Professional Documents
Culture Documents
Full Download Mike Mulcahy 01 Kruisiging 1St Edition Gerard O Donovan Online Full Chapter PDF
Full Download Mike Mulcahy 01 Kruisiging 1St Edition Gerard O Donovan Online Full Chapter PDF
Gerard O Donovan
Visit to download the full and correct content document:
https://ebookstep.com/product/mike-mulcahy-01-kruisiging-1st-edition-gerard-o-donov
an/
More products digital (pdf, epub, mobi) instant
download maybe you interests ...
https://ebookstep.com/product/finlay-donovan-uma-escritora-de-
matar-finlay-donovan-1-1st-edition-elle-cosimano/
https://ebookstep.com/product/as-aventuras-de-mike-2-o-bebe-
chegou-1st-edition-gabriel-dearo-e-manu-digilio/
https://ebookstep.com/product/o-milagre-da-manha-para-familias-
hal-elrod-mike-mccarthy-lindsay-mccarthy/
https://ebookstep.com/product/rabbit-hole-1st-edition-mike-nicol/
G O D S 01 Spanish version 1st Edition Jonathan
Hickman
https://ebookstep.com/product/g-o-d-s-01-spanish-version-1st-
edition-jonathan-hickman/
https://ebookstep.com/product/precariedad-estetica-y-
politica-1st-edition-gerard-vilar/
https://ebookstep.com/product/finlay-donovan-una-escritora-de-
muerte-1st-edition-elle-cosimano-2/
https://ebookstep.com/product/finlay-donovan-una-escritora-de-
muerte-1st-edition-elle-cosimano/
https://ebookstep.com/product/ciudad-de-cuarzo-1st-edition-davis-
mike/
x
kruisiging
x
Gerard O’Donovan
Kruisiging
www.gerard-odonovan.com
www.unieboekspectrum.nl
Mulcahy wilde kijken hoe laat het was en toen hij opkeek, stond ze
daar, omlijst door de donkere houten boog die de scheiding vormde
tussen de voorste en achterste bar. Ze glimlachte naar hem en het
leek alsof de regen haar niet had durven raken.
‘Het spijt me echt dat ik te laat ben,’ zei Siobhan met een
berouwvolle glimlach die haar gezicht deed opklaren. ‘Ik kon
nergens een parkeerplaats vinden.’
‘Maakt niet uit. Daardoor kon ik kijken wat voor nieuws er was.’ Hij
vouwde zijn krant op en begon overeind te komen, maar zij
gebaarde hem te blijven zitten, schudde haar jas uit en zocht in haar
tas naar haar portemonnee, omdat ze niet wilde dat hij voor haar
naar de bar ging.
Hij leunde achterover, nam een lange teug van zijn bier en sloeg
haar gade toen ze wegliep. Hij genoot van de manier waarop haar
zwarte haar golfde en krulde als het op haar schouders viel, van de
manier waarop haar heupen bewogen onder het zachte, strakke
katoen van haar rok. Van de manier waarop ze die zuurpruim van
een barkeeper liet stralen, alleen maar door hem iets te drinken te
vragen. Mulcahy had haar meteen leuk gevonden, vanaf het moment
dat zijn oude maat Mark Hewson – tegenwoordig iemand die binnen
de pr-kringen van Dublin behoorlijk wat gewicht in de schaal legde –
haar veertien dagen geleden op een verjaardagsfeestje aan hem had
voorgesteld. Want ondanks het andere kapsel en de verstreken tijd,
had hij haar meteen herkend – de herinnering was als een geest
naar boven gekomen en iets waarvan hij zich nooit bewust was
geweest, was volledig gevormd en meteen herkenbaar opgedoken.
Siobhan Fallon, die verslaggeefster. De vrouw die toen, jaren
geleden, met hem mee was gekomen nadat hij voor het eerst zijn
eigen team had gekregen – toen hij zelfs zichzelf perplex had doen
staan met een van de grootste heroïnevangsten die ooit in Dublin
was gedaan.
