Professional Documents
Culture Documents
NHB Poster Basisschot Versie 17juli2014
NHB Poster Basisschot Versie 17juli2014
POSITIONEREN: UITDRAAIEN: JEZELF LANG MAKEN: LEUNEN: ARMEN/SCHOUDERS: T-POSITIE: HOOFD: KAAK: KIEZEN: ADEM: TREKARM: TREKSCHOUDERBLAD/ HERSTELLEN: ONTSPANNEN: ANALYSEREN:
- voeten schouderbreed, - voeten in een heel kleine - rug en hals uitstrekken - met gestrekt lichaam - armen naar voren optillen - armen zijwaarts - naar de boogarm - de lijn van de kaak - de kiezen - op de helft van het - een haak maken TREKELLEBOOG: - de ademhaling - alle spieren - of de spierspanning
tenen wijzen iets beweging (de grote tenen tot maximale lengte; op de beide grote tenen tot schouderhoogte om de brengen tot T-houding; (niet schrijfarm) waarnemen boven lichtjes uitademen even de adem met drie vingers van - het trekschouderblad van de benen en
naar buiten en de hielen - bovenbuikspieren leunen (zodat ze draaien de tenenlijn op elkaar inhouden (b.v. bij het de schrijfhand, daarbij trekt de elleboog de bilspieren niet
naar buiten (stabiliteit) schouders waar te nemen op - jezelf breed maken
naar elkaar toe) draaien, (boven-navel-spieren) op de grond drukken), (hierdoor is het uitademen tot 7 tellen; de pols gestrekt naar achteren; NB: Haakvingers. *** Waarnemen/voelen: onnodig hoog was;
natuurlijke hoogte (laag)
waarbij de voetzolen aan licht aanspannen, waarbij de hakken straks gemakkelijker bij de 3e of de 4e tel houden; - de trekelleboog trekt De haak loopt van vingers - het verschil tussen - of de kiezen lichtjes
de juiste positie van de lichaamsdelen • aanleren van het adem- *** Waarnemen/voelen:
- de gelijkmatige
spreiding van de
passief
OEFENEN MET BASISHOUDING 1. 3B BASIS - HOOFD(POSITIE) 2. DRUKPUNT KIJKEN - ANKEREN 3. RICHTPUNT KIJKEN - DOORBEWEGEN 4. NA HET LOSSEN - BLIJVEN STAAN AFSLUITING
ELASTIEK POSITIONEREN:
- voeten schouderbreed;
- elastiek in de eerste
vouw van de
vingerkootjes;
INDRAAIEN:
- beide onderarmen
(een rechtshandige
schutter draait de
onderarmen met de
STREKKEN:
- boogarm tot maximale
lengte uitstrekken
(als de boogarm maximaal
gestrekt blijft, staat
VOORSPANNEN:
- elastiek iets
uittrekken door het
trekschouderblad
richting wervelkolom
BEPALEN:
- richtpunt (om
straks de armen
met het elastiek
daarop gericht
NB: 3B Basis: benen,
buik(spieren), boogarm.
BENEN
- voeten uitdraaien (de
1
2 HOOFDPOSITIE:
- een klein 'ja'-knikje
voorwaarts maken
(hierdoor is het straks
KIJKEN:
- naar het drukpunt
van de booghand om
de trekelleboog in
tegenovergestelde
ADEM:
- op de helft
van het
uitademen
even de adem
ANKEREN:
- het elastiek tegen
het midden van de kin
drukken, de haakvingers
staan verticaal onder
KIJKEN:
- naar het gekozen
richtpunt en
tegelijkertijd
de toenemende
DOORBEWEGEN/LOSSEN:
- het trekschouderblad trekt
via de trekelleboog
de haakvingers (in het
ankerpunt)
NB: Haakvingers.
