Professional Documents
Culture Documents
HInT Oktober 2008 Website
HInT Oktober 2008 Website
De
strijd
verhardt
Hoofdredacteur:
Coen Pouls
Voorpagina: Newsweek 27-09-08
|2
In dit HInT... oktober 2008 |
6 10 16
HInT interviewt professor Oude Sport en politiek waren ook al De fiets is voor bijna iedere
Geschiedenis Olivier Hekster. voor de Spelen in Beijing met student onmisbaar, zeker voor
Hij spreekt over zijn loopbaan, elkaar verbonden, onder meer Paul Bongers! Hij schrijft vol
zijn onderzoek, zijn collega’s, de in 1936, 1968 en 1972. Lees passie over de liefde voor zijn
GSV en ook over jullie! meer hierover op pagina 10! fiets Victoria!
22 30 36
De campagne tussen Obama en Speciaal voor muziekliefheb- HisKok is terug! Voordat Bram
McCain is in volle gang. Vanaf bers een artikel over Nick Cave Verheij en Peter Kerris gaan
pagina 22 lees je over de ge- en diens voortdurend wisselen- ‘uit-eten’ stellen zij zichzelf
schiedenis van campaigning! de relatie met het christendom. voor.
3|
| HInT
GSV-nieuws
StuB zoekt masterstudenten Boekverkoop
Het StuB is op zoek naar masterstudenten die Helaas, helaas! Dit jaar kende de boekverkoop
ons willen helpen bij het analyseren van de een aantal problemen... Tot onze grote spijt
verschillende masters. Wellicht ben je erg te- werden A History of Western Society en Inven-
vreden over je master, maar misschien heb je ting Europe dit jaar niet op tijd of in onvol-
ook wel een paar adviezen. We zouden het heel doende aantallen geleverd zodat we genood-
fijn vinden als je deze met ons zou willen delen zaakt waren enkele vouchers uit te geven. Via
zodat ook de masters door het StuB kunnen deze weg wil het oude en het nieuwe bestuur
worden geëvalueerd. Kortom help ons jullie te van de GSV hun oprechte excuses aanbieden
helpen en stuur een mail naar excali- voor dit ongemak. We willen echter ook deze
bur@let.ru.nl mogelijkheid aangrijpen om te vermelden dat
de vereniging overgeleverd is aan de leveran-
Twee mooie weekenden cier van de boeken die deze fouten heeft ge-
In de afgelopen weken hebben er twee reizen maakt. Wij hopen dat iedereen dit kan begrij-
plaats gevonden. In het laatste weekend van pen want GSV Excalibur wil natuurlijk ook dit
september wist ‘team Limburg’ de tweede jaar vol enthousiasme beginnen en haar leden
editie van het Schönes Wochenende te winnen, met veel plezier van dienst zijn!
onder andere door in het Duitse stadje Unna
voor een vol terras het lied ‘Una paloma Informele Zaken
blanca’ ten gehore te brengen. Het eerstejaars- De gezelligste commissie (op HInT na) van de
weekend vond een week later plaats in het GSV organiseert alles wat niet met de studie te
kleine Wellerlooi in stond in het teken van de maken heeft. Van borrels tot feestjes tot sport-
derde kruistocht. Tussen het feesten door wer- activiteiten. 18 november organiseren we een
den de eerstejaars in allerlei middeleeuwse cantus, een drankfestijn met liederen, en waar-
gebruiken en technieken getraind. Uiteindelijk schijnlijk komt er begin december een knots-
zouden de Saracenen (hoezo islamisering van baltoernooi, ook wel bekend als tamponhoc-
de samenleving?) de beslissende veldslag om key. Uiteraard komt er met kerst een heerlijk
Jeruzalem winnen. Kortom: een erg gezellig diner met aansluitend een borrel. Niewsgierig?
weekend waar veel nieuwe contacten werden Houd de site en de nieuwsbrief in de gaten!
gelegd!
|4
oktober 2008 |
Ik ben dit weekend het Nijmeegse even ontvlucht. De sleur van alledag is weer op gang gekomen.
Studeren, werken, feesten, slapen (zo nu en dan), studeren. Het aloude studentenleven heeft zijn
volle vaart herpakt. Een aanbod om het weekend in Frankrijk door te brengen greep ik dus met
beide handen aan.
Vanochtend vroeg besloten mijn vader en ik het dorpje Ribeauvillé als uitgangspunt te nemen
voor onze tweedaagse verkenning van de wijnen van de Alsace. Of Elzas, zo je wilt. Bij het binnen-
rijden van deze streek diende het eerste historisch besef zich al aan. “Dus dit is nu dat gebied dat
in de vorige eeuw tot zoveel onenigheid en strijd heeft geleid.”
Ik weet nog goed dat ik me de afgelopen week voornam om me dit weekend in het geheel niet
met geschiedenis bezig te gaan houden, maar mijn omgeving maakt het me wel heel moeilijk. De
rit langs de Rijn ontlokt aan mij een uiteenzetting over de Romeinse Limes. De alomtegenwoordi-
ge, op strategische punten geplaatste burchten, kasteeltjes en Eglises Fortifiées wijzen me steeds
weer op het woelige verleden van dit gebied. Het toppunt wordt bereikt als blijkt dat Ribeauvillé
een dorpje is dat rechtstreeks uit de veertiende eeuw lijkt te komen. De scheefgezakte, nauw op
elkaar gebouwde huizen van slecht gebakken stenen, omsloten door smalle, steile straten van
kinderkopjes heugen aan een historie van jewelste. De lokale kroeg gaat nog prat op een tempe-
liersverleden en de gemeenschap die volgens mij nooit meer dan vijfhonderd zielen (plus toeris-
ten) kan tellen beschikt wel over een aanzienlijke katholieke én protestantse kerkgemeenschap.
Ik besluit me neer te leggen bij mijn afkomst. Ben je eenmaal begonnen aan de studie Geschie-
denis, zoals men gelukkig ook dit jaar weer in grote getale gedaan heeft, dan zul je de rest van je
leven last blijven houden van ‘historische onvermijdelijkheid’. Als je aan Geschiedenis begint er-
ken je al haar aanwezigheid en noodzaak. Pas in de jaren die daarop volgen ontdek je haar alomte-
genwoordigheid en dus onvermijdelijkheid. Je kunt, zoals ook mij vandaag weer duidelijk werd, je
periodieke verzet maar beter laten varen en gewoon genieten.
De GSV en dit verenigingsblad kunnen, net als Ribeauvillé en een paar van onze leden, bogen op
een rijk verleden. Dit jaar zetten we dat verleden nog even extra in het zonnetje door ons vijfde
lustrum te vieren. Wij mogen ons dit jaar nog even extra bijzonder voelen als we weten in welke
traditie we staan. Uiteraard gaat dit gepaard met het nodige feesten, maar ook de ‘geschiedenis’
zal centraal staan. Rest mij slechts iedereen nogmaals (of alsnog) een plezierig jaar en voor nu een
plezierig HInT toe te wensen. Tot snel!
5|
| HInT
|6
HInTerview
Olivier Hekster over carrière, ‘papa’ en studenten
Door Zorah Blok en Coen Pouls
Olivier Hekster werd in 2004 op dertigjarige leeftijd benoemd tot hoogleraar Oude Ge-
schiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarmee was hij een van de jongste
professoren van Nederland. Voor dit HInTerview gingen Zorah Blok en Coen Pouls op be-
zoek bij deze energieke hoogleraar die bij velen bekend is om zijn humoristische en vrijwel
altijd boeiende colleges.