Hij dacht het ook te zien in haar ogen, die verbazingwekkende
blauwe ogen, de verrassing en vreugde van de hernieuwde
kennismaking. Een halfuur lang hadden ze geprobeerd de herrie van
het feestje te overwinnen, waren ze aangestoten door passerende
lichamen, hadden ze in elkaars oor gepraat, waarbij hun wangen
elkaar terloops raakten alsof ze oude vrienden waren, en hadden ze
samen gelachen. Ze waren elkaar kwijtgeraakt toen een groepje
vrienden van haar was verschenen en haar had meegesleept. Hij
had haar niet meer gezien tot ze later met die vrienden was
vertrokken en hij door de kamer haar blik had opgevangen. Zij had
geglimlacht, hij had gezwaaid en dat was het dan. Tenminste, dat
had hij gedacht. Hij had overwogen haar op te zoeken. Maar hij ging
ervan uit dat een vrouw als zij al iemand moest hebben… tot ze hem
een paar dagen geleden had opgebeld. Ze had zijn nummer van
Mark gekregen. Had hij zin om samen iets te drinken? Recht op de
man af, er niet omheen draaien – ook iets wat hem in haar
aanstond.
‘Die kun je maar beter wegstoppen, anders zul je jezelf moeten
arresteren,’ zei ze toen ze met een glas in haar hand ging zitten en
op het pakje sigaretten wees dat hij op tafel had laten liggen.
‘Ik dacht dat ik misschien een excuus nodig kon hebben om snel
naar buiten te lopen,’ grapte Mulcahy.
‘Nou, wees gewaarschuwd, ik rook af en toe ook graag, dus ik zou
een excuus hebben om achter je aan te komen.’
Haar ogen grepen hem vast met een flits van licht azuurblauw.
Het was het eerste waaraan hij had gedacht toen ze hem belde. Die
blik.
‘Ik hoorde je vanochtend op de radio over Gary Maloney praten,’
zei hij. ‘Het lijkt erop dat je daarmee een behoorlijke storm hebt
ontketend.’
‘Ja,’ zei ze. ‘Het is een grote zaak. De favoriete voetbalheld van de
natie en zo. Maar morgen zal het in alle andere kranten staan – dan
is het eigenlijk niet meer van mij.’
Mulcahy begreep niet waarom dat zo belangrijk voor haar was.
Verder vond hij dat politiemensen en broodschrijvers veel gemeen
hadden en dat ze soms aardig nuttig voor elkaar konden zijn, alleen
had hij nooit veel opgehad met de roddelpers en al dat gegluur naar
de misstappen van andere mensen. Hoe zij te werk ging bij het
vinden van een dergelijk verhaal, interesseerde hem echter wel.
‘O, je weet wel, bronnen, geruchten,’ antwoordde ze. ‘Jij bent
rechercheur, je weet hoe dat allemaal werkt. De juiste mensen
kennen en op de juiste plaats zijn om iets te horen fluisteren is het
halve werk. Andere keren komen ze naar jou toe. Meneer X is kwaad
op Meneer Y. Hij wil wraak nemen of zijn baan inpikken. Of gewoon
de poen. Zo krijgen jullie toch ook de meeste van jullie
aanwijzingen, nietwaar? Contacten, informanten en ordinaire
jaloezie?’
Ze had gelijk. Mensen geloofden graag wat ze op de tv zagen, dat
het bij de politie allemaal draaide om zorgvuldig afwegen en
beoordelen van aanwijzingen of, nog stommer, geavanceerde
forensische technieken. Maar in werkelijkheid werd het merendeel
van de zaken opgelost door gewoon, ouderwets verraad. En dat gold
in nog sterkere mate voor narcotica, het terrein waarop hij meestal
werkzaam was, dan op welk ander gebied ook, omdat de inzetten
gigantisch waren en het verlinken van concurrenten het zoveelste
wapen uit het arsenaal van de eerzuchtige drugsbaron was. Maar
hoezeer ze ook gelijk had, hij wilde het haar toch niet te gemakkelijk
maken.
‘En verwachten ze ooit iets van jou?’ vroeg hij. ‘In ruil voor hun
informatie, bedoel ik.’
Ze keek hem aan met een zweem van een glimlach om haar
lippen alsof hij haar ergens op had betrapt, maar ze zei een paar
tellen niets en overwoog kennelijk iets. Toen liet ze haar glimlach
breder worden en beantwoordde ze zijn vraag.
