dat zich met
• Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draad- onjuiste bediening. Om te voorkomen dat microprocessor architectuur bezig houdt,
loze communicatieapparaten, zoals mobiele u belangrijke data verliest, adviseren wij u welk werd ontwikkeld door Technology
telefoons, in de buurt van dit apparaat regelmatig een reservekopie van belangrijke Properties Limited (TPL). Roland heeft een
worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden data die u in het geheugen van het apparaat licentie voor deze technologie van de TPL
bij het ontvangen of starten van een gesprek heeft opgeslagen in een USB-flashdrive op groep.
of tijdens de conversatie. Als u dit soort pro- te slaan.
• Dit product bevat eCROS integrated software
blemen ondervindt, dient u deze draadloze
• Helaas kan het soms onmogelijk zijn om de platform van eSOL Co. Ltd. eCROS is een
apparaten op meer afstand van dit apparaat
inhoud van data die in het geheugen van het handelsmerk van eSOL Co. Ltd. In Japan.
gebruiken of uit te zetten.
apparaat, op een computer of in een ander
• Roland, BOSS, COSM, Metal Zone en SLICER
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht MIDI-apparaat werd opgeslagen te herstellen
zijn geregistreerde handelsmerken van
bloot, plaats het niet in de buurt van appara- nadat deze verloren is gegaan.
Roland Corporation in de Vereningde Staten
ten die warmte afgeven, laat het niet in een
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of en/of andere landen.
afgesloten voertuig achter en onderwerp het
niet aan temperatuur extremen. Door over- andere bedieningsknoppen van dit apparaat
matige hitte kan het apparaat vervormen of met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook
verkleuren. voor het gebruik van de stekkers en aanslui-
tingen. Ruwe behandeling kan tot storingen
• Als het apparaat naar een locatie met een leiden.
zeer afwijkende temperatuur en/of vochtig-
heid wordt verplaatst, kunnen er waterdrup- • Sla nooit op het scherm en druk er niet hard
pels (condensatie) binnen in het apparaat op.
worden gevormd. Wanneer u het apparaat • Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van
in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting
en storingen ontstaan. Daarom moet u het zelf vast. Trek nooit aan de kabel. Op deze
apparaat, voordat u het in gebruik neemt, manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
enige uren laten staan totdat de condensatie de interne elementen van de kabel.
volledig is verdampt.
4
Belangrijke eigenschappen
Nieuwe COSM Amps (versterking)
Snelle start
Deze nieuwe gemoduleerde COSM Amps bieden een distillatie van alle knowhow in klank creaties, die we over jaren hebben opgebouwd. Ze
vertegenwoordigen een verdere evolutie veel verder dan conventionele Vintage Amp modeling. Van glasheldere, transparante Cleane tot extreme
High-gain vervorming zorgen deze modellen, dat jouw vingerwerk vrijelijk de dynamiek en subtiele nuances van versterkers controleert.
Overzicht
Intuïtieve gebruikers interface over twee schermen
Twee grafische LCD schermen zijn in gebruik: kies een menu item van het linkerscherm en bewerk de parameters direct in het rechterscherm.
Knoppen, schakelaars, versterkers en effecten worden als iconen getoond, wat voor direct, eenvoudig te pakken gebruik zorgt.
Geluid uitvoeren
Effecten
EZ Tone voor eenvoudige creatie van klanken
Het maken van een eigen Patch of versterker set-up is doodeenvoudig. Selecteer eenvoudigweg een muziekstijl of een geluidsoort en gebruik daarna
het toonrooster scherm om visueel het klankbeeld en hoeveelheid vervorming aan te passen.
Opslaan
Accel effecten voor sterke Live uitvoering
Pedaalinstellingen
Druk eenvoudigweg op het [Accel] pedaal om een agressief geluidseffect, wat over tijd verandert, toe te voegen.
Systeem
worden opgenomen, is het tevens mogelijk het onbewerkte geluid op te nemen en daarna effecten toe te voegen voor vergelijking of gebruik deze
opname om het geluid te checken voor een Soundcheck.
Appendix
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . 2 Globale instellingen maken (Systeeminstellingen). . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lijst van instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
BELANGRIJKE OPMERKINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het uitvoerapparaat dat u gebruikt specificeren
(OUTPUT SELECT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Belangrijke eigenschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Het ingangsniveau van de gitaar aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . 40
De algehele klank aanpassen (Global EQ). . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Snelle start. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het algehele niveau van ruisonderdrukking, Reverb en
Paneelbeschrijvingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 uitvoer aanpassen (Total). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
6
Inhoud
Snelle start
aangesloten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Voordat u aansluit met gebruik van USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
De USB-driver installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
MIDI-boodschappen tussen de computer en de GT-100
uitwisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
De computer aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Bulk Data die op de computer was opgeslagen
Overzicht
ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Geluidssignalen tussen een computer en de GT-100
verzenden/ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Appendix. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Geluid uitvoeren
GT-100 effectengids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
GT-100 effectenlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Lijst van OD/DS types . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Lijst van voorversterkertypes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
FX1/FX2 effectenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
GT-100 Preset Patch lijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Signaalstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Effecten
Probleemoplossing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Hoofdspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Opslaan
Pedaalinstellingen
Systeem
MIDI/USB
Appendix
7
Snelle start
1 Starten
Deze Snelle Start legt de basis handelingen uit
Voor details bezoekt u pagina’s met pag. XX symbool.
1. Verbindt de stroomadapter
2. Druk de [Power] schakelaar in
3. Zet de versterker aan
3
na tien uur, nadat u gestopt bent met spelen of het
instellen van het apparaat, uitgeschakeld. Als u niet wilt,
dat het apparaat automatisch uitschakelt, verandert u Volume aanpassen
de AUTO OFF instelling naar OFF, zoals op pag. 42 staat
beschreven.
OPMERKING
Instellingen, die u verandert, raken verloren als u het
apparaat uitzet. Als u uw veranderingen wilt bewaren,
moet u ze opslaan. Gebruik om het volume te
veranderen
1. Druk tegelijkertijd op .
2. Sla een losse snaar aan, stem deze dan het totdat de
indicator in het midden verlicht.
8
Snelle start
Snelle start
4 Specificeer de versterking, die u heeft aangesloten
Overzicht
Voor een optimaal geluid moet u het soort versterking, die u met de GT-100 verbindt, specificeren. Graag verzoeken we dit nu te doen.
1. Druk .
Geluid uitvoeren
2. Gebruik om Output Select te kiezen.
Effecten
Waarde Uitleg
Kies deze instelling als u de GT-100 op de gitaar-
JC-120
ingang van een Roland JC-120 aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op een kleine
SMALL AMP
gitaar versterker aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de
gitaaringang van een combo, met uitzondering
Opslaan
van de JC-120, aansluit (een unit met versterker en
COMBO AMP luidspreker ineen).
Bij sommige gitaarversterkers zal de ‘JC-120’ betere
resultaren opleveren.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de
STACK AMP gitaaringang van een Stack (topversterker met één of
meerdere losse luidsprekerkasten) aansluit.
Pedaalinstellingen
Kies deze instelling als u de GT-100 op de Return Jack
JC-120 RETURN
van de JC-120 aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de Return Jack
COMBO RETURN
van een combo gitaarversterker aansluit.
Kies deze instelling als u de GT-100 op de Return Jack
van de topversterker van een Stack aansluit. Dezelfde
STACK RETURN
instelling selecteert u voor alle combinaties van
topversterker met speakerkast.
Kies deze instelling voor een koptelefoon of als u de
Systeem
LINE/PHONES GT-100 op een keyboard versterker, een mengtafel of
een digitale recorder aansluit.
4. Druk op .
MIDI/USB
MEMO
• De SP parameter werkt alleen als de uitgang keuze voor Line/Phones is geselecteerd. Voor details over de SP parameter download de
GT-100 parameter gids (PDF) van de www.rolandce.com/nl/nl/ondersteuning/handleidingen
• Als u een koptelefoon gebruikt, kunt u geen geluiden van een gitaarversterker horen als u de Preamp (voorversterker) keuze niet
maakt. We bevelen aan, dat u een voorversterker keuze maakt als u van een koptelefoon gebruikmaakt. Voor details over PREAMP
kijkt u in de GT-100 parametergids (PDF).
Appendix
Nu kunt u met spelen beginnen. De volgende pagina’s leggen uit, hoe u met gebruik van de GT-100 kunt
spelen.
9
Snelle start
2 Spelen
Nu u met de voorbereidingen klaar bent, kunt u met het gebruik van de GT-100 beginnen.
Patch U01-4
Patch U01-3
Patch U01-2
Patch U01-1
De GT-100 heeft 400 Patches. Ze zijn door Banken (geheugenplaats) en nummers georganiseerd.
UserBank
User Bank Een Patch bewaren doet u in
User Bank U01 een User (gebruiker) Bank.
Gebruik pedalen 1 t/m 4 om tussen nummers te Patch Patch Patch Patch
schakelen
MEMO
Alleen in het Play scherm kunt u van Patches wisselen (p.11).
Ook kunt u Patches verwisselen met het draaien van knop (1).
Druk op (EXIT) om naar het Play scherm terug te keren. Kies
vervolgens Patches.
10
Snelle start
Snelle start
Als u op het [ACCEL/CTL] pedaal drukt, werkt het als een ACCEL pedaal, waarmee u het geluid via Accel effect (pag. 19) kunt modificeren
door middel van een standaard CTL (control) pedaal. Het [EXP] pedaal wordt voor volume, Wah, enz. gebruikt.
De werking van ieder pedaal kan voor iedere Patch individueel ingesteld worden.
Overzicht
33) gebruikt, werkt de functie als u het pedaal ingedrukt houdt (indicator
licht op).
Laat u het los, dan schakelt de functie uit (indicator dooft).
Geluid uitvoeren
op de kop)
De (EXP) waarde zal stijgen.
Effecten
Druk opnieuw stevig op het pedaal om de functie uit te schakelen (de
indicator gaat uit)
Phrase Looper
Door het Phrase Looper pedaal te
gebruiken, kunt u bij een optreden spelen
met verschillende lagen geluid door in
Opslaan
Realtime op te nemen en af te spelen.
U bent vrij parameters voor regeling met deze pedalen in te stellen.
pag. 18
pag. 33
Pedaalinstellingen
Het eerste scherm, dat u ziet, als u de GT-100 inschakelt, heet het Play scherm. Er zijn drie verschillende Play schermen, die u hieronder
afgebeeld ziet. Om van het ene scherm naar het andere scherm te gaan, drukt u op de [PAGE] knop.
Scherm met een Patchnaam in het groot Amp regelscherm Effect aan/uit indicatie scherm
Systeem
[5]
De Play scherm knoppen kunt u voor het regelen van de gewilde Past de lage, midden en hoge frequentie-
[6] MT MID
parameters instellen. reeksen aan
[7] MT HI
pag. 35
[8] PAT LV Verandert het volume
11
Snelle start
3 Bewerken: basisbediening
Bewerken op de GT-100 is uitermate eenvoudig, de procedure is altijd hetzelfde. Neem
1
even de tijd om de basisbedieningen onder de knie te krijgen.
Effect pag. 16
Hier kunt u de parameters van elk effect bewerken. System pag. 40
Hier kunt u instellingen maken die op de gehele
GT-100 van toepassing zijn, zoals uitvoerinstel-
lingen en Phrase Loop instellingen.
EZ (Easy) Tone pag. 14
Hier kunt u de gewenste klank creëren, door
eenvoudigweg een muziekstijl en het type song dat
Control/Expression pag. 33
u in uw hoofd heeft te kiezen. U kunt de instellingen Hier kunt u de gewenste functies aan het
voor de versterker en Overdrive/Distortion ook op [ACCEL/CTL] pedaal, [EXP] pedaal en de externe
intuïtieve wijze aanpassen. pedalen toewijzen.
3 Bewerk de waardes
4 Verlaat de instellingen
Druk op .
U keert neer het Play scherm terug.
OPMERKING
De instellingen die u heeft bewerkt, gaan verloren als u van Patches verandert. Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, moet u deze als
een User Patch opslaan.
volgende pag.
12
Snelle start
Snelle start
Als u een bewerkte Patch wilt behouden, moet u deze als een User Patch opslaan, met gebruik van de hieronder beschreven procedure. Als u
een bewerkte Patch niet opslaat, gaan uw bewerkingen verloren als u van Patch verandert.
Overzicht
Druk op .
Geluid uitvoeren
Selecteer de opslagbestemming
Effecten
Een naam toewijzen
Om de Patchnaam te bewerken, gebruikt u knop [8] om de cursor te
verplaatsen en knop [8] om het teken te veranderen.
Controller Handeling
Knop [6] Selecteert het type tekens
Knop [7] Schakelt tussen kleine letters/hoofdletters
Opslaan
Knop [8] Verandert het teken
Pedaalinstellingen
3 Opslaan
Druk op .
Als de Patch is opgeslagen, keert u automatisch naar het Play scherm terug.
Systeem
In het linkerscherm kunt u het soort data dat opgeslagen wordt kiezen. (Standaard wordt de Patch opgeslagen).
MIDI/USB
13
Snelle start
Druk op .
Snelle start
Voor AMP CUSTOM of OD/DS CUSTOM
Overzicht
Gebruik om het type te selecteren. Draai aan de knop
Aanvankelijk wordt ‘CURRENT’ weergegeven. Dan wordt daaronder het om het type te
veranderen.
voorversterkertype of OD/DS type (p.52), dat voor de huidige Patch is
ingesteld, weergegeven.
Geluid uitvoeren
Voor AMP CUSTOM Voor OD/DS CUSTOM
Effecten
Dit is het comboversterker geluid, geschikt voor Britse Rock van
COMBO DRIVE DS-2 Dit creëert een zwaarder vervormd geluid.
de jaren zestig.
METAL1 Dit is een Metal geluid met een kenmerkende middenreeks.
Dit is een sologeluid van een combo buizenversterker van eind
COMBO LEAD
jaren ’70 tot 80. METAL2 Dit levert een zwaar Metal geluid.
Dit modelleert de geluidsinvoer die op Input 1 van een FUZZ Dit levert een standaard, traditioneel Fuzz geluid.
MS HiGAIN Marshall 1959 wordt ingevoerd. Dit is een geluid met veel
hoog, geschikt voor Hardrock.
* Om OD/DS CUSTOM te kunnen gebruiken, moet u eerst OD/DS aanzetten.
Deze originele High-gain versterker levert een dik laag en
MODERN
Opslaan
intensieve vervorming terwijl de heldere definitie van het
STACK
geluid behouden blijft.
Pedaalinstellingen
4 Past de hoeveelheid vervorming aan
Hoeveelheid vervorming
Omhoog: voor solospel
Omlaag: voor achtergrond
Gebruik om van scherm te wisselen.
Systeem
5 Voltooi de bewerking
Appendix
Druk op .
De bewerkingen die u hier heeft gemaakt, gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de Patch die u gecreëerd heeft wilt behouden, drukt u op
15
Snelle start
1
Overdrive effect.
Druk op .
3 Bewerk de waardes
4 Voltooi de bewerking
Druk op .
U keert naar het Play scherm terug.
De bewerkingen die u heeft gemaakt gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de door u gecreëerde Patch wilt behouden, druk u op de [WRITE] knop om de bewerkingen
Snelle start
In deze sectie worden meer geavanceerde toepassingen van de GT-100 uitgelegd.
Overzicht
om individuele effecten binnen een Patch aan of uit te zetten.
Geluid uitvoeren
die aan ASSIGN 1-8 toegewezen kunnen worden (p.37) onder
‘Pedaalinstellingen (Control/Expression)’ (p.33).
Effecten
1. Druk gelijktijdig in.
Opslaan
2. Gebruik de pedalen om elk effect aan of uit te zetten.
Pedaalinstellingen
Aan/uit status
Pedaal naam
Effect naam
Systeem
U kunt de gewenste
effecteenheid aan elk
pedaal toewijzen.
zetten.
* Als PHRASE LOOP PEDAL FUNC (p.32) op ‘PHRASE LOOP’ is ingesteld, kunt u niets anders dan PHRASE LOOP (‘PL’) aan het [PHRASE LOOP]
pedaal toewijzen. Als u een andere functie wilt toewijzen, moet u de PHRASE LOOP PEDAL FUNC uitzetten.
17
Snelle start
Door het [PHRASE LOOP] pedaal te bedienen, kunt u in Realtime opnemen en afspelen
om gestapelde uitvoeringen te creëren.
Twee keer
indrukken
Clear/Exit Stop
18
Snelle start
Snelle start
De GT-100 heeft zes verschillende Accel effecten, die het geluid agressiever maken als u op het [ACCEL/CTL] pedaal drukt.
1
Eerst moet u [CTL/EXP]: ACCEL/CTL FUNC op ACCEL instellen, en SOURCE MODE op MOMENT instellen (p.33).
Overzicht
Druk op .
Geluid uitvoeren
Draai aan knop [4] om het effect te
selecteren (de cursor wordt verplaatst).
Gebruik om ‘ACCEL’ te selecteren.
Effecten
3 Selecteer het effect
Opslaan
Gebruik om het type ACCEL effect te selecteren. Selecteer het type
Pedaalinstellingen
Gebruik om het geluid aan te passen.
RING MODULATOR Produceert een metaalachtig geluid, en creëert de indruk dat het geluid wordt gericht.
Produceert een agressief gevoel van rotatie. Als dit samen met Distortion wordt gebruikt, wordt een nog
TWIST
wilder gevoel van rotatie geproduceerd.
WARP Produceert een dromerig geluid.
FEEDBACKER Genereert Feedback.
MIDI/USB
4 Verlaat de instellingen
Appendix
Druk op .
U keert naar het Play scherm terug.
De door u gemaakte instellingen gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de Patch die u heeft gecreëerd wilt behouden, slaat u deze als een
20
Paneelbeschrijvingen
Snelle start
Het scherm dat verschijnt nadat u de stroom heeft aangezet, wordt het Play scherm genoemd.
Overzicht
OUTPUT SELECT instelling
PREAMP kanaal
Bank – nummer
Geluiden uitvoeren
Icoon Uitleg
Toont de Master BPM (*1) waarde van elke Patch.
Dit wordt weergegeven als OUTPUT SELECT (p.9) op iets anders dan LINE/PHONES is ingesteld.
Effecten
Wanneer de DIVIDER (p.27) modus Single is, wordt voorversterkerkanaal ‘A’ geselecteerd.
Wanneer de DIVIDER (p.27) modus Single is, wordt voorversterkerkanaal ‘B’ geselecteerd.
Opslaan
*1 Voor details over de Master BPM en SOLO SW download u ‘GT-100 Parameter gids’ (PDF bestand) van de Roland website (http://www.rolandce.com)
Pedaalinstellingen
Gebruik de PAGE [ ][ ] knoppen om over te schakelen
Systeem
21
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel (aansluitingen)
LIFT/GND schakelaar
Normaalgesproken kunt u dit op de GND
posities laten staan.
Als u de EXT LOOP (SEND/RETURN) Jacks
op een versterker heeft aangesloten,
kan een aardingslus optreden, die ruis
produceert. Als dit gebeurt, kunt u de ruis
mogelijk elimineren door deze schakelaar
op de LIFT positie in te stellen.
OUTPUT Jack
Sluit deze op een gitaarversterker of
mengpaneel aan. Als het om een mono
aansluiting gaat, gebruikt u alleen de ‘L’ Jack. SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack
U kunt verscheidene parameters besturen door hier
AMP CTL Jack een expressiepedaal (zoals de apart verkrijgbare
Roland EV-5) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, FS-6,
Als u de Amp Control functie (p.28) gebruikt, apart verkrijgbaar) aan te sluiten (p.33).
sluit u deze op de kanaalschakeling Jack van
de gitaarversterker aan. * Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal
(Roland EV-5, BOSS FV-500L of FV-500H, apart
* Voor sommige gitaarversterker modellen is verkrijgbaar). Door andere expressiepedalen aan te
dit mogelijk niet bruikbaar. sluiten, riskeert u het optreden van storingen en/of
beschadigingen van het apparaat.
* Alleen FOOT VOLUME kan aan het externe ex-
pressiepedaal (SUB EXP) (p.33) worden toegewezen.
* Een voetschakelaar en een expressiepedaal kunnen
niet gelijktijdig aangesloten worden.
* Om storingen en defecte apparatuur te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat aansluitingen
worden gemaakt.
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de ingangen is aangesloten (INPUT,
AUX IN, RETURN Jacks) laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
22
Paneelbeschrijvingen
Snelle start
MIDI Jack [POWER] DC IN Jack
Sluit deze op MIDI-apparaten Sluit hier de meegeleverde adapter aan.
aan, zodat MIDI-data schakelaar
verzonden en ontvangen kan Zet het apparaat aan Plaats de adapter zo,
Overzicht
worden (p.47). en uit. dat de kant met de
indicator (zie illustratie)
naar boven wijst, en de
kant met de tekst naar
beneden wijst.
De indicator licht op
als u de adapter in een
stopcontact steekt.
Geluiden uitvoeren
Om een onopzettelijke onderbreking van
stroom naar het apparaat te voorkomen
(als de stekker er per ongeluk wordt
uitgetrokken), en overbelasting van
de DC IN Jack te vermijden, zet u het
netsnoer met de snoerhaak vast, zoals in
de illustratie wordt getoond.
Effecten
Veiligheidsslot( )
Sluit hier een in de handel verkrijgbare
antidiefstal veiligheidskabel aan.
Opslaan
http://www.kensington.com/
Aardklem
Pedaalinstellingen
Sluit hier de aardklem aan.
* Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een ongemak-
kelijke sensatie ervaren, of bemerken dat het oppervlak ruw aanvoelt als u dit apparaat
of de metalen gedeeltes van andere objecten, zoals gitaren, aanraakt. Dit komt door een
oneindig kleine elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Als u zich hier echter
USB-poort zorgen over maakt, verbindt u de aardklem (zie figuur) met een externe aarde. Als het
Gebruik een USB-kabel om hier een computer aan te apparaat geaard is, kan een lichte brom te horen zijn, afhankelijk van de bijzonderheden
sluiten, en het uitwisselen van data tussen de GT-100 van uw installatie. Als u onzeker bent over de verbindingsmethode, raadpleegt u het
en de computer mogelijk te maken (p.49). dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de
‘Informatie’ pagina te vinden.
Systeem
Over het USB afdekplaatje Locaties die niet geschikt zijn voor verbinding:
Als u een USB-kabel wilt aansluiten, verwijdert u het • Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden).
USB afdekplaatje dat de USB-poort bedekt. Laat het
USB afdekplaatje op zijn plaats zitten als de USB-poort • Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
niet wordt gebruikt. • Telefoonkabel aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem).
MIDI/USB
Appendix
23
Het uitvoeren van geluiden
Het apparaat aan en uitzetten
Referentie
Voor details over de manier waarop deze instelling wordt
gemaakt kijkt u bij ‘Het type versterker dat u heeft aangesloten
specificeren’ (p.9).
Het apparaat aanzetten
* Nadat alles netjes is aangesloten (p.22), volgt u de procedure
hieronder om de stroom aan te zetten. Als u apparatuur in
De gitaar stemmen (TUNER)
de verkeerde volgorde aanzet, kunnen storingen of defecte
apparatuur optreden. 1. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in.
* Voordat u het apparaat aan of uitzet, moet het volume altijd De Tuner functie en Metronome functie worden aangezet. In het
helemaal laaggedraaid zijn. Zelfs als het volume helemaal laag linkerscherm wordt het ‘TUNER’ scherm getoond.
is ingesteld, kan er nog geluid te horen zijn als het apparaat aan
of uitgezet wordt. Dit is echter normaal, en duidt niet op een
storing.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
duurt het even (enkele seconden), nadat het apparaat is
aangezet, voordat het normaal werkt.
OFF
THRU
MUTE
BYPASS ON
Het uitgangsapparaat specificeren 4. Speel een open noot op de snaar die u wilt stemmen,
en stem de snaar totdat de gewenste nootnaam in het
(Output Select) scherm wordt getoond.
U dient het apparaat (versterker) dat op de OUTPUT Jacks is 5. Terwijl u naar het scherm kijkt, stemt u de snaar totdat
aangesloten te specificeren. De GT-100 maakt een interne alleen de middelste indicator is verlicht.
aanpassing, zodat de uitvoer optimaal klinkt op het systeem dat u Herhaal stappen 4-5 om alle snaren te stemmen.
gebruikt.
24
Het uitvoeren van geluiden
Snelle start
Als u een gitaar die een tremolo arm heeft stemt, kunnen
andere snaren ontstemmen als u één snaar stemt. Als dat
gebeurt, stemt u de snaren eerst bij benadering, zodat de juiste Een combinatie (of set) van effecten samen met een groep
nootnamen worden weergegeven. Vervolgens stemt u iedere parameterinstellingen wordt een ‘Patch’ genoemd.
snaar herhaaldelijk, totdat alle snaren zuiver gestemd zijn.
Overzicht
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door de [EXIT] knop in De GT-100 kan 400 verschillende Patches in het geheugen opslaan,
te drukken. gerangschikt op bank en nummer, zoals hieronder wordt getoond.
Geluid uitvoeren
pedaal aanpassen’ (p.36), ‘Instellingen veranderen met het User bank U50
nummerpedaal’ (p.35).
UserBank
User Bank
User bank U01
De metronoom gebruiken
1. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in.
De Tuner functie en Metronome functie worden aangezet. In het
Effecten
rechterscherm wordt het ‘METRONOME’ scherm weergegeven.
Opslaan
Pedaalinstellingen
Bank Number
metronoom aan.
3.
Appendix
25
Het uitvoeren van geluiden
MEMO
Wanneer een Patch wordt geselecteerd, zelfs als een nieuwe
bank is geselecteerd, wordt de Patch niet veranderd totdat u
ook het nummer kiest. Als u Patches wilt kunnen veranderen
door alleen een andere bank te selecteren, past u de BANK CHG
MODE (p.41) instelling aan.