7|
| HInT
Fergus Millar die mij uitmuntend hebben begeleid. Ook het feit dat de leerstoel waarop ik ben
benoemd een Van der Leeuwleerstoel was, waarbij je de eerste drie jaar gezamenlijk hoogleraar
bent, speelt mee.” In dit geval was Luuk de Blois de ervaren hoogleraar, een man die al sinds Heks-
ters studententijd als voorbeeld fungeerde. Op de vraag welke tips hij studenten mee kan geven
die ook snel carrière willen maken antwoordde hij het volgende. “Wat je vooral niet moet najagen
is een hoogleraarschap op je dertigste. Je moet je richten op dat deel van het onderzoek dat je leuk
vindt en zorgen dat je naar het buitenland gaat en daar veel mensen je laat helpen.”
Rust en Reflectie
Tussen al zijn universitaire werkzaamheden door maakt Hekster ook nog tijd vrij voor zijn vrouw
en kinderen. Op de vraag hoe hij deze twee combineert antwoordt hij ten eerste dat vrouw en
|8
oktober 2008 |
kinderen altijd voor gaan. Ook het begrip vanuit de opleiding vergemakkelijkt de situatie. “Wat ik
heel prettig vind is dat het aan de universiteit steeds gebruikelijker wordt dat vaders ook hun
papa-dag hebben. Ook heb ik natuurlijk hele goede mensen om mij heen die van alles willen en
kunnen opvangen; dat maakt het wel gemakkelijker.”
Een vergelijking tussen de student van toen en van tegenwoordig durft de hoogleraar niet te
maken. “Ik kan dat eigenlijk niet. Als er één ding is wat ik al mijn studenten probeer bij te brengen
is het dat heel grove generalisaties per definitie leiden tot vertekening.” Die vertekening van het
verleden komt al veel te vaak voor. Geschiedenis wordt volgens Hekster vaak gebruikt om religi-
eus en ander gedrag te ondersteunen. “Ik denk dat Oudheid daar misschien iets extremer in wordt
ingezet dan andere onderdelen van de geschiedenis omdat meer mensen er een idee van hebben
en minder mensen er iets van weten.” Hekster gelooft niet in ‘wetenschap-voor-de-wetenschap’,
het gaat om het begrip van de maatschappij. “Historici moeten geen wetenschappers in een ivoren
toren zijn, maar leren reflecteren op iets dat te maken heeft met de mens om van daar uit zelf te
leren denken en een kritische geest te creëren.”
- Advertentie -
9|
| HInT
Berlijn 1936
In 1936 deden de Spelen Berlijn aan. Onder toeziend oog van
Adolf Hitler arriveerde de olympische vlam – voor het eerst
na een estafette vanuit het Griekse Olympia – in de hoofdstad
van nazi-Duitsland. Een nazi-Duitsland dat in het evenement
een uitgelezen mogelijkheid zag haar nazistische leer en de
grootsheid van de Duitse natie aan de wereld te tonen. Naast
het sportieve succes waarop Hitler gerekend had, werd ook
een indrukwekkende infrastructuur uit de grond gestampt.
Enorme stadions – het Olympisch Stadion bood plaats aan
meer dan honderdduizend toeschouwers – vormden het de-
cor van een groots evenement. Niets was aan toeval overgela-
ten om de boodschap aan de wereld over te brengen; het
hernieuwde Duitsland was uit de as van Versailles herrezen
en zou het toneel van de internationale politiek eens te meer
Jesse Owens
betreden. Althans, dat was het beeld dat Hitler voor ogen had.
De Duitsers domineerden de Spelen op sportief gebied. Van rassendiscriminatie was tijdens de
Spelen echter nauwelijks sprake. Zo deed er joodse schermster mee in het Duitse schermteam en
wist de Afro-Amerikaanse atleet Jesse Owens vier gouden medailles in de wacht te slepen. Bij zijn
overwinning veerden honderdtienduizend toeschouwers op om hem toe te juichen. Het idee dat
Hitler zijn afkeuring voor deze overwinning liet blijken, ontstond pas achteraf.
| 10
oktober 2008 |
Ten tijde van de overwinning gaf hij Owens inderdaad geen hand, maar dit zou niets van doen
hebben met het feit dat Owens een zwarte atleet was: Hitler weigerde pertinent alle niet-Duitse
atleten de hand te schudden. Jesse Owens verklaarde zelfs het volgende: “When I passed the
Chancellor he arose, waved his hand at me, and I waved back at him. I think the writers showed
bad taste in criticizing the man of the hour in Germany.” Saillant detail is dat Owens van zijn eigen
regering geen felicitaties ontving, terwijl hij in Duitsland wél op dezelfde manier werd behandeld
als de blanken. In de Verenigde Staten was segregatie blijkbaar nog aan de orde van de dag.
Mexico 1968
De jaren zestig staan in het geheugen gegrift als een
tijdperk dat door generatieconflicten werd geken-
merkt. Er heerste veel onvrede met het establishment,
die het meest treffend tot uitdrukking kwam in 1968,
het jaar waarin studentenrevoltes in verschillende
steden de kop op staken. Deze verschijnselen hadden
ook hun uitwerking op een groot mondiaal evenement
als de Olympische Spelen, die in de zomer van 1968 in
Mexico-stad gehouden werden. Aan de vooravond van
de Spelen hadden de studenten voor een minder re-
pressief klimaat betoogd. De Mexicaanse regering rea-
geerde in stijl: de opstand werd op bloedige wijze neer-
geslagen.
Naast dit conflict werden de Spelen door een andere strijd overschaduwd. Op elk niveau in de
samenleving werd gepoogd de bestaande verhoudingen te doorbreken. De civil rights movement –
die pleitte voor wettelijke gelijkstelling voor iedereen – zette zich met name in de Verenigde Sta-
ten in voor gelijke rechten voor de Afro-Amerikaanse bevolking. De lang bestaande barrière van
segregatie begon in de jaren zestig, niet in de laatste plaats dankzij Martin Luther King, scheuren
te vertonen. Een altoos bestaande traditie trilde op haar grondvesten.
Al deze onvrede kwam bij uitstek tot uiting tijdens de Olympische Spelen. In 1967 was het
Olympic Project for Human Rights opgericht, waarbij enkele Amerikaanse atleten zich aansloten.
Het doel van de organisatie was het uitbannen van racisme in het algemeen, en rassendiscrimina-
tie in de sport in het bijzonder. Atleten Tommy Smith en John Carlos illustreerden het initiatief
door tijdens de medailleceremonie een statement te maken: terwijl de nationale hymne door het
stadion weerklonk, balden de beiden een in zwartlederen handschoen gehulde vuist. De Australi-
sche atleet Peter Norman die het trio op het ereschavot completeerde – links op de foto – betuigde
sympathie door een band van het Olympic Project for Human Rights te dragen. In hoeverre deze
daad bijdroeg aan de emancipatie van de zwarte bevolking is moeilijk vast te stellen. De atleten
verging het in ieder geval niet goed; thuis werden ze veelvuldig bedreigd en bekritiseerd. In de
jaren die volgden werden belangrijke stappen gezet ten gunste van de Afro-Amerikaanse bevol-
king; de spanningen zijn echter tot op de dag van vandaag niet uitgebannen.
11 |
| HInT
München 1972
Vier jaar na de tumultueuze Spelen van Mexico-stad, deed het evenement voor de tweede keer
Duitsland aan: München vormde in 1972 het podium waarop de mondiale aandacht gevestigd was.
