Trpieel Van Trojen Samenvatting

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Tprieel van Troyen - Segher Diengotgaf

https://www.zoekboekverslag.nl/boekverslag_incach.php?gid=7907

23 Velen hebben het verhaal van Troje al wel eens gehoord via de man die het
Franse boek schreef, maar die auteur vergat wel enkele zaken.
Troje was goed beschermd tegen aanvallen dankzij diepe grachten en hoge
muren. De Grieken komen in Troje aan, maar Priamos heeft niet zoveel schrik
omdat hij zelf ook een goed en dapper leger heeft. Men zou ze wel moeten
vrezen want de Grieken waren krachtig en deskundig.

24 Iets minder dan 10 jaar lang, leden de Trojanen grote verliezen. Vervolgens
wonnen de Grieken de oorlog. Er werd veel onheil geschied omwille van Helena.
Dat is begrijpelijk, want zij is zó mooi! Dares zei dat men ook de zeer mooie
Polyxina graag zag, zij was wijs en even mooi als Helena. Veel mooie en
voortreffelijke (jonge)dames zijn de oorzaak van een gevecht. Polixina was de
dochter van Priamos en de zus van Hector, een kind van haar vader en haar
moeder.

25 Helena was zeer mooi. Ze gaf menig ridder haar genegenheid en begroette
iedereen vriendelijk. Velen waren op haar verliefd, oa Polidamas. Het deed
Helena goed om te horen dat Polidamas goed gestreden had en Polidamas
vocht dapperder doordat hij haar in gedachten had. Mennoen bemint Polixina,
maar hij zit met het probleem dat hij een trouwbelofte haad afgelegd aan een
andere dame voordat hij vertrok uit zijn land. Hij vraagt zich af hoe hij verstandig
en zonder verplichtingen zijn liefde aan Polixena verklaart.
Koning Pandrus van Cicileen is helemaal gefixeerd op de dochter van een
aanzienlijke heer die verwant is aan koning Priamus.

26 Ik zou niet kunnen zeggen hoeveel daden en dapperheden er verricht zijn uit
liefde! In het 3e jaar dat men Troje belegerde waren er in mei 40 dagen achter
elkaar vrede. Iedereen (buiten en binnen) paste op en vreesde voor zijn leven,
want ookal was het nu wapenstilstand, men was de vele doden langs beide
kanten van de voorafgaande maand niet vergeten. ?In het hart/Binnen de stad
voelden ze zich wel veilig? Ze waren allen blij met de wapenstilstand.

27 Zowel Grieken en Trojanen begroeven hun gevallen strijders overeenkomstig de


gebruiken. De Grieken lieten alles wat ze nodig hadden van over zee komen.
De wapenstilstand deed allen goed. Priamus verzamelt een aantal edelen die hij
het meest vertrouwt in het Prieel. Daar vraagt hij hun advies over de situatie
waarin Troje op dat moment verkeert.

28 De verliezen bij de Trojanen zijn opvallender en de Grieken hadden hen met


geweld tot in de barricades kunnen drijven, waardoor de Grieken moediger zijn
geworden. Priamus roept op om de wapens terug op te pakken en de oorlog te
winnen!

29 Hector geeft een korte krijgersspeech en dan gaan ze allen eten.


De verteller zegt dat hij alles vertelt waarvan hij zeker is omdat Dares die alles
wat er in Troje gebeurde zag en hoorde het schreef precies zoals het daar
gebeurde.

30 Daarna kwamen er getalenteerde minstrelen die allerlei mooie liederen zongen


en muziek speelden, het waren echte vakmannen. De vrouwen (Ecuba,
Polixena, Helena, Andromeda vrouw van Hector en haar nicht Eliona,...) hadden
in het paleis gezeten. Een deel van die vrouwen ging zich vermaken in het Prieel
samen met de ridders. Pollidamas, die verliefd was op Helena, had geluk want
hij zat met haar onder een eglentier.

31 Pollidamas was angstig omdat hij niet wist hoe hij zijn liefde aan Helena moest
verklaren. Mennoen en Monfloers hadden hetzelfde gevoel, maar zei hadden het
geluk om op hun gemak en in alle rust met hun geliefde te kunnen praten.
Pollidamas was bang om zoiets belangrijks ter sprake te brengen, Helena merkt
door zijn gedrag op dat hij verliefd was maar ze wist niet op wie. Hij vermant
zich, maar kan vervolgens geen woord meer uitbrengen. Helena vraagt waarvoor
hij haar om genade wil vragen.