26
Klanken creëren (effecten)
Dual modus instellingen
De effecten instellen
Snelle start
Als u ‘DUAL’ met knop [5] selecteert
Gebruik de linker en rechterschermen en knoppen [1]-[8] om de
Con-
instellingen van de interne effecten te bewerken. Parameter Waarde Uitleg
troller
Referentie Page 2
Voor meer informatie over de basis-procedures voor het OFF DYNAMIC wordt niet gebruikt.
manipuleren van effecten, kijkt u bij ‘Bewerken: de effecten Alleen noten die sterker dan
bewerken’ (p.16).
Overzicht
de DYNAMIC SENS instelling
POLAR+
worden gespeeld, worden
CH. A
[5] uitgestuurd.
DYNAMIC
De Divider en Mixer modi specificeren POLAR-
Alleen noten die zachter dan
de DYNAMIC SENS instelling
worden gespeeld, worden
Binnen de effectketen noemen we het punt waarop het signaal in uitgestuurd.
kanalen ‘A’ en ‘B’ wordt gesplitst, wordt de ‘Divider’ genioemd, en
CH. A
Geluid uitvoeren
het punt waar de twee signalen opnieuw gecombineerd worden, Specificeert de gevoeligheid
[6] DYNAMIC 0–100
noemen we de ‘Mixer’. van het plukken.
SENS
U kunt de Divider gebruiken om tussen kanalen ‘A’ en ‘B’ af te OFF Het filter wordt niet gebruikt.
wisselen, om sterk gespeelde noten en zacht gespeelde noten
Alleen de regio onder de
aan verschillende kanalen toe te wijzen of om verschillende LPF Cutoff frequentie wordt
frequentiebanden van het gitaargeluid aan verschillende kanalen [7] CH. A FILTER uitgestuurd.
toe te wijzen.
Alleen de regio boven de
Met de Mixer kunt u de volumebalans van kanalen ‘A’ en ‘B’ HPF Cutoff frequentie wordt
aanpassen, deze in het stereoveld plaatsen of het geluid van kanaal uitgestuurd.
‘B’ lichtelijk vertragen om een ruimtelijke klank te produceren.
Effecten
CH. A CUTOFF
[8] 100 Hz–2 kHz Cutoff frequentie
FREQ
DIVIDER MIXER Page 3
OFF DYNAMIC wordt niet gebruikt
Alleen noten die sterker dan
de DYNAMIC SENS instelling
POLAR+
worden gespeeld, worden
CH. B
[5] uitgestuurd.
DYNAMIC
Opslaan
Alleen noten die zachter dan
de DYNAMIC SENS instelling
POLAR-
worden gespeeld, worden
uitgestuurd.
Pedaalinstellingen
Druk op de [EFFECT] knop. OFF Het filter wordt niet gebruikt.
Con-
Parameter Waarde Uitleg
troller
Page 1
Selecteert het kanaal dat
[6] CH SELECT CH. A, CH. B
gebruikt wordt.
Appendix
27
Klanken creëren (effecten)
Con- Waar-
1. Druk op de [EFFECT] knop. troller
Parameter
de
Uitleg
Page 4
2. Gebruik knop [4] om ‘MIXER’ te selecteren.
GT-100
3. Gebruik knoppen [5]-[7] om instellingen te maken. (AMP CONTROL Jack)
Con-
Parameter Waarde Uitleg
troller
Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden
STEREO gemixed en in stereo OFF
uitgestuurd.
[5] MODE
Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden
L/R PAN respectievelijk aan de L en R
OUTPUT Jacks toegewezen.
Past de volumebalans van Gitaarversterker
kanalen ‘A’ en ‘B’ aan. (kanaalschakeling Jack)
CH A/B [5] AMP CONTROL
[6] 100:0–0:100 * Dit wordt alleen getoond als
BALANC
DIVIDER MODE op ‘DUAL’ is
GT-100
ingesteld.
(AMP CONTROL Jack)
Vertraagt het geluid van
kanaal ‘B’ lichtelijk, om het
geluid ruimtelijker te maken.
[7] SPREAD 0–100
* Dit wordt alleen getoond als
DIVIDER MODE op ‘DUAL’ is ON
ingesteld.
MEMO
Met Amp Control kunt u niet alleen van versterkerkanalen
veranderen, maar ook de effecten van de versterker aan en
uitzetten, net zoals u met een voetschakelaar zou doen.
28
Klanken creëren (effecten)
1. Druk op de [EFFECT] knop.
Send/Return gebruiken
Snelle start
2. Gebruik knop [4] om ‘SEND/RETURN’ te selecteren.
U kunt een externe effectprocessor tussen de SEND Jack en de
RETURN Jack aansluiten, en deze als één van de effectprocessors 3. Gebruik knoppen [5]-[8] om instellingen te maken.
van de GT-100 gebruiken.
Con-
Parameter Waarde Uitleg
troller
De invoer van SEND/RETURN binnen de
effectketen wordt naar de SEND Jack
Overzicht
gestuurd, en de invoer van de RETURN
Jack wordt na SEND/RETURN uitgestuurd.
Gebruik deze instelling als u een externe
effectprocessor in serie geschakeld
NORMAL binnen de GT-100 effectketen wilt
aansluiten.
Geluid uitvoeren
SEND RETURN
Effecten
ingevoerd binnen de effectketen. [5] MODE DIRECT de GT-100 met het geluid wilt mixen,
MIX met het externe effectapparaat daarop
toegepast.
SEND RETURN
Opslaan
De invoer van SEND/RETURN binnen de
effectketen wordt naar de SEND Jack
gestuurd. De invoer van de RETURN Jack
wordt genegeerd.
Bijvoorbeeld, door SEND/RETURN in de
BRANCH effectketen van de GT-100 voor Reverb of
OUT Delay te plaatsen, staat dit u toe de SEND
Jack als Direct Out te gebruiken.
Pedaalinstellingen
SEND
29
Een klank opslaan
4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
Een Patch opslaan (PATCH WRITE) De Patch wordt opgeslagen.
OPMERKING
Patches uitwisselen
De Patch die eerder in de opslagbestemming werd opgeslagen,
gaat verloren als Write wordt uitgevoerd.
(PATCH EXCHANGE)
Op de GT-100 kunt u de posities van twee User Patches ‘omruilen’ of
1. Druk op de [WRITE] knop. uitwisselen. Hieronder ziet u hoe dat in zijn werk gaat.
30
Een klank opslaan
2. Gebruik knop [4] om het ‘PATCH INITIALIZE’ scherm te
Snelle start
selecteren. Een naam toewijzen
Om de Patchnaam te bewerken, gebruikt u de PAGE [ ][ ]
3. Draai aan knop [5] om de User Patch die u wilt initialiseren knoppen om de cursor te verplaatsen en knop [8] om het teken te
veranderen.
te selecteren.
Controller Handeling
Schakelt tussen kleine letters/
Knop [7]
hoofdletters
Overzicht
Knop [8] Verandert het teken
PAGE [ ][ ] knop Verplaatst de cursor
[EZ TONE] knop Verwijdert een teken
[CTL/EXP] knop Voegt een teken in
Geluid uitvoeren
[EXIT] knop. U keert automatisch naar het Play scherm terug.
Effecten
Instelling per effect opslaan (Quick De PREAMP instellingen kunnen tussen kanalen ‘A’ en ‘B’ gekopieerd
of uitgewisseld worden.
Naast het opslaan van instellingen in de vorm van Patches, kunt u 2. Gebruik knop [4] om het ‘CH A/B UTILITY’ scherm te
ook instellingen voor individuele effecten opslaan. selecteren.
Opslaan
Aangezien u dit soort opgeslagen instellingen in andere Patches
kunt gebruiken, net als met de Preset Quick Setting, is het van
tevoren opslaan van instellingen die u bevallen, met gebruik van
User Quick Setting, een handige manier om nieuwe Patches te
creëren.
Pedaalinstellingen
2. Gebruik knop [4] om het ‘QUICK SETTING WRITE’ scherm
te selecteren.
4. Draai aan knop [6] om de opslagbestemming (U01-U10) drukt u op de [EXIT] knop. U keert naar het Play scherm terug.
te selecteren.
4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
De handeling van het uitwisselen of kopiëren wordt uitgevoerd.
31
Phrase Loop Play
Phrase Loop is een recorder functie waarmee u tot 38 seconden Parameter Waarde Uitleg
kunt opnemen (als u in mono opneemt), en dat af kunt spelen door
een pedaal te bedienen. Door klanken te stapelen tijdens Realtime Page 1
opname en afspelen, kunt u een brede reeks uitvoeringen creëren. Het geluid dat door de effecten
is bewerkt wordt opgenomen.
U kunt een Phrase Loop met effecten opnemen, of u kunt effecten
PERFORM Hiermee kunt u verschillende
toevoegen nadat de loop is opgenomen. Als u naderhand effecten
toevoegt, kunt u speciale effecten met de opgenomen uitvoering uitvoeringen creëren door
klanken te stapelen.
creëren.
Het geluid, voordat het door de
* Opgenomen frases worden verwijderd als Phrase Loop wordt effecten wordt bewerkt, wordt
[5] MODE
uitgezet of als de stroom wordt uitgezet. opgenomen, en de effecten
worden toegepast wanneer de
Referentie PATCH EDIT loop wordt afgespeeld.
Meer over de Phrase Loop handeling vindt u bij ‘Gevorderd: Dit is een handige manier om
Phrase Loop’ (p.18). de effecten aan te passen, of
om het geluid van verschil-
lende Patches te vergelijken.
32
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
Sluit een voetschakelaar op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack aan, zoals in de illustratie wordt getoond, en stel zijn POLARITY schakelaar in.
Snelle start
Kabel:
Stereo 1/4” Jack
1/4” Jack x 2
Kabel:
Stereo 1/4” Jack fg
Stereo 1/4” Jack
Overzicht
Als een FS-5U wordt aangesloten Bij aansluiting van 2 FS-5U’s Als een FS-6 wordt aangesloten
or or
Kabel:
1/4” phone type
fg
1/4” phone type
Geluid uitvoeren
POLARITY schakelaar MODE/POLARITY schakelaar
Effecten
besturen in te stellen.
parameters te besturen
Hier ziet u hoe de parameters die met de ACCEL/CTL, EXP, SUB
EXP, SUB CTL1 en SUB CTL2 pedalen bestuurd worden, worden
toegewezen.
Voor details over elk pedaal kijkt u bij ‘Voorpaneel’ (p.20) en
Opslaan
‘Achterpaneel (aansluitingen)’ (p.22).
Pedaalinstellingen
1. Druk op de [CTL/EXP] knop.
Parameter Waarde Uitleg
Pagina 1
U kunt verschillende functies toewijzen, zoals elk effect
aan/uitzetten of het veranderen van het voorversterker-
[5] FUNC kanaal. Voor details over alle parameters download u de
‘GT-100 Parametergids’ (PDF bestand), dat zich op de
Roland website bevindt (http://www.rolandce.com).
Systeem
SOURCE MOMENT
(maximale waarde) alleen terwijl de
[8]
MODE voetschakelaar is ingedrukt.
Deze instelling wordt afwisselend
op On (maximum waarde) en Off
TOGGLE
(minimum waarde) gezet met elke
druk op de voetschakelaar.
33
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
3. Gebruik knop [5] om de instelling te selecteren.
De functies voor de EXP en SUB EXP
pedalen toewijzen
Hier ziet u hoe de parameters, die door het ingebouwde [EXP]
pedaal van de GT-100 en door een expressiepedaal (zoals de apart
verkrijgbare EV-5), aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack
worden bestuurd, worden toegewezen.
2. Draai aan knop [4] om het pedaal waarvoor u de PEDAL BEND Pedal Bend wordt toegewezen.
34
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
Snelle start
in het Play scherm toewijzen nummerpedalen
Hier ziet u hoe de functies van de [1]-[8] knoppen worden De GT-100 beschikt over een functie waarmee u het stemapparaat
toegewezen als deze in het Play scherm worden bediend. aan en uit kunt zetten, voorversterkerkanalen kunt schakelen
en andere taken kunt uitvoeren, door het pedaal met hetzelfde
1. Druk op de [SYSTEM] knop. nummer als de huidig geselecteerde Patch in te drukken.
Overzicht
* U kunt de volgende functies veranderen in elke situatie, behalve
de Manual modus (p.17).
Geluid uitvoeren
2. Draai aan knop [4] om ‘KNOB SETTING’ te selecteren.
Effecten
Opslaan
3. Gebruik knoppen [5]-[8] om de functies van knoppen
[1]-[4] te selecteren.
Pedaalinstellingen
selecteren.
Systeem
Waarde Uitleg
OFF Niet gebruikt.
TUNER Zet het stemapparaat aan en uit.
Ch. A/B Schakelt tussen voorversterkerkanalen A en B.
OD SOLO Schakelt naar klanken die voor solospel geschikt zijn.
A/B SOLO Zet de voorversterker SOLO aan en uit.
A&B SOLO Zet SOLO aan en uit, voor voorversterker kanalen A en B.
Appendix
35
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
3. Druk op de hiel kant van het [EXP] pedaal, en druk op de
Het [EXP] pedaal aanpassen [WRITE] knop.
In het scherm wordt ‘OK’ aangegeven, en dan verschijnt een scherm
Hoewel het [EXP] pedaal van de GT-100 in de fabriek op een zoals het volgende:
optimale werking is ingesteld, kan het pedaal door langdurig
gebruik en de bedieningsomgeving ontregeld raken.
Als u problemen ondervindt, bijvoorbeeld dat het geluid niet
volledig afgekapt wordt met het volumepedaal of als de EXP PEDAL
SW niet veranderd kan worden, kunt u de volgende procedure
gebruiken om het pedaal weer in orde te brengen.
36
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
ASSIGN 1–8
De pedaalfuncties voor individuele
Snelle start
Parameter Waarde Uitleg
ASSIGN ON/
Hiermee wordt de ingangsgevoelig-
[5] OFF, ON heid aangepast als INPUT LEVEL voor
U kunt het [PHRASE LOOP] pedaal, [ACCEL/CTL1, [EXP] pedaal, EXP OFF
SOURCE is geselecteerd.
PEDAL SW en externe pedalen (voetschakelaar en expressiepedaal)
Zet de ASSIGN 1-8 aan/uit.
die op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jacks op het achterpaneel zijn
aangesloten, voor elke individuele Patch instellen. U kunt maximaal EXP PEDAL * Deze instelling wordt niet
samen met de snelle instellingen
Overzicht
acht aparte instellingen per Patch opslaan (met gebruik van Assign
nummers 1 tot 8), die bepalen welke parameters door welke opgeslagen.
pedalen bestuurd worden. Wijst het ingebouwde [EXP] pedaal
EXP PDL SW
van de GT-100 toe.
* Als u het [PHRASE LOOP] pedaal wilt gebruiken met
de toewijzing die u specificeert, moet u ‘PHRASE LOOP P.LOOP PEDAL Wijst de EXP pedaalschakelaar toe.
PEDAL FUNC’ (p.40) uitzetten. Voor andere pedalen moet u Wijst het [PHRASE LOOP] pedaal van
‘PREFERENCE’ (p.41) op ‘PATCH’ instellen. ACC/CTL PDL
de GT-100 toe.
Geluid uitvoeren
* U kunt de individuele parameter die door elk pedaal wordt SUB EXP PDL Wijst het [ACCEL/CTL] pedaal toe.
bestuurd specificeren.
Wijst de externe voetschakelaar
(FS-5U, FS-6, apart verkrijgbaar) die
1. Druk op de [CTL/EXP] knop. SUB CTL1 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is
aangesloten toe.
Wijst de externe voetschakelaar
[6] SOURCE
(FS-5U, FS-6, apart verkrijgbaar) die
SUB CTL2 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is
aangesloten toe.
Zie ‘Virtueel expressiepedaal
Effecten
INT PEDAL systeem (Internal Pedal/Wave Pedal)’
(p.39).
Zie ‘Virtueel expressiepedaal
WAVE PEDAL systeem (Internal Pedal/Wave Pedal)’
(p.39).
2. Draai aan knop [4] om ‘ASSIGN 1-8’ toe te wijzen. De toegewezen doelparameter
INPUT LEVEL verandert volgens het ingangsni-
veau.
Opslaan
Control Change boodschap van een
CC#1–#31
extern MIDI-apparaat.
Control Change boodschap van een
CC#64–#95
extern MIDI-apparaat.
De normale status is Off (minimale
waarde), met de schakelaar op On
MOMENT
(maximale waarde) alleen terwijl de
Pedaalinstellingen
SOURCE voetschakelaar wordt ingedrukt.
[7]
MODE De instelling wordt met elke druk op
de voetschakelaar afwisselend aan
TOGGLE
(maximale waarde) of uit (minimale
waarde) gezet.
Page 2
TARGET Dit selecteert de parameter die veranderd moet
[5]
3. Gebruik knoppen [5]-[8] om de gewenste instellingen te CATEGORY worden.
selecteren. Voor details over alle parameters download u de
[6] TARGET ‘GT-100 Parameter Guide’ (PDF bestand) dat zich opde
Systeem
ASSIGN COMMON Roland website bevindt (http://www.rolandce.com).
Parameter Waarde Uitleg Dit stelt de minimum waarde voor de reeks waarbin-
nen de parameter kan veranderen in. De waarde
Page 1 [7] TARGET MIN
verschilt, afhankelijk van de parameter die voor de
Hiermee wordt de ingangsgevoe- TARGET parameter is toegewezen.
[8] INPUT SENS 0–100 ligheid aangepast als INPUT LEVEL Dit stelt de maximum waarde voor de reeks waarbin-
voor SOURCE is geselecteerd. nen de parameter kan veranderen in. De waarde
[8] TARGET MAX
verschilt, afhankelijk van de parameter die voor de
MIDI/USB
37
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
Page 4
MAX
instellingsreeks
Dit wordt geactiveerd wanneer een
PATCH CHANGE
Patch wordt geselecteerd.
Toegestane
parameter
Dit wordt geactiveerd als het
EXP PDL-LO [EXP] pedaal van de GT-100 op de
minimum positie is ingesteld. MIN
Dit wordt geactiveerd als het [EXP]
EXP PDL-MID pedaal van de GT-100 door de OFF ON
middenpositie wordt gedrukt.
Dit wordt geactiveerd als het Als het expressiepedaal wordt gebruikt:
EXP PDL-HI [EXP] pedaal van de GT-100 op de
maximum positie is ingesteld.
Dit wordt geactiveerd als de EXP
EXP PDL SW MAX
pedaalschakelaar wordt bediend.
instellingsreeks
bediend.
INT PDL
[5] TRIGGER Dit wordt geactiveerd als het MIN
ACC/CTL PDL
*2 [ACCEL/CTL] pedaal wordt bediend.
Dit wordt geactiveerd als een extern
expressiepedaal, aangesloten op de 0 127
SUB EXP PDL Als het pedaal Als het pedaal
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, wordt
bediend. helemaal omhoog helemaal is ingedrukt
staat
Dit wordt geactiveerd als een
externe voetschakelaar, aangesloten
SUB CTL1 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, Wanneer het On/Off doel met het expressiepedaal wordt bediend:
wordt bediend.
Dit wordt geactiveerd als een Waarde
externe voetschakelaar, aangesloten
SUB CTL2 PDL
op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, ON
wordt bediend.
Dit wordt geactiveerd wanneer een
CC#1–#31
Control Change wordt ontvangen.
Dit wordt geactiveerd wanneer een
CC#64–#95
Control Change wordt ontvangen.
Dit specificeert de tijd waarbinnen
het interne pedaal, van de positie Mate waarin
INT PDL het expressie-
waarbij de teen omhoog staat
[6] TIME 0–100 pedaal wordt
naar de positie waarbij de teen OFF
*2 naar beneden is gedrukt, wordt ingedrukt
verplaatst.
0 127
Als het pedaal Als het pedaal Als het pedaal
LINEAR helemaal omhoog half is ingedrukt helemaal is ingedrukt
staat
INT PDL
[7] CURVE SLOW RISE * De reeks die geselecteerd kan worden, verandert volgens
*2
de doelinstelling.
* Als het ‘minimum’ op een hogere waarde dan het
FAST RISE
‘maximum’ is ingesteld, wordt de verandering in de
parameter omgekeerd.
*1 De WAVE RATE en WAVEFORM parameters zijn beschikbaar als de Source * De waardes van instellingen kunnen veranderen als het
parameter op WAVE PEDAL is ingesteld. doel wordt veranderd nadat de ‘minimum’ en ‘maximum’
*2 De INT PDL TRIGGER, INT PDL TIME en INT PDL CURVE parameters zijn
instellingen zijn gemaakt. Als u het doel heeft veranderd,
beschikbaar als de SOURCE parameter op INT PEDAL is ingesteld. vergeet dan niet om de ‘minimum’ en ‘maximum’
instellingen opnieuw te controleren.
38
Pedaalinstellingen (Control/Expression)
Snelle start
Over de reeks van de verandering van een controller
Dit stelt de operationele reeks waarbinnen de waarde van de instelling verandert in, als een expressiepedaal of andere controller, die de waarde
opeenvolgend verandert, als de bron wordt gebruikt. Als de controller buiten de operationele reeks wordt geplaatst, verandert de waarde niet.
Deze stopt op ‘minimum’ of ‘maximum’.
(Voorbeeld) Met ACT RANGE LO: 40, ACT RANGE HI: 80
Waarde
Overzicht
ON
MAX
instellingsreeks
Toegestane
parameter
Geluid uitvoeren
het expressie- het expressie-
MIN pedaal wordt pedaal wordt
ingedrukt OFF ingedrukt
0 40 80 127
0 40 60 80 127
Als het pedaal ACT ACT Als het pedaal Als het pedaal ACT Center ACT Als het pedaal
helemaal RANGE RANGE helemaal is helemaal RANGE Waarde RANGE helemaal is
omhoog staat LO HI ingedrukt omhoog staat LO HI ingedrukt
* Als een voetschakelaar of andere controller die aan/uitschakelt als de bron wordt gebruikt, laat u deze op ‘ACT RANGE LO: 0’ en ‘ACT RANGE
HI: 127’ staan. Met bepaalde instellingen verandert de waarde mogelijk niet.
Effecten
Virtueel expressiepedaal systeem (Internal Pedal/Wave Pedal)
Door een gewenste parameter aan het virtuele expressiepedaal toe te wijzen, kunt u een effect produceren alsof u een fysiek expressiepedaal bedient
om het volume of de klankkwaliteit in Realtime te veranderen.
Opslaan
Het virtuele expressiepedaal systeem biedt de volgende twee functietypes, en u kunt de SOURCE (p.37) instelling voor ASSIGN 1-8 gebruiken om het
gewenste type te kiezen.
* Als u het interne pedaal of Wave pedaal wilt gebruiken, stelt u de SOURCE MODE van de ASSIGN modus op ‘MOMENT’ in.
Intern pedaal
Pedaalinstellingen
Als SOURCE op ‘INT PEDAL’ is ingesteld, treedt het virtuele expressiepedaal in werking als het door de De waarde verandert
gespecificeerde trigger (INT PDL TRIGGER, p.38), die de door TARGET gespecificeerde parameter wijzigt (p.37), in een curve
wordt gestart.
Referentie
Voor meer gedetailleerde informatie over de parameters die met gebruik van Internal Pedal ingesteld kunnen
worden, kijkt u bij ‘INT PDL TRIGGER (Internal Pedal Trigger)’ (p.41), ‘INT PDL TIME’ (Internal Pedal Time)’ (p.38) en
‘INT PDL CURVE (Internal Pedal Curve)’ (p.38).
Als de trigger optreedt
Als SOURCE op ‘WAVE PEDAL’ is ingesteld, wijzigt het virtuele pedaal de parameter die door
TARGET is gespecificeerd (p.37) op cyclische wijze in een vaststaande golfvorm.
Referentie
Voor meer gedetailleerde informatie over de parameters die met gebruik van het Wave pedaal
ingesteld kunnen worden, kijkt u bij ‘WAVE RATE (Wave Pedal Rate)’ (p.38) en ‘WAVEFORM Verandert altijd in een vaststaande curve, ongeacht
(Wave Pedal Form)’ (p. 38). het daadwerkelijke pedaal
MIDI/USB
Ingangsniveau
Ingangsniveau
De parameter die als het doel is ingesteld verandert als reactie op het ingangsniveau.
MEMO
Appendix
39
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
Instellingen die door de gehele GT-100 worden gedeeld, worden ‘systeeminstellingen’ genoemd.
Referentie
Voor details, zie ‘Bewerken: basisbediening’ (p.12).
PHRASE LOOP
Phrase Loop (p.32) instellingen maken
Hier zijn verscheidene instellingen voor de Phrase Loop functie. Zie ‘Phrase Loop instellen’ (p.32).
40
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
Snelle start
Instellingen voor de PLAY OPTION maken
Hier kunt u specificeren hoe de pedalen tijdens uitvoeringen werken.
Hoewel de indicatie in het scherm wordt bijgewerkt om de verandering in de bank te weerspiegelen
BANK CHANGE WAIT wanneer een BANK pedaal wordt ingedrukt, verandert de Patch niet totdat een nummerpedaal wordt
MODE ingedrukt.
IMMED De Patch verandert meteen als een BANK pedaal of een nummerpedaal wordt ingedrukt.
Overzicht
De operationele status van de EXP PEDAL’s FUNC (p.34) wordt niet overgedragen als er van Patch
OFF
wordt veranderd.
Als de EXP PEDAL’s FUNC (p.34) tussen 2 Patches hetzelfde is, wordt de operationele status
overgedragen wanneer er van Patch wordt veranderd.
