Professional Documents
Culture Documents
Interculturele Communicatie
Interculturele Communicatie
Het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen enz. van een land, volk of
groep.
‘Cultuur met een grote C’: Literatuur, kunst, muziek, theater, musea
en bouwkunst.
Vraag 3 : Perceptie van een andere cultuur. Welke drie factoren onderscheidt de spreker?
Het is een overdreven beeld van een groep mensen dat niet vaak overeenkomt met
de werkelijkheid. Het is vaak een vooroordeel of negatief denkbeeld en wordt vaak
gebruikt als rechtvaardiging van bepaalde discriminerende acties.
- Keep an open mind: met een open, onbevangen blik kijken. Niet te snel oordelen of
veroordelen. (Moeilijker dan je denkt!)
- Ask questions: stel vragen over de verschillen die je opmerkt, of onverklaarbare
elementen. Probeer op een neutrale manier het "WAAROM" te achterhalen.
- Be aware of your own cultural dispositions: Wees bewust van je eigen vooroordelen,
van je eigen culturele programmering (zie 1.3)
De menselijke natuur ligt aan de basis, de cultuur legt daar een laag op en leert ons hoe met
die menselijke natuur om te gaan en individu staat bovenaan de piramide.
THEMA 2 : WERELDBURGERSCHAP/ TOPOI-MODEL
Subcultuur = onderdeel van een grotere dominante cultuur, met andere opvatting dan die in
de dominante cultuur, met andere normen, gewoonten, bv. op basis van gender, leeftijd
(jongerencultuur) locatie, etniciteit…
- Kan bepaald worden door generatie waartoe men behoort, gaat samen met
consumentengedrag vaak kopen mensen van een bepaalde subcultuur dezelfde
merken en producten.
- Niet alleen verschillen tussen subculturen, maar ook heel wat overeenkomsten.
Zelfde leeftijd
- Zelfde gebeurtenissen als kind, tiener etc.
- Historische mijlpalen
- Economische situatie
- Zelfde beelden, taal, cultuur, waarden etc.
2.2 DE WERELDBURGER
2.2.1 wereldburgerschap
Omvat :
- Kennis : Vb: inzicht in internationale gebeurtenissen, informatie over plaatselijke
leefomstandigheden, religies
- Vaardigheden : Interculturele sensitiviteit, taalkennis, interculturele communicatie
- Houding : Empathie en respect voor alle medemensen, Tolerantie, inclusie
- Gedrag : Globale problemen willen oplossen, veilige contexten creëren
Culturele misverstanden/ culturele “ruis” = vb. gewoonten die leden van een andere groep
‘irriteren’.
Edwin Hoffman (NE) onderzoeker van interculturele com. en diversiteit 1999 TOPOI-model
TOPOI-model biedt een houvast om de misverstanden in de gespreksvoering op te
sporen.
2.3.1.1 Het TOPOI-model: T = Taal
Taal (verbaal, non-verbaal)
- Bv. Altijd”ja” in Japan is een vorm van beleefdheid
- Bv. Talen met verschillende persoonlijke voornaamwoorden en voor dezelfde
persoon (jij/u, tu/ vous,) en talen die dat niet hebben (English: you)
- Glimlachen/ ernstig kijken
- Veel/weinig lichaamstaal
Het TOPOI-model:
- Je merkt misschien dat het begrip "TOPOI" een beetje "geforceerd" is.
- Dr. Hoffman had hier een bedoeling mee. "Topoi" is een Grieks woord en
betekent "plaatsen".
- Dr. Hoffman wou 5 plaatsen/werven beschrijven waar de communicatie kan
mislopen.
- Veel handelingen of elementen van het TOPOI-model passen in verschillende
categorieën
Drie sleutelvragen en tips over hoe omgaan met "culturele ruis”
Het TOPOI-model biedt een houvast voor omgang met culturele ruis. Daarbij kan je ook
volgende sleutelvragen en tips gebruiken bij misverstanden:
3 sleutelvragen
1. Wat is mijn aandeel in het misverstand?
2. Wat is het aandeel van de ander in het misverstand?
3. Wat is de invloed van de sociale omgeving (waarden, normen, heersende
opvattingen?)
