Professional Documents
Culture Documents
Pro JPA 2 2nd Edition Keith Mike PDF Full Chapter
Pro JPA 2 2nd Edition Keith Mike PDF Full Chapter
https://textbookfull.com/product/pro-jpa-2-in-java-ee-8-an-in-
depth-guide-to-java-persistence-apis-third-edition-mike-keith/
https://textbookfull.com/product/pro-vue-js-2-1st-edition-adam-
freeman/
https://textbookfull.com/product/cross-cultural-psychology-2nd-
edition-kenneth-dwight-keith/
https://textbookfull.com/product/html5-in-easy-steps-2nd-edition-
mike-mcgrath/
Hockey Plays and Strategies 2nd Edition Mike Johnston
https://textbookfull.com/product/hockey-plays-and-strategies-2nd-
edition-mike-johnston/
https://textbookfull.com/product/pro-spring-security-securing-
spring-framework-5-and-boot-2-based-java-applications-2nd-
edition-carlo-scarioni/
https://textbookfull.com/product/smart-cards-tokens-security-and-
applications-2nd-edition-keith-mayes/
https://textbookfull.com/product/everyday-cryptography-
fundamental-principles-and-applications-2nd-edition-keith-martin/
https://textbookfull.com/product/pro-sql-server-internals-2nd-
edition-dmitri-korotkevitch/
Another random document with
no related content on Scribd:
VERHAAL
VAN HET GEBEURDE
VÓÓR EN BIJ HET
PLANTEN VAN DEN EERSTEN
VRYHEIDSBOOM
TE
AMSTELDAM.
Heuchelijker dag heeft Amsteldam, en met het zelve reeds bijna geheel
Nederland nooit gezien, dan die van den 18 Januarij deezes Jaars,
(1795,) want op dien dag werd de hand geslagen aan de herstelling van
’s Lands Vrijheid:
Van tijd tot tijd hadden de Amstelaars, (om ons bij deezen alleen te
bepaalen,) hunne hoop op het eindelijke herstel der rechten van den
mensch en van den burger gevoed, [2]met den wonderbaaren voorspoed
der Fransche wapenen, welken zo zichtbaar door het Opperwezen
gezegend werden; die hoop werd brandender, toen men vernam, dat zij,
(Neêrlands Verlossers!) hunnen voet reeds op den bodem der republiek
gezet hadden; echter verflaauwde dezelve ook weder niet weinig door het
besef dat de dappere redders nog breede rivieren hadden overtetrekken,
aleer zij tot in ’t harte des lands konden doordringen, om door hunne
verschijning onze onderdrukkers den Vorstlijken Scepter uit de hand te
doen vallen; maar God betoonde allerzichtbaarst onze verlossing te
willen; Hij sprak, en zie daar de gezegde rivieren met zwaar ijs bevloerd;
dit zeker was niet alleen een werk van den Almagtigen, maar een bevel,
om doortedringen; ’t zelve geschiedde, en de Provincie Utrecht gaf zig
weldra aan de Franschen over.
Zo dra de tijding daarvan aan den Amstel gekomen was, zag men de
vreugde op het gelaat der Vrijheidszoonen dartelen; zij verzekerden zig
van hunne verlossing; doch begrepen tevens dat zij ook nu zelven de
handen aan ’t werk moesten slaan, te meer daar de Franschen zulks
reeds van hun gevorderd hadden.
Tegen 12 uure des avonds werd van de waag afgelezen dat Golofkin
den volgenden morgen van zijn amt ontzet was, en de burger
Krayenhoff hem alsdan daarin stond optevolgen.
[1]
[Inhoud]
’t dorp Ouderkerk aan den Amstel
’t Vermaaklyk OUDERKERK, in ’s Lands historieblaên,
Gedacht; werd wel als schoon geprezen;
Maar nu ’t den Pruis heeft wederstaan,
Zal de eernaam voortaan dapper weezen:
Werd eertyds van dit dorp gemeld,
Nu wordt er wonder van verteld.
HET
DORP
OUDERKERK
AAN DEN AMSTEL.