‘Het hangt er een beetje van af hoe groot de gunst is die ze je
hebben bewezen. Maar zoals ik zei, meestal ben ik het die hun een
gunst bewijst. Door het verhaal openbaar te maken, begrijp je. Dat
is voor de meesten voldoende.’
‘Dus kan er geen sprake van zijn dat je een bron voor een verhaal
als dit betaalt?’
Deze keer was ze voorbereid op zijn vraag. ‘Ik ben bang dat ik
geen commentaar kan geven op een dergelijk commercieel gevoelig
onderwerp,’ zei ze, weer grinnikend. ‘Je weet trouwens hoe fanatiek
wij journalisten zijn als het gaat om het beschermen van onze
bronnen.’
Hij wist niet zeker of ze hem plaagde. Ze wist heel goed dat hij
niet naar details vroeg.
‘Nu we het daar toch over hebben,’ ging ze verder, terwijl ze haar
glas in de ene hand pakte en met de andere een golvende beweging
maakte, ‘ik wilde je iets vragen. Je vertelde op het feestje dat je een
poos bij Europol in Madrid had gezeten en ik dacht dat het misschien
wel iets was om een artikel te schrijven over de internationale
drugshandel en hoe Ierland in dat plaatje past. Ik heb een artikel in
een van de Engelse kranten gelezen waarin werd beweerd dat meer
dan de helft van de harddrugs via Ierland hun land binnenkomt. Ik
bedoel, ik wist dat het een heleboel was, maar is het echt zo veel?’
De stemming van Mulcahy daalde met een klap. Dat kwam niet
zozeer door de vraag als wel door de gedachte dat een verhaal
misschien het enige was wat ze van hem wilde. Nou, als hij
teleurgesteld ging worden, dan kon hij haar net zo goed laten weten
dat het ook voor haar zou gelden. Hij was niet langer het grote vat
vol verhalen dat hij vroeger was geweest.
‘Heb je me daarvoor nodig – als potentiële bron?’
Het kwam er scherper uit dan hij had bedoeld. Weer hield ze zijn
blik een tel of twee vast en toen lachte ze verlegen.
‘Jezus, ik zit hier nauwelijks vijf minuten en ik onderwerp je al aan
een derdegraadsverhoor. Het spijt me, Mulcahy. Het is
beroepsdeformatie, weet je, eerlijk waar. Ik zie iemand en ik denk:
hé, een verhaal, en ik spring er meteen bovenop. Het spijt me. Het
is een gewoonte geworden. Ik dacht dat we…’
Haar stem stierf weg en ze keek neer op haar handen.
‘Nee, luister,’ stamelde hij. ‘Ach, laat ook maar. Ik had niet zo
aangebrand moeten doen. Misschien als we het een poosje niet over
het werk hebben, dat het best weer gaat.’
Ze keek hem nu weer aan met die blik van schalkse
nieuwsgierigheid in haar ogen. Hij herinnerde zich hoe overtuigend
ze die keer was geweest, toen ze hem had overgehaald haar mee te
nemen bij die overval. Hij had geweten dat hij tot aan zijn
haarwortels in de ellende zou zitten als er iets verkeerd ging, maar
toch had hij haar meegenomen. En achteraf bleek het een van de
gedenkwaardigste nachten van zijn leven te zijn geweest. Die actie
had zijn carrière bepaald. Haar artikel had iedereen duidelijk
gemaakt – niet alleen zijn superieuren maar ook elke
omhooggevallen dealer in zijn gebied – dat er een nieuwe kerel was
aangetreden die niet met zich liet spotten. En als hij er nu op
terugkeek, was zij het geweest aan wie hij daar op de achterbank
van de auto, ingepakt in een beschermend Garda-vest, had gedacht,
terwijl hij toch even opgewonden was over wat er ging gebeuren als
alle andere mannen in zijn team. Door die herinnering veranderde
hij weer van gedachten over haar.
‘Waarom gaan we niet naar buiten voor een sigaretje?’ stelde hij
voor, en hij pakte zijn pakje en aansteker.
‘Goed idee,’ zei ze. ‘Dan kunnen we opnieuw beginnen als we
weer binnenkomen.’
Zoals hij het beluisterde, had ze net zo goed naast hem in een
hotelkamer kunnen liggen, ergens tussen begeerte en het kille licht
van een nieuwe dag.