Deze Spelen zouden voor eens en altijd in het teken staan van een gijzelingsdrama dat de wereld
enkele dagen in haar greep hield. Om inzicht te krijgen in het hoe en waarom, zal eerst moeten
ingegaan op de motieven die aan de gijzeling ten grondslag lagen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de staat Israel uitgeroepen. Het Joodse volk, al eeuwenlang
in diaspora, schaarde zich in 1948 achter David Ben-Goerion die de Joden voor het eerst in twee-
duizend jaar een eigen staat gaf. Deze staat bleek een broeinest voor religieuze en etnische proble-
men. De problemen centreerden zich met name rond de plaats van het Palestijnse volk in het Heili-
ge Land. Om tegenwicht te bieden aan de nieuwe Joodse staat, werd in 1964 de Organisatie ter
Bevrijding van Palestina, kortweg PLO, opgericht. Om de bevrijding van het Palestijnse volk te
bewerkstelligen schuwden de PLO geweld niet. Deze achtergrond bleek een bijzonder vruchtbare
voedingsbodem voor wederzijdse vijandigheden.
Op 5 september 1972 drongen in bivakmutsen gehulde mannen het Olympisch Dorp binnen.
In het holst van de nacht lichtten de mannen Israelische sporters van hun bed. In het complex van
de sporters ontstond een gevecht, waarbij de Israelische worstelaar Gad Tsobari in alle commotie
wist te ontkomen. De leden van de terreurbeweging ‘Zwarte September’, opgericht door de Fatah,
waren verantwoordelijk voor de daad. De Fatah was sinds de jaren zestig uitgegroeid tot de groot-
ste stroming binnen de reeds genoemde PLO. Geëist werd de vrijlating van 234 Palestijnen uit een
Israelische gevangenis.
In plaats van toe te geven besloot de Duitse politie tot actie over te gaan. De politie was vastbe-
sloten de gijzelaars niet hun zin te geven. Gijzelaars en gijzelnemers werden naar een vliegveld
geleid, maar het betreffende vliegtuig zou nooit opstijgen. De politie opende het vuur en toen de
rook opsteeg bleek dat geen enkele gijzelaar het vuurgevecht overleefd had. Vijf van de acht gijzel-
nemers vonden eveneens de dood. Het voorval zorgde ervoor dat het Palestijns-Israelische conflict
geen ver-van-mijn-westerse-bed show meer was; de dreiging van terrorisme was echt. De Olympi-
sche Spelen gingen evenwel gewoon door, maar de impact van de gijzeling zou een schaduw over
het evenement werpen.
In de traditie van de in dit artikel geschetste voorvallen, kunnen de demonstraties tegen de Olym-
pische Spelen van Beijing beter begrepen worden. De Olympische Spelen groeiden in de loop van
de twintigste eeuw uit tot een evenement waar de hele wereld haar ogen op richtte. Daarmee is
het logisch dat een evenement van dergelijk belang ook het toneel is geworden van strijdende
belangen. In sommige gevallen – getuige de Spelen van Mexico – betekende het een stap voor-
waarts, maar het drama in München toonde de keerzijde van de medaille; de Olympische Spelen
lijken voor eeuwig gedoemd het podium van politieke strubbelingen te zijn.
| 12
oktober 2008 |
13 |
| HInT
Liesbeth Timmermans werd in 1979 geboren in het Twentse Almelo. Nadat ze het vwo had afge-
rond kwam ze in 1997 naar Nijmegen om geschiedenis te studeren. Haar keuze voor geschiedenis
was niet snel gemaakt. Ze dacht erover Personeel en Organisatie te gaan studeren en heeft de stu-
die SPH (Sociaal-Pedagogische Hulpverlening) overwogen. Ook Nijmegen stond niet van begin af
aan vast; de VU in Amsterdam leek haar ook wel wat. Uiteindelijk kwam ze in Nijmegen terecht,
om praktische redenen. “Via een vriendin kon ik gemakkelijk aan een kamer in Nijmegen komen.”
Aan haar studententijd heeft Liesbeth goede herinneringen. “Die tijd was geweldig. Beetje
uitslapen, naar college en hangen in de Refter, gelul over niks de hele middag. Of inderdaad stude-
ren in de UB.” Tevens zat zij in de redactie van ET-VT en besteedde ze veel tijd aan haar werk-
zaamheden voor de GSV. In het collegejaar voor haar afstuderen (2000-2001) was zij voorzitter
van de vereniging. “We hadden een erg leuk bestuur. Het was wel een hele drukke tijd. Achteraf
moet ik wel om mezelf lachen hoe serieus ik het toen allemaal nam.” In 2002 studeerde ze af. Haar
scriptie schreef ze bij Theo Engelen over wetgeving betreffende pokkenvaccinatie.
Via een bekende vond Liesbeth al snel een baan bij een uitgeverij. Daar werkte ze als redacteur
voor een businessblad. “Ik schreef artikelen over zakelijk dineren en printers en copiers.” Liesbeth
werkte daar aanvankelijk een à twee dagen in de week, zodat aan haar studententijd niet al te
abrupt een einde kwam. Haar studentenbaantje bij de lokale slijterij hield zij ook nog een tijdje
aan. In de loop van de jaren ging ze langzaam meer werken. Uiteindelijk schopte ze het tot hoofd-
redacteur. “Ondanks de slechte organisatie van het bedrijf waar ik werkte heb ik er toch veel ge-
leerd. Ik werd er meteen in het diepe gegooid. Ik had ook bij ET-VT in de redactie gezeten, maar
dit was natuurlijk wel anders. Ik moest commerciëler denken en zorgen dat mijn blad verkocht
werd.” Na drie jaar stopte Liesbeth bij deze uitgeverij, omdat ze werd gevraagd voor een ander te
gaan werken. Sinds maart dit jaar is ze voor haarzelf begonnen als freelance journalist. “Ik schrijf
voor diverse vakbladen, vooral op het terrein van human resources en de sociale zekerheid. Eerst
zat ik veel meer in de zakenwereld: een harde wereld, commercieel en gericht op geld. Dat heb ik
wel een beetje gehad, nu trekt de publieke sector me meer.”
Nu Liesbeth haar eigen bedrijfje heeft, is netwerken voor haar van groot belang. “Ik had ver-
wacht dat ik veel opdrachten zou krijgen uit de zakenwereld waar ik enkele jaren via de uitgeverij
voor gewerkt had, maar uiteindelijk kreeg ik juist opdrachten van mensen die ik nog kende uit
| 14
oktober 2008 |
mijn studietijd. Dat kwam toch wel uit een andere hoek dan ik had verwacht.”
Ondanks het feit dat Liesbeth na haar afstuderen snel werk vond, is zij niet positief over het
arbeidsperspectief en de manier waarop de opleiding hiermee omgaat. Ook erkent ze dat zij zich
tijdens haar studie niet voldoende heeft verdiept in de arbeidsmogelijkheden. “Achteraf kan ik
zeggen dat ik me tijdens mijn studie te weinig bezig heb gehouden met arbeidsmarktoriëntatie. Ik
weet nog dat Klep met zijn grafiekjes liet zien wat een historicus na zijn studie ging doen en er
nogal optimistisch over was. Ik dacht, ik zie het wel.” Toen Liesbeth uiteindelijk de arbeidsmarkt
op moest, voelde zij zich onzeker over haar kwaliteiten en wist ze niet goed op welk soort banen
ze kon solliciteren. “Je hebt ambities, maar in de praktijk valt het vies tegen. Je bent afgestudeerd
en vraagt je af: wat kan ik nou eigenlijk? Moet ik een sollicitatiebrief schrijven op een vacature?
Wie ben ik om me hier aan te melden? Als historicus voelde ik mij toen niet zeker genoeg. Ik ben er
achteraf wel boos over geweest, ze hebben het ons eigenlijk verkeerd voorgeschoteld, zeker Klep
met zijn grafieken, alsof de wereld aan je voeten lag.”