EXP PEDAL HOLD Bijvoorbeeld, als EXP PEDAL FUNC in beide Patches, degene voor en degene na de verandering, op
PLAY OPTION
ON FOOT VOLUME is ingesteld, blijft het volume dat met de positie van het pedaal (hoek) correspondeert,
op het moment van de Patch verandering, behouden na de Patch verandering. Aan de andere kant,
Geluid uitvoeren
als de Patch die wordt veranderd op WAH is ingesteld, is het volume in overeenstemming met de
waarde die binnen de Patch is ingesteld, en verkrijgt u een Wah-effect in overeenstemming met een
waarde die de huidige positie (hoek) van het pedaal weerspiegelt.
Specificeert of knophandelingen worden uitgeschakeld. Als dit op ON staat, worden knophande-
KNOB LOCK OFF, ON
lingen uitgeschakeld.
OFF, TUNER, Ch.A/B, OD
Selecteert de functie die opgeroepen wordt wanneer u op het pedaal met hetzelfde nummer als de
NUM PEDAL SW SOLO, A/B SOLO,
op dat moment geselecteerde Patch drukt (p.35).
A&B SOLO
BANK EXTENT MIN U01–U50, P01–P50 Stelt de laagste limiet voor de banken in.
BANK EXTENT MAX U01–U50, P01–P50 Stelt de hoogste limiet voor de banken in.
Effecten
PEDAL INDICAT OFF, ON Als dit op ON staat, knipperen alle huidige niet verlichte pedaalindicators vaag.
Opslaan
KNOB 2
KNOB SETTING
KNOB 3
KNOB 4 Voor details over alle parameters raadpleegt u de ‘GT-100 Parametergids’ (PDF bestand), dat u van de
OFF, parameter name
KNOB 5 Roland website kunt downloaden (http://www.rolandce.com).
KNOB 6
Pedaalinstellingen
KNOB 7
KNOB 8
PEDAL CALIBRATION
U kunt het [EXP] pedaal opnieuw afstellen, zodat het optimaal werkt. Zie ‘Het [EXP] pedaal aanpassen’ (p.36).
THRESHOLD 1–16 Past de gevoeligheid waarop de EXP PEDAL SW reageert aan.
41
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
42
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
Snelle start
Hier kunt u instellingen met betrekking tot USB maken, als de GT-100 via USB op een computer is aangesloten.
USB geluidsstroom
USB IN-OUT MODE: NORMAL
Overzicht
GT-100 USB OUT OUTPUT
USB IN
MIX
niveau
OUTPUT
Geluid uitvoeren
INPUT niveau
Effectketen
Effecten
USB IN USB IN OUTPUT
MIX
niveau niveau
OUTPUT
niveau INPUT
INPUT INPUT niveau
Effectketen Effectketen
Opslaan
Referentie
Voor details over de USB-verbinding kijkt u bij ‘De GT-100 gebruiken als deze via USB op een computer is aangesloten’ (p.49).
Pedaalinstellingen
USB
Parameter Waarde Uitleg
INPUT LEVEL
Past het ingangsniveau van de computer naar de effecten van de GT-100 aan, als ‘USB IN-OUT MODE’ op ‘REAMP’ is ingesteld.
-20–+20 dB Past het ingangsniveau van de computer naar de effecten van de GT-100 aan.
43
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
Referentie
Voor details over MIDI raadpleegt u ‘De GT-100 met aangesloten externe MIDI-apparaten gebruiken’ (p.47).
MIDI-INSTELLING
Parameter Waarde Uitleg
De MIDI-apparaat ID instellen
DEVICE ID
Stelt de ID (identificatie) van het MIDI-apparaat in, dat voor het verzenden en ontvangen van Exclusive boodschappen wordt gebruikt.
1–32 Stelt de MIDI-apparaat ID (identificatie) in.
44
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
Snelle start
De MIDI Sync klok instellen
Deze instelling bepaalt de basis die voor het synchroniseren van de timing voor effectmodulatie snelheden en andere op tijd gebaseerde wordt
gebruikt.
* Als u een extern MIDI-apparaat heeft aangesloten, wordt de Master BPM aan het tempo van het externe MIDI-apparaat gesynchroniseerd, waardoor
SYNC CLOCK de Master BPM instelling buiten werking wordt gesteld. Om de Master BPM instelling opnieuw in te schakelen, zet u dit op ‘INTERNAL’.
* Wanneer uitvoeringen met het MIDI kloksignaal van een extern MIDI-apparaat worden gesynchroniseerd, kunnen problemen met timing in de
Overzicht
uitvoering optreden, door storingen in de MIDI klok.
Handelingen worden met de MIDI klok, ontvangen via MIDI, gesynchroniseerd. Echter, handelingen
AUTO worden automatisch met de interne klok van de GT-100 gesynchroniseerd, als de GT-100 de externe
klok niet kan ontvangen.
INTERNAL Handelingen worden met de interne klok van de GT-100 gesynchroniseerd.
Geluid uitvoeren
Dit selecteert of MIDI-boodschappen via de MIDI IN-aansluiting of via de USB-poort worden ontvangen.
MIDI IN SELECT MIDI-boodschappen worden via de USB-poort ontvangen.
USB (AUTO) * Als de USB-poort niet op een computer is aangesloten, worden MIDI-boodschappen via de MIDI
IN-aansluiting ontvangen.
MIDI CONNECTOR MIDI-boodschappen worden via de MIDI IN-aansluiting ontvangen.
Effecten
Deze instelling bepaalt of Program Change boodschappen worden verzonden als er op de GT-100 van Patch wordt veranderd.
PC OUT * Op de GT-100 worden Bank Select boodschappen tegelijk met Program Change boodschappen verstuurd.
Program Change boodschappen worden niet verzonden, ook niet wanneer er van Patch wordt
OFF
veranderd.
ON Program Change boodschappen worden verzonden op het moment dat er van Patch wordt veranderd.
Opslaan
Deze instelling bepaalt of Patches worden veranderd volgens de Program Change Map instellingen, of volgens de standaard instellingen ‘De Program
MAP SELECT Change Map instellen’ (p.47).
Dit deactiveert de Program Change Map.
FIX
Schakelt naar de Patches volgens de standaard instellingen.
Dit activeert de Program Change Map.
Pedaalinstellingen
PROG
Schakelt naar de Patches volgens de Program Change Map.
CC#1–CC#31, CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden.
45
Globale instellingen maken (Systeeminstellingen)
46
De GT-100 met externe MIDI-apparaten gebruiken
Map (p.46) instellen. U zult deze correspondentie mogelijk
Wat kunt u met MIDI doen?
Snelle start
moeten bijstellen als u sommige effecten in combinatie met
andere MIDI-apparaten wilt instellen.
U kunt de volgende handelingen met gebruik van MIDI met de
GT-100 uitvoeren.
Control Change boodschappen ontvangen
MEMO
MEMO
Om MIDI te kunnen gebruiken moeten de MIDI-kanalen van
U kunt gespecificeerde parameters tijdens een uitvoering
de aangesloten apparaten overeenkomen. Als de instellingen
besturen, door de GT-100 Control Change boodschappen te
voor de MIDI-kanalen onjuist zijn, kan de GT-100 geen data met
Overzicht
laten ontvangen. Parameters die bestuurd worden, kunnen met
andere MIDI-apparaten uitwisselen.
‘Assign’ (p.37) ingesteld worden.
Informatie over het instellen van het MIDI-kanaal vindt u
bij ‘Instellingen met betrekking tot MIDI’ (‘Instellingen met
betrekking tot MIDI’ (p.44)). Tempo Data ontvangen
De GT-100 kan Tempo Data van een extern apparaat ontvangen.
Geluid uitvoeren
Data ontvangen
De GT-100 kan data die vanaf een andere GT-100 is verzonden
Program Change boodschappen verzenden ontvangen, alsmede data die in een sequencer is opgeslagen.
Effecten
Als PC OUT (p.45) op OFF is in gesteld, worden Program Change door een extern MIDI-apparaat, van Patches verandert, kunt u
boodschappen niet verzonden. de correspondentie tussen Program Change boodschappen die
door de GT-100 worden ontvangen en de Patches waarnaar wordt
overgeschakeld, vrijelijk in de ‘Program Change Map’ instellen.
Verzendende
GT-100 MEMO
Als de MIDI OMNI MODE (p.44) op ‘OMNI OFF’ wordt ingesteld,
moet u zorgen dat het MIDI RX CHANNEL (p.44) van tevoren zo
is ingesteld dat het met het zendkanaal van het externe MIDI-
Opslaan
apparaat overeenkomt.
MIDI OUT
1. Druk op de [SYSTEM] knop.
MIDI IN 2. Draai aan knop [4] om ‘PROGRAM CHG MAP’ (MIDI –
PROGRAM MAP) te selecteren.
Ontvangend extern
Pedaalinstellingen
MIDI-apparaat
De GT-100 met een extern MIDI-apparaat 4. Draai aan knop [5] om het Program Change nummer te
selecteren.
op afstand besturen
Program Change nummer Patch nummer
PC#1–PC#128 U01-1–U50-4, P01-1–P50-4
Patch nummers veranderen
Wanneer de GT-100 Program Change boodschappen van
Appendix
MEMO
U kunt de correspondentie tussen MIDI Program Changes en
de Patches van de GT-100 met gebruik van de Program Change
47
De GT-100 met externe MIDI-apparaten gebruiken
5. Gebruik knop [8] om het Patch nummer te selecteren.
* Om het gebruik van een Program Change Map te activeren, De data verzenden
moet u MAP SELECT (p.45) op ‘PROG’ instellen. Als dit op ‘FIX’
staat, worden de instellingen voor de Program Change map
genegeerd.
1. Druk op de [SYSTEM] knop.
Verzendende
2. Draai aan knop [4] om ‘B.DUMP’ (MIDI – BULK DUMP) te
externe MIDI- selecteren.
apparaat
MIDI OUT
MIDI IN
Ontvangende
GT-100
Verzendende
GT-100
MIDI OUT
MIDI IN
Ontvangende
GT-100
48
De GT-100 gebruiken als deze via USB op de computer is aangesloten
Voordat u aansluit met gebruik van MIDI-boodschappen tussen de computer
Snelle start
USB en de GT-100 uitwisselen
Als u de GT-100 met een USB-kabel op een PC/Mac aansluit, kunt
Met de GT-100 kunt u USB gebruiken om beide digitale
u MIDI-boodschappen via USB in twee richtingen verzenden. Stel
geluidssignalen tussen de GT-100 en de computer te verzenden.
de ‘MIDI IN SELECT’ van de GT-100 (p.45) op ‘USB (Auto)’ in. Op de
computer stelt u de MIDI invoer/uitvoerpoorten op ‘GT-100’ in.
Overzicht
aansluitingen van de GT-100 wordt in deze situatie inactief.
Door de GT-100 simpelweg met een USB-kabel op de PC/Mac Referentie
aan te sluiten, kunnen geluidssignalen in twee richtingen via USB
Meer over instellingen met betrekking tot MIDI vindt u bij
worden verzonden.
‘Instellingen met betrekking tot MIDI’ (p.44).
Met gebruik van de speciale driver kunt u geluid met een hoge
Geluid uitvoeren
geluidskwaliteit en stabiele timing opnemen, afspelen en bewerken
(p.47). De computer aansluiten
U kunt de speciale GT-100 driver van de Roland website Maak aansluitingen zoals in onderstaande illustratie wordt getoond.
downloaden.
U moet de speciale driver installeren voordat u USB-aansluitingen
maakt.
Het programma en de procedures voor het installeren van de driver
variëren, afhankelijk van de bedieningsomgeving. Lees het Readme
bestand dat zich in het gedownloade bestand bevindt zorgvuldig
Effecten
door.
Opslaan
computer en het USB-apparaat via een USB-kabel zijn herstellen.
verbonden. Zet het Device ID van de GT-100 op hetzelfde nummer als het
De USB-driver verzendt data van de toepassingen nummer dat werd gebruikt toen de data naar de MIDI-sequencer
naar het USB-apparaat, en omgekeerd, brengt werd verzonden (p.44).
boodschappen van het USB-apparaat naar de
toepassingen over. 1. Verzend de data van de computer.
* Voor instructies over het bedienen van de sequencer raadpleegt
Pedaalinstellingen
u de gebruikershandleiding van de sequencer die u gebruikt.
MEMO
Toepassingssoftware • Wanneer data wordt ontvangen, verschijnt de boodschap ‘BULK
DATA RECEIVING…’ in het scherm.
• Zorg dat de stroom ingeschakeld blijft terwijl de Bulk data wordt
ontvangen.
USB-driver
• Als de boodschap ‘MIDI BUFFER FULL’ verschijnt, controleert u de
aansluitingen en reduceert u het tempo van het verzendende
Systeem
MIDI-apparaat.
Computer
Referentie
• Meer over USB-instellingen vindt u bij ‘Instellingen met
betrekking tot USB’ (p.43).
GT-100
• Voor details over het veranderen van de geluidsinvoer in
Appendix
49
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
Het herstellen van de systeeminstellingen van de GT-100 4. Druk op de [WRITE] knop.
(Systeemparameters) in de oorspronkelijke fabrieksinstellingen,
wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
U kunt niet alleen alle instellingen op de waardes die in de fabriek
zijn ingesteld terugzetten, maar u kunt ook specificeren welke
items u opnieuw wilt instellen.
* Als u ‘Factory Reset’ uitvoert, gaan de instellingen die u heeft
gemaakt verloren. Als u deze data wilt behouden, moet u die
op een computer opslaan, zoals in ‘Data naar een extern MIDI-
apparaat verzenden (Bulk Dump)’ (p.48) wordt beschreven.
* PEDAL CALIBRATION wordt met een ‘Factory Reset’ niet
geïnitialiseerd (p.36).
50
Appendix
GT-100 effectengids Effect Uitleg
Snelle start
U kunt een externe effectprocessor tussen de SEND
SEND/RETURN Jack en RETURN Jack aansluiten, en deze als één van
de effectprocessors van de GT-100 gebruiken.
Overzicht
handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke Dit wordt gewoonlijk met het EXP pedaal of het
FOOT VOLUME
eigenaars. In deze handleiding worden deze namen gebruikt [EXP] pedaal dat op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is
omdat het de meest praktische manier is om de klanken, die aangesloten bestuurd.
met gebruik van COSM technologie worden gesimuleerd, te Hiermee kunnen zes verschillende types Accel
beschrijven. ACCEL FX
effecten gebruikt worden, die het geluid na verloop
van tijd wijzigen als u het [ACCEL/CTL] pedaal
indrukt.
Hier kunt u instellingen met betrekking tot
Geluid uitvoeren
USB USB maken, wanneer de GT-100 via USB op een
computer is aangesloten.
Deze instellingen worden op de algehele
MASTER SETTING
toonhoogte toegepast.
Effect Uitleg
Dit is een effect dat een lange Sustain produceert,
COMP door het volumeniveau van het ingangssignaal
vlak te strijken. U kunt dit in een Limiter veranderen
(Compressor) om alleen de geluidspieken te onderdrukken en
Effecten
vervorming te voorkomen.
Dit effect vervormt het geluid om een lange Sustain
OD/DS te creëren. Het biedt 21 types vervorming en
(Overdrive/ aangepaste instellingen. Voor de types vervorming
Distortion) die voor OD/DS geselecteerd kunnen worden, kijkt u
bij ‘Lijst van OD/DS types’.
COSM technologie simuleert verschillende voorver-
sterker kenmerken, afmetingen van luidsprekers en
vormen van behuizing. Voor de versterkertypes
Opslaan
PREAMP
die voor de voorversterker geselecteerd kunnen
worden, kijkt u bij ‘Lijst van voorversterkertypes’.
Dit past de klank aan als een Equalizer. Een parame-
EQ (Equalizer) trisch type is aangenomen voor de hoog-midden en
laag-midden reeks.
Met FX1 en FX2 kunt u het effect dat u wilt
FX1
Pedaalinstellingen
gebruiken uit het volgende selecteren. U kunt
hetzelfde effect voor FX1 en FX2 selecteren. Voor de
effecten die voor FX1 en FX2 geselecteerd kunnen
FX2
worden, kijkt u bij ‘FX1/FX2 Effect List’.
Dit effect voegt een vertraagd geluid aan het
DELAY directe geluid toe, zodat het meer body krijgt of om
speciale effecten te creëren.
In dit effect wordt een lichtelijk ontstemd geluid aan
CHORUS het originele geluid toegevoegd voor meer diepte
en lucht.
REVERB Dit effect voegt weerkaatsing aan het geluid toe.
Systeem
MIXER
Met de Mixer kunt u de volumebalans van kanalen ‘A’
en ‘B’ aanpassen, deze in het stereoveld plaatsen of
kan worden
het geluid van kanaal ‘B’ lichtelijk vertragen om een Voor een lijst met alle effectparameters download u ‘GT-100
ruimtelijk geluid te produceren. Parameter gids’ (PDF bestand) van de Roland website (http://
www.rolandce.com).
51
Appendix
U kunt dit naar wens aanpassen, zodat Dit modelleert het geluid dat op Input 1
CUSTOM
het met de klank die wilt bereiken van een Marshall 1959 wordt ingevoerd.
MS1959 I
overeenkomt. Dit is een geluid met veel hoog, geschikt
voor Hardrock.
Het geluid van het parallel koppelen van
ingangen I en II van de gitaarversterker,
MS1959 I+II
hetgeen een geluid met een sterker low
end dan I creëert.
Modelleert het geluid van de Channel 2
R-FIER VINTAGE VINTAGE Mode op de MESA/Boogie DUAL
Rectifier.
52
Appendix
Snelle start
Modelleert het geluid van de Channel 2 U kunt maken dat geluid dat op de gitaar wordt
R-FIER
MODERN Mode op de MESA/Boogie DUAL gespeeld wordt vastgehouden.
MODERN
Rectifier. SOUND HOLD Met dit effect kunt u de melodie in de hoge
Dit modelleert een Hughes & Kettner registers spelen terwijl een noot in de lage registers
T-AMP LEAD wordt vastgehouden.
VINTAGE Triamp AMP3.
Dit modelleert een Soldano SLO-100. Dit is Met deze processor kunt u het geluid dat door het
SLDN element op een akoestisch-electrische gitaar wordt
de typische klank van de jaren tachtig.
AC. PROCESSOR geproduceerd veranderen, en een rijkere klank
Dit modelleert het solokanaal van een
Overzicht
5150 DRIVE (Acoustic Processor) creëren, gelijkend op het geluid dat verkregen
Peavey EVH-5150. wordt wanneer een microfoon dicht bij de gitaar
Dit is een aangepaste voorversterker. wordt geplaatst.
CUSTOM U kunt dit naar wens aanpassen, om Door gevarieerde fase porties aan het directe
het geluid dat u in gedachten hebt te PHASER geluid toe te voegen, geeft het Phaser-effect het
verkrijgen. geluid een wervelend karakter.
Het Flanging effect geeft het geluid een draaiend,
FLANGER
vliegtuigachtig karakter.
Geluid uitvoeren
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering
FX1/FX2 effectenlijst TREMOLO
in volume creëert.
Dit produceert een effect zoals het geluid van een
Dit is een lijst met de effecten die voor de FX1/FX2 kunnen worden ROTARY
roterende luidspreker.
geselecteerd.
Dit modelleert een Uni-Vibe.
Effecten
van de linker en rechterkanten afwisselend
AUTO WAH Dit verandert de filtering binnen een periodieke PAN verandert, kunt u een effect verkrijgen dat maakt
(Auto Wah) cyclus, hetgeen een automatisch Wah-effect biedt. dat het gitaargeluid tussen de luidsprekers heen en
U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door weer lijkt te vliegen.
het [EXP] pedaal of het expressiepedaal, dat op de Dit onderbreekt het geluid achtereenvolgend om
SUB WAH
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is aangesloten, aan te SLICER de indruk te wekken dat een ritmische begelei-
passen. dingsfrase wordt gespeeld.
Dit is een effect dat een lange Sustain produceert Dit effect creëert vibrato door de toonhoogte
ADV. COMP door het volumeniveau van het ingangs- VIBRATO
lichtelijk te moduleren.
Opslaan
(Advanced signaal glad te strijken. U kunt dit ook als een
Limiter gebruiken om alleen de geluidspieken te Dit creëert een bel-achtige klank door het gitaar-
Compressor)
onderdrukken en vervorming te voorkomen. geluid met het signaal van de interne oscillator te
RING MOD.
‘ring-moduleren’. Het geluid kan onmuzikaal zijn en
De Limiter verzwakt luide ingangsniveaus om onderscheidende toonhoogtes missen.
LIMITER
vervorming te voorkomen.
HUMANIZER Dit kan menselijke klinker-achtige klanken creëren.
Dit effect vervormt het geluid om een lange
Sustain te creëren. Het biedt 21 types vervorming. Frequentieband divisie wordt gebruikt om twee
Pedaalinstellingen
Voor vervorming die voor OD/DS geselecteerd verschillende Choruses te produceren, één voor
SUB OD/DS
kunnen worden, kijkt u bij ‘’Lijst van OD/DS types’. lage frequenties en één voor hogere frequenties,
2X2 CHORUS
voor zowel de linker als rechter kanalen (vier in
* ‘CUSTOM’ is niet beschikbaar. totaal). Op die manier kunt u een natuurlijker
GRAPHIC EQ Chorusgeluid bereiken.
Dit past de klank als een Equalizer aan. U kunt de
(Graphic Equalizer) geluidskwaliteit in tien banden aanpassen. Dit is een Delay met een maximale Delay tijd van
SUB DELAY 1.000 ms. Dit effect is bruikbaar om het geluid
PARA EQ Pas de klankkwaliteit aan. U kunt de geluidskwali- vetter te maken.
(Parametric Equalizer) teit in vier banden aanpassen.
53
Appendix
54
Appendix
Snelle start
Verandert het geluid van een elektrische gitaar in het geluid van SINGLE: DIV CH SELECT, FX1
P08-4 E.GTR-> AcGUITAR FULL RANGE NATURAL CLEAN S/H
een akoestische gitaar. Ch. A (GUITAR SIM)
SINGLE:
P09-1 METAL MONEY Het Metal geluid van de jaren ’90. CORE METAL CORE METAL DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P09-2 OVERDRV LEAD Een simpel Overdrive geluid. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
Ch. B
SINGLE:
P09-3 TWIN CRUNCH Crunch geluid van een Twin Reverb. CLEAN TWIN CLEAN TWIN REVERB S
Ch. A
Overzicht
DELAY, FX2 (PITCH
SINGLE:
P09-4 BRIGHT RHYTHM Een helder, clean geluid. Het CTL pedaal past Chorus toe. FULL RANGE NATURAL CLEAN SHIFTER), REVERB S/H
Ch. A
LEVEL
Het geluid van twee High-gain versterkers die in stereo zijn
P10-1* STEREO STACK DUAL POWER DRIVE EXTREME LEAD DELAY, OD/DS H
opgesteld, bruikbaar voor het spelen van riffs.
Vet geluid dat nog steeds gevoelig is voor de nuances van de SINGLE:
P10-2 FINGER LEAD STACK CRUNCH MS1959 I OD/DS S/H
aanslag, ideaal voor een bluesy Fusion. Ch. A
Geluid uitvoeren
SINGLE:
P10-3 TWEED BLUES Klassiek Blues geluid van een Tweed versterker. TWEED NATURAL CLEAN OD/DS S/H
Ch. A
Transparant clean geluid, ideaal voor arpeggio’s of het spelen van SINGLE:
P10-4 SUPER CLEAN FULL RANGE NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S/H
akkoorden. Ch. A
SINGLE:
P11-1 WALL OF DIST Krachtige akkoorden produceren een muur van vervorming. STACK CRUNCH BG DRIVE CHORUS S
Ch. A
WAH LEAD Het CTL pedaal schakelt tussen een Wah solo van een versterkte SINGLE: PEDAL FX (WAH),
P11-2 TWEED DELUXE CRUNCH S
>CRUNCH ‘TWEED’ en een Crunch begeleidingsgeluid. Ch. A OD/DS, DELAY
LED ON/OFF, DELAY
P11-3 DIAMOND ECHO Een clean geluid met Echo. DUAL STACK CRUNCH STACK CRUNCH S
Effecten
F.BACK
SINGLE:
P11-4 SAFARI USA Tremolo geluid, geschikt voor de surfmuziek van de jaren ’60. TWEED STACK CRUNCH DIV CH SELECT S
Ch. A
P12-1* STEREO HardRiff Een modern Hardrock geluid, geschikt voor het spelen van riffs. DUAL POWER DRIVE EXTREME LEAD CHORUS H
SINGLE: DIV CH SELECT, FX1
P12-2 TUESDAYS LEAD Een geluid waarop een Phaser lichtelijk wordt toegepast. TWEED TWEED H
Ch. A (PHASER), DELAY
MidRANGE SINGLE: DIV CH SELECT,
P12-3 Crunch geluid met versterkte middenreeks. COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH S/H
CRUNCH Ch. A DELAY
Opslaan
SINGLE:
P12-4 MILD PHASER Een mild Phaser geluid. Het CTL pedaal past een Panning Delay toe. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
Ch. A
Het CTL pedaal schakelt tussen Lo-Fi vervorming en clean Tremolo SINGLE:
P13-1 DIRTY DS&TR CLN COMBO CRUNCH DELUXE CRUNCH DIV CH SELECT H
geluid. Ch. A
Vervormd geluid met extreme Sustain. Gebruik het ACCEL pedaal SINGLE:
P13-2 SQUARE LEAD FULL RANGE COMBO CRUNCH ACCEL (S-BEND) S/H
om Pitch Bend toe te passen. Ch. A
DUAL MTL/ FX1 (PITCH SHIFTER),
Pedaalinstellingen
P13-3 Een geluid waarin Core Metal en Crunch wordt gecombineerd. DUAL COMBO CRUNCH CORE METAL H
CRUNCH OD/DS, DELAY
SINGLE:
P13-4 COMP CHORUS Een clean, stereo Chorus geluid. NATURAL CLEAN POWER DRIVE DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P14-1 AMBIENT DIRTY OD Drive geluid met toegevoegde kamersfeer (Room Ambience). STACK CRUNCH MS1959 I REVERB H
Ch. A
SINGLE:
P14-2 SMOOTH LEAD Klassieke soloklank voor Rock, ook ideaal voor ‘Sweep-picking’. 5150 DRIVE T-AMP LEAD DIV CH SELECT H
Ch. A
Een Crunch geluid met een gevoel van attack. Het CTL pedaal past
P14-3 ATTACKY CRUNCH DUAL COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH OD/DS, DELAY H
een milde versterking toe. Systeem
DIV CH SELECT, FX2
Een clean geluid waarop een Rotary-effect is toegepast. Het CTL SINGLE:
P14-4 CLEAN ROTARY NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN (ROTARY) SPEED S/H
pedaal schakelt tussen snel en langzaam. Ch. B
SELECT
SINGLE: DIV CH SELECT,
P15-1 METAL FLANGER Metal geluid waarop een Flanger wordt toegepast. NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN S/H
Ch. A DELAY
SINGLE:
P15-2 MATCH LEAD Een extreem vloeiend sologeluid. Ideaal voor Fusion solo’s. MATCH DRIVE MATCH DRIVE DIV CH SELECT H
Ch. A
Een Crunch klank die vloeiend en verfijnd klinkt als akkoorden SINGLE:
P15-3 LIMITED CRUNCH COMBO CRUNCH MATCH DRIVE DIV CH SELECT H
MIDI/USB
SINGLE:
P16-3 80s JAZZ FUSION Een Fusion sologeluid dat stereo Chorus gebruikt. NATURAL CLEAN JC-120 OD/DS H
Ch. A
Als dit met Humbuckers wordt gebruikt, wordt een milde Jazz klank SINGLE:
P16-4 MILD JAZZTONE NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
geproduceerd. Ook geschikt voor ‘finger-picking’. Ch. A
55
Appendix
56
Appendix
Snelle start
SINGLE:
P25-4 CLEAN MACHINE Kristalhelder geluid, ideaal voor ritme in stijlen als Country. JC-120 COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
Ch. A
SINGLE: DIV CH SELECT,
P26-1 REIGN IN THRASH Slash Metal geluid van de jaren ’80. Ideaal voor het spelen van riffs. SLDN SLDN H
Ch. A DELAY
Psychedelisch Rock geluid van het 1969 Woodstock festival. Intense
P26-2 1969 XPERIENC DUAL TWEED EXTREME LEAD ACCEL (S-BEND) S
vervorming wordt met gebruik van Fuzz geproduceerd.