De veerkracht van de
vingers om het elastiek
(straks de pees)
BLIJVEN STAAN:
- in de schiethouding
blijven staan met
het hele lichaam gericht
BELEVEN:
- de horizontale lijn
van het schot
HERSTELLEN:
- de ademhaling
ONTSPANNEN:
- alle spieren die
betrokken waren bij
de nabootsing van
ANALYSEREN:
- of het gelukt is om
de balans te bewaren
(jezelf lang-leunend-breed
gemakkelijker om richting te sturen. inhouden de kaak spierspanning van het elastiek los op het gekozen richtpunt het schot blijven voelen);
- duim: is ontspannen klok mee) de boogschouder het hele te bewegen; te heffen); grote tenen naar buiten); hoort gelijk te zijn aan
de pees tegen de - of de boogarm tijdens
Begrippen:
de boogonderarm: boven- en het schot met de boog - of het gelukt is om het
* - met gestrekt lichaam onderlichaam wordt zij niet meer de vingers verandert.
- stabiliseert zowel NB: De hoogte van de Daardoor wordt drukpunt van de boogarm,
iets voorover leunen en zorgen er voor bijgesteld. NB: Treklengte. *** Waarnemen/voelen:
de boogschouder als het trekelleboog is tussen
ankerpunt
de greepdiepte van het elastiek op de kin en
De afstand tussen - één rechte lijn vanuit
richten • richtoog • drukpunt van de boogarm • treklengte • drukpunt van de booghand
in de grip van de boog;
BOOGARM
dat de borst bij het
uittrekken van het
- uitgestrekte boogarm elastiek (straks de
de schouder en
de oorlel.
*** Waarnemen/voelen:
- de kin wijst naar het
het drukpunt
en het ankerpunt is
het drukpunt van de
booghand, via de kin
de haakvingers om het
elastiek iets minder - ze *** Waarnemen/voelen:
de trekelleboog in één lijn
te krijgen;
- zorgt voor een vrije - of het gelukt is om
ankeren • ankerpunt • (de denkbeeldige) horizontale lijn van het kunnen makkelijk NB: Trekelleboog. - hoe de onderarmen
heffen, waarbij het richpunt; drukpunt
passage van het elastiek boog) niet omhoog de treklengte van naar de trekelleboog;
maximaal ingedraaid het trekschouderblad
trek
drukpunt van gaat. - lijn van de kaak boven de schutter. - hoe de rugspieren de losgetrokken worden. Door met de rugspieren
(straks - van de pees) de onderkant van het blijven; mee te laten werken
de boogarm tussen
len
de tenenlijn onderkant van het
schot is de treklijn via respectievelijk; langs de boogarm tijdens - maximale lengte gedurende de hele
gte
het richtpunt en trekschouderblad trekschouderblad
het lossen. NB: Richtoog. *** Waarnemen/voelen: constant richting van benen en boogarm; nabootsing van het schot
het richtoog komt; richting wervelkolom
* - jezelf breed maken Het richtoog is het - jezelf: lang, leunend wervelkolom te blijven - hoe de rugspieren
het richtpunt - drukpunt (straks de korrel) - trekelleboog. NB: Het indraaien van
de onderarm van de trekarm:
oog aan de kant van
de trekarm, het andere
verplaatsen
*** Waarnemen/voelen:
- jezelf: lang, leunend en
Denk aan het werkprincipe
van de klittenbandhaak -
hoe de haakjes van de
bewegen ontstaat een
optimaal gerichte
de onderkant van het
trekschouderblad
- stabiliseert de verticale oog is half of helemaal beweging van maximaal tegen de
positie van de haakvingers breed (3B Basis) lusjes getrokken worden.
dicht. de trekelleboog. wervelkolom drukken
op de pees tijdens het
OEFENEN MET VOORBEREIDING 1. 3B BASIS - UITLIJNEN 2. PIJLPUNT KIJKEN - ANKEREN 3. KORREL KIJKEN - DOORBEWEGEN 4. NA HET LOSSEN - BLIJVEN STAAN AFSLUITING
CLUBBOOG POSITIONEREN:
- vingersling om duim en
wijsvinger;
- voeten schouderbreed;
- pijl op de oplegger en
INDRAAIEN:
- beide
onderarmen
STREKKEN:
- boogarm vanuit
de wervelkolom
tot maximale lengte
uitstrekken
VOORSPANNEN:
- boog half uittrekken
door het trekschouderblad
te activeren
BEPALEN:
- richtpunt;
er naar kijken
BENEN:
- voeten uitdraaien
*- jezelf lang maken
BUIK:
HOOFD:
- een klein
'ja'-knikje
voorwaarts
maken
UITLIJNEN:
- de korrel zien
op het richtpunt
en (binnen het
gezichtsveld)
UITTREKKEN:
- boog verder uittrekken
in de richting van de
mondhoek, daarna naar
het midden van de kin
ZIEN:
- de korrel op het
richtpunt en hoe
3.2 (Gevorderde)
een stabiele
3B-basishouding
de pijl door de boog
gelanceerd.