Liesbeth is tegenwoordig ook actief binnen Dr. Huijbers, de alumnivereniging voor historici uit
Nijmegen. Deze vereniging heeft als doelen de contacten tussen afgestudeerde historici levend te
houden en voor de huidige studenten geschiedenis een oriëntatie te bieden op de arbeidsmarkt.
Samen met de GSV en de opleiding organiseert Dr. Huijbers een keer per jaar een arbeidsmarktori-
entatiedag die gevuld wordt met lezingen en workshops over onder andere netwerken en sollici-
teren. “Via die weg proberen we studenten
met de neus op de feiten te drukken. Een
ervaringsdeskundige kan je vertellen dat
het niet altijd gemakkelijk is om de ar-
beidsmarkt op te gaan. De afgelopen editie
hadden we geslaagde historici. De volgen-
de keer zou ik ook mensen willen uitnodi-
gen die aan het begin van hun carrière
staan en nog zoekende zijn. Hoe kom je op
de plek waar je terecht wil komen? Dat is
waar wij als Dr. Huijbers een bijdrage aan
kunnen leveren. Wij bieden immers een
interessant netwerk van mensen die wéten
wat historici in hun mars hebben.” Per-
soonlijk heeft Liesbeth nog een aantal ad-
viezen aan studenten wat betreft arbeids-
marktoriëntatie. “Ga naar een carrière-
beurs, ga bij een bekend bedrijf werken en
loop een stage. Doe in ieder geval meer aan
arbeidsmarktoriëntatie dan ik dat heb
gedaan.”
15 |
| HInT
| 16
oktober 2008 |
de band tussen Victoria en mij was nog niet zo heel hecht. Immers, ze was toen de verse ex-fiets
van mijn broer. Direct ben ik naar het politiebureau gegaan om aangifte te doen van ontvoering en
gaf al haar kenmerken door. Ik heb die politieagente zelfs verteld over die persoonlijke tatoeage in
Victoria’s nek, precies onder haar zadel. Ik moest een klein traantje wegpinken.
Ik geloof niet zozeer in lotsbestemmingen, maar toen drie weken later een politieagent belde
dat Victoria was gevonden sloeg mijn hart een slag over. Ze was naar mij teruggekomen! De politie
had haar gevonden in een struik in Uden-zuid en haar een tijdelijk onderkomen gegeven op de
gemeentewerf, waar ze braaf op mij zou blijven wachten. Het weerzien was verschrikkelijk. De
ontvoerders hadden geprobeerd haar te vierendelen en ze hadden haar banden lek gestoken zodat
ze niet kon vluchten. Ze hebben bovendien de ketting opnieuw afgesteld en het licht gerepareerd.
De klootzakken.
Gelukkig liggen die dagen ver in het verleden en we denken er simpelweg niet meer zoveel
over na. Ik weet wel dat Victoria en ik sinds het weerzien op die gemeentewerf onafscheidelijk
zijn. Waar ik ook ben in Nijmegen, ze zal nooit ver van me verwijderd zijn.
Het bijzondere aan een studentenfiets is dat het bijna altijd een fiets met veel historie is. Het is een
lange weg die een fiets moet afleggen voordat zij eindelijk het leven van een student gelukkig mag
maken. “Ervaring maakt de studentenfiets,” zeg ik dan ook altijd. Ik kan het niet helpen, maar als ik
bij een stoplicht sta en een eerstejaars met een splinternieuwe fiets zie, denk ik toch altijd: “die
fiets is te jong, op die fiets haalt zij het einde van haar studententijd niet.” Zodra het stoplicht dan
op groen springt merk ik dat Victoria sneller dan normaal accelereert, alsof ze me te kennen wil
geven dat ze ondanks haar leeftijd niet onderdoet voor zo’n jonge gestroomlijnde fiets. Ach, soms
is ze gewoon een beetje jaloers, maar dat zal wel met de leeftijd te maken hebben.
17 |
| HInT
Foto Jaargetal
| 18
oktober 2008 |
Jaargetal - 488
Door Mike van de Weijer
De late oudheid, daar kunnen we achteraf best eerlijk over zijn, waren eigenlijk maar een rommel-
tje. Als de jaartallen niet zo kort zouden zijn en de landkaarten niet zo vertrouwd, zou je, als je
erover leest, zomaar kunnen denken dat de verhalen eigenlijk gaan over Donker Afrika of een
vreemde wrede werkelijkheid uit een fantasyboek. Was het maar waar. In werkelijkheid zijn wij,
in ieder geval voor een deel, afstammelingen van de mensen die toen met hun merkwaardige na-
men, hun twijfelachtige gebruiken en vol frisse moed het Romeinse Europa kwamen tenietdoen.
Iemand moest het doen.
De middeleeuwen begonnen op één januari in het jaar onzes heeres vijfhonderd, zo leert elk kind
op de basisschool. Wat nu nuancering en fluïde overgangen? Als je de wereld niet in duidelijk van
elkaar geschieden blokken indeelt is het einde zoek. Dus zou een late oudheider (of is misschien de
term ‘oudheiden’ toepasbaar als het om een niet-christen gaat, vraagt de amateur-taalkundige in
mij zich af) kunnen zeggen, in voorspiegeling op George Bush: “Je bent met ons of tegen ons. Je
bent een oudheider of je bent een tegenstander van de vrijheid.” Want de barbaren kwamen eraan
en ze kwamen om heel Europa tot slaaf te maken.
Iemand moest het doen.
Nu bleek in het jaar vijfhonderd dat er helemaal niets veranderde. De weinige mensen die een
kalender op het toilet hadden hangen zagen een ander jaartal en misschien was het wel een
schrikkeljaar en daarom een dag langer, maar er gebeurde gewoon helemaal niets bijzonders
waaraan je heel eventueel je in het gedrang komende wereldbeeld zou kunnen ophangen. Mensen
hadden in de laatste decennia van de vijfde eeuw natuurlijk flink gehamsterd en schoon water (ja,
want in de middeleeuwen zou dat er niet meer zijn) ingeslagen. Echter, net zoals in het jaar 2000,
op het moment dat de wereld zou moeten vergaan, gebeurde er niets. Iedereen ging verder met
wat hij al deed, meestal te midden van een flinke dosis menselijk lijden en aardse pijn.
Iemand moest het doen.
Wat bleek? De middeleeuwen hadden niet het einde van de wereld ingeluid. Jammer genoeg kwam
met 500 ook niet echt een verbetering. “Ja, weer een jaar dichter bij de dood,” zeggen depressieve
mensen dan bij elke verjaardag, en je kunt je voorstellen dat veel middeleeuwers die zelf mis-
schien nog niet eens wisten dat ze het waren omdat het datumwieltje op het horloge nog niet was
uitgevonden, ook zoiets uitgeroepen moeten hebben.
Iemand moest het doen.
19 |
Bourgondisch Brugge Beleven!
Brugge
Van 21 t/m 23 november bezoekt de GSV een van de mooiste steden van België, Brugge. Het
‘Venetië van het Noorden’ heeft een centrum vol historische gebouwen zoals het stadhuis en de
Heilig-Bloedbasiliek, waardoor een stadswandeling (met bezoek aan bierbrouwerij) een hele
belevenis belooft te worden. Naast de historische sensatie van de stad is er ook een meer he-
dendaagse sensatie te vinden. Zo behoort een bezoek aan het Friet- of Chocolademuseum tot de
mogelijkheden voor de zondag. Wil jij het Bourgondische Brugge beleven? Schrijf je dan op de
GSV-kamer vanaf maandag 13 oktober (12.30-13.30) in voor deze reis (prijs ong. € 75,-)
Opleidingscommissie 2008-2009
van een nucleaire explosie wordt getoond. De advertentie was schokkend en verontrustend, maar
ook zeer effectief. Hij overtuigde veel mensen ervan dat Goldwater’s (de Republikeinse kandidaat)
agressieve koers in de Koude Oorlog zou kunnen leiden tot een nucleair conflict. Johnson won de
verkiezingen, Goldwater won slechts in het Zuiden.
