Professional Documents
Culture Documents
T1OV3 Oefening 3 Artikel Renteverhoging Recessie Stagflatie
T1OV3 Oefening 3 Artikel Renteverhoging Recessie Stagflatie
De inflatie doet de loonkosten oplopen, de rente slaat op hol … Termen als inflatie, recessie
en langetermijnrente zijn niet meer uit het nieuws weg te slaan. Kunt u niet meer volgen?
Deze gids wijst u de weg.
Inflatie
Met deze term wordt aangeduid dat het leven geleidelijk duurder wordt. Een ander woord
voor inflatie is geldontwaarding, wat precies aangeeft waar het om draait. Geld verliest zijn
waarde, waardoor je er steeds meer van nodig hebt om hetzelfde te kopen. Inflatie kan
verschillende oorzaken hebben. Soms ontstaat inflatie bij een snelgroeiende economie en
een lage werkloosheid. Een tekort aan werkkrachten betekent dat werknemers looneisen
kunnen stellen, wat de prijs van goederen en diensten omhoogtrekt. De inflatie waar we nu
mee te maken hebben, heeft een andere oorsprong. Dat het leven duurder wordt, komt
doordat er aan het einde van de pandemie tekorten aan grondstoffen zoals olie en gas
ontstonden. De oorlog in Oekraïne heeft daar nog een schepje bovenop gedaan.
Economen vinden een inflatie van 2 procent ideaal. Een te hoge inflatie wordt ongewenst
geacht, omdat die de koopkracht aantast en het vertrouwen van consumenten een knauw
kan geven. Bovendien dreigt een hoge inflatie een zelfversterkend effect te hebben, die in
het uiterste geval kan uitmonden in hyperinflatie waarbij geld bijna al zijn waarde verliest.
Renteverhoging
De klassieke manier om te hoge inflatie te bestrijden, is door de rente te verhogen. Zo hoopt
de centrale bank de economische activiteit af te remmen. Centrale banken hebben
rechtstreeks greep op enkele belangrijke rentetarieven, bijvoorbeeld op de rente die banken
betalen als ze geld van de centrale bank ontlenen.
Doordat obligaties permanent verhandeld worden tegen een veranderlijke koers, schommelt
de langetermijnrente voortdurend op en neer. Als een obligatie van 100 euro die uitgegeven
werd met een rentecoupon van 2 procent verkocht wordt voor 80 euro, is het rendement
gestegen naar 2,5 procent. Andersom, als iemand bereid is om 120 euro te betalen, is het
rendement gedaald naar 1,7 procent. Naarmate obligaties beter of slechter in de markt
liggen, is de rente lager of hoger. De rente beweegt omgekeerd evenredig met de koers. Een
hoge Italiaanse rente betekent dat veel beleggers hun Italiaanse obligaties kwijt willen.
Kortetermijnrente
Dit is de rente die financiële instellingen elkaar aanrekenen voor leningen met een duur van
minder dan een jaar. De boven- en ondergrens voor die rente wordt vastgelegd door de
centrale banken. De ECB bijvoorbeeld heeft drie rentetarieven voor de korte termijn. Tegen
die tarieven kunnen banken geld lenen bij de centrale bank, of overtollig geld stallen.
Beleidsrente
In feite is elk van de drie rentetarieven van de ECB een beleidsrente, want de bank kan haar
beleid bepalen door die rentes te verhogen of verlagen. Maar de aandacht van de beleggers
en de pers gaat over het algemeen uit naar één beleidsrente. In Europa is dat de
depositorente, de vergoeding die banken krijgen als ze overtollig geld op een rekening van de
ECB plaatsen. Die rente is nu negatief, dus de banken moeten in feite bijbetalen.
Door de beleidsrente te verhogen of verlagen, hopen de centrale banken de economie af te
remmen of juist te stimuleren. Als geld lenen duurder wordt, zal er minder krediet worden
opgenomen om een auto te kopen, een huis te bouwen of een fabrieksuitbreiding te
realiseren. De kortetermijnrente wordt weliswaar vooral door financiële instellingen
onderling aangerekend, maar sijpelt ook door naar de tarieven die voor bedrijven en
particulieren van kracht zijn. De centrale banken noemen dat het ‘monetair
transmissiemechanisme’.
Spread