Tips
1. Vraag anderen om hun werkelijkheid te geven, luister met empathie en onderbreek
niet.
2. Geef eigen gezichtspunt en benadruk het gemeenschappelijke.
3. Toon ook duidelijk wat verschillen zijn tussen jullie gezichtspunten en accepteer ze.
- Nederlandse antropoloog
- Jaren 60 onderzoek in 50 + landen
- Ondervroeg alleen medewerkers van het bedrijf IBM
- 10 jaar lang
Hij legde 6 demnsies vast = 6 -D model
3.2.1 Machtsafstand
De mate waarin je het normaal vindt dat de macht (on)gelijk verdeeld is.
- In het gezin
- Op school
- Op je werk
Grote machtsafstand
- Macht hebben en uitoefenen is goed
- Macht, status en privileges hangen samen
- Centralisatie is goed
- Ondergeschikten verwachten leiding, weinig eigen initiatief
- Ideale baas welwillende dictator / goede vader
- Stijl van spreken formeel, verwijst naar status
Kleine machtsafstand
- Hiërarchie is een kwestie van taakverdeling
- Iedereen is in principe gelijk, geen privileges
- Decentralisatie is populair
- Ondergeschikten verwachten coaching en willen meepraten
- De ideale baas overlegt met de medewerkers
- Stijl van spreken is informeel door alle lagen van de organisatie
heen
Individualisme:
- Ik – gerelateerd
- Zelfstandigheid
- (constructieve) kritiek
Vb. Canada, Nederland
Collectivisme:
- Wij-georiënteerd
- Groepsidentiteit
- Geen kritiek, geen "nee", geen afwijkende mening
Vb Thailand, Senegal
3.2.3 Masculiniteit – Femininiteit
Sociaal en cultureel gedrag dat met mannen of vrouwen geassocieerd wordt
Masculien = assertiviteit, resultaat, succes
- Mensen leven om te werken
- Successen behalen, prestaties, geld en erkenning zijn belangrijke doelen
- Het bereiken van succes in het werk geeft persoonlijke voldoening, aanzien en macht
- Mensen overschatten hun eigen prestaties
- Leidinggevenden horen besluitvaardig en agressief te zijn.
Bv. Hongarije, Oostenrijk, Japan, VS
Appelleert aan masculiene waarden, "pintjes drinken met de mannen", maar is gericht tot
een persoon die in transitie is....
--> erkenning
--> iedereen hoort er bij
= eerder feminiene waarde
3.2.4 Onzekerheidsvermijding
Onzekere of onbekende situaties zijn (al dan niet) bedreigend.
Culturen met een grote hang naar onzekerheidsvermijding vertonen de volgende kenmerken:
- een reeks regels (formeel of informeel – geschreven en ongeschreven) geven
houvast
- door een duidelijk kader ervaart men minder stress
- voorspelbaarheid is gewenst
- een duidelijke agenda, gekende procedures waar je je aan houdt zorgen
voor gemoedsrust
Sterke onzekerheidsvermijding, bv. België, Argentinië
Lage onzekerheidsvermijding, bv. China, Jamaica
Soberheid: Genieten en ontspanning worden in toom gehouden. Hoe beperkter, hoe beter,
want dan is er meer tijd om te werken en iets op te bouwen.
- (Voormalig) calvinistische en protestantse landen streven eerder naar een ascetische
levenshouding, hard werken, veel sparen.