23 |
| HInT
Wie wint op 4 november is nog geheel niet zeker. De race is in volle gang en fouten van kandidaten
kunnen straks de doorslag geven. Tot die tijd zullen de Republikeinen Barack Obama neerzetten
als een onervaren, met terroristen bevriende superster die de veiligheid van de VS niet kan garan-
deren en hun eigen kandidaat als een heroïsche Vietnam-veteraan. De Democraten zullen McCain
neer blijven zetten als een leek op economisch gebied en hem blijven associëren met Bush en het
beleid van de afgelopen acht jaar.
| 24
oktober 2008 |
25 |
Minoordeel - Mediëvistiek
Het vreemde minder vreemd…
Door Coen Pouls
De minor Mediëvistiek behandelt de ins and outs van de
middeleeuwse samenleving. Vanuit verschillende invals-
hoeken wordt de student ingewijd in deze voor ons vreem-
de wereld. Er zijn twee cursussen die in het kader van deze
minor verplicht gevolgd moeten worden. Dit zijn
‘Middeleeuws wereldbeeld’ en ‘Middeleeuwse letterkunde’.
Daarnaast moet je twee vakken kiezen uit een aanbod van
vijf om je twintig ECTS bij elkaar te sprokkelen.
| 26
oktober 2008 |
pausdom. Er is daarbij met name aandacht voor de verhouding tussen het wereldlijke gezag van
koningen of keizers en het geestelijke van de paus. Je sluit dit vak af met een tentamen en een dos-
sier van een paar opdrachten.
Het vak over de drie belangrijkste godsdiensten ter wereld is ook zeer interessant. Docenten
van verschillende opleidingen weten van deze cursus een geheel te maken zonder dat ze vervallen
in globale praatjes. Je leert onder andere dat godsdienstproblemen niet alleen van deze tijd zijn,
maar dat ze vaak al een heel lange problematische geschiedenis kennen. Met een open-boek ten-
tamen wordt deze cursus afgesloten.
Het vak over Rome werd verleden jaar voor het eerst gegeven. Hierdoor was de afstemming
tussen de verschillende docenten niet optimaal. Het werk dat je voor deze cursus moet doen is
weliswaar omvangrijker dan voor de andere ‘vrije’ cursussen van deze minor, de materie is wel
machtig interessant. Je sluit het vak af met een gesloten-boek tentamen. Indien je dus meer wilt
weten van de geschiedenis van de ‘Eeuwige Stad’ is dit vak een absolute aanrader.
Twee vakken die door historici nauwelijks gevolgd worden zijn ‘Handschriftenkunde’ en
‘Medieval English Romance’. Het vak ‘Handschriftenkunde’ laat je kennismaken met de uiterlijke
aspecten van het middeleeuwse boek. Je begint met een overzicht van de ontwikkeling van het
boekschrift in West-Europa in de Middeleeuwen. De nadruk ligt echter op de late middeleeuwen.
Het vak wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. ‘Medieval English Romance’ is een moeilij-
ke cursus waarin de middelengelse roman centraal staat. Middeleeuwse Engelse romans moeten
in hun oorspronkelijke taal gelezen worden. Je participatie in de werkcolleges en een tentamen
bepalen je cijfer voor deze cursus.
De minor mediëvistiek is voor iedereen die meer wil weten over de middeleeuwse wereld een
goede keuze. Vele aspecten van de middeleeuwen komen aan bod en de vakken overlappen elkaar
nauwelijks. Misschien zijn niet alle vakken even interessant, het vak over literatuur is bij historici
niet heel populair, de meeste vakken zijn het wel. Het niveau van de minor is niet heel hoog; het is
zeker geen ‘eitje’, maar indien je normaal je werk doet sluit je hem waarschijnlijk met goed gevolg
af. Aan het eind van de minor zijn de middeleeuwen je waarschijnlijk iets minder vreemd. Vreemd
blijven ze echter wel, gelukkig maar.
27 |
| HInT
Een lustrum is bij GSV officieus om de vier jaar, wanneer er weer een schrikkeljaar is. Op 29 fe-
bruari 2008 is er bijvoorbeeld een feestje gevierd, maar veel ruchtbaarheid aan dat dit een lus-
trumfeest zou moeten zijn is er niet gebracht. Het is eigenlijk ook raar dat een lustrum zo om de
vier jaar gevierd wordt, aangezien een lustrum toch echt een tijdperk is van vijf jaar, dan wel een
feest dat om de vijf jaar gevierd wordt, is. Maar de oprichters moesten zo’n kleine 25 jaar geleden
een beetje gek doen, en het was ook zeker geen toeval dat de geboortedag van GSV een schrikkel-
dag was. Hiermee braken zij met de oude traditie van het vieren van de dies van een vereniging en
het lustrum dat iedere vijf jaar gevierd wordt. Volgens de traditionele GSV-jaartelling is de vereni-
ging nu daarom ook pas zes en een kwart jaar oud.
Historici zouden geen historici zijn als zij niet op de een of andere manier toch weer gingen breken
met oude tradities. Tradities zijn sowieso uitgevonden, aldus de Britse historicus Eric Hobsbawm,
en tradities zijn er om gebroken te worden. Maar historici zouden ook geen historici zijn als zij
niet eens zouden terugblikken op het eigen verleden. Vandaar dat er ter gelegenheid van het 25-
jarig bestaan van GSV er tóch een officiële geschiedenis verschijnt, ondanks dat we in de GSV-
jaartelling niet eens een verjaardag, laat staan een lustrum, kunnen vieren in 2009.
Met deze terugblik staan we wel in een bijzondere traditie. Historici hebben een band met het
verleden en hún verleden, zo laat het in 1998 verschenen Terugblik op ‘Dr. Huybers’. Herinneringen
aan de Nijmeegse Historische Studenten-Kring 1932-1972 onder redactie van zelfbenoemd kring-
historicus van de NHSK ‘Dr. Huybers’, dr. Melchior Bogaarts, wel zien. De herinneringen aan de
kring waren nog springlevend en in verschillende bijdragen van oud-studenten werd teruggeblikt
op een rijk, rooms, groots en meeslepend studentenleven bij ‘Huybers’. De kring met het zelfgeko-
zen motto ‘Wij staan hier voor Post en Rogier’ – sinds 1964 vereeuwigd in de voetsteen van het
beeld van Erasmus dat heden bij de ingang van de Nijmeegse Universiteitsbibliotheek staat – bleek
echter na het afscheid van de bewuste hoogleraren R.R. Post en L.J. Rogier niet meer in de tijdgeest
| 28
oktober 2008 |
van de roodgekleurde late jaren zestig en vroege jaren zeventig te passen. In 1972 kon ‘Huybers’
geen nieuw bestuur meer vinden en werd de kring ontbonden. De herinneringen die Bogaarts
bijeengebracht heeft geven een goed beeld van het leven van een geschiedenisstudent aan de Nij-
meegse universiteit.