Brogan keek op haar horloge, terwijl ze op het puntje van een beige
leren bank in de woonkamer van een zekere mevrouw Edith Mannion
zat. Alles was klinisch schoon en ordelijk. Volmaakt gereed voor de
bezoekers, die volgens de indruk van Brogan zelden iets kwamen
verstoren. Het werd al laat en ondanks het vooruitzicht vorderingen
te maken begon ze er nu genoeg van te krijgen. Dit zou voor
vanavond het laatste bezoek zijn. Toch vulde de gedachte aan de
terugkeer naar haar eigen huis haar met de gebruikelijke vormloze
afkeer. Aidan die met een glas bier in de hand en zonder iets te
zeggen op de bank naar de televisie zat te staren, terwijl in de hoek
de babyfoon een zacht en beschuldigend geruis liet horen.
Het was een traag verlopende, frustrerende avond met weinig of
geen vooruitgang geweest. Tegen het eind van de middag hadden
ze contact opgenomen met Frank Harney, het hoofd van de Dublin
Summer Language School, waar Jesica was ingeschreven voor een
cursus van vier weken. Gezien de omstandigheden was er weinig
overredingskracht voor nodig om Harney zijn zondagse gezinsuitje
naar de Wicklow Mountains te laten afbreken. Hij maakte een
bezorgde en ongemakkelijke indruk in zijn kaki hemd, korte broek en
wandelschoenen toen hij hen een paar uur later ontmoette bij de
school die was gevestigd op de bovenste verdiepingen van een
Victoriaans gebouw in Westmoreland Street.
Vanuit zijn kleine kantoorraam kon je de grijze rivier de Liffey zien,
die het hart van de stad doormidden sneed bij de O’Connell-brug,
met vlak daarachter het standbeeld van de Bevrijder in eigen
persoon. Op elke andere dag was Brogan misschien blijven staan om
het uitzicht te bewonderen, maar nu wilde ze per se een lijst van
Harney hebben met de buitenlandse studenten met wie Jesica de
vorige avond misschien was uitgegaan en de gegevens van de
gezinnen waar ze logeerden. Toen waren ze de kinderen een voor
een gaan opzoeken. De drie met wie ze tot dusver contact hadden
opgenomen, hadden niets opgeleverd. Geen van hen was met Jesica
uitgeweest, maar alle drie hadden ze gezegd dat het jonge meisje
dat op het moment bij mevrouw Mannion verbleef, goed bevriend
met haar was.
‘Je zou denken dat we stront aan onze schoenen hebben,’
mompelde Cassidy vanuit de leunstoel tegenover haar. Mevrouw
Mannion had hen inderdaad niet met open armen ontvangen. Maar
Brogan kon het de arme vrouw nauwelijks kwalijk nemen dat ze van
streek was door de Gardai die op dit uur van de zondagavond aan
de deur stonden in het keurige Orpen Close in Stillorgan. En ze
wilden ook nog het jonge meisje spreken van wie ze waarschijnlijk
weinig of niets wist en dat alleen maar bij haar logeerde voor de
duur van de cursus. God mocht weten wat voor vreselijke
verdenkingen er door het hoofd van de vrouw gingen.
‘Stil, alsjeblieft,’ zei Brogan. ‘Daar komen ze aan.’
De deur ging open en mevrouw Mannion kwam binnen, gevolgd
door een leuk meisje van een jaar of zestien met een olijfkleurige
huid. Ze had lang, sluik haar, droeg een duur uitziend roze topje, een
beige heupbroek en smetteloos witte Reeboks. Typisch een van de
kinderen uit de Spaanse en Italiaanse middenklasse die elke zomer
met duizenden naar Dublin werden gestuurd door ouders die
absoluut wilden dat ze hun Engels verbeterden. Ook zij keek
bezorgd. Brogan vermoedde dat hun gastvrouw haar eigen
onderzoek moest zijn gestart toen ze met het meisje de trap af
kwam.
‘Goed, inspecteur, dit is Luisa,’ zei de vrouw, die haar liet staan,
terwijl ze zelf een stoel wilde pakken.
‘Eh, u hoeft niet te gaan zitten, mevrouw Mannion,’ zei Brogan.
‘Wij zouden graag alleen met Luisa praten, als u het niet erg vindt.’
