Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

-

Duoscienco
Leg uit aan de hand van een - Leg uit waarom het zo is. Gebruik in je uitleg de
voorbeeld theorie over het begrip / stelling. Geef een
praktisch voorbeeld waarin de geleerde theorie
duidelijk is.

- Benoem de delen van … / Geef de - Geef de naam of functie / som alle functies op
functie van … / Geef alle functies
van …

- Kruis de juiste afspraken aan. - Duid alle juiste afspraken aan.

- Leg het begrip … uit in eigen - Antwoord zonder letterlijke zinnen uit de cursus
woorden te gebruiken. Zoals je het zou uitleggen aan
iemand anders.
- Leg het verschil uit tussen … en … - Leg kort de twee (of meerdere) theorieën en/of
begrippen uit. Noteer wat anders is tussen deze
theorieën en/of begrippen.
- Markeer … - Duid aan met een markeerstift

- Opsommen - Geef alle namen / kenmerken / … zonder extra


uitleg te geven.

- Omcirkel - Duid het juiste antwoord aan door er een cirkel


rond te trekken.

- Vul het kader aan. - Lees aandachtig de gegeven informatie. Vul aan
wat er ontbreekt.

- Juist of fout. Verbeter indien - Duid aan of de opgave juist of fout is. Indien het
nodig. antwoord fout is, noteer je het correcte
antwoord.

- Leg uit. - Leg uit waarom het zo is. Gebruik in je uitleg de


theorie over het begrip / stelling.

- Leg uit met de juiste terminologie - Leg uit waarom het zo is. Gebruik in je uitleg de
geleerde vaktermen.

- Geef de definitie van - Geef de uitleg zoals die in de cursus staat.


- Noteer - Schrijf op.

- Kleur op de afbeelding… - Kleur in op de gegeven tekening.

- Verbind - Trek een lijn tussen de begrippen / uitleg die bij


elkaar horen.

Derde graad
- Illustreer met een voorbeeld. - Geef een praktisch voorbeeld waarin de
geleerde theorie duidelijk is.

- Gebruik in je uitleg de theorie - Leg uit waarom het zo is. Gebruik in je uitleg de
over het begrip en illustreer de theorie over het begrip / stelling. Geef een
uitleg met. praktisch voorbeeld waarin de geleerde theorie
duidelijk is.

- Bespreek - Geef alles wat je er van weet: vanwaar komt


het? Voor wie is het? Wie doet het? Wat
gebeurt er dan?
- Bereken - Geef alle formules en alle tussenstappen die
daarvoor nodig zijn. Geef het antwoord.

- Geef het voorkomen van … - Waar komt het voor?


- Geef gedetailleerd weer waar onderstaande
zaken zich bevinden.

- Geef alle functies van … - Geef het verband tussen A, B en C (tussen A en


B, B en C en A en C).
- Geef de wetenschappelijke term voor het
gebruikte begrip.

You might also like