blijven voelen);
- of de beide schouders
laag en breed gebleven zijn;
raakt nooit de pijl); heffen, waarbij de korrel DOORBEWEGEN/LOSSEN: NB: Blijven staan, - of de boogarm tijdens het
- booghand in de greep: tussen het richtpunt en 2.3 ZIEN: *** Waarnemen/voelen: - de boog rustig verder uittrekken *** Waarnemen/voelen: omdat de pijl pas van *** Waarnemen/voelen: opheffen de maximale
- de pees ligt op het - maximale lengte van
Begrippen: uitlijnen • fijnrichten • narichten • de verticale lijn van
handpalm in de booggreep het richtoog komt *** Waarnemen/voelen: - de klikker die richting door het 'klik'-geluid heen; - hoe de pees verticaal de pees loskomt lengte heeft behouden;
laten glijden; pink, 35° - 45° NB: Door de boog (mag ietsje hoger dan - de maximale lengte boog beweegt midden van de neus - pas na het 'klik'-geluid mag doorgetrokken wordt; wanneer de pees de benen en boogarm; - of het gelukt is om
ringvinger en middelvinger het richtpunt komen, van de boogarm; en diep in de kin de vingerhaak los van de pees hoe de pees tijdens het weer gestrekt wordt. - hoe de onderarmen
half (of 3/4) het trekschouderblad te
(in het verticale getrokken worden (schieten doorbewegen gefixeerd maximaal ingedraaid
het schot is het vlak van de pees. zijn licht gebogen, waarbij
alle vijf vingers
ontspannen blijven.
...blijft los
van de boog
voor te spannen:
- lijkt de boog
maar nooit lager);
*- jezelf breed maken
- indraaien van
de beide onderarmen;
- schouders laag en
NB: Zien.
Klikker sleept over de
pijlpunt - op dat moment ± 4 mm 4 mm
vlak van de pees);
- één rechte lijn vanaf
met 'naklikker') het 'klik'-geluid geeft aan dat
de treklengte optimaal is
is in het ankerpunt van
de kin;
blijven (de ringvinger
van de trekarm de hals
activeren (of voelen)
OEFENEN VOOR VOORBEREIDING 1. 3B BASIS - UITLIJNEN 2. KLIKKER KIJKEN - ANKEREN 3. RICHTPUNT KIJKEN - DOORBEWEGEN 4. NA HET LOSSEN - BLIJVEN STAAN AFSLUITING
WEDSTRIJDEN POSITIONEREN:
- vingersling;
- voeten
schouderbreed;
- pijl op de oplegger
INDRAAIEN:
- beide
onderarmen
STREKKEN:
- boogarm vanuit
de wervelkolom
tot maximale lengte
zodat het
VOORSPANNEN:
- boog half (of 3/4)
uittrekken door het
trekschouderblad
te activeren
BEPALEN/VERBEELDEN:
- richtpunt bepalen;
er naar kijken;
- het schot in twee
gedeelten verbeelden:
BENEN:
- voeten uitdraaien;
*- jezelf lang maken
HOOFD:
- een klein
'ja'-knikje
voorwaarts
maken
UITLIJNEN:
- het vizier zien
op het richtpunt
en (binnen het
gezichtsveld)
UITTREKKEN:
- boog verder uittrekken
in de richting van de
mondhoek, daarna naar
ZIEN:
- het vizier op het
richtpunt en hoe
de peeswaas eerst
DE ADEM:
- op de helft
van het
uitademen
KLIKKER KIJKEN:
- tijdens het ankeren
even kijken naar de klikker
om de trekelleboog in
ANKEREN:
- in één (rechte) lijn
vanaf de plaats waar
de klikker zich
KIJKEN:
- terug naar het richtpunt
om fijn te richten en
tegelijkertijd door te
ZIEN:
- richtpunt scherper
dan (een tikkeltje
bewegende) korrel
DOORBEWEGEN/LOSSEN:
- de boog rustig verder
uittrekken door het