25 jaar GSV – overigens is het nog een werktitel – is daarom ook deels geïnspireerd op het herin-
neringsboekje van de NHSK ‘Dr. Huybers’. Ook in 25 jaar GSV staat de herinnering aan de studie-
tijd centraal. Maar waar Bogaarts enkele Nijmeegse geschiedenisstudenten van weleer zelf aan het
woord liet, gaat de redactie van 25 jaar GSV zelf op onderzoek uit. Door gesprekken met studenten
uit de periode na 1972, na ‘Huybers’ dus, hopen wij een rijk geïllustreerd beeld te krijgen van de
opleiding geschiedenis, haar studenten en haar organisaties.
Jubeljaren zijn buiten de oude lustra-van-vier-jaar-traditie om ook vaker gevierd. In 1994 ver-
scheen er een jubileumboekje 10 jaar Geschiedenis Studentenvereniging Excalibur. 2e Lustrum,
waarin de eerste tien jaren van GSV – ook al – aan de hand van de herinnering van (oud)GSV-ers
werden beschreven. Zo bezien staat 25 jaar GSV in een rijke traditie van onderzoek naar en herin-
nering aan het eigen studentenleven, geleefd aan de opleiding Geschiedenis. Het onderzoek is
inmiddels in volle gang, het – voor een studentenclub relatief goed bijgehouden – archief is meer-
dere malen geraadpleegd en interviews met GSV-leden en andere geschiedenisstudenten van de
afgelopen 25 jaar worden afgenomen en uitgewerkt. Het resultaat laat nog even op zich wachten
en zonder veel te verklappen over de inhoud kan gezegd worden dat het jubileumboek een mooi,
rijk geïllustreerd beeld zal tonen van meer dan 25 jaar GSV.
29 |
| HInT
deze protestantse Kerk werd verklaard. Deze constructie kent de Anglicaanse Kerk nu nog steeds,
en dus is Koningin Elizabeth II nu het hoofd van de Kerk van Engeland. Binnen het Anglicanisme
zijn er twee soorten geloofsbelijdenis. Aan de ene kant is er de gezamenlijke dienst in de kerk
waarbij de Bijbel een centrale plaats inneemt. Minstens net zo belangrijk is de private devotie en
het persoonlijke gebed.
Nick Cave was vooral geïnteresseerd in deze laatste vorm van geloofsbelijdenis en bezocht dan
ook geen kerkdiensten, op zijn optreden in het kerkkoor na. Nick Cave’s muzikaliteit kreeg verder
ook vorm in verschillende schoolbands. Onder andere met Mick Harvey richtte hij in 1973 de band
The Birthday Party op. Evenals Cave had ook Harvey een religieuze opvoeding gekregen; de vader
van de gitarist was een Angilicaans priester. Tijdens zijn jeugd stond Harvey dan ook onder grote
invloed van de Angilicaanse kerk en deed hij actief mee aan verschillende diensten omdat hij in
een kerkkoor zat. Er bestaan veel overeenkomsten tussen de jeugd van Harvey en Cave, wat tot
een sterke band leidde. Eind jaren zeventig boekten zij met The Birthday Party in Australië grote
succesen. In 1980 vertrok de band naar Londen en ook in Europa maakte de band indruk met
provocatieve live-shows. Ondanks, of misschien wel dankzij, het succes bleef de band niet lang
bestaan. Het drank- en drugsgebruik van Cave en gitarist Rowland S. Howard zorgde voor moei-
lijkheden waardoor er niet meer met elkaar gewerkt kon worden. De band werd in 1983 opge-
doekt.
Het duurde echter niet lang voordat Nick Cave weer muziek ging maken. Samen met zijn goede
vriend Mick Harvey richtte hij in 1984 Nick Cave & The Bad Seeds op. De overige bandleden waren
oude bekenden die ook weleens hadden meegedaan op albums van The Birthday Party. Eén van
hen was Blixa Bargeld, een Duitser die samen met Cave en Harvey tot eind jaren negentig het hart
van de band zou vormen. In Berlijn nam de band het album From Her To Eternity op. De muziek
van The Birthday Party werd overgenomen, maar nu met veel ‘donkere’ teksten.
Gedurende de jaren tachtig nam de band meer albums op in Berlijn en werd het geluid ver-
fijnd. De muziek bleef hard en zwaar, de teksten werden steeds demonischer met als ‘hoogtepunt’
het eerder genoemde album Murder Ballads. In deze jaren sijpelden de christelijke verwijzingen in
31 |
| HInT
zijn teksten langzaam door. Zo ging het titelnummer van het album The Good Son over het verhaal
van de Verloren Zoon uit het Nieuwe Testament.
Pas halverwege de jaren negentig kwam het christelijke geloof vaak nadrukkelijk terug in de
teksten van Nick Cave. In deze jaren voelde Cave zich ook gehinderd in het schrijven van nummers
door The Bad Seeds, die telkens toch een bepaald soort muziek vereisten. Het harde geluid van de
band werd op het album The Boatman’s Call uit 1997 ingewisseld voor een rustiger en introverter
geluid. The Bad Seeds deden wel mee op dit album, maar niet allemaal op alle nummers. Het leek
wel een Nick Cave-soloalbum waarop de piano overheerste. Naast de muziek veranderden ook de
teksten van Cave. De teksten werden meer introvert en persoonlijk, in tegenstelling tot de eerdere
demonische en bijna paranoïde teksten. Waar de luisteraar vroeger ver van de teksten afstond
werd hij nu meegenomen in de ziel van Cave. De manier van zingen veranderde in een Bob Dylan-
achtige manier, rustig en verhalend. In dit opzicht is het een duidelijke cesuur in de carrière van
Cave. Deze breuk is te verklaren door het probleem met The Bad Seeds en de afkickpogingen van
Cave. Vanaf dit album komt Cave’s christelijke achtergrond duidelijk naar voren.
Het openingsnummer van The Boatman’s Call ‘Into My Arms’ is gelijk al een goed voorbeeld
van een nummer met Cave’s christelijke verwijzingen. In het lied stelt Cave dat hij niet gelooft in
een interveniërende God, maar dat als hij daarin zou geloven hij Hem zou vragen zijn geliefde naar
zijn armen te begeleiden en haar pad te verlichten zoals Hij dat ook bij Christus heeft gedaan.
Naast het verhaal, waarin ook engelen voorkomen, verwees Cave ook naar de discussie binnen het
christendom of er een interveniërende God bestaat.
Op het volgende album No More Shall We Part waren de christelijke referenties ook aanwezig,
bijvoorbeeld in het nummer ‘Gates To The Garden’. In dit nummer loopt Nick Cave op een kerkhof
te mijmeren over de doden die wachten om het Paradijs te mogen betreden. Het volgende album,
Nocturama, neemt echter afstand van het christendom en refereert er slechts zijdelings aan. Dit
album bleek echter niet het gewenste commerciële en artistieke succes te zijn. Er gingen stemmen
op dat Nick Cave zijn hoogtepunt had gehad en aan het eind van zijn carrière was beland. Het te-
gendeel werd echter bewezen door het dubbelalbum Abatoir Blues/The Lyre of Orpheus uit 2004.
| 32
oktober 2008 |
Muzikaal en tekstueel gezien ging de eerste cd terug naar de beginperiode van Nick Cave & The
Bad Seeds. De tweede cd, The Lyre of Orpheus, ging verder op de weg die na The Boatman’s Call is
ingeslagen. Op dit album kwamen ook humoristische verwijzingen naar het christendom om de
hoek kijken. Nick Cave herschreef de mythe van Orpheus tot een christelijk verhaal in het titel-
nummer. Ditmaal vermoordt Orpheus zijn vrouw door het bespelen van een lier. Vervolgens wekt
hij God met hetzelfde gepingel. God reageert furieus en gooit een hamer naar het hoofd van Orp-
heus. Hij sterft en gaat naar de hel waar hij zijn vrouw weer ontmoet. De God die Cave in dit num-
mer neerzette is een parodie op de God waar hij eigenlijk in gelooft. Hij beschrijft Hem als een
notoire vrouwenverslinder in de hemel die geïrriteerd raakt als hij ruw word gewekt.