Amerikaans Crunch geluid waarop Chorus en Delay wordt SINGLE:
P26-3 CRUNCH DELAY COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
toegepast. Ook geschikt voor Country stijlen. Ch. A
Overzicht
Een geluid dat ideaal is voor 16-beat gedempt akkoordspel in Funk SINGLE:
P26-4 FUNKY DELICK DELUXE CRUNCH EXTREME LEAD DIV CH SELECT S/H
of Fusion. Ch. A
Een Riff klank die in klassieke Rock wordt gebruikt. Het CTL pedaal SINGLE: DIV CH SELECT, FX1
P27-1 CHAINED UP 5150 DRIVE 5150 DRIVE S/H
voegt een Flanger toe. Ch. A (FLANGER)
MAHOGANY
P27-2 Een sologeluid met een breed bereik van eind jaren ’70. DUAL TWEED EXTREME LEAD ACCEL (S-BEND) S/H
FLASHBAC
SINGLE: DIV CH SELECT,
Geluid uitvoeren
P27-3 PLEXI RHYTHM Een ritmegeluid dat in klassieke Rock wordt gebruikt. PRO CRUNCH STACK CRUNCH H
Ch. A DELAY
SINGLE:
P27-4 LEAD PICKIN' Vintage Country sologeluid. CLEAN TWIN CLEAN TWIN DIV CH SELECT S
Ch. A
Crunch ritmegeluid voor Blues. Het CTL pedaal schakelt naar een SINGLE:
P28-1 BLUES BUDDY CLEAN TWIN CLEAN TWIN DIV CH SELECT S/H
sologeluid. Ch. A
Een sologeluid met een gedempt geluid. Zet de EXP SW aan om SINGLE:
P28-2 MONEY StillWah POWER DRIVE EXTREME LEAD DIV CH SELECT S/H
Pedal Wah te gebruiken. Ch. A
SINGLE:
P28-3 KING OF BLUES Een geluid dat ideaal is voor Blues solo’s. DELUXE CRUNCH – FX2 (SUB DELAY) S
Ch. A
Effecten
SINGLE:
P28-4 SPINNER Een clean, roterend geluid. NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S/H
Ch. A
Een geluid dat door Fusion spelers van de afgelopen jaren werd SINGLE:
P29-1 LOVE SUMMER NATURAL CLEAN NATURAL CLEAN DIV CH SELECT H
gebruikt. Ch. B
SINGLE:
P29-2 1984 DRIVIN' Drive geluid dat aan jaren ’80 Hardrock doet denken. HiGAIN STACK 5150 DRIVE DIV CH SELECT H
Ch. A
ACCEL (S-BEND),
P29-3* ROUGH'N' DIRTY Ruig Rock geluid. Ideaal voor begeleiding of Riffs. DUAL POWER DRIVE R-FIER VINTAGE S/H
DELAY LEVEL
Opslaan
CLN TWIN SINGLE:
P29-4 Clean geluid, zeer geschikt voor Country Rock Riffs. CLEAN TWIN DELUXE CRUNCH DIV CH SELECT S
SOUTHERN Ch. A
Het ideale geluid voor het spelen van Heavy Metal Riffs. Het CTL SINGLE:
P30-1 METAL CORN R-FIER MODERN CORE METAL DIV CH SELECT H
pedaal versterkt de gain en het volume. Ch. A
Een Bluesachtig geluid van eind jaren ’60 waarin MS1959 met FUZZ SINGLE:
P30-2 CREAMY SET MS1959 I STACK CRUNCH OD/DS H
wordt gecombineerd. Ch. A
SINGLE:
Pedaalinstellingen
P30-3 T.WAH TWEED Het geluid van een Tweed versterker met Touch Wah. TWEED TWEED DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P30-4 COMP CLEAN Een clean geluid met compressie, ideaal voor ritme of Riffs. NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
Ch. A
Geluid van een Stack met doorklinkende vervorming. Geschikt voor SINGLE: DIV CH SELECT,
P31-1 STACK LEAD POWER DRIVE EXTREME LEAD S/H
zowel begeleiding als solospel. Ch. A DELAY
SINGLE:
P31-2 70s T.WAH LD Een sologeluid van de jaren ’70 waarin Touch Wah wordt gebruikt. STACK CRUNCH MS1959 I FX1 (T. WAH) H
Ch. A
Het geluid van een kleine comboversterker met een beetje
P31-3 DirtyOle TWEED DUAL TWEED PRO CRUNCH ACCEL (S-BEND) S
Overdrive. Zeer geschikt voor Blues of Funk. Systeem
P31-4 MinneapolisFNK Een extreem clean geluid, ideaal voor ritmisch akkoordspel. DUAL – – CHORUS S
SINGLE:
P32-1 TWEED BLUES 2 Het klassieke geluid van Texas Blues. TWEED NATURAL CLEAN OD/DS S
Ch. A
NY LEAD Een sologeluid met een sterk gemoduleerde Flanger. Ook bruikbaar SINGLE: DIV CH SELECT,
P32-2 BG DRIVE JC-120 H
MODULATE voor Cool Jazz Fusion. Ch. A OD/DS
SINGLE:
P32-3 SQUEEZE BLUES GT Een Bluesy geluid met inbegrepen Ambience. TWEED CLEAN TWIN OD/DS H
Ch. B
SINGLE:
P32-4 TOUCH WAH CLN Sterk gemoduleerde Chorus en Touch Wah. Goed voor arpeggio’s. NATURAL CLEAN JC-120 FX1 (T. WAH) H
MIDI/USB
Ch. A
SINGLE:
P33-1 BLADE METAL Een extreem scherpe Metal klank. R-FIER MODERN – OD/DS H
Ch. A
PROGRESS Gebruik het CTL pedaal om tussen een sologeluid met een zachte SINGLE:
P33-2 BG LEAD COMBO CRUNCH DIV CH SELECT H
SmoothLD Attack en een clean geluid met een prachtige Chorus af te wisselen. Ch. A
SINGLE:
P33-3 CRUNCH FLANGER Een cool Flanger geluid geschikt voor arpeggio’s. COMBO CRUNCH NATURAL CLEAN DIV CH SELECT S/H
Ch. A
P33-4* JS SIG. CLEAN Een clean geluid voor instrumentale gitaarmuziek van de jaren ’80. DUAL BG DRIVE NATURAL CLEAN ACCEL (S-BEND) S
Appendix
SINGLE:
P34-1 GREAT ROCK Een Hardrock geluid dat in de jaren ’80 en ’90 werd gebruikt. MS1959 I HiGAIN STACK DIV CH SELECT S/H
Ch. A
SINGLE:
P34-2 SLIDE FOR ST Ideaal geluid voor het spelen van Slide gitaar met single-coils. TWEED TWEED DIV CH SELECT S
Ch. A
57
Appendix
Snelle start
ROCKABIL50s Reproduceert het geluid van de jaren ’50 met een bandecho en veer SINGLE:
P43-3 COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH DIV CH SELECT S
ECHO Reverb. Ch. A
SINGLE:
P43-4 RESO PH CLEAN Een clean Phaser geluid met een verhoogde resonantie. NATURAL CLEAN JC-120 FX1 (PAN) S
Ch. A
Een Fuzz geluid met een rijke boventonenstructuur. Ideaal voor SINGLE:
P44-1 SHRED FZ COMBO CRUNCH VO DRIVE DELAY H
begeleiding of solo’s. Ch. A
Produceert een unisono geluid met een octaaf lager, ideaal voor
P44-2 JP METAL UNISON DUAL 5150 DRIVE R-FIER VINTAGE ACCEL (S-BEND) S/H
Riffs of losse noten.
Overzicht
NATURAL Drive geluid ideaal voor Rock&Roll. Het CTL pedaal schakelt naar SINGLE:
P44-3 TWEED COMBO CRUNCH OD/DS, DELAY S
OVER-DRV een droog geluid. Ch. A
Clean geluid met een plezierige, wapperende bandecho. Gebruik SINGLE: LED ON/OFF, FX1
P44-4 VIBRATO CLEAN NATURAL CLEAN JC-120 S/H
het CTL pedaal om vibrato toe te voegen. Ch. A (VIBRATO) TRIGGER
P45-1* LA TR RIFF Direct geluid en Tremolo geluid worden in stereo gegenereerd. DUAL COMBO CRUNCH COMBO CRUNCH CHORUS H
Hiermee kunt u solo’s spelen die op effectieve wijze gebruikmaken SINGLE:
P45-2 PedalBND LEAD POWER DRIVE COMBO CRUNCH ACCEL (S-BEND) H
van pedaal Pitch Bend verandering. Ch. A
Geluid uitvoeren
SINGLE:
P45-3 MODERN VO DRIVE Speel akkoorden om een sprankelend Crunch geluid te verkrijgen. VO DRIVE VO LEAD DIV CH SELECT S
Ch. A
Ideaal voor de funky gedempte akkoorden van het Amerikaanse SINGLE:
P45-4 NEW OLESFUNK CLEAN TWIN NATURAL CLEAN CHORUS S
zuiden. Ch. A
SINGLE:
P46-1 80s HARDROCK Rock geluid van de jaren ’80 met gebruik van een stereo Chorus. BG LEAD BG DRIVE A/B SOLO, DELAY H
Ch. A
Een glad sologeluid dat Slow Gear gebruikt. Ook effectief op SINGLE: FX1 (SLOW GEAR),
P46-2 SLOWGEAR LEAD NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH S
geluidseffect frases. Ch. A FX2 (SUB DELAY)
Produceert een langzaam auto-pan effect. Het CTL pedaal verandert SINGLE:
P46-3 SLOW AUTO PAN COMBO CRUNCH NATURAL CLEAN FX2 (PAN) RATE S
Effecten
de snelheid voortdurend. Ch. A
Het cleane geluid van een comboversterker. Het CTL pedaal SINGLE:
P46-4 UK COMBO CLEAN VO DRIVE VO LEAD DIV CH SELECT S/H
schakelt naar een sologeluid. Ch. A
Jaren ’80 geluid dat een verdubbelende Delay met een Chorus SINGLE:
P47-1 80s NEW WAVE COMBO CRUNCH JC-120 OD/DS S
combineert. Ch. A
Transformeert een gitaargeluid in een synth geluid. Voor gebruik SINGLE:
P47-2 WAVE SYNTH FULL RANGE COMBO CRUNCH ACCEL (S-BEND) S/H
met losse noten. Ch. A
Crunch geluid voor funky Rock. Geschikt voor gebruik met het SINGLE:
P47-3 CRNCH 4 RHYTHM COMBO CRUNCH MS1959 I FX1 (T. WAH) S
Opslaan
achterste enkelspoels element. Ch. A
SINGLE: CHORUS, FX1
P47-4 Piëzo-> AcGUITAR Transformeert geluid van een piëzo in akoestisch geluid. FULL RANGE NATURAL CLEAN P
Ch. A (GUITAR SIM)
Combineert een lieflijk sologeluid dat stereo Delay gebruikt met SINGLE:
P48-1 LATIN ROCK BG DRIVE STACK CRUNCH DIV CH SELECT H
een roterend clean geluid. Ch. A
REVERSE Vervormd sologeluid met toegevoegde harmonie door effectief
P48-2 DUAL EXTREME LEAD EXTREME LEAD ACCEL (S-BEND) H
HARMONY gebruik van omgekeerde Delay.
Pedaalinstellingen
Geluid dat clean en Overdrive combineert. Past goed bij alternatieve
P48-3 D'CLEAN DIRT DUAL STACK CRUNCH JC-120 ACCEL (S-BEND) S/H
Rock.
Een geluid dat aan een elektrische sitar doet denken. Bruikbaar met SINGLE:
P48-4 E SITAR SIMULATE NATURAL CLEAN COMBO CRUNCH DELAY H
losse noten of akkoorden. Ch. A
P49-1* STEREO R-FIER Een High-gain stereogeluid geschikt voor laaggespeelde Riffs. DUAL R-FIER MODERN R-FIER VINTAGE DELAY H
ACCEL (RING MOD),
Druk op het ACCEL pedaal om een metaalachtig geluid te SINGLE:
P49-2 ACCEL RING MOD NATURAL CLEAN – DELAY LEVEL, S/H
produceren. Ch. A
REVERB LEVEL
PH CRNCH>DS Een licht gefaseerd Crunch geluid wordt met intensieve vervorming SINGLE:
P49-3 COMBO CRUNCH STACK CRUNCH DIV CH SELECT S
Systeem
CHOD gecombineerd. Ch. A
Druk op het ACCEL pedaal om een fantasieachtig geluid te SINGLE: ACCEL (TWIST),
P49-4 ACCEL TWIST NATURAL CLEAN – S/H
produceren. Ch. A REVERB LEVEL
DELAY, COMP LEVEL,
P50-1 METAL GtwithBASS Kern Metal geluid dat een bruikbare bastoon aan Riffs toevoegt. DUAL CORE METAL – S/H
PREAMP A SOLO
ACCEL (LASER
Druk op het ACCEL pedaal om een geluid dat aan een laserstraal SINGLE:
P50-2 ACCEL LSR BEAM BG LEAD BG LEAD BEAM), DELAY LEVEL, S/H
doet denken te produceren. Ch. A
REVERB LEVEL
MIDI/USB
SINGLE:
P50-3 MATCH CRUNCH Crunch geluid ideaal voor gebruik met de achterste single-coil. MATCH DRIVE COMBO CRUNCH OD/DS, EQ, DELAY S
Ch. A
ACCEL (WARP),
Druk op het ACCEL pedaal om een fantasieachtig geluid te SINGLE:
P50-4 ACCEL WARP NATURAL CLEAN – REVERB LEVEL, S/H
produceren. Ch. A
DELAY LEVEL
* Voor Patches met een ‘*’ achter het Patch nummer is hun mixer (p.28) modus op PAN L/R ingesteld. Voor overige Patches is de modus op STEREO ingesteld.
* DIVIDER = Divider instelling (p.27).
Appendix
pedaal
Externe Gitaarversterker
Externe voetschakelaar
MIDI In
MIDI In
effectprocessor
Audio In
MIDI Out
MIDI Out
Audio Out
Geluidssignaal
Control of MIDI-signaal
Signaalstroom
USB Control
OUT
LEV
RETURNLEV
SEND LEV
USB IN-OUT MODE
REAMP
NORM
DRY OUT Koptelefoon
USB IN LEVEL
REAMP *1
Gitaar PHONES
NORM
DRY OUT
INPUT
REV PDL NS1 NS2 FV S/R USB ACC
REAMP
NORM CMP OD EQ FX1 FX2 DLY CHO
MAIN OUT
DRY OUT USB MIX
LEVEL
LEVEL
PREAMP
Gitaarversterker
Off
Ch A OUTPUT
MASTER GLOBAL +4dBu
EQ EQ THRU -10dBu
PREAMP PATCH
MUTE On
DIVIDER Ch B MIXER LEVEL OUTPUT
BYPASS LEVEL
MULTI EFFECTEN
Phrase
(U kunt de volgorde waarin de effecten worden aangesloten veranderen) Mengpaneel
Loop
(PERFORM)
AUX IN
Probleemoplossing
Snelle start
Probleem Items om te controleren Maatregelen
Problemen met het geluid
Zijn de aansluitkabels gebroken? Gebruik een andere set aansluitkabels.
Is de GT-100 correct op het andere apparaat
Controleer de aansluitingen met andere apparaten (p.22).
aangesloten?
Overzicht
Is de aangesloten versterker/mengpaneel uit, of is het
Controleer de instellingen van het versterker/mixer systeem.
volume verlaagd?
Zijn de [OUTPUT LEVEL] knoppen verlaagd? Stel de OUTPUT LEVEL knoppen op een passende positie in (p.24).
Als de OUTPUT op ‘MUTE’ is ingesteld in de Tuner modus, wordt zelfs
Is Tuner op On ingesteld? het directe geluid niet uitgestuurd als de Tuner op ‘On’ wordt gezet
Geen geluid/volume te laag (p.24).
Geluid uitvoeren
Is elk effect correct ingesteld? Controleer de instellingen van elk effect.
Is ‘USB/OUTPUT LEVEL’ (p.43) op een lage waarde
Stel de instelling op een geschikte waarde in.
ingesteld?
Is ‘FOOT VOLUME: LEVEL’ of ‘MASTER: PATCH LEVEL’ als Verplaats de controller (pedaal) naar de plaats waaraan het is
een toegewezen doel gespecificeerd (p.37)? toegewezen.
Is de stroom van het externe apparaat dat op de EXT
LOOP Jack is aangesloten uit, of is het volume van het Controleer de instellingen van het aangesloten apparaat.
apparaat verlaagd?
Geluid van apparaten die op de Is de ‘DIR.MONITOR’ (p.44) op OFF ingesteld? Zet dit op ON.
INPUT Jack zijn aangesloten is niet
Effecten
hoorbaar door de koptelefoon Is de ‘USB IN-OUT MODE’(p.43) op ‘REAMP’ ingesteld? Kies een andere instelling dan ‘REAMP’.
Opslaan
Er treedt een oscillerend geluid op gebruiken om dit te voorkomen.
Is de ‘USB IN-OUT MODE’(p.43) op ‘REAMP’ ingesteld? • Stop het afspelen met de software, en zet Soft Thru op Off.
• Zet de geluidsingang van de software uit.
• Stel USB IN-OUT MODE op iets anders dan ‘REAMP’ in.
Als PREFERENCE: PREAMP op ‘SYSTEM 1-3’ is ingesteld, veranderen de
Geen verandering in de voorverster- voorversterker instellingen niet als u van Patch verandert.
Is de ‘PREFERENCE’ van de voorversterker (p.41) op
kerklank, zelfs nadat er van Patch is
Pedaalinstellingen
‘SYSTEM 1-3’ ingesteld? Als u voorversterkerinstellingen voor iedere Patch individueel wilt
veranderd
maken, zet u de bovenstaande instelling op ‘PATCH’.
Als de Assign Source op ‘INT PEDAL’ of ‘WAVE PEDAL’ staat, verandert de
effectparameter die als Assign target is ingesteld automatisch.
Is ‘INT PEDAL’ of ‘WAVE PEDAL’ als de Assign Source bij
Assign (p.37) ingesteld? Als u de parameters handmatig met de knoppen wilt kunnen
veranderen, zet u eerst Assign uit om het interne pedaalsysteem te
Parameters kunnen niet met de deactiveren.
knoppen veranderd worden Als ‘INPUT LEVEL’ voor de Assign Source is ingesteld, verandert de
effectparameter die als de Assign Target is ingesteld automatisch
Is ‘INPUT LEVEL’ als de Assign Source ingesteld bij volgens het niveau van de invoer van de gitaar (de speeldynamiek).
Assign (p.37)?
Systeem
61
Appendix
Foutmeldingen
Weergave Probleem Action
Reduceer de hoeveelheid MIDI-boodschappen die naar de GT-100 wordt
De data kan niet correct verwerkt worden door de gestuurd.
MIDI BUFFER FULL!
grote hoeveelheid MIDI-boodschappen.
Reduceer het tempo van het verzendende MIDI-apparaat.
MIDI OFFLINE! Overdracht van het aangesloten apparaat is
onderbroken. Deze boodschap verschijnt ook als de
Controleer of kabels niet zijn ontkoppeld en dat er geen kortsluiting is.
USB OFFLINE! stroom van het aangesloten apparaat is uitgezet. Dit
duidt niet op een beschadiging.
Opslaan in het geheugen voor opslag van User data Het apparaat kan beschadigd zijn. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Roland
DATA WRITE ERROR!
is mislukt. Service Centrum.
Bevestig de ijking (het kalibreren) door de procedure nogmaals uit te voeren
(p.36).
OUT OF RANGE! SET AGAIN Het [EXP] pedaal kan niet gekalibreerd worden. Als de boodschap blijft verschijnen, zelfs nadat de ijking correct is uitgevoerd,
kan dit op beschadiging of een storing duiden. Raadpleeg een Roland
handelaar of neem contact op met een Roland Service Centrum.
KNOB IS LOCKED! De knopen zijn vergrendeld. Zet ‘KNOB LOCK’ op Off (p.41).
Als de voorkeur op ‘SYSTEM’ is ingesteld, worden de Patch toewijzing en
handmatige modusinstellingen genegeerd. Als u de instellingen van een
PREFERENCE IS Systeem! De ‘PREFERENCE’ (p.41) is op ‘SYSTEM’ ingesteld.
Patch wilt inschakelen, verandert u de voorkeur van de corresponderende
parameter in ‘PATCH’.
Als de Phrase Loop pedaalfunctie op ‘PHRASE LOOP’ is ingesteld, worden
de Patch toewijzing en handmatige modusinstellingen genegeerd. Als u de
PEDAL FUNC IS PHRASE LOOP! De ‘PEDAL FUNC’ (p.32) is op ‘PHRASE LOOP’ ingesteld.
instellingen van de Patch wilt inschakelen, zet u de ‘PHRASE LOOP PEDAL
FUNC’ op ‘OFF’.
62
Appendix
Hoofdspecificaties
Snelle start
BOSS GT-100: Amp Effects Processor
24 bits + AF methode
Overzicht
verbetert.
DA conversie 24 bits
Samplesnelheid 44.1 kHz
Programma geheugens 400: 200 (User) + 200 (Preset)
INPUT: -10 dBu
Nominaal ingangsniveau RETURN: -10 dBu
Geluid uitvoeren
AUX IN: -20 dBu
INPUT: 1 M ohm
Ingangsimpedantie RETURN: 100 k ohm
AUX IN: 47 k ohm
OUTPUT: -10 dBu/+4 dBu
Nominaal uitgangsniveau
SEND: -10 dBu
OUTPUT: 2 k ohm
Uitgangsimpedantie
Effecten
SEND: 2 k ohm
Dynamisch bereik 100 dB of meer (IHF-A)
Weergaven 100 dB of meer (IHF-A)
INPUT Jack (1/4-inch Jack)
AUX IN Jack (Stereo tulpstekker)
OUTPUT Jacks L/MONO, R (1/4 inch Jack)
PHONES Jack (stereo, 1/4 inch Jack)
Opslaan
EXT LOOP Jacks SEND, RETURN (1/4 inch Jack)
Aansluitingen
AMP CONTROL Jack (1/4 inch Jack)
SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack (1/4 inch TRS Jack)
USB-poort
DC 9 V
Pedaalinstellingen
600 mA
Power Supply DC 9 V
Gebruikt vermogen 600 mA
542 (B) x 271 (D) x 80 (H) mm
Dimensions Maximum hoogte:
542 (B) x 271 (D) x 1-2 (H) mm
Afmetingen 4.8 Kg (zonder adapter)
Accessoires Adapter, USB afdekking, gebruikershandleiding
Systeem
veranderd.
