Professional Documents
Culture Documents
Halloween
Halloween
groep 3 § 4
griezeten
eigenwijs p. 156
D
D
Hat - sjie kie - le kie - le knot - sie bom, bim-bam ba - sie paar - de- blom
G D A7 D
'k Maak van jul - lie o - li - fan _ ten, bim bam bom.
introductie
drama
'Ik wil nu wel eens olifanten zien in plaats van kinderen., Tover een klas
vol olifanten door het lied te zingen of door samen naar de opname te
luisteren. Laat daarna een kind een ander dier kiezen. Bespreek met
de
kinderen hoe dit dier het beste kan worden uitgebeeld en speel het
spel
opnieuw.
Kunnen de kinderen de toverspreuk,Hatsjie... bÍm bam bom,nu zelf_
standig zingen?
aanLeren
aanleervo[gorde
Zing het lied voor of gebruik de opname. De kinderen:
. zingen eerst de toverspreuk 'Hatsjie ... bim bam bom,;
. en vervolgens het hele lied.
I
156
E
groep 3 § 4
griezelen
Em B7 Em Bm
#^;
1. In on - ze straat daar staat een huis, daar is het he - le - maal niet pluis. :
2. De ra - men stuk, de mu - ren scheef, het dak lekt al - tijd als een zeef. -
3. Maar vol - gencl jaar wordt eT een flat voor 't spook-huis in de plaats ge zel. :
Am Df G C A7 D
F
ï-
Daar wo - nen ook geen men - sen in; daar woont een spook met zijn ge - zin.
Maar va - der spook vindt dat juist goed! Net als een spook- huis we - zen moet,
En va - der spook klaagt ach en wee: 'Waar moe - ten wij dan weer naar toe?'
#
D7 GBTErr|DTG 87 Em
#ö
À-.
Aaach Boe boe. Aaach Boe boe !
introductie
spe[en
Draag het lied als een gedicht voor, Tussen de coupletten maken de
kinderen spookachtige geluiden met hun stem en met instrumenten
aanleren
aa n leervotgorde
Leer de kinderen eerst de laatste regel: 'Hoei Boe-boe. Hoei Boe-boel'
Dit fragment is te horen in het voorspel van de opname.
Zing daarna enkele keren het lied voor of gebruik de opname.
162
I
z
-
de heks van dovenetel
-
kleuterwijs p. 186
tekst: Lea Smutders. muziek: Frans Luyt
track B óB a
Dm Gm A7 Drn
r-
Gm Dm j\t Dm D7
Gm Dm Gm Dm A7 Dnl
-r-|
in l.eid ing
àfte[spet De kinderen staan in een kring. Ga zelf in het midden van de kring
staan. Wijs op de puls steeds een ander kind aan. Zing Iop de metodie
van het sLot van het Lied) de vraag: 'Wiedewiedewiet, wiedewiedewiet,
zeg mjj eens:wat Lust jij niet?' IHerhaat dit enkeLe maLen.J
Wijs bij het zingen van de laatste regeLtijdig een kind aan. Dit kind
improviseert zingend een antwoord. BijvoorbeeLd: 'pap met kLonten
o
o Lust ik niet,'0f: 'Pannenkoeken Lust ik niet'
'!<
o
0
trL
o
kleuter-wijs
18ó