Professional Documents
Culture Documents
h2 Chemische Reacties
h2 Chemische Reacties
h2 Chemische Reacties
H2 Chemische Reacties
H2 CHEMISCHE REACTIES
Faseovergangen kun je verklaren aan de hand van het deeltjesmodel. Bij een faseovergang
verandert alleen de manier waarop moleculen bewegen en hoe dicht ze op elkaar zitten, de
molecuulsoorten zelf veranderen niet. Dit is anders bij een chemische reactie.
Voor moleculaire stoffen waarvan de moleculen uit twee atoomsoorten bestaan, kun je de
naam zelf opstellen.
- De eerste atoomsoort benoem je zoals je dat gewend bent. Bij het molecuul CO2 is de
eerste atoomsoort een C-atoom. Die noem je ‘koolstof’.
Vaak heeft een stof naast de systematische naam ook nog een alledaagse, triviale naam.
H2O heet eigenlijk diwaterstofmono-oxide, maar je noemt het water.
H2O2, diwaterstofdioxide, heet in het dagelijks leven waterstofperoxide.
Je kunt het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische
reactie op microniveau beschrijven.
Scheidingsmethode Verschillende soorten moleculen van een stof worden van elkaar
gescheiden (bv filteren), de moleculen zelf veranderen niet.
Faseovergang alleen de manier waarop moleculen bewegen en hoe dicht ze op
elkaar zitten verandert, de molecuulsoorten zelf veranderen niet.
Chemische reactie moleculen van de beginstoffen verdwijnen en er worden nieuwe
moleculen, van de reactieproducten, gevormd
2.2 Reactievergelijkingen
Atoombalans = Het aantal atomen links en rechts van de reactiepijl is hetzelfde in een
reactievergelijking.
Je kunt uit een beschrijving van een chemische reactie een reactievergelijking opstellen
Stap Uitleg
1. Van beschrijving Beginstoffen, reactanten, schrijven met faseaanduiding en eventueel
naar gescheiden door plustekens.
reactieschema Gevormde stoffen, reactieproducten, na de reactiepijl schrijven met
faseaanduiding, eventueel gescheiden door plustekens.
4. Reactievergelijking Een reactievergelijking mag alleen coëfficiënten bevatten die uit gehele
vereenvoudigen getallen bestaan, en deze moeten ook zo klein mogelijk zijn.
Als stap 3 uitkomt op gebroken getallen, vermenigvuldig dan alle coëfficiënten
zodat er gehele getallen ontstaan.
Als stap 3 uitkomt op coëfficiënten die je door hetzelfde getal kunt delen,
zodat je op de kleinst mogelijke gehele getallen uitkomt, voer dit dan uit.
De reactievergelijking uit stap 3 is kloppend, maar nog niet correct: het aantal
atomen van elke soort is voor en na de pijl gelijk. Aan beide kanten staan nu
een zuurstofatoom en twee waterstofatomen. De reactievergelijking is pas
correct als de coëfficiënten in de kleinste verhouding, met gehele getallen zijn
genoteerd: H2O(l) → H2(g) + ½O2(g)
Vergeet hierbij niet dat je de onzichtbare coëfficiënten (1) dus ook moet
vermenigvuldigen met een factor twee.
Door stoffen steeds zo ver mogelijk te ontleden, krijg je uiteindelijk stoffen die niet meer ontleedbaar
zijn. Op macroniveau is van tevoren niet te zien of je te maken hebt met een ontleedbare stof.
2.4 Verbrandingsreacties
Voor het starten van een verbrandingsreactie moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
1. Er moet voldoende brandstof zijn.
2. Er moet voldoende zuurstof zijn.
3. De temperatuur moet voldoende hoog (boven de ontbrandingstemperatuur) zijn.
Je kunt het verschil uitleggen tussen volledige en onvolledige verbranding en kent de gevaren van
onvolledige verbranding.
Volledige verbranding kan alleen plaatsvinden als er voldoende zuurstof aanwezig is.
Als er te weinig zuurstof aanwezig is, vindt een onvolledige verbranding plaats. Bij een onvolledige
verbranding ontstaan ook koolstof (roet) en koolstofmono-oxide, CO(g). Koolstofmono-oxide is een
reukloos, kleurloos, brandbaar en zeer giftig gas.
Je kunt uitleggen hoe je de aanwezigheid van waterstof, zuurstof, koolstofdioxide en water kunt
aantonen.
De meeste verbrandingsproducten zie en ruik
je niet, maar je kunt ze soms wel aantonen.
Het aantonen van een stof doe je
met aantoningsreacties, waarbij je
gebruikmaakt van een reagens.
Een reagens is een stof waarmee je de
aanwezigheid van een andere stof via een
zichtbare reactie kunt aantonen
Zuurstof aantonen: door bij het vrijkomende gas een gloeiende houtspaander te houden. In
zuivere zuurstof gaan verbrandingsreacties veel feller en sneller dan in lucht
Waterstof aantonen door het op te vangen in een omgekeerde reageerbuis. Als je bij de opening
van die reageerbuis een brandende lucifer houdt, hoor je een zacht blafgeluid of een fluittoon.
Onvolledige verbranding aantonen : Aan de kleur van de vlam kun je zien of een brandstof volledig
of onvolledig verbrandt. Als de vlam geel is, treedt er een onvolledige verbranding op. Er is dan te
weinig zuurstof aanwezig voor een volledige verbranding. De gele vlam duidt op de vorming van
koolstof. Dit kun je aantonen door een koud voorwerp in de gele vlam te steken. Het voorwerp wordt
dan zwart door roetaanslag.
Je kent de drie voorwaarden voor verbranding en brengt deze in verband met blusmethoden.
- Brandstof ; gaskraan dichtdraaien
- Zuurstof: deksel op de pan
- Koolzuurblussers (temp daling) en schuimblussers (olie brand)