Ze vond het wel erg, maar zodra was vastgesteld dat Luisa zestien
was en dus niet begeleid hoefde te worden, had mevrouw Mannion
geen poot meer om op te staan. Ook niet toen ze opperde dat ze
eigenlijk zou moeten blijven ‘in loco parentis, als het ware’.
Brogan bedankte haar, herinnerde haar eraan dat ze al had verteld
dat Luisa’s Engels beter dan gemiddeld was en stond op om de deur
achter haar te sluiten toen de vrouw de kamer verliet. Brogan
glimlachte tegen Luisa, gaf haar een bemoedigend klopje op de arm
en liet haar naast zich op de bank plaatsnemen.
‘Maak je geen zorgen, Luisa, je zit niet in de problemen.’
Luisa glimlachte zwakjes, maar was niet overtuigd.
‘Je bent een vriendin van Jesica Salazar, klopt dat?’ vroeg Brogan.
‘Sí… ik bedoel, ja,’ hakkelde ze.
‘Wel, ik wil je niet bezorgd maken, maar Jesica heeft een ongeluk
gehad en ligt in het ziekenhuis.’
Brogan gaf het meisje een ogenblik om dit voor zichzelf te
vertalen. Een tel later drong het met een schok tot haar door en iets
van de natuurlijke glans van haar gelaatskleur verbleekte.
‘Wat gebeurt met haar?’
‘Daar hoef je je op dit ogenblik geen zorgen over te maken,’ kwam
Cassidy een beetje bot tussenbeide.
Het meisje keek bezorgd weer naar Brogan.
‘Maar het is toch goed met haar, ja?’
‘Natuurlijk, Luisa, het is nu goed met haar,’ antwoordde Brogan
ontwijkend, ‘maar we moeten jou een paar vragen stellen. Heb je
haar gisteravond gezien?’
‘Ja, natuurlijk.’
Brogan wierp een blik op Cassidy, die nu voorovergebogen zat.
Alle vermoeidheid was uit zijn gezicht geweken.
‘Je bent gisteravond uitgegaan met Jesica?’
‘Ja, wij gingen naar, eh, naar samen dansen, in een club, met een
paar andere studenten.’
‘Kun je ons vertellen waar die club was?’
‘Por supuesto… bij de kruising in Stillorgan. U kent de club, de
GaGa? Hij is niet echt mooi, maar, eh, hier in de buurt, begrijpt u?’
‘De tent bij de bowlingbaan?’ vroeg Cassidy.
‘Ja, die.’
‘En hoe laat zijn jullie uit de club weggegaan?’
Weer keek ze wat schuldig op.
‘Het was laat. Mevrouw Mannion, ze was niet echt blij…’
‘Vergeet mevrouw Mannion, Luisa. Wij stellen alleen belang in wat
er met Jesica is gebeurd. Is ze met jou uit de club vertrokken?’
‘Nee.’ Het leek het meisje te verbazen dat ze die vraag konden
stellen. ‘Nee, ze is eerder gegaan met…’ En toen viel het kwartje, de
peseta, de euro… of wat het dan ook was. Ze sperde haar ogen
open, haar gezicht kreeg een kleur en plotseling was ze bang.
‘Jesica… het is toch goed, ja?’
‘Ik heb al gezegd dat het goed met haar gaat, Luisa,’ reageerde
Brogan. ‘Maar we moeten echt weten met wie ze in de club en
daarna was. Is ze met iemand anders vertrokken? Met een jongen?
Is dat wat je bedoelt?’
Weer leek het meisje niet zeker te weten of ze daar antwoord op
moest geven. Brogan vermoedde dat Jesica een of andere heilige
schoolregel moest hebben overtreden door de club te verlaten met
iemand anders dan een medestudent.
‘Kom op, Luisa. We zullen het niet verder vertellen. Dit is
belangrijk. Is ze vertrokken met een jongen?’
‘Nee, niet echt een jongen.’ Ze aarzelde. ‘Hij was ouder. Misschien
twintig, tweeëntwintig. Ze waren de hele avond samen, weet u. Ze
dansen, ze, eh, kussen. Ze zei dat hij haar thuis zou brengen naar
haar huis. Hij zag er aardig uit…’ Weer fronste ze en angst en begrip
streden om voorrang. ‘Was hij…?’
Most people start at our website which has the main PG search
facility: www.gutenberg.org.