Appendix
63
Index
A Intern pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 SOURCE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Aardeklem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 INT PDL CURVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 SOURCE MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
A/B SOLO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 INT PDL TIME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 SPREAD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
A&B SOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 INT PDL TRIGGER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Stemapparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
ACC/CTL OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
K SUB CTL1 OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
[ACCEL/CTL] pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
KNOB SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 SUB CTL2 OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Accel Effect. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Knopfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 SUB EXP OUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
ACT RANGE HI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
ACT RANGE LO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 SUB EXP PEDAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
L
Amp Control. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 SYNC CLOCK. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
AMP CTL Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
LIFT/GND schakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Apparaat aanzetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lijst van OD/DS types. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Assign. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 [SYSTEM] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Loop Play. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
ASSIGN ON/OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
M T
AUTO OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
TARGET. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
AUX IN Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Manual modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
TARGET CATEGORY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
MAP SELECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
B TARGET MAX. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Master BPM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 25
Bank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 TARGET MIN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Beeldscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 TEMPO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
MIDI BULK DUMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
BPM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 TO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
MIDI IN SELECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Bulk Dump . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 TOTAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
MIDI Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
TUNER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
MIDI PROGRAM MAP BANK 0-3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
C Mixer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
TX CHANNEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Ch. A/B. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27, 28, 32 U
CH A/B BALANC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
CH. A CUTOFF FREQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
O
CH. A DYNAMIC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB-driver. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
OMNI MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
CH. A DYNAMIC SENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB geluidsstroom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Opslaan, een Patch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
CH. A FILTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB IN-OUT MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
OUTPUT Jacks . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
CH. B CUTOFF FREQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 USB-poort. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
OUTPUT LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
CH. B DYNAMIC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 User banken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
OUTPUT SELECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 40
CH. B DYNAMIC SENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
P V
CH. B FILTER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Veiligheidsslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
CH SELECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Patch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 PATCH EXCHANGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 W
Control Change boodschap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 PATCH INITIALIZE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 WAVEFORM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Control/Expressie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 PATCH LEVEL MAX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Wave pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
[CTL/EXP] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 37 PATCH LEVEL MIN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 WAVE RATE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
PATCH WRITE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 [WRITE] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 30
D PC#1-PC#128. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
DC IN Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 PC OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
DEVICE ID. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 PEDAL CALIBRATION. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
DIR. MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Pedalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
DIR. MONITOR CMD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 PEDAL FUNC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Divider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Pedaalinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Dual modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 PH.LOOP OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
PHONES Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
E Phrase Loop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 27
[PHRASE LOOP] pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 32
[EFFECT] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 19
PLAY LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
EXP OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
PLAY OPTION. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
[EXP] pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 36
Play scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 21
EXP PEDAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
[POWER] schakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
EXP PEDAL SW. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Preamp type lijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
EXP SW OUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
PREFERENCE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
EXT LOOP SEND/RETURN Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Preset banken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
EZ (Easy) Tone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 14
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
[EZ TONE] knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Program Change boodschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
F Program Change Map. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
FACTORY RESET. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 50
Q
Foutmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Quick Setting Write . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
FROM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
FUNC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 R
FX1/FX2 effectenlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 REC MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
RETURN LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
G RX CHANNEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
GLOBAL EQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
GT-100 effectenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 S
SEND LEVEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
I Send/Return. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Ingangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Signaalstroom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
INPUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Single modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
INPUT Jack. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
SOLO SW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
INPUT SENS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
64
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMC 2004/108/EC.
65
Voor EU-Landen
66
Informatie Indien u een reparatiedienst nodig heeft, neemt u contact op met een Roland Service Centrum
in de buurt of erkend Roland distributeur in uw land. Deze zijn hieronder te vinden.
TAIWAN ECUADOR RUSSIA OMAN
AFRICA ROLAND TAIWAN ENTERPRISE Mas Musika EUROPE Roland Music LLC TALENTZ CENTRE L.L.C.
CO., LTD. Rumichaca 822 y Zaruma Dorozhnaya ul.3,korp.6 Malatan House No.1
9F-5, No. 112 Chung Shan Guayaquil - ECUADOR 117 545 Moscow, RUSSIA Al Noor Street, Ruwi
EGYPT North Road Sec. 2 Taipei 104, TEL: (593-4) 2302364 BELGIUM/FRANCE/ TEL: (495) 981-4967 SULTANATE OF OMAN
Al Fanny Trading Office TAIWAN R.O.C. TEL: 2478 3443
TEL: (02) 2561 3339 EL SALVADOR HOLLAND/ SERBIA
9, EBN Hagar Al Askalany Street,
ARD E1 Golf, Heliopolis, OMNI MUSIC LUXEMBOURG Music AP Ltd. QATAR
Cairo 11341, EGYPT THAILAND 75 Avenida Norte y Final Alameda Roland Central Europe N.V. Sutjeska br. 5 XS - 24413 Palic, AL-EMADI TRADING &
TEL: (022)-417-1828 Theera Music Co. , Ltd. Juan Pablo II, Houtstraat 3, B-2260, Oevel SERBIA CONTRACTING CO.
100-108 Soi Verng Nakornkasem, Edificio No.4010 San Salvador, (Westerlo) BELGIUM TEL: (024) 539 395 P.O. Box 62, Doha, QATAR
REUNION New Road,Sumpantawong, EL SALVADOR TEL: (014) 575811 TEL: 4423-554
MARCEL FO-YAM Sarl Bangkok 10100, THAILAND TEL: 262-0788 SLOVAKIA
25 Rue Jules Hermann, TEL: (02) 224-8821 CROATIA DAN Acoustic s.r.o. SAUDI ARABIA
Chaudron - BP79 97 491 GUATEMALA ART-CENTAR Povazská 18. aDawliah Universal Electronics
Ste Clotilde Cedex, VIET NAM Casa Instrumental Degenova 3. SK - 940 01 Nové Zámky, APL
REUNION ISLAND VIET THUONG CORPORATION Calzada Roosevelt 34-01,zona 11 HR - 10000 Zagreb, CROATIA SLOVAKIA Behind Pizza Inn
TEL: (0262) 218-429 386 CACH MANG THANG TAM ST. Ciudad de Guatemala, TEL: (1) 466 8493 TEL: (035) 6424 330 Prince Turkey Street
DIST.3, HO CHI MINH CITY, GUATEMALA aDawliah Building,
SOUTH AFRICA VIET NAM TEL: (502) 599-2888 CZECH REP. SPAIN PO BOX 2154,
T.O.M.S. Sound & Music (Pty)Ltd. TEL: (08) 9316540 CZECH REPUBLIC DISTRIBUTOR Roland Systems Group EMEA, S.L. Alkhobar 31952,
2 ASTRON ROAD DENVER HONDURAS s.r.o Paseo García Faria, 33-35 SAUDI ARABIA
JOHANNESBURG ZA 2195, Almacen Pajaro Azul S.A. de C.V. Voctárova 247/16 08005 Barcelona, SPAIN TEL: (03) 8643601
SOUTH AFRICA BO.Paz Barahona 180 00 Praha 8, CZECH REP. TEL: 93 493 91 00
TEL: (011) 417 3400 OCEANIA 3 Ave.11 Calle S.O
San Pedro Sula, HONDURAS
TEL: (2) 830 20270
SWEDEN
SYRIA
Technical Light & Sound Center
Paul Bothner(PTY)Ltd. TEL: (504) 553-2029 DENMARK Roland Scandinavia A/S PO Box 13520 Bldg No.49
Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICE
Royal Cape Park, Unit 24 AUSTRALIA/ MARTINIQUE Mårbackagatan 31, 4 tr.
Khaled Abn Alwalid St.
Londonderry Road, Ottery 7800 Skagerrakvej 7 Postbox 880 Damascus, SYRIA
Cape Town, SOUTH AFRICA
NEW ZEALAND Musique & Son DK-2100 Copenhagen, SE-123 43 Farsta, SWEDEN TEL: (011) 223-5384
TEL: (021) 799 4900 Roland Corporation Z.I.Les Mangle DENMARK TEL: (0) 8 683 04 30
Australia Pty.,Ltd. 97232 Le Lamentin, TEL: 3916 6200 TURKEY
38 Campbell Avenue MARTINIQUE F.W.I. SWITZERLAND ZUHAL DIS TICARET A.S.
Dee Why West. NSW 2099, TEL: 596 596 426860 FINLAND Roland (Switzerland) AG Galip Dede Cad. No.33
ASIA AUSTRALIA
Gigamusic SARL
Roland Scandinavia As, Filial Landstrasse 5, Postfach,
CH-4452 Itingen, SWITZERLAND
Beyoglu, Istanbul, TURKEY
TEL: (0212) 249 85 10
Finland
For Australia 10 Rte De La Folie Vanha Nurmijarventie 62 TEL: (061) 975-9987
TEL: (02) 9982 8266 97200 Fort De France 01670 Vantaa, FINLAND U.A.E.
CHINA For New Zealand MARTINIQUE F.W.I. TEL: (0) 9 68 24 020 UKRAINE Zak Electronics & Musical
Roland Shanghai Electronics TEL: (09) 3098 715 TEL: 596 596 715222 EURHYTHMICS Ltd. Instruments Co. L.L.C.
Co.,Ltd. GERMANY/AUSTRIA P.O.Box: 37-a. Zabeel Road, Al Sherooq Bldg.,
5F. No.1500 Pingliang Road MEXICO Roland Elektronische Nedecey Str. 30 No. 14, Ground Floor, Dubai,
Shanghai 200090, CHINA Casa Veerkamp, s.a. de c.v. UA - 89600 Mukachevo, UKRAINE U.A.E.
TEL: (021) 5580-0800 CENTRAL/LATIN Av. Toluca No. 323, Col. Olivar
Musikinstrumente HmbH.
Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, TEL: (03131) 414-40 TEL: (04) 3360715
de los Padres 01780 Mexico D.F.,
Roland Shanghai Electronics AMERICA MEXICO
GERMANY
TEL: (040) 52 60090
UNITED KINGDOM
Co.,Ltd. (BEIJING OFFICE) TEL: (55) 5668-6699 Roland (U.K.) Ltd.
3F, Soluxe Fortune Building
ARGENTINA NICARAGUA
GREECE/CYPRUS Atlantic Close, SWANSEA SA7 9FJ,
UNITED KINGDOM
NORTH AMERICA
63 West Dawang Road, Chaoyang STOLLAS S.A.
District, Beijing, CHINA Instrumentos Musicales S.A. Bansbach Instrumentos TEL: (01792) 702701
Music Sound Light
TEL: (010) 5960-2565 Av.Santa Fe 2055 Musicales Nicaragua
(1123) Buenos Aires, ARGENTINA Altamira D'Este Calle Principal
155, New National Road CANADA
Patras 26442, GREECE
HONG KONG TEL: (011) 4508-2700 de la Farmacia 5ta.Avenida Roland Canada Ltd.
Tom Lee Music 1 Cuadra al Lago.#503
TEL: 2610 435400
MIDDLE EAST (Head Office)
11/F Silvercord Tower 1 BARBADOS Managua, NICARAGUA HUNGARY 5480 Parkwood Way Richmond B.
30 Canton Rd A&B Music Supplies LTD TEL: (505) 277-2557 C., V6V 2M4, CANADA
Roland East Europe Ltd.
Tsimshatsui, Kowloon, 12 Webster Industrial Park BAHRAIN TEL: (604) 270 6626
2045. Törökbálint, FSD Park 3. ép.,
HONG KONG Wildey, St.Michael, BARBADOS PANAMA HUNGARY Moon Stores
TEL: 852-2737-7688 TEL: (246) 430-1100 SUPRO MUNDIAL, S.A. TEL: (23) 511011 No.1231&1249 Rumaytha Roland Canada Ltd.
Boulevard Andrews, Albrook, Building Road 3931, (Toronto Office)
Parsons Music Ltd.
BRAZIL Panama City, REP. DE PANAMA IRELAND Manama 339, BAHRAIN 170 Admiral Boulevard
8th Floor, Railway Plaza, 39 Roland Brasil Ltda. TEL: 315-0101 Roland Ireland TEL: 17 813 942 Mississauga On L5T 2N6,
Chatham Road South, T.S.T, Rua San Jose, 211 E2 Calmount Park, Calmount CANADA
Kowloon, HONG KONG Parque Industrial San Jose PARAGUAY Avenue, Dublin 12, IRAN TEL: (905) 362 9707
TEL: 852-2333-1863 Cotia - Sao Paulo - SP, BRAZIL Distribuidora De Instrumentos Republic of IRELAND MOCO INC.
TEL: (011) 4615 5666 Musicales TEL: (01) 4294444 Jadeh Makhsous Karaj (K-9), U. S. A.
INDIA J.E. Olear y ESQ. Manduvira Nakhe Zarin Ave. Roland Corporation U.S.
Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd.
CHILE Asuncion, PARAGUAY ITALY Jalal Street, Reza Alley No.4 5100 S. Eastern Avenue
411, Nirman Kendra Mahalaxmi Comercial Fancy II S.A. TEL: (595) 21 492147 Roland Italy S. p. A. Tehran 1389716791, IRAN Los Angeles, CA 90040-2938,
Flats Compound Off. Dr. Edwin Rut.: 96.919.420-1 Viale delle Industrie 8, TEL: (021)-44545370-5 U. S. A.
Moses Road, Mumbai-400011, Nataniel Cox #739, 4th Floor PERU 20020 Arese, Milano, ITALY TEL: (323) 890 3700
INDIA Santiago - Centro, CHILE Audionet TEL: (02) 937-78300 ISRAEL
TEL: (022) 2493 9051 TEL: (02) 688-9540 Distribuciones Musicales SAC Halilit P. Greenspoon & Sons
Juan Fanning 530 NORWAY
INDONESIA COLOMBIA Miraflores Roland Scandinavia Avd.
Ltd.
8 Retzif Ha'alia Hashnia St.
PT. Citra Intirama Centro Musical Ltda. Lima - PERU Kontor Norge Tel-Aviv-Yafo ISRAEL
Ruko Garden Shopping Arcade Cra 43 B No 25 A 41 Bododega 9 TEL: (511) 4461388 Lilleakerveien 2 Postboks 95 TEL: (03) 6823666
Unit 8 CR, Podomoro City Medellin, COLOMBIA
Lilleaker N-0216 Oslo,
Jl.Letjend. S.Parman Kav.28 TEL: (574) 3812529 TRINIDAD NORWAY JORDAN
Jakarta Barat 11470, INDONESIA AMR Ltd
TEL: (021) 5698-5519/5520
COSTA RICA Ground Floor
TEL: 2273 0074 MUSIC HOUSE CO. LTD.
JUAN Bansbach Instrumentos FREDDY FOR MUSIC
Maritime Plaza POLAND P. O. Box 922846
KOREA Musicales Barataria TRINIDAD W.I. ROLAND POLSKA SP. Z O.O. Amman 11192, JORDAN
Cosmos Corporation Ave.1. Calle 11, Apartado 10237, TEL: (868) 638 6385 ul. Kty Grodziskie 16B TEL: (06) 5692696
1461-9, Seocho-Dong, San Jose, COSTA RICA 03-289 Warszawa, POLAND
Seocho Ku, Seoul, KOREA TEL: 258-0211 URUGUAY TEL: (022) 678 9512 KUWAIT
TEL: (02) 3486-8855 Todo Musica S.A.
CURACAO Francisco Acuna de Figueroa PORTUGAL
EASA HUSAIN AL-YOUSIFI &
MALAYSIA/ Zeelandia Music Center Inc. 1771 Roland Systems Group EMEA, S.L.
SONS CO.
Al-Yousifi Service Center
SINGAPORE Orionweg 30 C.P.: 11.800
Branch Office Porto P.O.Box 126 (Safat) 13002,
Curacao, Netherland Antilles Montevideo, URUGUAY
Roland Asia Pacific Sdn. Bhd. Edifício Tower Plaza KUWAIT
TEL: (305) 5926866 TEL: (02) 924-2335
45-1, Block C2, Jalan PJU 1/39, Rotunda Eng. Edgar Cardoso TEL: 00 965 802929
Dataran Prima, 47301 Petaling DOMINICAN REPUBLIC VENEZUELA 23, 9ºG
Jaya, Selangor, MALAYSIA
Instrumentos Fernando Giraldez Instrumentos Musicales
4400-676 Vila Nova de Gaia, LEBANON
TEL: (03) 7805-3263 PORTUGAL Chahine S.A.L.
Calle Proyecto Central No.3 Allegro,C.A. TEL: (+351) 22 608 00 60 George Zeidan St., Chahine Bldg.,
PHILIPPINES Ens.La Esperilla Av.las industrias edf.Guitar import
Achrafieh, P.O.Box: 16-5857
Santo Domingo, #7 zona Industrial de Turumo ROMANIA
G.A. Yupangco & Co. Inc. Beirut, LEBANON
DOMINICAN REPUBLIC Caracas, VENEZUELA
339 Gil J. Puyat Avenue FBS LINES TEL: (01) 20-1441
TEL: (809) 683 0305 TEL: (212) 244-1122
Makati, Metro Manila 1200, Piata Libertatii 1,
PHILIPPINES 535500 Gheorgheni, ROMANIA
TEL: (02) 899 9801 TEL: (266) 364 609
67
* 5 1 0 0 0 2 4 5 4 0 - 0 2 *
Parametergids
Inhoud
DIVIDER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Basisbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
SINGLE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
EZ TONE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 DUAL Ch. A, DUAL Ch. B . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
PATCH CREATE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 MIXER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
AMP CUSTOMIZE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 SEND/RETURN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
OD/DS CUSTOMIZE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 NS1/NS2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
ACCEL FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
EFFECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 S-BEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
COMP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 LASER BEAM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
OD/DS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 RING MOD.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
PREAMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 TWIST. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
EQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 WARP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
FX1/FX2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 FEEDBACKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
T. WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 MASTER SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
AUTO WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 MASTER SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
SUB WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 MASTER EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
ADV. COMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 AMP CONTROL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
LIMITER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
SUB OD/DS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 SYSTEEM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
GRAPHIC EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 OUTPUT SELECT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
PARAMETRIC EQ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 INPUT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
TONE MODIFY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 GLOBAL EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
GUITAR SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 TOTAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
SLOW GEAR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 PHRASE LOOP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
DEFRETTER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 PLAY OPTION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
WAVE SYNTH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KNOB SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
SITAR SIM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 PREFERENCE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
OCTAVE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
PITCH SHIFTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
HARMONIST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 MIDI SETTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
SOUND HOLD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 MIDI PROGRAM MAP BANK 0–3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
AC. PROCESSOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 MIDI BULK DUMP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
PHASER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 PEDAL CALIBRATION . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
FLANGER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 AUTO OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
TREMOLO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 FACTORY RESET. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
ROTARY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
CTL/EXP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
UNI-V . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
ACCEL/CTL, EXP SW, SUB CTL 1, SUB CTL 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
PAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
EXP, SUB EXP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
SLICER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
ASSIGN COMMON. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
VIBRATO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
ASSIGN 1–8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
RING MOD.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Virtueel expressiepedaal systeem (Internal Pedal/Wave
HUMANIZER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Pedal). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
2X2 CHORUS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ingangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
SUB DELAY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
DELAY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Overige instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
CHORUS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 TUNER METRONOME MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 TUNER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
PEDAL FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 METRONOME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
PEDAL BEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 MANUAL MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
WAH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
FOOT VOLUME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
FOOT VOLUME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Memo
• Dit effectgeluid is mono.
• Dit effectgeluid wordt met twee kanalen uitgestuurd.
• Deze effecten nemen een mono invoer en sturen deze op twee kanalen uit.
* De productnamen in dit document zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. Deze namen worden in deze handleiding
gebruikt omdat het de meest praktische manier biedt voor het beschrijven van klanken die met gebruik van COSM technologie gesimuleerd worden.
2
Basisbediening
Bewerken op de GT-100 is uitermate eenvoudig. De procedure is altijd hetzelfde.
Effect pag. 5
Hier kunt u de parameters van elk effect bewerken. System pag. 26
Hier kunt u instellingen maken die op de gehele
GT-100 van toepassing zijn, zoals uitvoerinstel-
lingen en Phrase Loop instellingen.
EZ (Easy) Tone pag. 4
Hier kunt u de gewenste klank creëren door sim-
pelweg een muziekstijl en het type song dat u in
Control/Expression pag. 31
gedachte heeft te kiezen. Ook kunt u de instellingen Hier kunt u de gewenste functies aan het
voor Amp en Overdrive/Distortion op een intuïtieve [ACC/CTL] pedaal, [EXP] pedaal en externe peda-
manier aanpassen. len toewijzen.
3 Bewerk de waardes
4 Verlaat de instellingen
Druk op .
U keert naar het Play scherm terug.
OPMERKING
De instellingen die u heeft bewerkt, gaan verloren als u van Patch verandert. Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, moet u deze als een
User (gebruiker) Patch opslaan (gebruikershandleiding: p.13).
3
EZ TONE
PATCH CREATE OD/DS CUSTOMIZE
Hiermee kunt u uw geluid gemakkelijk creëren, vanuit de muziekstijl en Hiermee kunt u de Overdrive/Distortion op intuïtieve wijze aanpassen.
het type song dat u kiest.
Parameter Waarde Uitleg
Parameter Waarde Uitleg OD-1 Dit modelleert het geluid van de BOSS OD-1.
BLUES Bluesgeluid OD-2 Dit is een Overdrive geluid met hoge Gain.
Soul Funk Soul en Funk geluid CRUNCH Dit is een Crunch geluid.
Jazz Jazzgeluid Dit levert een standaard, traditioneel ver-
DS-1
LIVERPOOL Britse Rock vormd geluid.
CUSTOM
Het Hardrock geluid dat in de jaren ‘70 popu- TYPE DS-2 Dit creëert een zwaarder vervormd geluid.
70's HARD ROCK
lair was Dit is een metaalachtig geluid met een ken-
METAL1
Het Metal geluid dat in de jaren ’80 populair merkende middenreeks.
80s METAL
was METAL2 Dit levert een zwaar Metal geluid.
MODERN METAL Modern Metal geluid Dit levert een standaard, traditioneel Fuzz
BASIC TONE FUZZ
West Coast Westkust geluid geluid.
Fuzz Rock Fuzz +: scherpe vervorming
SOFT –HARD -50–+50
-: warme vervorming
STUDIO Opnamestudio
BACKING – +: voor solospel
PROGRESSIVE Progressief -50–+50
SOLO -: voor achtergrond
SURF ROCK Surf Rock geluid
COUNTRY Country
Acoustic Voor akoestische gitaar
Punk Pop Punk Pop
+: scherpe vervorming
SOFT –HARD -50–+50
-: warme vervorming
BACKING – +: voor solospel
-50–+50
SOLO -: voor achtergrond
AMBIENCE 0–100 Past de lengte van de resonantie aan
AMP CUSTOMIZE
Hiermee kunt u de versterker op intuïtieve wijze aanpassen.
4
EFFECT
OD/DS TYPE
COMP Dit is een lijst van vervormingtypes die voor OD/DS geselecteerd kunnen
worden.
Dit is een effect dat een lange Sustain produceert door het volumeniveau
van het ingangssignaal glad te strijken.
Categorie Type Uitleg
OD/DS
ceert.
Dit modelleert het geluid van de BOSS
OD-1.
OD-1
Dit effect vervormt het geluid om een lange Sustain te creëren. Dit produceert een zachte, milde vervor-
ming.
Parameter Waarde Uitleg T-SCREAM Dit modelleert een Ibanez TS-808.
ON/OFF OFF, ON Zet dit effect aan/uit. Dit is het High-gain Overdrive geluid van de
TURBO OD
BOSS OD-2.
TYPE Zie OD/DS TYPE
Dit levert een standaard, traditioneel ver-
DRIVE 0–120 Past de diepte van vervorming aan. VINTAGE DIST
vormd geluid.
TONE -50–+50 Past de klank aan. RAT Dit modelleert een Proco RAT.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het OD/DS geluid aan. GUV DS Dit modelleert een Marshall GUV’NOR.
Past de klank van de lage frequentiereeks DST+ Dit modelleert een MXR DISTORTION+.
aan.
Als dit naar links wordt gedraaid (tegen de Dit modelleert het geluid van de BOSS MT-2.
BOTTOM -50–+50 wijzers van de klok in), wordt een geluid met METAL ZONE Dit produceert een brede reeks Metal gelui-
een afgekapt low end gecreëerd. den, van oude stijl tot Slash Metal.
Als u dit naar rechts draait wordt het low end Dit modelleert een FUZZFACE.
in het geluid versterkt. ’60S FUZZ
Dit produceert een vet Fuzz geluid.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. Dit modelleert een Electro-Harmonix Big
MUFF FUZZ
Verandert de klank in één die geschikt is voor Muff π.
SOLO SW OFF, ON
solo’s. Aangepast OD/DS.
Past het volumeniveau aan als Solo SW op U kunt het op elke gewenste manier aan-
SOLO LEVEL 0–100 CUSTOM
ON staat. passen, om het geluid dat u in gedachten
heeft te verkrijgen.
5
EFFECT
Dit levert een standaard, traditioneel vervormd Dit is een compacte luidspreker met open ach-
DS-1 1x10"
geluid. terkant en één 10-inch luidspreker.
CUSTOM TYPE Dit is een compacte luidspreker met open ach-
DS-2 Dit creëert een zwaarder vervormd geluid. 1x12"
terkant en één 12-inch luidspreker.
Dit is een Metal geluid met een kenmerkende
METAL1 Dit is een algemene luidspreker met open ach-
middenreeks. SP TYPE *1 2x12"
terkant en twee 12-inch luidspreker.
METAL2 Dit levert een Heavy Metal geluid.
Dit is een optimale luidsprekerkast voor een
FUZZ Dit levert een standaard, traditioneel Fuzz geluid. 4x10" grote, ingesloten versterker met vier 10-inch
luidsprekers.
+: voor solo
CUSTOM CHAR -50–+50 Dit is een optimale luidsprekerkast voor een
-: voor achtergrond
4x12" grote, ingesloten versterker met vier 12-inch
Dit regelt de lage frequentiereeks van het luidsprekers.
CUSTOM
-50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor-
BOTTOM Dit is een double stack van twee kasten, elk met
ming in de lage frequentiereeks aan. 8x12"
vier 12-inch luidsprekers.
Dit regelt de hoge frequentiereeks van het
CUSTOM TOP -50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor- Aangepaste luidspreker.
ming in de hoge frequentiereeks aan. CUSTOM U kunt deze naar wens aanpassen, om het
gewenste geluid te verkrijgen.