32 Helena zegt nogmaals dat hij zijn misdaad moet bekennen. Pollidamas zegt dat
hij nog liever het gevecht aangaat met iemand met zo’n klinkende reputatie dan
op haar vraag te antwoorden. Uiteindelijk bekent hij toch dat hij haar bemint.
Helena zegt dat hij moet ontwaken want dat er narigheid van zou komen als hij
dingen tegen haar zou zeggen die hij haar wakker niet zou vertellen. Pollidamas
ontkent dat hij sliep.

33 Uiteindelijk zegt Pollidamas dat hij het maar aanneemt dat hij sliep omdat zij het
zegt, maar vraagt wat hij dan verkeerd heeft gezegd. Helena antwoordt dat
Pollidamas om genade vroeg en ze daarop reageerde omdat ze dacht dat hij
wakker was, maar toen hij de ongepaste woorden zei dat hij haar beminde had
ze door dat hij sliep. Omdat hij het niet meer weet, zal ze het dus niet ernstig
opvatten. Pollidamas zegt dat waar het hart van vol is, de mond van overloopt.
Hij kan niet verdragen de boosheid van Helena hierover. Helena zegt dat ze
beter kunnen ophouden met het gesprek en dat men het als scherts beschouwt,
mocht er iets te veel gezegd zijn. Zwijgend zaten ze nog lang naast elkaar.

Monnoen zat onder een twijg en er zaten daar veel vogels die mooi zongen.

34 Monnoen is verliefd op Hectors zuster Polixina. Hij zegt dat hij haar iets wil
zeggen maar vraagt of zij het hem aanraadt dat hi het ook effectief zegt. Polixina
antwoordt dat ze hem graag raad zal geven indien hij zegt wat er met hem
scheelt. Mennoen legt uit dat hij toen hij uit zijn land vertrok het huwelijk had
beloofd aan een jongedame, maar dat hij nu een zeer knappe, slimme,..
jonkvrouw beminde. Hij vraagt of Polixina hem raad kan geven.

35 Dat hij het verbergt ligt aan hem, want zij zou kwaad worden als hij het haar zei.
Hij kan het niet langer alleen dragen en vraagt Polixina dus nu om raad. Pollixina
zegt dat hij het de dame (welke van de 2?) moet zeggen in de hoop op een
gunstige reactie. Ze zal wel niet dom zijn, tenzij ze haar liefde aan een ander
heeft geschonken. Hij zal van haar scheiden met evenveel angst als dat hij het
gesprek zal aangaan. ‘Laat u van haar scheiden zonder tranen. Ik weet niet wie
ze is.”

36 Mennoen zegt dat zij het is op wie hij verliefd is, maar dat hij het niet had durven
zeggen als hij haar niet aangespoord had want hij wou niet onoprecht inspelen
op haar gemoed. Pollixina weet niet hoe ze op een hoofse manier moet
antwoorden, maar zegt dat ze niet wil dat hij weggaat.

37 Polixina stelt voor om het gesprek te beëindigen en iets anders te gaan doen.
Menfloers is een zeer dappere ridder. Hij beminde Hectors vrouw en daardoor
lieten veel mensen op het slagveld het leven. Zoals hij wilde, zit hij nu alleen met
haar. Zij vermoedt niets. Menfloers zegt dat hij haar iets moet vertellen en dat hij
denkt het nu te kunnen doen zonder haar boos te maken.

38 Menfloers geeft toe dat hij verliefd op haar is, maar dat hij weet dat zij een man
heeft, de beste die ooit is geboren. Hij zou dwaas zijn om zijn toorn na te
streven. De vrouw zegt dat ze hoopt dat hij dit niet meent. Met deze woorden
gaat hij te ver, ze wilt er niets meer over horen! Toch is haar hart er niet verdrietig
om dat hem roem en voorspoed ten deel vallen. Andere ridders in het prieel
hebben meer geluk met hun dame.

