Je bijt in de boterham je begint te kauwen tijdens dat je kauwt komt er

speeksel bij als de stukjes klein genoeg zijn dan slik je het door als je het hebt
doorgeslikt dan gaat het langs de slokdarm en van de slokdarm naar de maag
In de maag wordt het nog kleiner gekneed en tijdens het kneden komen er
maagsappen bij dat alles vormt zich tot een brei dan gaat het naar de dunne
darm in de dunne darm heb je 2 delen in de dunne darm scheiden 2 organe
hun spijtverteringssappen af de alvleesklier scheidt alvleessap af en de lever
scheidt galsap dat sap verzamelt in de galblaas langs het galbuisje komt het sap
terecht in de dunne darm het galsap zorcht ervoor dat de vetten in dunne
druppeltjes zodat ze in het drmsap kunnen verteerd worden dan onze dunnen
darm heeft nog steeds onverteerbare delen door de perhistaltiche beweging
wordt de voedsel massa in de dikke darm geduuwd in het eerse deel van de
dikke darm zit een wormvormig aanhangsel de appendix in het tweede deel
wordt het water terug opgenomen