Past de klank van de lage reeks aan nadat vervor-
CUSTOM LOW -50–+50
ming is toegepast. Deze instelling selecteert het gesimuleerde microfoontype.
Past de klank van de hoge reeks aan nadat ver- Dit is het geluid van de SHURE SM-57. Algemene
CUSTOM HIGH -50–+50
vorming is toegepast. dynamische microfoon, gebruikt voor instrumen-
DYN57 ten en vocalen.
Optimaal voor het uitversterken van gitaarver-
sterkers.
PREAMP DYN421
Dit is het geluid van de SENNHEISER MD-421.
Dynamische microfoon met uitgebreid Low-end.
MIDDLE 0–100 Past de klank van de middenfrequentie aan. Dit simuleert de microfoonpositie.
TREBLE 0–100 Past de klank van de hoge frequentie aan. Simuleert de situatie waarbij de microfoon in het
CENTER
MIC POS *1 midden van de luidsprekerconus is geplaatst.
Past de klank van de ultra hoge frequentie aan.
Simuleert de situatie waarbij de microfoon naast
* De PRESENCE parameter functioneert als een 1–10 cm
PRESENCE 0–100 het midden van de luidsprekerconus is geplaatst.
high-cut filter bij sommige voorversterker
types. MIC LEVEL *1 0–100 Past het volume van de microfoon aan.
6
EFFECT
Een versterker met een brede frequentiereeks Dit modelleert het drivegeluid van en VOX
FULL RANGE en een extreem vlakke respons. AC-30TB.
VO DRIVE
Goed voor akoestische gitaar. Dit is een geluid dat geschikt is voor Britse
Crunch geluid waarmee de nuances van uw Rock van de jaren zestig.
spel natuurgetrouwer uitgedrukt kunnen Dit modelleert het sologeluid van de VOX
COMBO CRUNCH VO LEAD
worden dan op conventionele combover- AC-30TB.
sterkers.
Dit modelleert het geluid dat op de linke-
Goed aanvoelend Crunch geluid dat goed ringang van een Matchless D/C-30 wordt
reageert op plukdynamiek terwijl alle definië- MATCH DRIVE ingevoerd. Een simulatie van de nieuwste
STACK CRUNCH
rende kenmerken van een 4 x 12” luidspreker- buizenversterker, veelgebruikt in Blues en
kast behouden blijven. Rock muziekstijlen.
ADVANCED
High-gain geluid van een vintage Marshall, Dit modelleert het sologeluid van de MESA/
speciaal vernieuwd op een manier die alleen Boogie comboversterker. Het geluid van
HiGAIN STACK BG LEAD
met COSM modelleringtechnologie mogelijk een buizenversterker, typerend voor eind
is. jaren ’70 tot ’80.
VINTAGE
Een ‘Straight Drive’ geluid dat in verschillende Dit modelleert een MESA/Boogie met TREBLE
situaties goed werkt, van achtergrond tot BG DRIVE
SHIFT SW aan.
POWER DRIVE solo. Een dergelijk geluid kan niet van een
bestaande comboversterker of stack verster- Dit modelleert het geluid dat op Input 1 van
ker worden verkregen. een Marshall 1959 wordt ingevoerd.
MS1959 I
Dit is een geluid met veel hoog, geschikt voor
Een nieuw type geluid dat de ongelijke Hardrock.
EXTREM LEAD frequentierespons, typerend voor bestaande
grote stack versterkers, gladstrijkt. Het geluid van het parallel koppelen van
ingangen I en II van de gitaarversterker,
Geluid van een grote stack die op grote MS1959 I+II
hetgeen een geluid met een sterker low end
CORE METAL schaal getweaked is, om het ultieme Metal dan I creëert.
geluid te verkrijgen.
Modelleert het geluid van de Channel 2
R-FIER VINTAGE VINTAGE Mode op de MESA/Boogie DUAL
Rectifier.
Modelleert het geluid van de Channel 2
R-FIER MODERN MODERN Mode op de MESA/Boogie DUAL
Rectifier.
Dit modelleert een Hughes & Kettner Triamp
T-AMP LEAD
AMP3.
Dit modelleert een Soldano SLO-100. Dit is de
SLDN
typische klank van de jaren tachtig.
Dit modelleert het solokanaal van een Peavey
5150 DRIVE
EVH-5150.
Dit is een aangepaste voorversterker.
CUSTOM U kunt dit naar wens aanpassen, om het
geluid dat u in gedachten heeft, te verkrijgen.
7
EFFECT
CUSTOM TYPE Dit is een sologeluid van een combo buizenver- Past het algehele volumeniveau van de Equalizer
COMBO LEAD LEVEL -20–+20 dB
sterker, kenmerkend voor eind jaren ‘70 tot ‘80. aan.
Dit modelleert de geluidsinvoer op Input 1 op LOW-MID Specificeert het midden van de frequentiereeks
een Marshall 1959. 20 Hz–10.0 kHz
MS HiGAIN FREQ die door de LOW-MID GAIN wordt aangepast.
Dit is een geluid met veel hoog, geschikt voor
Hardrock. Past de breedte van het gebied aan dat door de
LOW-MID Q 0.5–16 EQ wordt beïnvloed, gecentreerd op de LOW-MID
Deze originele High-gain versterker levert een FREQ. Hogere waardes maken het gebied smaller.
MODERN
dik laag en sterke vervorming, terwijl de heldere
STACK LOW-MID Past de klank van de laag-midden frequentie-
definitie van het geluid behouden blijft. -20–+20 dB
GAIN reeks aan.
+: voor solospel
CUSTOM CHAR -50–+50
-: voor achtergrond HIGH-MID Specificeert het midden van de frequentiereeks
20 Hz–10.0 kHz
FREQ die door de HIGH-MID GAIN wordt aangepast.
Dit regelt de lage frequentiereeks van het
CUSTOM BOT-
-50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor- Past de breedte aan van het gebied dat door de
TOM
ming in de lage frequentiereeks aan. HIGH-MID Q 0.5–16 EQ wordt beïnvloed, gecentreerd op de LOW-MID
Dit regelt de hoge frequentiereeks van het FREQ. Hogere waardes maken het gebied smaller.
CUSTOM EDGE -50–+50 ingangsgeluid en past de hoeveelheid vervor- HIGH-MID Past de klank van de laag-midden frequentie-
ming in de hoge frequentiereeks aan. -20–+20 dB
GAIN reeks aan.
CUSTOM PRE- Past de lage frequentie klank van de voorverster- Dit stelt de frequentie waarop het Low cut filter
-50–+50 FLAT,
AMP LOW ker sectie aan. LOW CUT in werking treedt. Als FLAT is geselecteerd, heeft
20 Hz–800 Hz
CUSTOM PRE- Past de hoge frequentie klank van de voorver- het Low cut filter geen effect.
-50–+50
AMP HIGH sterker sectie aan. Dit stelt de frequentie in, waarop het High cut
630 Hz–
HIGH CUT filter in werking treedt. Als FLAT is geselecteerd,
12.5 kHz, FLAT
heeft het hoge cut filter geen effect.
8
EFFECT
TREMOLO
Uitleg
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in volume
creëert.
Met FX1 en FX2 kunt u het effect dat gebruikt wordt uit het volgende
Dit produceert een effect zoals het geluid van een roterende
selecteren: ROTARY
luidspreker.
Dit modelleert een Uni-Vibe.
Parameter Waarde Uitleg
UNI-V Hoewel dit op een Phaser-effect lijkt, biedt dit ook een unieke gol-
ON/OFF OFF, ON Zet dit effect aan/uit. ving die met een reguliere Phaser niet te verkrijgen is.
TYPE Zie FX1/FX2 TYPE Als u geluid in stereo speelt, en het volumeniveau van de linker en
rechterkanten afwisselend verandert, kunt u een effect verkrijgen
PAN
dat maakt dat het gitaargeluid tussen de luidsprekers heen en
weer lijkt te vliegen.
FX1/FX2 TYPE SLICER
Dit onderbreekt het geluid achtereenvolgend om de indruk te
wekken dat een ritmische achtergrondfrase wordt gespeeld.
Dit is een lijst met effecten die voor FX1/FX2 geselecteerd kunnen worden.
Dit effect creëert vibrato door de toonhoogte lichtelijk te modu-
VIBRATO
leren.
Effect Name Uitleg
Dit creëert een bel-achtige klank door het gitaargeluid met het
T. WAH U kunt een Wah-effect produceren, waarbij het filter als reactie op RING MOD. signaal van de interne oscillator te ‘ring-moduleren’. Het geluid kan
(Touch Wah) het gitaarniveau verandert. onmuzikaal zijn en onderscheidende toonhoogtes missen.
AUTO WAH Dit verandert de filtering binnen een periodieke cyclus, hetgeen HUMANIZER Dit kan menselijke klinker-achtige klanken creëren.
(Auto Wah) een automatisch Wah-effect biedt. Frequentieband divisie wordt gebruikt om twee verschillende
U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door het [EXP] pedaal Chorussen te produceren, één voor lage frequenties en één voor
SUB WAH of het expressiepedaal, dat op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack is 2X2 CHORUS hogere frequenties, voor zowel de linker als rechter kanalen (vier
aangesloten, aan te passen. in totaal). Op die manier kunt u een natuurlijker Chorusgeluid
bereiken.
ADV. COMP Dit is een effect dat een lange Sustain produceert door het volu-
meniveau van het ingangssignaal glad te strijken. U kunt dit ook Dit is een Delay met een maximale Delay tijd van 1.000 ms. Dit
SUB DELAY
(Advanced als een Limiter gebruiken om alleen de geluidspieken te onder- effect is bruikbaar om het geluid vetter te maken.
Compressor) drukken en vervorming te voorkomen.
De Limiter verzwakt luide ingangsniveaus om vervorming te
LIMITER
voorkomen.
SUB OD/DS Dit effect vervormt het geluid om een lange Sustain te creëren.
GRAPHIC EQ
Dit past de klank als een Equalizer aan. U kunt de geluidskwaliteit
(Graphic Equa- in tien banden aanpassen.
lizer)
PARAMETRIC
EQ Pas de klankkwaliteit aan. U kunt de geluidskwaliteit in vier ban-
(Parametric den aanpassen.
Equalizer)
TONE MODIFY Dit verandert de klank van de aangesloten gitaar.
GUITAR SIM Door middel van simulatie van de kenmerken van bepaalde gitaar-
componenten, zoals elementen en verschillende gitaar bodies,
(Guitar Simu- kunt u tussen een aantal verschillende gitaar types afwisselen
lator) terwijl u slechts één enkele gitaar gebruikt.
Dit produceert een volume aanzwellend effect (‘vioolachtige
SLOW GEAR
klank’).
DEFRETTER Dit simuleert een fretloze gitaar.
WAVE SYNTH Dit is een synth klank die het gitaar ingangssignaal bewerkt.
SITAR SIM.
(Sitar Simu- Dit simuleert het geluid van de sitar.
lator)
Dit voegt een noot op een octaaf lager toe, hetgeen het geluid
OCTAVE
voller maakt.
Dit effect verandert de toonhoogte van het originele geluid (hoger
PITCH SHIFTER
of lager) binnen een reeks van twee octaven.
Harmonist is een effect waarbij de hoeveelheid verschuiving
HARMONIST wordt aangepast volgens een analyse van de gitaarinvoer, zodat u
harmonie gebaseerd op diatonische ladders kunt creëren.
U kunt maken dat geluid dat op de gitaar wordt gespeeld wordt
vastgehouden.
SOUND HOLD
Met dit effect kunt u de melodie in de hoge registers spelen terwijl
een noot in de lage registers wordt vastgehouden.
AC. PROCES- Met deze processor kunt u het geluid dat door het element op een
SOR akoestisch-electrische gitaar wordt geproduceerd veranderen, en
(Acoustic een rijkere klank creëren, gelijkend op het geluid dat verkregen
Processor) wordt wanneer een microfoon dicht bij de gitaar wordt geplaatst.
Door gevarieerde fase porties aan het directe geluid toe te voe-
PHASER
gen, geeft het Phaser-effect het geluid een wervelend karakter.
Het Flanging effect geeft het geluid een draaiend, vliegtuigachtig
FLANGER
karakter.
9
EFFECT
UP De frequentie van het filter stijgt. Deze uitgebreide Wah heeft een variabele
7STRING WAH reeks, compatibel met zevensnarige en bari-
Past de gevoeligheid aan, waarop het filter ton gitaren.
verandert in de richting die door de Polarity
Dit geheel originele effect biedt verbeterin-
SENS 0–100 instelling is bepaald. Hogere waardes resul-
RESO WAH gen in de karakteristieke resonanties die door
teren in een sterkere respons. Op 0 ingesteld
analoge synth filters worden geproduceerd.
heeft de sterkte van het plukken geen effect.
Past de positie van het Wah-pedaal aan.
Past de middenfrequentie van het Wah-effect
FREQ 0–100
aan. PEDAL POS 0–100 * Deze parameter wordt gebruikt nadat deze
aan een EXP pedaal of soortgelijke control-
Past de manier waarop het Wah-effect op
ler is toegewezen.
het gebied rond de middenfrequentie wordt
toegepast aan. Selecteert de klank die geproduceerd wordt
PEAK 0–100 Hogere waardes produceren een sterker PEDAL MIN 0–100 als de hiel van het EXP pedaal wordt inge-
klank die het Wah-effect meer benadrukt. drukt.
Met een waarde van 50 wordt een standaard
Selecteert de klank die geproduceerd wordt
Wah-klank geproduceerd.
PEDAL MAX 0–100 als de teen van het EXP pedaal wordt inge-
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan. drukt.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
AUTO WAH
Dit verandert de filtering binnen een periodieke cyclus, hetgeen een
ADV. COMP
automatisch Wah-effect biedt. Dit is een effect dat een lange Sustain produceert door het volumeniveau
van het ingangssignaal glad te strijken. U kunt dit ook als een Limiter
Parameter Waarde Uitleg gebruiken om alleen de geluidspieken te onderdrukken en vervorming te
Selecteert de Wah modus. voorkomen.
Dit creëert een Wah-effect over een brede
LPF Parameter Waarde Uitleg
MODE frequentiereeks.
Dit creëert een Wah-effect in een smalle Selecteert het type compressor.
BPF
frequentiereeks. BOSS COMP Dit modelleert een BOSS CS-3.
Past de frequentie (snelheid ) van de veran- Dit is een compressor die een nog sterker
dering aan. HI-BAND
effect in het High end toevoegt.
* Op BPM ingesteld wordt de waarde van
LIGHT Dit is een compressor met een licht effect.
elke parameter ingesteld volgens de
waarde van de ‘MASTER BPM’, die voor D-COMP Dit modelleert een MXR DynaComp.
0–100, elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt het
RATE Dit is gemodelleerd naar de klank van de Dan
bereiken van effectgeluid instellingen die TYPE ORANGE
BPM – Armstrong ORANGE SQUEEZER.
met het tempo van de song overeenkomen
gemakkelijker. Wanneer dit compressoreffect zwaar wordt
* Als het tempo maakt dat de tijd langer FAT toegepast, wordt een vette toon met een
is dan de reeks toegestane instellingen, versterkte middenreeks verkregen.
wordt het met een periode van 1/2 of 1/4 Wanneer dit compressoreffect zwaar wordt
van die tijd gesynchroniseerd. MILD toegepast, produceert het een zachte toon
DEPTH 0–100 Past de diepte van het effect aan. met een afgekapt High end.
Past de middenfrequentie van het Wah-effect STEREO COMP Dit selecteert een stereo compressor.
FREQ 0–100
aan. Past de reeks (tijd) waarover signalen op laag
Past de hoeveelheid Wah-effect dat in de SUSTAIN 0–100 niveau worden versterkt. Hogere waardes
reeks nabij de middenfrequentie wordt resulteren in een langere Sustain.
toegepast aan. Hogere waardes produceren ATTACK 0–100 Past de Attack tijd aan.
PEAK 0–100
een sterkere klank die het Wah-effect meer
benadrukt. Met een waarde van 50 wordt een LEVEL 0–100 Past het volume aan.
standaard Wah-klank geproduceerd. TONE -50–+50 Past de klank aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
10
EFFECT
LIMITER PARAMETRIC EQ
De Limiter verzwakt luide ingangsniveaus en voorkomt vervorming. Past de klankkwaliteit aan. U kunt de geluidskwaliteit in vier banden
aanpassen.
Parameter Waarde Uitleg
Selecteert het Limiter type. Parameter Waarde Uitleg
BOSS LIMITER Dit selecteert een stereo Limiter. Past de klank van de lage frequentiereeks
LOW GAIN -20–+20 dB
TYPE aan.
RACK 160D Dit modelleert een dbx 160X.
Past de klank van de hoge frequentiereeks
HIGH GAIN -20–+20 dB
VTG RACK U Dit modelleert een UREI 1178. aan.
Pas dit aan, al naar gelang het ingangssig- Past het algehele volumeniveau van de
LEVEL -20–+20 dB
naal van de gitaar. Als het ingangssignaal- Equalizer aan.
THRESH 0–100
niveau deze drempelwaarde overschrijdt,
Specificeert het midden van de frequen-
wordt Limiting toegepast. LOW-MID
20 Hz–10.0 kHz tiereeks die door de LOW-MID GAIN wordt
FREQ
Dit selecteert de compressie ratio die aangepast.
RATIO 1:1–INF:1 gebruikt wordt met signalen die de drem-
Past de breedte van het gebied dat door de
pelwaarde overschrijden.
EQ, gecentreerd op de LOW-MID FREQ, wordt
LOW-MID Q 0.5–16
LEVEL 0–100 Past het volume aan. beïnvloed aan. Hogere waardes maken het
gebied smaller.
Past de sterkte van de ‘picking attack’ aan
als de snaren worden bespeeld. Hogere LOW-MID Past de klank van de laag-midden frequen-
-20–+20 dB
ATTACK 0–100 waardes resulteren in een scherpere attack, GAIN tiereeks aan.
hetgeen een duidelijker gedefinieerde klank
Specificeert het midden van de frequen-
creëert. HIGH-MID
20 Hz–10.0 kHz tiereeks die door de HIGH-MID GAIN wordt
FREQ
RELEASE 0–100 Past de Release tijd aan. aangepast.
Past de breedte van het gebied dat door de
EQ, gecentreerd op de HIGH-MID FREQ, wordt
HIGH-MID Q 0.5–16
beïnvloed aan. Hogere waardes maken het
SUB OD/DS HIGH-MID
gebied smaller.
Past de klank van de laag-midden frequen-
-20–+20 dB
Dit effect vervormt het geluid om lange Sustain te creëren. GAIN tiereeks aan.
Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
Parameter Waarde Uitleg LOW CUT FLAT, 20 Hz–800 Hz filter in werking treedt in. Als FLAT is geselec-
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
Zie ‘OD/DS TYPE’ (p.5)
TYPE Dit stelt de frequentie waarop het High cut
* ‘CUSTOM’ is niet beschikbaar. 630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt in. Als FLAT is geselec-
DRIVE 0–120 Past de diepte van vervorming aan. FLAT
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
TONE -50–+50 Past de klank aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het OD/DS geluid aan.
Past de klank van de lage frequentiereeks
aan. TONE MODIFY
Als u dit naar links draait (tegen de wijzers
BOTTOM -50–+50 van de klok in) wordt een geluid waarvan het Dit verandert de klank van de aangesloten gitaar.
low end wordt afgekapt. Als dit naar rechts
wordt gedraaid wordt het low end van het
Parameter Waarde Uitleg
geluid versterkt.
Selecteert het type klankwijziging.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
FAT Vette klank met versterkte middenreeks.
Verandert de klank in een klank die geschikt
SOLO SW OFF, ON
is voor solo’s. Heldere klank met een versterkte hoge
PRES (PRESENCE)
midden-reeks.
Past het volumeniveau aan als de Solo SW op
SOLO LEVEL 0–100
ON staat. Milde klank met een teruggebracht High
MILD
end.
TYPE
TIGHT Klank met afgekapte lage frequenties.
GRAPHIC EQ
ENHANC (ENHANCE) Klank met versterkte hoge frequenties.
Dit produceert een klank met meer kracht
RESO 1–3 en ‘punch’ door het toevoegen van resonan-
Dit past de klank als een equalizer aan. U kunt de geluidskwaliteit in tien (RESONATOR 1–3) tie in de lage frequentiereeks en midden-
banden aanpassen. reeks.
Past de klank van de lage frequentiereeks
LOW -50–+50
Parameter Waarde aan.
31 Hz Past de klank van de hoge frequentiereeks
HIGH -50–+50
aan.
62 Hz
LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
125 Hz
Dit past de sterkte van de Low-end en mid-
250 Hz
RESO 0–100 denreeks resonantie aan als TYPE op RESO,
500 Hz 1, 2 of 3 is ingesteld.
-20–+20 dB
1 kHz
2 kHz
4 kHz
8 kHz
16 kHz
LEVEL -20–+20 dB
11
EFFECT
12
EFFECT
Past de hoeveelheid van het kenmerkende Selectie voor de Pitch Shifter modus
‘gezoem’ aan, dat door de ‘buzz bridge’ wordt FAST,
BUZZ 0–100 De respons is langzamer in de volgorde van
geproduceerd wanneer de snaren daarmee
MEDIUM, FAST, MEDIUM en SLOW, maar de modulatie
contact maken.
SLOW vermindert in dezelfde volgorde.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan. PS1:MODE
MONO wordt gebruikt voor het invoeren van
PS2:MODE
losse noten.
13
EFFECT
* U kunt het Harmonist effect niet gebruiken met geluidsinvoer via USB. Bb Bb– Bb–Bb– Bb– Bb
B B– B–B– B– B
Parameter Waarde Uitleg
Selecteert het aantal stemmen voor het Pitch Shift geluid. Specificeer de nootnaam van het uitgangsgeluid. De min (-) en plus (+) symbolen
geven geluiden boven of onder de ingestelde nootnaam aan. Driehoeken naast de
Eenstemmig in toonhoogte verschoven geluid,
1-VOICE nootnamen geven octaven aan. Eén naar beneden wijzende driehoek duidt op een
in mono uitgestuurd.
noot één octaaf onder de weergegeven noot. Twee driehoeken geven een daling van
VOICE Tweestemmig in toonhoogte verschoven geluid twee octaven aan. Eén naar boven wijzende driehoek duidt op een noot één octaaf
2-MONO
(HR1, HR2), in mono uitgestuurd. boven de weergegeven noot. Twee driehoeken geven een stijging van twee octaven
aan.
Tweestemmig in toonhoogte verschoven geluid
2-STEREO (HR1, HR2), via de linker en rechterkanalen * Effectief als USER voor de HARM parameter is geselecteerd.
uitgestuurd.
Dit bepaalt de toonhoogte van een geluid dat
14
EFFECT
15
EFFECT
TREMOLO UNI-V
Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in volume creëert. Dit modelleert een Uni-Vibe.
Hoewel dit op een Phaser-effect lijkt, biedt dit ook een unieke golving die
Parameter Waarde Uitleg met een gewone Phaser niet verkregen kan worden.
Past veranderingen in volumeniveau aan.
WAVE SHAPE 0–100 Met een hogere waarde wordt de vorm van Parameter Waarde Uitleg
de golf steiler.
Past de snelheid van het UNI-V effect aan.
Past de frequentie (snelheid) van de veran-
dering aan. * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
waarde van iedere parameter ingesteld vol- voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die 0–100, het bereiken van effect geluidsinstellingen
RATE
0–100, voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt BPM – die met het tempo van de song overeenko-
RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen men gemakkelijker.
BPM –
die met het tempo van de song overeenko-
* Indien, door het tempo, de tijd langer
men gemakkelijker.
is dan de reeks toegestane instellingen,
* Indien, door het tempo, de tijd langer wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
is dan de reeks toegestane instellingen, 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
1/4 van die tijd gesynchroniseerd. DEPTH 0–100 Past de diepte van het UNI-V effect aan.
DEPTH 0–100 Past de diepte van het effect aan. LEVEL 0–100 Past het volume aan.
PAN
ROTARY Terwijl het volumeniveau van de linker en rechterkanten afwisselend
verandert als geluid in stereo wordt gespeeld, kunt u een effect verkrijgen
Dit produceert een effect zoals het geluid van een roterende luidspreker. dat maakt dat het gitaargeluid tussen de luidsprekers heen en weer lijkt te
vliegen.
Parameter Waarde Uitleg
Deze parameter verandert de rotatiesnelheid Parameter Waarde Uitleg
SPEED
SLOW, FAST van de gesimuleerde luidspreker (SLOW of
SELECT Dit varieert het volumeniveau aan de linker
FAST).
AUTO en rechterkant volgens de instellingen voor
0–100, Deze parameter past de SPEED SELECT van TYPE WAVE SHAPE, RATE en DEPTH.
RATE-SLOW
BPM – rotatie aan als ‘SLOW’ is ingesteld.
Uitvoer gebruikt de volumebalans die met
MANUAL
Deze parameter past de SPEED SELECT van POS is ingesteld.
rotatie aan als ‘FAST’ is ingesteld. Past veranderingen in volumeniveau aan.
WAVE SHAPE
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de 0–100 Met een hogere waarde wordt de vorm van
*1
waarde van iedere parameter ingesteld vol- de golf steiler.
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt Past de frequentie (snelheid) van de veran-
0–100, dering aan.
RATE-FAST het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM –
die met het tempo van de song overeenko- * Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
men gemakkelijker. waarde van iedere parameter ingesteld vol-
* Indien, door het tempo, de tijd langer gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
is dan de reeks toegestane instellingen, 0–100, voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of RATE *1 het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM –
1/4 van die tijd gesynchroniseerd. die met het tempo van de song overeenko-
men gemakkelijker.