39 Ecuba, de koningin, zegt dat het tijd is om te gaan. Vervolgens nemen alle
ridders afscheid van hun dame, ookal wilden ze nog verder praten, want de
koningin is oplettender dan alle vrouwen en daarom moest men des te meer
ontzag voor haar hebben. Met veel oogcontact en strelen beloofden velen de
liefde. Diegene die zo weinig geluk had dat zijn liefje hem weigerde, zei tegen de
Liefde: Ik heb u zo lang gediend, maar ik heb nooit een beloning mogen
ontvangen. Hij geeft het leengoed terug aan de liefde. (metafoor) Ik zou boven
mezelf zijn geweest als ik eens een kus had mogen ontvangen. Ik diende u met
al mijn kracht, maar u kwelt me dag en nacht. Geen wonder dat ik u haat!

40 Waarom zou ik u dienen als ik niets krijg? Mijn hart gaf mij de opdracht in dienst
te treden van de liefde. Mijn hart liet mij al dit verdriet en leed ondergaan. Ik wou
dat ik de domheid en al wat ik verder nog verkeerd aanpakte kon terugbetalen
mits ik haar vriendschap zou behouden.

41 Hij bidt tot alle goden en godinnen dat ze hem willen bijstaan mits hij ooit iets zou
doen tegen de Liefde dat zij zo boos zou zijn dat de wereld haar kracht zou
vrezen. Ik hoop dat de Liefde mij zal geven waarvoor ik lange tijd heb gediend: Ik
vraag en vroeg om mijn geliefde, want geen enkele vrouw is zo mooi. Ik dring
erop aan dat de Minne mijn kwelling verkort. Ach, vrouw Minne, zonder gelijke,
doe dit of sla mij dood!

42 Er was menig woord gewisseld tot zij in de zaal aankwamen waar ze Priamus en
zijn kinderen vonden, die spraken over wat ze moesten doen. Hector roept
Mennoen, Monfloers en enkele van de belangrijkste raadheren bij zich en vraagt
of ze willen blijven bij het besluit dat ze voor het eten namen? Mennoen zegt dat
ze hun leger kunnen inzetten als de Grieken hun afkoopsom afwijzen. Als de
Grieken een vredesvoorstel doen, mogen de Trojanen dat niet toestaan als hen
dat niet eervol zou zijn. Hun stad is zo goed ommuurd, dat ze de Grieken niet
hoeven te vrezen. Zolang ze door niemand uit eigen rangen worden verraden,
kunnen de Grieken hen geen haar krenken. De Grieken zullen hen hun
gedachten vertellen en men zal dan ondervinden wie de ander het meest schade
heeft berokkend.

43 Als hun schade groter is dan de onze, moeten we overleggen dat zij
genoegdoening krijgen. Als het omgekeerd is, moeten wij de schadeloosstelling
ontvangen. Als zij hierop niet willen ingaan, moeten ze vechten. Koning
Mennoen zegt dat hij nog liever zou hebben dat men hem elk ledemaat aftrok,
dan dat er schade en schande zou komen door zijn schuld. Mennoen zegt dat hij
liever kort zou leven met eer, dan lang met schande. Jong en oud prijst hem
hiervoor. Hector belooft dat als een van Mennoens vrienden ooit beroep op hem
zou doen, hij hem zou helpen om zo zijn dankbaarheid te kunnen tonen.
44 Mennoen neemt afscheid maar Hector zegt dat hij nog moet blijven souperen.
Mennoen zegt dat dat niet gaat omdat hij zijn zaken op orde wilt stellen en met
zijn manschappen gereed wil staan bij dageraad. Koning Pandrus volgt hem
hierin. Hector sliep die nacht niet veel, ookal had hij genoeg kracht tegen de
Grieken

45 Zodra de nachtwaker met trompetgeschal de dageraad aankondigde, droeg hij


zijn ridders op om te vertrekken zoals dat afgesproken was in het parlement. Hij
vertrok met zij die het eerst uit de herberg konden komen en wachtte op de
anderen niet.
Opmerkingen:
- Ze spreken veel over God en bidden tot hem. Hieruit kun je afleiden dat het een
middeleeuws verhaal is, ookal komt de verhaalstof uit de Klassieke Oudheid.
- 3 keer wijst de vrouw de ridder af en eindigt ze het gesprek
- Thema: hoofse en onbereikbare liefde
- De ridders benaderen de jonkvrouwen onderdanig, zij willen zich aan haar
'onderwerpen' niet andersom. Zij worden afgewezen, dit is ook typisch hoofs:
het verlangen naar de jonkvrouw is belangrijker dan het uiteindelijke doel (het
trouwen met die jonkvrouw).

You might also like