BEGELEIDERSSTIJL

Voorwaarden Wat zie je?

 Aanvaarding
Welke beleving of gedachte de ander ook
heeft, het is een realiteit die je accepteert.
 Empathie
Je neemt de ervaringswereld van het kind in
je op. Je laat het kind merken dat je het
begrijpt.
 Echtheid
Je bent je bewust van je eigen gevoelens
tegenover het kind. Je bent transparant en
Dimensies Wat zie je?

 Oog voor beleving:

aanvaarding & begrip behoeften/gevoelens
 Stimulerend tussenkomen:
tussenkomsten die de activiteit verrijken:
intenser & boeiender
 Autonomie verlenen:
ruimte & steun om tot zelfsturende
personen uit te groeien

RUIMTE VOOR INITIATIEF

Welke voorbeelden zie je van initiatief van de begeleider of van
initiatief van de kinderen?
Hoe wordt erop gereageerd?

Beargumenteer (met voorbeelden) waar je dit zou plaatsen in het

schema:

SFEER & RELATIE

Hoe zou je de sfeer omschrijven? Beargumenteer met concrete
voorbeelden? Wat zie je dat de sfeer beïnvloedt?

Geef voorbeelden van de relaties onderling. Wat zie je?