Deze parameter past de hoeveelheid diepte
DEPTH 0–100 * Indien, door het tempo, de tijd langer
in het Rotary-effect aan.
is dan de reeks toegestane instellingen,
Deze parameter past de tijd aan waarbinnen wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
RISE TIME 0–100 de rotatie SPEED SELECT verandert als ‘SLOW’ 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
in ‘FAST’ wordt veranderd.
DEPTH *1 0–100 Past de diepte van het effect aan.
Deze parameter past de tijd aan waarbinnen
FALL TIME 0–100 de rotatie SPEED SELECT verandert als ‘FAST’ L 100–CENTER– Dit past de volumebalans tussen de linker en
POS *2
in ‘SLOW’ wordt veranderd. R 100 rechterkanalen aan.
LEVEL 0–100 Past het volume aan. LEVEL 0–100 Past het volume aan.
16
EFFECT
VIBRATO PICKING
Dit verandert van VOWEL 1 in VOWEL 2, samen met
het gitaarspel. De tijd die voor de verandering wordt
MODE gebruikt, wordt met de snelheid aangepast.
Dit effect creëert vibrato door de toonhoogte lichtelijk te moduleren. Door de snelheid en diepte aan te passen, kunnen twee
AUTO klinkers (VOWEL 1 en VOWEL 2) automatisch worden
Parameter Waarde Uitleg afgewisseld.
Past de snelheid van het vibrato aan. VOWEL 1 a, e, i, o, u Selecteert de eerste klinker.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de VOWEL 2 a, e, i, o, u Selecteert de tweede klinker.
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
Past de gevoeligheid van de Humanizer aan.
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt Als dit op een lagere waarde is ingesteld, wordt er geen
0–100, het bereiken van effect geluidsinstellingen SENS *1 0–100 effect van de Humanizer verkregen als u zacht speelt,
RATE terwijl sterker spelen het effect produceert. Als dit op
BPM – die met het tempo van de song overeenko-
men gemakkelijker. een hogere waarde is ingesteld, kan het effect van de
Humanizer worden verkregen met zacht of sterk spel.
* Indien, door het tempo, de tijd langer
is dan de reeks toegestane instellingen, Past de cyclus voor het veranderen van de twee klinkers
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of aan.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de waarde van
DEPTH 0–100 Past de diepte van het vibrato aan. iedere parameter ingesteld volgens de waarde van de
0–100, ‘MASTER BPM’, die voor elke Patch is gespecificeerd.
Dit selecteert aan/uit voor het vibrato. RATE Dit maakt het bereiken van effect geluidsinstellin-
TRIGGER OFF, ON BPM –
* We gaan er van uit dat deze parameter aan gen die met het tempo van de song overeenkomen
de voetschakelaar wordt toegewezen. gemakkelijker.
Dit stelt de tijd in die voorbij gaat vanaf het * Indien, door het tempo, de tijd langer is dan de reeks
moment dat de Trigger wordt aangezet tot- toegestane instellingen, wordt deze dan aan een peri-
dat het ingestelde vibrato wordt bereikt. ode van 1/2 of 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
* Als een Patch waarvan TRIGGER op ON is DEPTH 0–100 Past de diepte van het effect aan.
ingesteld wordt opgeroepen, is het effect Dit bepaalt het punt waarop de twee klinkers worden
RISE TIME 0–100 dat u verkrijgt identiek aan dat wat er afgewisseld. Als dit op 50 is ingesteld, worden VOWEL
gebeurt wanneer TRIGGER van Off naar 1 en VOWEL 2 binnen dezelfde tijd afgewisseld. Als dit
On wordt geschakeld. Als u wilt dat het MANUAL *2 0–100 lager dan 50 is ingesteld, is de tijd voor VOWEL 1 korter.
Vibrato-effect direct nadat de Patches zijn
veranderd wordt geproduceerd, stelt u RISE Als dit hoger dan 50 is ingesteld, is de tijd voor VOWEL
TIME op 0 in. 1 langer.
LEVEL 0–100 Past het volume aan. LEVEL 0–100 Past het volume aan.
17
EFFECT
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de EFFECT LEVEL 0–120 Past het volume van het Delaygeluid aan.
waarde van iedere parameter ingesteld vol- Dit stelt de frequentie in waarop het High cut
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die 630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt. Als ‘FLAT’ is geselec-
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt FLAT
0–100, teerd, heeft het High cut filter geen effect.
HIGH RATE het bereiken van effect geluidsinstellingen
BPM – Past de Delaytijd van de linkerkanaal Delay
die met het tempo van de song overeenko-
men gemakkelijker. aan. Deze instelling past de L kanaal Delaytijd
TAP TIME *1 0–100%
aan, ten opzichte van de R kanaal Delaytijd
* Indien, door het tempo, de tijd langer (beschouwd als 100%).
is dan de reeks toegestane instellingen,
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Past de diepte van het Chorus-effect voor de *1 Instelling beschikbaar als TYPE op PAN is ingesteld.
hoge frequentiereeks aan. Als u dit als een
HIGH DEPTH 0–100
verdubbelingeffect wilt gebruiken, gebruikt u
een instelling van 0.
Past de Delay van het effectgeluid in de lage
LOW PRE frequentiereeks aan. Het uitbreiden van de
0.0 ms–40.0 ms
DELAY Pre-Delay produceert het gevoel van meer-
dere klanken (verdubbelingeffect).
Past het volume van het effectgeluid in de
LOW LEVEL 0–100
lage frequentiereeks aan.
Past de Delay van het effectgeluid in de hoge
HIGH PRE frequentiereeks aan. Het uitbreiden van de
0.0 ms–40.0 ms
DELAY Pre-Delay produceert het gevoel van meer-
dere klanken (verdubbelingeffect).
Past het volume van het effectgeluid in de
HIGH LEVEL 0–100
hoge frequentiereeks aan.
Dit stelt de frequentie die de lage en hoge
XOVER FREQ 100 Hz–4.00 kHz
frequentiereeksen verdeelt in.
18
EFFECT
DELAY COMMON
Dit effect voegt een vertraagd geluid aan het directe geluid toe, waardoor Parameter Waarde Uitleg
het meer body krijgt of waarmee speciale effecten worden gecreëerd. Dit bepaalt de Delaytijd.
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de
Parameter Waarde Uitleg
waarde van iedere parameter ingesteld vol-
DELAY gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die
OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
ON/OFF voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
1 ms–2000 ms, het bereiken van effect geluidsinstellingen
Dit selecteert het type Delay. DELAY TIME
BPM – die met het tempo van de song overeenko-
* Als u van Patch verandert, met Type ingesteld op DUAL-S, DUAL-P men gemakkelijker.
of DUAL-L/R, en dan meteen begint te spelen nadat de Patches zijn * Indien, door het tempo, de tijd langer
veranderd, kan het bedoelde effect mogelijk niet verkregen worden is dan de reeks toegestane instellingen,
in het eerste gedeelte van hetgeen u speelt. wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
* Het stereo-effect wordt opgeheven als een mono effect of COSM 1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Amp na een stereo Delay-effect is geschakeld.*
Dit stelt de hoeveelheid Delaygeluid dat
SINGLE Dit is een simpele, mono Delay. naar de invoer wordt teruggestuurd in. Met
F.BACK 0–100
een hogere waarde neemt het aantal Delay
Deze Delay is specifiek voor stereo uitvoer. Hiermee
herhalingen toe.
kunt u het Tap Delay-effect verkrijgen dat de Delay-
tijd verdeelt, en deze dan naar de L en R kanalen Dit stelt de frequentie waarop het High cut
630 Hz–12.5 kHz,
overbrengen. HIGH CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
FLAT
teerd, heeft het High cut filter geen effect.
Tap Time EFFECT LEVEL 0–120 Past het volume van het Delaygeluid aan.
PAN OUTPUT L
EffectLev DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
Dly Time
INPUT DELAY OUTPUT R
Feedback PAN
Het directe geluid wordt via het linkerkanaal uitge-
STEREO stuurd, en het effectgeluid wordt via het rechterka- Parameter Waarde Uitleg
naal uitgestuurd.
Past de Delaytijd van de linkerkanaal Delay
Dit is een Delay die uit twee verschillende, in serie aan. Deze instelling past de L kanaal Delaytijd
geschakelde Delays bestaat. Elke Delay kan binnen TAP TIME 0–100%
aan, ten opzichte van de R kanaal Delaytijd
een reeks van 1 ms tot 1000 ms worden ingesteld. (beschouwd als 100%).
DUAL-S
D1: DELAY 1
TYPE D1 D2
D2: DELAY 2
19
EFFECT
MODULATE REVERB
Parameter Waarde Uitleg Dit effect voegt galm aan het geluid toe.
Past de modulatiesnelheid van het Delay-
MOD RATE 0–100 Parameter Waarde Uitleg
geluid aan.
Past de modulatiediepte van het Delay- REVERB ON/
MOD DEPTH 0–100 OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
geluid aan. OFF
Dit selecteert het Reverb type. Diverse verschillende simulaties van
ruimte zijn beschikbaar.
Simuleert een Ambience microfoon (off-mic,
CHORUS AMBIENC
geplaatst op afstand van de geluidsbron),
gebruikt voor opnemen en andere toepas-
singen. In plaats van het benadrukken van
In dit effect wordt een lichtelijk ontstemd geluid aan het originele geluid (AMBIENCE)
de galm, wordt deze Reverb gebruikt om
toegevoegd om diepte en breedte (ruimte) toe te voegen. een gevoel van openheid en diepte te pro-
duceren.
Parameter Waarde Uitleg Simuleert de galm in een kleine kamer.
ROOM
Biedt warme weerkaatsingen.
CHORUS ON/
OFF, ON Zet dit effect aan/uit.
OFF Simuleert de galm in een concertzaal.
HALL 1 Voorziet in heldere en ruimtelijke weerkaat-
Selectie van de Chorus modus. TYPE singen.
Dit Chorus-effect voert hetzelfde geluid via Simuleert de galm in een concertzaal.
MONO HALL 2
zowel het L als het R kanaal uit. Biedt milde weerkaatsingen.
Dit is een stereo Chorus-effect dat verschil- Simuleert een plaatgalm (een Reverb appa-
MODE STEREO 1 lende Chorusgeluiden aan het L kanaal en R raat dat de vibratie van een metalen plaat
kanaal toevoegt. PLATE gebruikt).
Deze stereo Chorus gebruikt ruimtelijke Biedt een metaalachtige klank met onder-
synthese, waarbij het directe geluid via het L scheidende hoge reeks.
STEREO 2
kanaal wordt uitgestuurd en het effectgeluid Dit simuleert het geluid van de ingebouwde
via het R kanaal wordt uitgestuurd. SPRING
veer Reverb van een gitaarversterker.
Past de snelheid van het Chorus-effect aan. Deze Reverb voegt het wapperende geluid
* Als dit op BPM is ingesteld, wordt de MOD (MODULATE) van Hall Reverb toe, voor een uiterst aange-
waarde van iedere parameter ingesteld vol- name galm.
gens de waarde van de ‘MASTER BPM’, die REV TIME 0.1 s–10.0 s Past de lengte (tijd) van weerkaatsing aan.
voor elke Patch is gespecificeerd. Dit maakt
0–100, het bereiken van effect geluidsinstellingen Past de tijd totdat het Reverb geluid ver-
RATE PRE DELAY 0 ms–500 ms
BPM – die met het tempo van de song overeenko- schijnt aan.
men gemakkelijker. EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het Reverb geluid aan.
* Indien, door het tempo, de tijd langer
Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
is dan de reeks toegestane instellingen,
LOW CUT FLAT, 20 Hz–800 Hz filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
Dit stelt de frequentie waarop het High cut
Past de diepte van het Chorus-effect aan. 630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
DEPTH 0–100 FLAT
* Om dit als verdubbelingeffect te gebruiken, teerd, heeft het High cut filter geen effect.
stelt u de waarde op 0 in.
DENSITY 0–10 Past de dichtheid van het Reverb geluid aan.
EFFECT LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het Reverb geluid aan.
Past de tijd aan die nodig is om het effectge-
SPRING SENS Past de gevoeligheid van het veer effect aan.
luid uit te sturen, nadat het directe geluid is
uitgestuurd. Door een langere Pre Delay tijd (TYPE = 0–100 Als de waarde hoger wordt ingesteld, wordt
PRE DELAY 0.0 ms–40.0 ms SPRING only) het effect ook met zacht gitaarspel verkregen.
in te stellen, kunt u een effect verkrijgen dat
klinkt alsof meerdere klanken tegelijk worden
gespeeld (verdubbeling effect).
Dit stelt de frequentie waarop het Low cut
LOW CUT FLAT, 20 Hz–800 Hz filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
teerd, heeft het Low cut filter geen effect.
Dit stelt de frequentie waarop het High cut
630 Hz–12.5 kHz,
HIGH CUT filter in werking treedt in. Als ‘Flat’ is geselec-
FLAT
teerd, heeft het High cut filter geen effect.
20
EFFECT
ST
VOLUME SLOW 1, SLOW 2, FA
NORM
AL
2
U kunt het Wah-effect in Realtime besturen door het [EXP] pedaal of LOW
S
expressiepedaal, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP Jack, aan te 1
OW
passen. SL
21
EFFECT
DIVIDER MIXER
Binnen de effectketen wordt het punt waarop het signaal in kanalen ‘A’
en ‘B’ wordt verdeeld de ‘Divider’ genoemd, en het punt waar de twee Parameter Waarde Uitleg
signalen opnieuw gecombineerd worden, noemen we de ‘Mixer’. Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden gemengd en in
STEREO
U kunt de Divider gebruiken om tussen kanalen ‘A’ en ‘B’ af te wisselen, om stereo uitgestuurd.
MODE
sterk gespeelde en zacht gespeelde noten aan verschillende kanalen toe Kanalen ‘A’ en ‘B’ worden aan respectievelijk
PAN L/R
te wijzen of om verschillende frequentiebanden van het gitaargeluid aan de L en R uitgangsjacks toegewezen.
verschillende kanalen toe te wijzen. Past de volumebalans van kanalen ‘A’ en ‘B’
Met de Mixer kunt u de volumebalans van kanalen ‘A’ en ‘B’ aanpassen, CH A/B aan.
100:0–0:100
deze in het stereoveld plaatsen of het geluid van kanaal ‘B’ lichtelijk BALANC * Dit wordt alleen getoond als DIVIDER
vertragen om een meer ruimtelijke klank te produceren. MODE op ‘DUAL’ is ingesteld.
Vertraagt het geluid van kanaal ‘B’ lichtelijk,
DIVIDER MIXER om het geluid ruimtelijker te maken.
SPREAD 0–100
* Dit wordt alleen getoond als DIVIDER
MODE op ‘DUAL’ is ingesteld.
SINGLE
Parameter Waarde Uitleg
CH SELECT Ch. A, Ch. B Selecteert het kanaal dat gebruikt wordt.
22
EFFECT
SEND/RETURN Parameter
RETURN
Waarde
0–200
Uitleg
Past het volume van de invoer van het
LEVEL externe effectapparaat aan.
U kunt een externe effectprocessor tussen de SEND Jack en RETURN
Jack aansluiten, en deze als één van de effectprocessors van de GT-100
gebruiken.
NS1/NS2
Dit effect reduceert de ruis en brom die door gitaarelementen wordt
opgepikt. Aangezien het de ruis onderdrukt in synchronisatie met de
Envelope van het gitaargeluid (de manier waarop het gitaargeluid na
bepaalde tijd wegsterft), heeft dit zeer weinig effect op het gitaargeluid,
en schaadt het natuurlijke karakter van het geluid niet.
SEND RETURN
SEND
23
EFFECT
ACCEL FX TWIST
Dit maakt het gebruik van zes verschillende types Accel effecten mogelijk, Produceert een agressief gevoel van rotatie. Als dit samen met vervorming
welke het geluid na verloop van tijd wijzigen als u het [ACCEL/CTL] pedaal wordt gebruikt, wordt een nog wilder gevoel van rotatie geproduceerd.
indrukt.
Parameter Waarde Uitleg
Parameter Waarde Uitleg Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
S-BEND Past intensieve buiging toe. RISE TIME 0–100 nodig is om het effect naar maximaal over te
laten gaan, aan.
LASER BEAM Produceert een laserstraal-achtig geluid.
Deze parameter past de hoeveelheid tijd, die
Produceert een metaalachtig geluid, en cre- FALL TIME 0–100 nodig is om het effect naar het origineel over
RING MOD.
ëert de indruk dat het geluid wordt gericht. te laten gaan, aan.
TYPE Produceert een agressief gevoel van rotatie. LEVEL 0–100 Past het volume van het effectgeluid aan.
Als dit samen met vervorming wordt
TWIST
gebruikt, wordt een nog wilder gevoel van
rotatie geproduceerd.
WARP
FEEDBACKER
Produceert een dromerig geluid.
Genereert feedback.
WARP
Produceert een dromerig geluid.
OCTAVE
0–100 Past het volume van het geluid op een octaaf lager aan. *1 MODE=alleen NORMAL
LEVEL
*2 MODE=alleen OSC
DIRECT MIX 0–100 Past het volume van het directe geluid aan.
24
EFFECT
MASTER SETTING
Parameter Waarde Uitleg
PATCH LEVEL 0–200 Past het volume van de Patch aan.
Past de BPM waarde van elke Patch aan.
* BPM (Beats Per Minute) duidt op het aantal
kwartnoot tellen dat elke minuut optreedt.
* Als u een extern MIDI-apparaat heeft
MASTER BPM 40–250 aangesloten, synchroniseert de MASTER
BPM aan het tempo van het externe MIDI
apparaat, wat het instellen van de MASTER
BPM onmogelijk maakt. Om het instellen van
de MASTER BPM mogelijk te maken, stelt u
‘SYNC CLOCK’(p.29) op INTERNAL in.
Dit stelt de toonsoort voor de FX HARMONIST
in.
Met deze combinatie van de GT-100 en de versterkerkanalen kunt u een
Majeur nog bredere variëteit aan vervorminggeluiden verkrijgen. Aangezien de
Amp Control instelling wordt behandeld als één van de effectparameters
die in elke individuele Patch worden opgeslagen, kunt u met elk Patch
MASTER KEY C (Am)–B (G#m) Mineur tussen gitaarversterkerkanalen schakelen.
Majeur
Parameter Waarde Uitleg
GT-100
Mineur
(AMP CONTROL Jack)
MASTER EQ
OFF
Parameter Waarde Uitleg
MASTER LOW Past de klank van de lage frequentiereeks
-20–+20 dB
GAIN aan.
Gitaarversterker
MASTER HIGH Past de klank van de hoge frequentiereeks
-20–+20 dB
GAIN aan. (Jack voor het schakelen tussen
AMP CON- kanalen)
Specificeer het midden van de frequentie-
MASTER MID TROL
20.0 Hz–10.0 kHz reeks die met de MASTER MID GAIN wordt
FREQ GT-100
aangepast.
Past de breedte van het gebied dat door de (AMP CONTROL Jack)
MASTER EQ, gecentreerd op de MASTER MID FREQ,
0.5–16
MID Q wordt beïnvloed aan. Hogere waardes maken
het gebied smaller.
MASTER MID Past de klank van de middenfrequentiereeks
-20–+20 dB
GAIN aan. ON
Gitaarversterker
(Jack voor het schakelen tussen
kanalen)
MEMO
Naast het schakelen tussen versterkerkanalen, kunt u Amp
Control ook gebruiken om de effecten van de versterker aan en
uit te zetten, zoals een voetschakelaar.
25
SYSTEEM
OUTPUT SELECT TOTAL
Specificeer het apparaat (versterker) dat op de OUTPUT Jacks is Deze parameters besturen het drempelniveau van de ruisonderdrukking
aangesloten. die door elke Patch wordt gebruikt, het algehele Reverb niveau en de
algehele uitvoer. Deze zijn niet op de instellingen van elke Patch van
Parameter Waarde Uitleg invloed.
Kies deze instelling als de GT-100 op de
JC-120 gitaaringang van een Roland JC-120 gitaar- Parameter Waarde Uitleg
versterker is aangesloten. Bestuur het drempelniveau van de ruisonder-
Kies deze instelling als de GT-100 op een drukking die door elke Patch wordt gebruikt.
SMALL AMP Dit is niet op de instelling van elke Patch van
kleine gitaarversterker is aangesloten.
NS THRESH -20–+20 dB invloed.
Kies deze instelling als de GT-100 op de
gitaaringang van een andere combo gitaar- * Als u de instellingen die voor elke Patch zijn
versterker (d.w.z: één apparaat dat zowel gespecificeerd wilt gebruiken, stelt u dit
COMBO AMP de versterker als luidspreker bevat) dan de op 0 dB in.
JC-120 is aangesloten. Past het Reverb niveau dat voor iedere Patch
Bij sommige gitaarversterkertypes kan de is gespecificeerd aan.
JC-120 betere resultaten produceren.
Het is nuttig om het reverb niveau aan te pas-
Kies deze instelling als de GT-100 op de sen, zodat het bij de ruimte waarin u speelt
gitaaringang van een stack gitaarversterker REVERB 0–200% past. Dit is niet van invloed op de instellingen
STACK AMP is aangesloten (d.w.z: een versterker waarin van elke Patch.
de versterker en luidspreker aparte eenheden
SELECT zijn). * Als u de instellingen die voor elke Patch zijn
gespecificeerd wilt gebruiken, stelt u dit op
Kies deze instelling als de GT-100 op de 100 % in.
JC-120 RETURN
RETURN Jack van de JC-120 is aangesloten.
Specificeert het referentie uitgangsniveau, al
Kies deze instelling als de GT-100 op de MAIN OUT-
-10 dB, +4 dB naar gelang het ingangsniveau van het appa-
COMBO RETURN RETURN Jack van een combo gitaarversterker PUT LEVEL
raat dat op de OUTPUT Jacks is aangesloten.
is aangesloten.
Kies deze instelling als de GT-100 op de
RETURN Jack van een stack gitaarversterker is
STACK RETURN
aangesloten. U moet ook de ‘STACK RETURN’
instelling kiezen als u een Power gitaar- PHRASE LOOP
versterker samen met een luidsprekerkast
gebruikt. Hier zijn verscheidene instellingen voor de Phrase Loop functie.
Kies deze instelling als u een koptelefoon
gebruikt, of als de GT-100 op een keyboard Parameter Waarde Uitleg
LINE/PHONES
versterker, mengpaneel of digitale recorder is
Het geluid dat door de effecten is bewerkt
aangesloten.
wordt opgenomen.
PERFORM Hiermee kunt u verschillende uitvoerin-
gen creëren door verschillende klanken te
stapelen.
INPUT MODE Het geluid voordat het door de effecten is
bewerkt wordt opgenomen, en de effecten
Past het ingangsniveau aan volgens het uitgangsniveau van de gitaar die worden toegepast wanneer de loop wordt
u heeft aangesloten. PATCH EDIT afgespeeld.
Dit is een handige manier om de effecten aan
Parameter Waarde Uitleg te passen of om de klank van verschillende
Patches te vergelijken.
INPUT LEVEL -20–+20 dB Past het ingangsniveau van de gitaar aan.
De frase wordt in mono opgenomen
MONO
(maximaal 38 seconden).
REC MODE
De frase wordt in stereo opgenomen
GLOBAL EQ STEREO
(Maximaal 19 seconden).
Specificeert het volume waarmee de frase
PLAY LEVEL 0–120
Dit past de klank van de OUTPUT aan, ongeacht de equalizer aan/uit wordt afgespeeld.
instellingen van individuele Patches. Phrase Loop werkt niet, zelfs als u het
OFF
[PHRASE LOOP] pedaal indrukt.
Parameter Waarde Uitleg PEDAL FUNC U kunt het [PHRASE LOOP] pedaal gebruiken
Past de klank van de lage frequentiereeks PHRASE LOOP om Phrase Loop aan/uit te zetten of om op
LOW GAIN -20–+20 dB te nemen.
aan.
Past de klank van de middenfrequentiereeks
MID GAIN -20–+20 dB
aan.
27
SYSTEEM
PREFERENCE USB
Hier kunt u specificeren of instellingen voor de aangesloten versterker Hier kunt u aan USB gerelateerde instellingen maken, in het geval de
en voorversterker, control pedaal, expressiepedaal, enz. onafhankelijk GT-100 via USB op een computer is aangesloten.
voor elke Patch zijn, of dat dezelfde instellingen door alle Patches worden
gedeeld.
USB geluidsstroom
Parameter Waarde Uitleg USB IN-OUT MODE: NORMAL
OUTPUT Als dit op PATCH is ingesteld, kunnen
PATCH, SYSTEM
SELECT verschillende instellingen onafhankelijk GT-100 USB OUT OUTPUT
voor elke Patch worden gemaakt. Als dit op
PREAMP PATCH, SYSTEM 1–3
SYSTEM is ingesteld, worden dezelfde instel-
ACCEL/CTL PATCH, SYSTEM lingen door alle Patches gedeeld.
EXP PATCH, SYSTEM
USB IN
EXP SW PATCH, SYSTEM * Als een CTL/EXP pedaal dat op SYSTEM MIX
is ingesteld op ASSIGN SOURCE (p.32) niveau
SUB CTL 1 PATCH, SYSTEM OUTPUT
wordt ingesteld, wordt deze instelling hier niveau
genegeerd. In het geval van het ACCEL/CTL INVOER
SUB CTL 2 PATCH, SYSTEM
pedaal, worden naast het bovenstaande,
Effectketen
SUB EXP PATCH, SYSTEM instellingen voor Manual modus (p.37) ook
genegeerd.
USB IN OUTPUT
niveau
INPUT
INVOER niveau
Effectketen
MIDI SETTING
instellingen.
Dit deactiveert de Program Change Map.
MAP
FIX Schakelt naar de Patches volgens de standaard
Hier kunt u instellingen maken voor het gebruik van de GT-100 met een SELECT
instellingen.
extern MIDI-apparaat of met een tweede GT-100 apparaat.