Deze humoristische verwijzing laat zien dat Nick Cave in staat is zijn geloof te relativeren. Hier-
door is de combinatie tussen zijn weerzinwekkende teksten van zijn oude werk en de Christelijke
lading van zijn nieuwe werk minder verwonderlijk. Zijn christelijke opvoeding is hem door de
jaren heen bij gebleven. De drugs, drank en vrouwen hebben hem niet van zijn geloof laten vallen,
ook al leek hij in de jaren tachtig bezeten te zijn door demonische gevoelens. Nick Cave, die het
toonbeeld lijkt te zijn van het anti-establishment gevoel van Rock ‘n Roll, blijkt een schaap in
wolfskleren.
- Advertentie -
33 |
| HInT Charles Groenhuijsen
Hoera! Een nieuwe president
Uitgeverij Balans
Boek: Obama of McCain? Amsterdam 2008
ISBN 978 90 50 18 969 9
254 pagina’s
Door Boudewijn Wijnacker
De verkiezingen in Amerika zijn hot. De Nederlandse kranten staan er vol mee, de redactie
van CNN draait overuren, Amerikaanse en zelfs Nederlandse praatprogramma’s wijden
complete uitzendingen aan deze politieke verkiezingen die als meest belangrijk worden
gezien voor de gehele wereld. Het mag dan ook geen wonder heten dat veel historici, politi-
cologen, correspondenten of andersoortige essayisten de literaire wereld verrijken met
uitgebreide analyses over de aankomende verkiezingen tussen Barack Obama en John Mc-
Cain. Eén van de schrijvers c.q. journalisten die inspeelt op de hype is Charles Groenhuijsen,
historicus en vooral bekend vanwege zijn correspondentie namens de NOS in het land dat
bekend staat als ‘Het land van mogelijkheden’.
Veel literaire critici menen dat Groenhuijsen, met zijn boek getiteld Hoera! Een Nieuwe president
zijn literaire concurrenten aftroeft en hun werk degradeert tot ‘aardige verhalen’ over een interes-
sant onderwerp. Zijn deze lovende kritieken echter terecht? Ja, Groenhuijsen is er in geslaagd een
zeer leesbaar boek te schrijven dat volop nieuwe informatie biedt over de verkiezingsmanie in de
Verenigde Staten en de perikelen die daarmee samenhangen. Wie had bijvoorbeeld kunnen raden
dat negatieve campagnevoering veel meer invloed op het stemgedrag van de Amerikanen heeft dan
positieve campagnevoering? Dit soort interessante inzichten worden gekoppeld aan een rijke ver-
zameling anekdotes van overspel plegende politici, kandidaten die openlijk flirten met rijke bonus-
sen uit het bedrijfsleven en de vernietigende invloeden van een vijandig campagneteam (zo zorgde
het campagneteam van George Bush Jr. er in 2004 voor dat de democratische kandidaat John Kerry
als ruggengraatloze slappeling werd afgeschilderd). Groenhuijsen onderzoekt in zijn boek de ach-
tergrond van de verkiezings-campagnes, de invloed van het bedrijfsleven in de politiek (zo finan-
cieren bedrijven hun favoriete presidentskandidaten in ruil voor allerlei subsidies als hun kandi-
daat eenmaal op het pluche zit), de rol van de media (variërend van serieuze tijdschriften als The
Economist tot aan roddelwebsites als The Freakshow), de invloed van commercie en geld in cam-
pagnes, de manier van politiek voeren in de VS, de heersende politieke opvattingen in verschillende
delen van Amerika alsmede de manier waarop het leven van de presidentskandidaten drastisch
verandert door de énorme stroomversnelling waarin ze terechtkomen in de verkiezingstijd.
Dit klinkt allemaal als een wel erg grote baal hooi op een vork, maar Groenhuijsen vliegt nergens
uit de bocht en weet de juiste balans te vinden. Alhoewel we hier allerminst te maken hebben met
een wetenschappelijk werk, is Hoera! Een nieuwe president aan te raden voor iedereen die geïnte-
resseerd is in de verkiezingen in Amerika. Oh, en wie er volgens Groenhuijsen gaat winnen op 4
november aanstaande? Daarvoor zul je toch echt het boek moeten lezen.
| 34
oktober 2008 |
Om maar even verantwoord af te trappen, voor het nodige historische vermaak, kan worden uitge-
keken naar Nixon/Frost en Oliver Stone's W., twee biopics die een controversieel machtsverhaal
beloven. De oorlogsfilm Valkyrie, waarin Tom Cruise probeert Hitler om het leven te brengen,
belooft - behalve een vaststaand einde - vooral actie. En actie is er in Hollywood natuurlijk in over-
vloed. Aan de stroom stripverfilmingen komt voorlopig geen einde en ook in de nabije toekomst
komt er weer het nodige comicgeweld naar de bioscopen. De belangrijkste zijn Watchmen, The
Spirit en Wolverine. Met name Watchmen zorgt in filmland voor een hoop rumoer. De productie
sleepte jaren voort zonder veel resultaat, onder andere vanwege de ongekend hoge status die de
originele ‘graphic novel’ onder de stripgeeks schijnt te hebben.
De nieuwe van Guy Ritchie – bekend van o.a. Snatch - komt er ook snel aan. En al schoot zijn
flauwe en nodeloos ingewikkelde Revolver flink mis, de trailer van RocknRolla ziet er toch weer
leuk uit. Voorlopig geven we 'm nog het voordeel van de twijfel. Wie dat krediet na een razend-
snelle start (de culthit Donnie Darko) net zo snel weer verloor (Southland Tales, een vage stijlme-
lange die door de pers overtuigend de grond in werd geboord) is regisseur Richard Kelly. Hij pro-
beert het in 2009 opnieuw met de horror The Box, waarin een mystiek doosje zowel voor welvaart
als voor dood zorgt. Bepaald overtuigend klinkt het nog niet.
Meer vertrouwen is er in Darren Aronofsky's The Wrestler, over een gepensioneerde bokser
(gespeeld door de niet onbevlekte ex-bokser Mickey Rourke) die zich via het ondergrondcircuit
probeert terug te vechten naar de top. De combinatie Aronofsky (bekend van Requiem for a Dream
en The Fountain) en Rourke doet wellicht de wenkbrauwen fronsen, maar de eerste kritieken zijn
lovend en falen deed de regisseur nooit.
Dé film om echt naar uit te kijken is The Curious Case of Benjamin Button. Het verhaal volgt Benja-
min, die als oude man geboren wordt en in plaats van ouder, jónger wordt. Bizar is het zeker, maar
met David Fincher in de regisseurstoel en Brad Pitt en Cate Blanchett in de hoofdrollen kan er
eigenlijk niets misgaan. De twee trailers, die inmiddels op internet zijn te vinden, zien er veelbelo-
vend uit en de verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Het had de ultieme kerstfilm kunnen
worden, maar dankzij de immer langzame release in niet-Amerika kunnen we pas eind januari
zien of deze verwachtingen terecht zijn.
35 |
| HInT
| 36
oktober 2008 |
den vervangen door rund, wijn werd niet meer gebruikt en bloem en broodkruimels werden toe-
gevoegd om het geheel wat steviger te maken. Een halve eeuw later was de wijnsaus weer een
essentieel onderdeel van het gerecht en werden er ook meer kruiden toegevoegd. Een suggestie
die de koks van harte overnemen voor een volgende keer.