'klik'-geluid heen;
BLIJVEN STAAN:
- in de schiethouding
blijven staan met het
hele lichaam gericht
BOOG:
- de boog wordt
(in de vrije sprong
en val) opgevangen
WACHTEN:
- tot het moment
dat de pijl inslaat
BELEVEN:
- horizontale lijn
van het schot
HERSTELLEN:
- de ademhaling
NB: Af en toe diep en
langzaam inademen
ONTSPANNEN:
- half ontspannen,
de volgende pijl
pakken en
ANALYSEREN:
- of het gelukt is om
het schot in twee
gedeelten te verbeelden
ONTHOUDEN:
- het best
uitgevoerde
onderdeel
BUIK: het midden van de kin iets naar buiten de adem tegenovergestelde bevindt op de pijlpunt, bewegen. - na het 'klik'-geluid wordt op het doel; door de vingersling tegelijkertijd het en uit te voeren in van het schot
en op de pees; boogschouderblad statisch - 3B Basis/Hoofd - bovenbuikspieren de peeswaas en het puntje van de de vingerhaak van de pees
en intens uitademen.
gaat en dan terug vertragen richting te sturen; via de pees in de kin - terugslag van de schot analyseren een constant tempo;
- haakvingers tijdens het en dynamisch - licht aanspannen; in het midden neus *** Waarnemen/voelen: getrokken NB: De neiging om Tijdens het pijlen
naar het midden van naar de trekelleboog boog wordt - relatie tussen de
NB: Constante
de boogarm.
Verslapping verkort
4 (of meer) voetstappen:
4 stappen in- en
4 stappen uitademen.
de schietschijf
HANDBOOG
Hier worden vier oefenmethodes gepresenteerd voor het aanleren van het basisschot van de Olympische stijl van boogschieten: MATERIAAL TREKKRACHT BEGINNERSBOOG
SPORT
1. droogoefenen; 2. oefenen met elastiek; 3. oefenen met clubboog; 4. oefenen voor wedstrijden. • Elastiek, lang en soepel • Tab met een vingerspreider om de pijl voldoende • MAN • VROUW
Deze stappen zijn de basisingrediënten voor het aanleren van jouw eigen, persoonlijke stijl. Doelgroep: van beginnend tot gevorderd sporter. • Clubboog (lang en licht) uitgerust met vizier, klikker, ruimte te geven tussen wijsvinger en middelvinger; <10 jaar - 16 pond <10 jaar - 14 pond
De vierde oefenmethode betreft het wedstrijdschot. Dit is niet alleen gericht op de gevorderde schutter, beginners zullen zien dat het verschil oplegger en één lange stabilisator. • Vingersling (riempje om duim en wijsvinger), 11-13 jaar - 18 pond 11-13 jaar - 15 pond
NB: Bij een te korte boog kun je het hoofd niet correct deze vangt de boog op na het lossen; 14-16 jaar - 20 pond 14-16 jaar - 18 pond
tussen het basisschot en het wedstrijdschot gering is. Schutters die nog zonder klikker schieten, kunnen ook alvast het wedstrijdschot oefenen. positioneren. Bij een boog met een grote trekkracht • Boogarmbeschermer; >17 jaar - 20 - 22 pond >17 jaar - 18 - 20 pond
Samenstelling en realisatie Werkgroep Basisschot NHB. Voor herstel van de techniek vallen topschutters geregeld terug op de basis. kunnen schietbewegingen niet correct aangeleerd • Borstbeschermer
Vormgeving door Jose Pauty ism NHB, uitgave Juli 2014. worden (zie ook kader ‘Trekkracht beginnersboog’);
Vragen of opmerkingen? Mail info@handboogsport.nl