Edu 1.8

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

Geef eigen voorbeelden van autonome motivatie (intrinsieke motivatie en

geïdentificeerde motivatie) en gecontroleerde motivatie (extrinsieke


motivatie en geïntrojecteerde motivatie)

Autonome motivatie
● Intrinsieke motivatie: Een student die graag leert omdat hij of zij
gepassioneerd is over het onderwerp, of een kunstenaar die geniet
van het maken van kunst omdat hij of zij er persoonlijk voldoening uit
haalt.
● Geïdentificeerde motivatie: Een persoon die besluit om naar de
sportschool te gaan omdat hij of zij gelooft dat het goed is voor hun
gezondheid en welzijn, of een werknemer die extra uren werkt om een
project af te ronden omdat ze zich verantwoordelijk voelen voor het
succes van het project.
Gecontroleerde motivatie
● Extrinsieke motivatie: Een werknemer die extra uren werkt omdat hij of
zij een financiële beloning wil verdienen, of een student die studeert
om goede cijfers te halen en een beloning te krijgen van hun ouders.
● Geïntrojecteerde motivatie: Een persoon die gaat sporten om zichzelf
beter te voelen, maar dit doet omdat hij of zij zich schuldig zou voelen
als ze het niet zouden doen, of een werknemer die extra uren werkt
omdat hij of zij zich schuldig voelt als ze het project niet op tijd
afkrijgen.

Relatie, competentie en autonomie, ook in relatie tot faalangst


● Beschrijf hoe jij als docent invulling geeft of zou willen geven aan
relatie (verbondenheid), competentie en autonomie in jouw lessen.
● Geef ook aan hoe je d.m.v. deze elementen omgaat met faalangst bij
leerlingen

Relatie (verbondenheid), competentie en autonomie zijn belangrijke elementen


in het creëren van een positief en ondersteunend leerklimaat. Als docent is het
belangrijk om deze elementen in je lessen op te nemen om het welzijn en de
motivatie van de leerlingen te bevorderen.
Om relatie te bevorderen, kan je als docent bijvoorbeeld tijd nemen om de
leerlingen te leren kennen en hun interesses te ontdekken. Je kunt tijd
vrijmaken voor groepswerk of peer-to-peer samenwerking, waarbij de
leerlingen kunnen samenwerken en van elkaar kunnen leren. Het geven van
positieve feedback en het benadrukken van de sterke punten van de leerlingen
kan ook bijdragen aan het creëren van een positieve en ondersteunende relatie.
Competentie kan worden bevorderd door te zorgen voor uitdagende maar
haalbare taken en het bieden van ondersteuning en begeleiding bij het
uitvoeren van deze taken. Het is belangrijk om de leerlingen inzicht te geven in
hun eigen leerproces en hun vooruitgang te benadrukken. Ook het bieden van
keuzemogelijkheden in de manier waarop de leerlingen hun werk uitvoeren, kan
bijdragen aan het bevorderen van competentie.
Autonomie kan worden bevorderd door de leerlingen enige mate van controle te
geven over hun leerproces. Dit kan bijvoorbeeld door het geven van
keuzemogelijkheden in de onderwerpen die worden bestudeerd of de manier
waarop de leerlingen hun werk indienen. Het geven van feedback en het
betrekken van de leerlingen bij het stellen van doelen kan ook bijdragen aan het
bevorderen van autonomie.
Om faalangst bij leerlingen te verminderen, is het belangrijk om als docent een
ondersteunende en niet-oordelende omgeving te creëren. Het is belangrijk om
de leerlingen te laten weten dat het niet erg is om fouten te maken en dat
fouten juist kunnen worden gezien als leermomenten. Het bieden van
constructieve feedback en het benadrukken van de sterke punten van de
leerlingen kan ook helpen bij het verminderen van faalangst. Bovendien kan het
geven van haalbare taken en het bieden van ondersteuning en begeleiding bij
het uitvoeren van deze taken, bijdragen aan het verminderen van faalangst bij
leerlingen.

You might also like