Bv. Tsjechië, Noord-Duitsland
Kritieken
- Afgenomen bij werknemers IBM (sterke corporate cultuur)
- Hofstede was eerder geïnteresseerd in werkgerelateerde waarden i.p.v.
consumentengedrag
- Intussen 50 jaar oud, wereld is veel meer geglobaliseerd sindsdien
- Ondanks wereldwijde bekendheid, is er vandaag veel kritiek op Hofstede omdat je
culturele verschillen niet zomaar op nationaal niveau kunt meten (teveel individuele
verschillen beter op individueel niveau meten?)
3.3 INNOVATIE
3.3.1 Definitie
3.3.1.1 Creativiteit
Vaak wordt gedacht dat creativiteit alleen op gebieden zoals kunst en muziek
voorkomt. Creativiteit vind je echter overal in terug.
Vooral voor (startup) bedrijven is creativiteit belangrijk omdat het op langere termijn een
goed competitief voordeel kan opleveren.
De definitie van creativiteit halen we uit de innovatieliteratuur.
3.3.1.2 Uitvinding
Een uitvinding is de ontwikkeling van iets nieuws. Als je een creatief idee hebt is de volgende
stap het fysiek maken van dit idee. Wanneer het fysiek gemaakt is noemen we het een
uitvinding. Kortom, uitvindingen zijn min of meer experimenten van creatieve ideeën.
Bv. Thomas Edison vond in 1879 de gloeilamp uit.
3.3.1.3 Innovatie
Een innovatie is de (succesvolle) commerciële implementatie van creatieve ideeën en
uitvindingen door een organisatie.
Helaas zijn lang niet alle innovaties zomaar een succes, ruim 90% haalt het eerste jaar niet
eens. Innovaties mislukken dus met grote regelmaat.
3.3.1.4 Ontdekking
Christoffel Colombus, Italiaanse ontdekkings-reiziger, "ontdekte" Amerika in 1492 in
opdracht van Spanje.
Nochtans zorgt net innovatie ervoor dat de mens zich blijft ontwikkelen!
Bedrijven zorgen voor de beste productinnovaties door een goede verandering aan het
product in combinatie met een zo laag mogelijke verandering in het gedrag van
consumenten.
Volgens Edwin Hoffman zijn de vijf gebieden van TOPOI onlosmakelijk met elkaar verbonden
“In de praktijk van de alledaagse communicatie zul je alle vijf gebieden altijd tegelijkertijd
tegenkomen”.
Identificatie van culturele universa: aspecten van cultuur die je in alle samenlevingen
terugvindt, bv. lichaamsdecoratie, cadeautjes geven, huwelijksrituelen…
Hoogcontextcultuur: normen en waarden zijn diep ingebed in de leden van een bepaalde
cultuur indirecte en impliciet communicatie waar veel achtergrondinfo door iedereen
impliciet gedeeld wordt.
Bv.: Jouw afdeling doet het niet goed. Op een vergadering mijden de collega’s jou,
je staat geïsoleerd in een hoek. Dan weet je dat je zal gedegradeerd worden of
je werk zal verliezen.
In sommige landen is een lange aanloop nodig om de boodschap over te brengen. Niet te br
uusk, niet direct "to the point” komen, eerst de relatie opbouwen. Daar ga je bewust voor
een "langzame boodschap".
Een randbemerking hierbij: Let op (via de reactie of het gebrek aan reactie) of
je wel de persoon te pakken hebt die de beslissingsmacht heeft en of die
de inhoud doorgeeft aan de juiste persoon.
De snelheid van een informatiestroom wordt volgens Hall bepaald door de tijd die nodig is
om de gewenste reactie te krijgen op een boodschap.
Langzame informatiedoorstroming
In lagecontextculturen is informatie gecompartimentaliseerd: info blijf binnen eigen
departement / afdeling. Geen vlotte informatiedoorstroming.
Snelle informatiedoorstroming
In hogecontextculturen leiden informatiestromen hun eigen leven. Mensen leven in
'een zee van informatie', zitten in grote netwerken en delen spontaan.
Secretaresses en gesloten bureaus zijn minder belangrijk
Belang van informele ontmoeting: aan koffieautomaat, tijdens lunch, op café, …