Dit activeert de Program Change Map.
PROG Schakelt naar de Patches volgens de Program
Parameter Waarde Uitleg Change Map.
Dit stelt het MIDI-kanaal dat voor het ontvangen van MIDI- Dit stelt het controller nummer in, als [PHRASE LOOP] pedaal-
RX CHANNEL boodschappen wordt gebruikt in. schakelaar bedieningsdata als Control Change boodschappen
worden verzonden.
Ch. 1– Ch. 16 Specificeert het ontvangstkanaal.
Control Change boodschappen worden niet
Dit maakt de instellingen voor de kanalen die voor MIDI-infor- PH.LOOP OFF
verzonden.
matie worden gebruikt. OUT
Dit stelt het controller nummer in, als [PHRASE
Informatie wordt ontvangen op het kanaal dat
OMNI MODE OFF CC#1–CC#31, LOOP] pedaalschakelaar bedieningsdata als
met de RX CHANNEL instelling is gespecificeerd.
CC#64–CC#95 Control Change boodschappen worden ver-
Boodschappen worden op alle kanalen ontvan- zonden.
ON
gen, ongeacht de MIDI-kanaal instellingen.
Dit stelt het controller nummer in, als [ACCEL/CTL] pedaal-
Dit stelt het MIDI-kanaal in dat voor het verzenden van MIDI- schakelaar bedieningsdata als Control Change boodschappen
boodschappen wordt gebruikt. worden verzonden.
TX CHANNEL Ch. 1– Ch. 16. Specificeert het zendkanaal. ACC/CTL Control Change boodschappen worden niet
OFF
OUT verzonden.
Verzendt op hetzelfde kanaal als het RX CHAN-
RX
NEL. Dit stelt het controller nummer in, als [ACCEL/
CC#1–CC#31,
CTL] pedaalschakelaar bedieningsdata als Con-
Dit stelt het MIDI Device ID in, voor het verzenden en ontvangen CC#64–CC#95
trol Change boodschappen worden verzonden.
DEVICE ID van Exclusive boodschappen.
Dit stelt het controller nummer in, als [EXP] pedaal bedienings-
1–32 Stelt de MIDI Device ID in.
data als Control Change boodschappen worden verzonden.
Control Change boodschappen worden niet
OFF
EXP OUT verzonden.
Dit stelt het controller nummer in, als [EXP]
CC#1–CC#31,
pedaal bedieningsdata als Control Change
CC#64–CC#95
boodschappen worden verzonden.
29
SYSTEEM
30
CTL/EXP
ACCEL/CTL, EXP SW, SUB CTL 1, SUB Parameter
MIN
Waarde
OFF, ON
Uitleg
ASSIGN 1–8 stane instellingen, wordt deze dan aan een periode van 1/2 of
1/4 van die tijd gesynchroniseerd.
* Als u de LED indicator van het ACCEL/CTL pedaal wilt laten oplichten SAW
terwijl de ASSIGN 1-8 functie aan het ACCEL/CTL pedaal is toegewezen,
stelt u de ACCEL/CTL pedaal FUNC (p.31) op ‘LED ON/OFF’ in.
WAVEFORM *1 TRI
Parameter Waarde Uitleg
OFF/ON OFF, ON Zet de ASSIGN 1-8 aan/uit. SINE
EXP PEDAL Wijst het [EXP] pedaal van de GT-100 toe.
Dit wordt geactiveerd wanneer een Patch wordt
EXP PDL SW Wijst de EXP pedaalschakelaar toe. PATCH CHANGE
geselecteerd.
Wijst het [PHRASE LOOP] pedaal van de GT-100
P.LOOP PEDAL Dit wordt geactiveerd als het [EXP] pedaal
toe.
EXP PDL-LO van de GT-100 op de minimum positie wordt
ACC/CTL PDL Wijst het [ACCEL/CTL] pedaal toe. ingesteld.
Wijst het externe expressiepedaal (zoals de apart Dit wordt geactiveerd als het [EXP] pedaal van
SUB EXP PDL verkrijgbare EV-5) dat op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP PDL-MID de GT-100 door de middelste positie wordt
EXP Jack is aangesloten toe. gedrukt.
Wijst de externe voetschakelaar (FS-5U, FS-6, Dit wordt geactiveerd als het [EXP] pedaal
SUB CTL1 PDL apart verkrijgbaar) die op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP PDL-HI van de GT-100 op de maximum positie wordt
EXP Jack is aangesloten toe. ingesteld.
SOURCE Wijst de externe voetschakelaar (FS-5U, FS-6, Dit wordt geactiveerd als het EXP pedaal wordt
EXP PDL SW
SUB CTL2 PDL apart verkrijgbaar) die op de SUB CTL 1, 2/SUB bediend.
EXP Jack is aangesloten toe.
Dit wordt geactiveerd als het [PHRASE LOOP]
P.LOOP PEDAL
Zie ‘Virtueel expressiepedaal systeem (Internal INT PDL pedaal wordt bediend.
INT PEDAL
Pedal/Wave Pedal)’ (p.35). TRIGGER *2 Dit wordt geactiveerd als het [ACCEL/CTL]
ACC/CTL PDL
Zie ‘Virtueel expressiepedaal systeem (Internal pedaal wordt bediend.
WAVE PEDAL
Pedal/Wave Pedal)’ (p.35).
Dit wordt geactiveerd als een extern expressie-
De toegewezen doelparameter verandert vol- SUB EXP PDL pedaal, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP
INPUT LEVEL
gens het ingangsniveau. Jack, wordt bediend.
Control Change boodschappen van een extern Dit wordt geactiveerd als een externe voetscha-
CC#1–#31
MIDI-apparaat. SUB CTL1 PDL kelaar, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP
Jack, wordt bediend.
Control Change boodschappen van een extern
CC#64–#95
MIDI-apparaat. Dit wordt geactiveerd als een externe voetscha-
SUB CTL2 PDL kelaar, aangesloten op de SUB CTL 1, 2/SUB EXP
De normale status is Off (minimum waarde), met
Jack, wordt bediend.
MOMENT de schakelaar op On (maximum waarde) alleen
als de voetschakelaar wordt ingedrukt. Dit wordt geactiveerd wanneer een Control
SOURCE MODE CC#1–#31
Change wordt ontvangen.
De instelling wordt met elke druk op de
TOGGLE voetschakelaar afwisselend op On (maximum Dit wordt geactiveerd wanneer een Control
CC#64–#95
waarde) en Off (minimum waarde) ingesteld. Change wordt ontvangen.
TARGET CATE- Dit specificeert de tijd waarbinnen het interne
Dit selecteert de parameter die veranderd wordt. INT PDL TIME
GRY 0–100 pedaal van de positie met de teen omhoog, naar
Zie TARGET lijst. *2
de positie met de teen naar beneden verplaatst.
TARGET
Hiermee wordt de minimum waarde voor de reeks waarin de para- LINEAR
TARGET MIN meter kan veranderen ingesteld. De waarde verschilt, afhankelijk
van de parameter die aan de TARGET parameter is toegewezen.
Dit stelt de maximum waarde voor de reeks waarbinnen de para- INT PDL
SLOW RISE
TARGET MAX meter kan veranderen in. De waarde verschilt, afhankelijk van de CURVE *2
parameter die voor TARGET parameter is toegewezen.
ACT RANGE LO 0–126 U kunt de bestuurbare reeks voor doelparame-
FAST RISE
ters binnen de werkingsreeks van de bron instel-
len. Doel parameters worden binnen de reeks
ACT RANGE HI 1–127 die met ACT RANGE LO en ACT RANGE HI is inge-
steld bestuurd. Gewoonlijk stelt u ACT RANGE LO *1 De WAVE RATE en WAVEFORM parameters zijn beschikbaar als de Source para-
op 0, en ACT RANGE HI op 127 in. meter op WAVE PEDAL is ingesteld.
*2 De INT PDL TRIGGER, INT PDL TIME en INT PDL CURVE parameters zijn beschikbaar
als de SOURCE parameter op INT PEDAL is ingesteld.
32
CTL/EXP
TARGET (DOEL) lijst
Categorie DOEL Categorie DOEL Categorie DOEL Categorie DOEL
ON/OFF ON/OFF 31 Hz RANGE
FX1/FX2
TYPE LOW CUT 62Hz OCTAVE LEVEL
OCTAVE
SUSTAIN LOW GAIN 125 Hz DIRECT MIX
COMP
ATTACK LOW-MID FREQ 250 Hz VOICE
TONE LOW-MID Q 500 Hz PS1 MODE
FX1/FX2
LEVEL LOW-MID GAIN 1 kHz PS1 PITCH
EQ GEQ
ON/OFF HI-MID FREQ 2 kHz PS1 FINE
TYPE HI-MID Q 4 kHz PS1 PRE DLY
DRIVE HI-MID GAIN 8 kHz PS1 LEVEL
FX1/FX2
BOTTOM HIGH GAIN 16 kHz PS2 MODE
P.SHIFT
TONE HIGH CUT LEVEL PS2 PITCH
SOLO SW LEVEL LOW CUT PS2 FINE
SOLO LEVEL ON/OFF LOW GAIN PS2 PRE DLY
FX1/FX2
OD/DS EFFECT LEVEL TYPE LOW-MID FREQ PS2 LEVEL
DIRECT MIX MODE LOW-MID Q PS1 F.BACK
CUSTOM TYPE POLARITY LOW-MID GAIN DIRECT MIX
FX1/FX2
CUSTOM BOTTOM SENS HI-MID FREQ VOICE
FX1/FX2 PEQ
CUSTOM TOP FREQ HI-MID Q HR1 HARMONY
T.WAH
CUSTOM LOW PEAK HI-MID GAIN HR1 PRE DLY
CUSTOM HIGH EFFECT LEVEL HIGH CUT HR1 LEVEL
FX1/FX2
CUSTOM CHAR DIRECT MIX HIGH GAIN HR2 HARMONY
HARM
PREAMP ON/OFF MODE LEVEL HR2 PRE DLY
33
CTL/EXP
34
CTL/EXP
Virtueel expressiepedaal systeem Over de reeks van de verandering van een doel
(Internal Pedal/Wave Pedal) De waarde van de parameter die als het doel is geselecteerd,
verandert binnen de reeks die door ‘Min’ en ‘Max’ is bepaald, zoals
Door een gewenste parameter aan het virtuele expressiepedaal toe te op de GT-100 is ingesteld.
wijzen, kunt u een effect produceren alsof u een fysiek expressiepedaal
Als een externe voetschakelaar wordt gebruikt, of een andere
bedient, om het volume of de klankkwaliteit in Realtime te veranderen.
controller die als een aan/uit schakelaar functioneert, wordt ‘Min’
Het virtuele expressiepedaal systeem biedt de volgende twee functies, en met Off (CLOSED) geselecteerd, en wordt ‘Max’ met On (OPEN)
kunt u de SOURCE instelling voor ASSIGN 1-8 gebruiken om het gewenste geselecteerd.
type te kiezen.
Als een extern expressiepedaal of andere controller die een
* Als u het interne pedaal of Wave pedaal wilt gebruiken, stelt u de opeenvolgende verandering in de waarde genereert wordt gebruikt,
ASSIGN parameter SOURCE MODE op ‘MOMENT’ in. verandert de waarde van de instelling dienovereenkomstig, binnen
de reeks die door de minimum en maximum waardes is ingesteld.
Bovendien, als het doel een aan/uit type is, wordt de gemiddelde
Intern pedaal waarde van de ontvangen data gebruikt als de scheidingslijn, om te
Als SOURCE op ‘INT PEDAL’ is ingesteld, treedt het virtuele expressiepedaal bepalen of het aan of uitgezet moet worden.
in werking als het door de gespecificeerde trigger (INT PDL TRIGGER) Als de voetschakelaar wordt gebruikt:
wordt gestart, die de door TARGET gespecificeerde parameter wijzigt.
De waarde verandert in een curve.
MAX
Toelaatbare para-
Instellingsreeks
meter
MIN
Als de trigger plaatsvindt
OFF ON
MIN
Verandert altijd in een vaststaande curve, ongeacht het daadwerkelijke pedaal 0 127
Als het pedaal Als het pedaal vol-
helemaal omhoog ledig is ingedrukt
staat
Ingangsniveau Als het On/Off doel met het expressiepedaal wordt bestuurd:
Waarde
Ingangsniveau ON
De parameter die als het doel is ingesteld, verandert als reactie op het
ingangsniveau.
MEMO
Als u de ingangsgevoeligheid wilt aanpassen, stelt u INPUT SENSE in.
Mate waarin
het expressie-
OFF pedaal wordt
ingedrukt
0 127
Als het pedaal Wanneer het Als het pedaal vol-
helemaal omhoog pedaal half is ledig is ingedrukt
staat ingedrukt
35
CTL/EXP
MAX
Toelaatbare para-
meter instellings-
Mate waarin
reeks
Waarde
ON
Mate waarin
het expressie-
OFF pedaal wordt
ingedrukt
0 40 60 80 127
Als het ACT Center ACT Als het pedaal
pedaal RANGE waarde RANGE volledig is
helemaal LO HI ingedrukt
omhoog
staat
36
Overige instellingen
TUNER METRONOME MODE MANUAL MODE
Bewerkingsprocedure Bewerkingsprocedure
1. Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in. 1. Druk de pedalen [BANK DOWN] en [BANK UP]
De Tuner functie en de metronoom functie worden aangezet. tegelijk in.
De MANUAL modus wordt aangezet.
TUNER Parameter
BANK DOWN
Waarde Uitleg
METRONOME
Hier kunt u instellingen voor de METRONOME modus maken.
37
1PS
GT-100 Librarian
on-line manual
1. Introductie
De GT-100 Librarian is een toepassing, die u in staat stelt de GT-100 User Patches (Gebruiker Patches) efficient als een bibliotheek op de computer te
beheren. Het is geschikt om grote hoeveelheden data te verzamelen, organiseren, kopiëren en herordenen.
* U moet in het bezit zijn van de BOSS GT-100 en de speciale GT-100 driver om de GT-100 Librarian te kunnen gebruiken. U kunt de driver
van de Roland’s eigen website downloaden. Het programma en de procedures voor het installeren van de driver zijn afhankelijk van de
besturingsomgeving. Lees de Readme bij het download bestand grondig.
2. Aansluitingen en instellingen
Verbind de GT-100 en de computer via de USB kabel, zoals in de GT-100 gebruikershandleiding wordt beschreven.
GT-100 Librarian kan mogelijk niet correct werken als dit niet op de juiste manier gebeurt.
Zet de GT-100 altijd eerst aan, voordat u de GT-100 Librarian opstart.
OPMERKING
Ontkoppel de op de GT-100 aangesloten USB kabel niet, terwijl de GT-100 Librarian actief is.
1. In het menu kies [Setup] –‘Set Up MIDI Devices’ om het ‘Set Up MIDI Devices’ dialoogvenster te openen.
Selecteer voor Device ID hetzelfde nummer als de SYSTEM: MIDI SETTING: DEVICE ID parameter op de GT-100 (standaard: 1).
3. Klik op [OK].
2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian
GT-100
Import SMF
Export SMF Open/Close (Open/Dicht)
File (bestand)
*.mid *.gcl
3
3. Overzicht van de GT-100 Librarian
4
4. Over de menu’s
4. Over de menu’s
4-1. File (Bestand) 4-2. Edit (Wijzigen)
New (Nieuw) Undo (Ongedaan maken)
Creëert een nieuwe bibliotheek (Library scherm) met standaard Keert terug naar de situatie van voor de laatst, uitgevoerde
instelling. bewerking.
Open
Copy (Kopiëren)
Opent een bibliotheek, die door de GT-100 Librarian is opgeslagen.
Kopieert de op het moment geselecteerde User Patch naar het
klembord.
Close (Dicht)
Sluit de huidig geselecteerde bibliotheek. Insert (Invoegen)
Plaatst de inhoud van het klembord meteen voor het geselecteerde
Save/Save As (Opslaan/Opslaan als) punt.
Nu wordt de data in het Main scherm achtereenvolgens verwijderd,
Slaat het bestand, dat de huidige bibliotheek bevat, op. beginnende met de data op de hoogst genummerde positie,
proportioneel met de hoeveelheid op het klembord.
Export SMF
Slaat de huidig geselecteerde User Patches of alle User Patches in
Replace (Vervangen)
SMF formaat op. Overschrijft de inhoud van het klembord op de geselecteerde locatie.
5
4. Over de menu’s
Leest alle in het Main scherm aangegeven User Patch data vanaf het
Main scherm van de GT-100 User Patch.
Als u de positie van het Main scherm opslaat:
Het Main scherm zal in de opgeslagen positie openen, de volgende
De [Read All] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde functie.
keer dat u de GT-100 Librarian opstart.
Read Selected Data (Geselecteerde data lezen) Als u de positie van het Library scherm opslaat:
Laadt de data onder hetzelfde nummer in de GT-100 User Patch naar Het Library scherm zal in de opgeslagen positie openen, wanneer
het geselecteerde punt in het Main scherm. u een niew Library scherm opent of de GT-100 Librarian opnieuw
opstart.
De [Read Selected] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde
functie.
Cascade Windows (Bestandsvensters
4-5. Set Up (Instellen) overlappen)/Tile Windows Horizontally
(Bestandsvensters horizontaal onder elkaar) Tile
Set Up MIDI Devices (MIDI apparaten instellen) Windows Vertically (Bestandsvensters verticaal
Stelt de GT-100 invoer/uitvoer op ‘GT-100’ in. naast elkaar)
Rangschikt de plaatsing van de vensters op het scherm.
Set Up Font (Lettertype instellen)
Stelt het lettertype in, dat voor de afgebeelde informatie op het Arrange Icons (Iconen rangschikken)
scherm wordt gebruikt.
Rangschikt de plaatsing van de geminimaliseerde vensters.
6
5. De GT-100 Librarian gebruiken
Als een een reeks rijen selecteert en vervolgens rechts klikt, kunt u tegelijkertijd dezelfde tekenreeks in alle geselecteerde rijen invoeren.
Om de invoer te bevestigen, drukt op de Enter toets of klik ergens in het scherm, behalve het invoerblok.
Rechts klik of druk op de Esc toets om de invoer te annuleren.
↑ ↓
↑↑↑
,←
↓↓,↓
→←
←, ←→
→→
* Druk op ‘↑↑,’ ‘↓
↓’ om
←
← de
→
→ invoerrij naar boven
en beneden te verplaatsen. Wanneer u op
Cellen verplaatsen ↑ ↓ ←↑‘→↓’ of ‘←’ drukt,
→ verplaatst de asteriks (‘*’),
die in de bovenste rij van het venster
verschijnt, naar rechts of links om de rij
aan te geven, waarin informatie wordt
ingevoerd.
Een cel selecteren voor
[Enter]
toetsenbordinvoer
Bevestigen van invoer [Enter]
Annuleren van invoer [Esc]
Name
Geeft de mogelijkheid om User Patch namen in te voegen.
User Patch namen tot 16 tekens kunnen worden ingevoerd.
U kunt de volgende tekens gebruiken:
spatie ! ” # $ % & ’ ( ) * + , - . / 0 ~ 9 : ; < = > ? @ A~Z [ \ ] ^ _ a ~ z { }
7
5. De GT-100 Librarian gebruiken
Memo 1–4
Dit geeft u de mogelijkheid vier opmerkingen naar keuze opschrijven.
Hier zou u informatie, zoals de ontwerper van de data en de datum van ontwerp, willen toevoegen.
Deze informatie wordt niet naar de GT-100 zelf opgeslagen.
8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft
9
Inhoud
1. Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Aansluitingen en instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-1. Data pad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-2. Main scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3-3. Library scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4. Over de menu’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-1. File (Bestand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-2. Edit (Wijzigen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-3. View (Weergave). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-4. MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-5. Set Up (Instellen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-4. MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-5. Set Up (Instellen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. De GT-100 Librarian gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-1. Data lezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-2. Data wijzigen en opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-3. Data schrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft. . . . . . 9
10
GT-100 Librarian
on-line manual
1. Introductie
De GT-100 Librarian is een toepassing, die u in staat stelt de GT-100 User Patches (Gebruiker Patches) efficient als een bibliotheek op de computer te
beheren. Het is geschikt om grote hoeveelheden data te verzamelen, organiseren, kopiëren en herordenen.
* U moet in het bezit zijn van de BOSS GT-100 en de speciale GT-100 driver om de GT-100 Librarian te kunnen gebruiken. U kunt de driver
van de Roland’s eigen website downloaden. Het programma en de procedures voor het installeren van de driver zijn afhankelijk van de
besturingsomgeving. Lees de Readme bij het download bestand grondig.
2. Aansluitingen en instellingen
Verbind de GT-100 en de computer via de USB kabel, zoals in de GT-100 gebruikershandleiding wordt beschreven.
GT-100 Librarian kan mogelijk niet correct werken als dit niet op de juiste manier gebeurt.
Zet de GT-100 altijd eerst aan, voordat u de GT-100 Librarian opstart.
OPMERKING
Ontkoppel de op de GT-100 aangesloten USB kabel niet, terwijl de GT-100 Librarian actief is.
1. In het menu kies [Setup] –‘Set Up MIDI Devices’ om het ‘Set Up MIDI Devices’ dialoogvenster te openen.
Selecteer voor Device ID hetzelfde nummer als de SYSTEM: MIDI SETTING: DEVICE ID parameter op de GT-100 (standaard: 1).
3. Klik op [OK].
2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian
GT-100
Import SMF
Export SMF Open/Close (Open/Dicht)
File (bestand)
*.mid *.gcl
3
3. Overzicht van de GT-100 Librarian
4
4. Over de menu’s
4. Over de menu’s
4-1. GT-100 Librarian 4-3. Edit (Wijzigen)
About (Over) GT-100 Librarian Undo (Ongedaan maken)
Geeft de software versie weer. Keert terug naar de situatie van voor de laatst, uitgevoerde
bewerking.
New (Nieuw)
Creëert een nieuwe bibliotheek (Library scherm) met standaard
Copy (Kopiëren)
instelling. Kopieert de op het moment geselecteerde User Patch naar het
klembord.
Duplicate (Dupliceren)
Wanneer het Main scherm actief is, worden User Patches gekopieerd
Insert (Invoegen)
en een nieuwe bibliotheek wordt met de data gecreëerd. Plaatst de inhoud van het klembord meteen voor het geselecteerde
Wanneer een Library scherm actief is, wordt die bibliotheek punt.
gedupliceerd. Nu wordt de data in het Main scherm achtereenvolgens verwijderd,
beginnende met de data op de hoogst genummerde positie,
proportioneel met de hoeveelheid op het klembord.
Open
Opent een bibliotheek, die door de GT-100 Librarian is opgeslagen. Replace (Vervangen)
Overschrijft de inhoud van het klembord op de geselecteerde locatie.
Close (Dicht)
Sluit de huidig geselecteerde bibliotheek. Delete (Wissen)
Verwijdert de geselecteerde User Patch.
Save/Save As (Opslaan/Opslaan als) Op dit punt, INIT data (data met vaste waardes) met dezelfde
hoeveelheid als de geselecteerde data wordt aan de hoogst
Slaat het bestand, dat de huidige bibliotheek bevat, op.
genummerde positie in het Main scherm toegevoegd.
5
4. Over de menu’s
Leest alle in het Main scherm aangegeven User Patch data vanaf het
Main scherm van de GT-100 User Patch.
De [Read All] knop bovenaan het Main scherm heeft dezelfde functie.
6
5. De GT-100 Librarian gebruiken
Als een reeks rijen selecteert en vervolgens de Command toets indrukt en dubbel klikt, kunt u tegelijkertijd dezelfde tekenreeks in alle geselecteerd
rijen invoeren.
Om de invoer te bevestigen, drukt op de Return of Enter toets.
Klik of druk op de Esc toets om de invoer te annuleren.
↑ ↓
↑↑↑
,←
↓↓,↓
→←
←, ←→
→→
* Druk op ‘↑ ↑,’ ‘↓
↓’ om
←
← de
→
→ invoerrij naar boven
en beneden te verplaatsen. Wanneer u op
Cellen verplaatsen ↑ ↓ ←↑‘→↓ ’ of ‘←’ drukt,
→ verplaatst de asteriks (‘*’), die
in de bovenste rij van het venster verschijnt,
naar rechts of links om de rij aan te geven,
waarin informatie wordt ingevoerd.
Een cel selecteren voor
[Return] of [Enter]
toetsenbordinvoer
Bevestigen van invoer [Return] of [Enter]
Annuleren van invoer [Esc]
Name
Geeft de mogelijkheid om User Patch namen in te voegen.
User Patch namen tot 16 tekens kunnen worden ingevoerd.
U kunt de volgende tekens gebruiken:
spatie ! ‘ # $ % & ’ ( ) * + , - . / 0 ~ 9 : ; < = > ? @ A~Z [ \ ] ^ _ a ~ z { }
7
5. De GT-100 Librarian gebruiken
Memo 1–4
Dit geeft u de mogelijkheid vier opmerkingen naar keuze opschrijven.
Hier zou u informatie, zoals de ontwerper van de data en de datum van ontwerp, willen toevoegen.
Deze informatie wordt niet naar de GT-100 zelf opgeslagen.
8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft
9 1PS
Inhoud
1. Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Aansluitingen en instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Overzicht van de GT-100 Librarian. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-1. Data pad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3-2. Main scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3-3. Library scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4. Over de menu’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-1. GT-100 Librarian . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-2. File (Bestand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-3. Edit (Wijzigen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4-4. MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-5. Window (Scherm). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-6. Set Up (Instellen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-7. View (Weergave). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4-8. Help. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. De GT-100 Librarian gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-1. Data lezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-2. Data wijzigen en opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5-3. Data schrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. Als het beeldscherm ‘Unable to read/write data.’ aangeeft. . . . . . 9
10