De bereiding
Na een bezoek aan de Albert Heijn begonnen we over-
enthousiast met de bereiding van het gerecht. Zonder Ingrediënten hoofdgerecht
een grondige lezing van de aanwijzingen gingen wij (voor vier personen)
aan de slag. Het gevolg hiervan was dat Bram al snel
vroeg: “Peter, weet je écht zeker dat ik die kalkoen 200g resten van gebraden
rauw in de blender moet doen?”. Het antwoord laat kalkoen
zich raden: “Even kijken, ehm... gevonden, hier staat
200g rundergehakt
het: ‘maak een puree van de resten van een gebraden
kalkoen’…” Zelfs bij de beste koks gaat er wel eens iets 2dl rode wijn
mis, maar godzijdank is deze episode niet illustratief 50gr amandelen
voor onze kookkunsten. Gelukkig hadden we twee
stukken kalkoen meegenomen uit de supermarkt en 4 kruidnagels
ging bij de tweede poging alles goed. Omdat wij dus 10gr suiker
geen gebraden kalkoen hadden liggen was de eerste
Peper en zout
stap het garen van het gevogelte. Het resultaat werd
versnipperd met een staafmixer en samengevoegd met
een scheut rode wijn en een handvol amandelen. Ver-
Op suggestie van de koks
woedde pogingen de mixer met inhoud in bedwang te
houden resulteerden in een roze-rode brei en spetters Paneermeel
wijn all over. Deze brei, aangelengd met nog een scheut Gehaktkruiden
wijn, werd door Peter aan de kook gebracht, terwijl
Bram de pasta en salade die als side dishes fungeerden
Meer wijn
prepareerde. Waarom de keuze voor pasta? Bij gebrek
aan een Nieuwe Wereld konden we moeilijk aardappelen of gecompliceerde varianten rijst aan
een middeleeuwse dis toevoegen. In de kolkende brei gaarden wij vervolgens de balletjes runder-
gehakt (vier per persoon) twintig minuten op een zacht vuurtje. Suiker en kruidnagel werden
toegevoegd en klaar was onze maumenee!
Het resultaat
Hoewel een echt middeleeuws diner natuurlijk op een dikke plak oud brood geserveerd wordt en
gegeten met de handen, leven we nu in beschaafder tijden waar porselein en tafelzilver rijkelijk
voorhanden zijn. Derhalve belegde Bram onze bordjes met de pasta, daarnaast de roze-rode mau-
37 |
| HInT
menee gegarneerd met enkele amandelen. Het geheel werd afgemaakt door de met honing-
mosterd dressing overschonken salade.
De verschillende soorten vlees, de amandelen en de wijn zorgen voor een complexe smaaker-
varing. Hoewel zeker niet onaardig qua smaak, mist de maumenee toch enige overtuigingskracht.
Het karakteristiek middeleeuwse gebrek aan kruiden heeft ons diep getroffen. Daarom pleiten wij
bij een volgende bereiding van maumenee voor een eigentijdse invulling: verschillende kruiden,
paneermeel voor de gehaktballetjes en vooral meer wijn zullen het geheel volgens ons een stuk
minder flauw maken en meer cachet geven.
Tot slot
Onze eigen expeditie in het woud van historische recepten pakte niet verkeerd uit. Een ware mid-
deleeuwse ervaring rijker gaan we op zoek naar meer geschiedkundige smaaksensaties. Voor toe-
komstige artikelen wordt gezocht naar studenten en docenten die houden van koken of zelfs een
speciale band hebben met een (historisch) gerecht. HInT’s culinaire team laat zich graag inspire-
ren onder het genot van een hapje, drankje en een goed gesprek. HisKok komt naar u toe dit colle-
gejaar!
| 38
oktober 2008 |
De Cleijne geschiedenis
Door Erik Cleijne
“Die moeten eruit!” zei Tandarts Rothoofd. Mijn rotte melktandjes vielen uit elkaar van ellende. Ik
poetste mijn tanden dan ook nooit, want dat was vervelend en het luidde bedtijd in. Eigenlijk hoeft
tandenpoetsen helemaal niet. Als je lang genoeg wacht heb je toch geen tanden meer. Óf je hebt
pech en krijgt zo’n Castaway-bult op je gezicht die je dan met grote stenen eruit moet slaan omdat
je anders morsdood gaat. Beetje nutteloos, hij redt zijn leven en probeert daarna zelfmoord te
plegen. Kom er dan meteen achter dat die boomstronk je niet zal houden! Potdorie nog aan toe.
Afijn, ik was vroeger als de dood voor de tandarts, maar dat komt vooral doordat die tandarts een
botte, ongevoelige knurft van een kwal was. Hij stonk, en de wachtkamer kwam uit jaren zeventig-
porno. Wat die vent daar allemaal heeft gedaan wil ik derhalve gaarne weten, alhoewel hij als een
duivel de deur open kwam maken. “Ja, kom maar…” zei hij altijd. Dat werd dan weer pijn lijden.
Maar die ene voorjaarsmiddag kreeg het verhaal abrupt een andere wending.
“Kom zelf maar!” riep ik. Dat had hij niet verwacht. Zijn ogen en mond knepen van woede samen.
Hij rende snel zijn behandelkamer in en voor ik het wist hoorde ik het geluid van een boor de hoek
om komen, met de boor en de tandarts eraan vast! Maar ook de tandartsstoel (of tandarttoel zon-
der tussen-s) zat eraan vast en kwam mee, net als de assistente, die gillend door het raam vloog en
buiten geschept werd door een begrafenisstoet (begrafenitoet). In principe had zij voorrang. Ze
liet dan ook de kabels niet los, en net toen Rothoofd zijn boor in mijn oog kon planten, trok de
begrafenisstoet hem mee naar het einde der tijden.
Het was inmiddels zomer geworden, en Jezus had al posters opgehangen van zijn imminente we-
dergekeer. De bel ging, en door het raampje zag ik een collectantebusje. Ik deed al half wegdraai-
end de deur open, floepte er “een momentje” uit, ging mijn kamer in en pakte wat IB-fonds van
mijn bureau. Ik draaide terug en liep de gang in. “Ja, kom maar…” grijnste hij van oor tot oor, en de
wandjes van het busje vielen opzij en onthulden een sissende boor. “Heb je nog tandjes?” vroeg hij,
de pederast. Zijn onmenselijke stank deed mij wankelen, gleed weg over mijn internetkabel en viel
met een doffe dreun tegen de grond. De rookmelder kwam van het plafond los en viel piepend in
mijn opengeklapte mond. Het lampje scheen door mijn wang heen, en ik probeerde als een dolle
het geluid uit te zetten, maar dat lukt bij die krengen nooit naar behoren. Om de tien seconden
zo’n klein maar waanzinnig irritant piepje. Ik vond het wel best. Mijn mond zat vol, dus de boor
kon nergens naar binnen.
Boos wendde Rothoofd zich af. “Ik kom terug in je slaap!” Riep hij, en viel van de trap. Toen werd
hij aan stukken gescheurd door een buslading Tandenfeeën. Ik kreeg toen een nieuwe tandarts.
Tandarts Dikbuik.
39 |
Volgende keer in HInT…
“Ga die wereld uit. Eén seconde Het Kronenburger park is
En kijk goed rond in ons één van de bekendste
Paradijs en
Vraag niet naar de weg plekken van Nijmegen.
Want iedereen is de weg kwijt De geschiedenis van dit
Op zoek naar geluk in
Kronenburger park” park gaat terug tot de
negentiende eeuw. Meer
hierover lees je in het
volgende HInT!
hintredactie@gmail.com
© GSV Excalibur Nijmegen 2008