Dit Dorp behoort in den breeden rang dier Nederlandsche dorpen van
welken men kan zeggen dat zij zeer aangenaam gelegen zijn:
Ouderkerk ligt in Amstelland, anderhalf uur van Amsteldam, ten oosten
van den breeden rivier de Amstel, welke de tuinen of erven der huizen
van achteren bespoelt: de environs van het dorp zijn zeer grasrijk en
vermaaklijk, met veelvuldige wateren doorsneden: die environs moeten
weleer echter nog veel aangenaamer geweest zijn, naamlijk
boschachtiger, want tusschen dit dorp en Abcoude, zijn meermaals,
eenige voeten onder den grond, veele boomen gevonden; men weet
hoe winden en vloeden het eertijds houtrijk Nederland van veele zijner
bosschen beroofd heeft—de grond is in geheel den omtrek van
Ouderkerk veenachtig en moerassig—te recht noemt de zoetvloejende
Willink hetzelve, ’t luchtig dorp
[2]
NAAMSOORSPRONG.
Het geen wegens dit artijkel aangetekend wordt, is gelijk ten deezen
opzichte meermaals het geval is, met twijfelingen doorweeven: in
vroegere dagen droeg het den naam van Ouder-amstel, om dat het
onder Ouder-amstel behoort, men wil dat het den naam van Ouderkerk,
in de plaats van dien van Ouder-amstel zoude verkregen hebben, bij
gelegenheid van het stichten van een Nieuwer kerk in Amstelland, het
geen zekerlijk aanneemelijk is, schoon men verschille in de bepaaling
welke die Nieuwer kerk moge geweest zijn; sommigen houden er de
tegenwoordige Oude kerk te Amsteldam voor, om dat deeze weleer den
naam van de Kerk in Nieuweramstel, of Niër-Kerk gedragen heeft; ’t
geen anderen ongerijmd voorkomt, het voor aanneemelijker houdende
dat er de Kerk te Amstelveen door verstaan zoude kunnen worden, om
de benaaming van Nieuwer-amstel, welke dat ambacht draagt: weder
anderen meenen dat men voor die Nieuwe Kerk te houden hebben die
van Nieuwerkerk, sedert lang in de Haarlemmer-meir verdronken—hoe
het zij, uit het een en ander is de naamsoorsprong des dorps nagenoeg
te gissen; althans nagenoeg voor zo verre ons oogmerk gaat; dit alleen
moeten wij er nog bijvoegen, dat dit dorp gemeenlijk Ouderkerk aan den
Amstel genoemd wordt, ter onderscheidinge van een ander dorp
Ouderkerk, dat aan den Yssel ligt.
S T I C H T I N G en G R O O T T E .
Wegens de stichting van Ouderkerk kan niets gezegd worden, alzo het
waarschijnelijk, met veele andere Nederlandsche dorpen eenen
toevalligen oorsprong zal hebben, die meesttijds gezocht moet worden
in de ligging, welke aanleiding gegeven zal hebben dat sommige lieden
zig op zulk eenen grond met er woon hebben nedergezet.
Wat de grootte betreft; het ambacht van Ouderkerk, bestaat [3]in vijf
voornaame polders, zamen groot bijna 3505 morgen lands, waarvan
voor Ouderkerk met Waardhuizen, en Duivendrecht, van ouds niet
hooger zijn geteld, dan op 1542 morgen, 380 roeden; zijnde sedert 30
morgen en 400 roeden daaraf vergraaven voor de bedijking van de
Diemermeir.
’T WAPEN.
Dit is even als dat van Amstelveen, met dit onderscheid dat voor
Ouderkerk op den ondersten balk twee kruisen staan, daar Amstelveen
op dien balk slechts één kruis heeft.
Weleer had dit dorp een ruime en luchtige Kerk, met een groot choor,
waarvan het dak verre boven dat der Kerk uitrees: de toren was
vierkant, en pronkte tot in den jaare 1674 met een hoogen spitsen kap,
die op den eersten Augustus van dat jaar, tot op het muurwerk des
gebouws nedergeslagen werd: de spits werd naderhand weder
opgebouwd, echter niet zo hoog, hoewel zij zig nog vrij verre vertoonde;
doch het gebouw geheel bouwvallig geworden zijnde, werd in den jaare
1774 afgebroken, en op dezelfde plaats eene geheel nieuwe en nette
Kerk gesticht: zijnde den eersten steen daarvan gelegd door den Heer
Balthazar Nolthenius, Zoon van den Heere Mr. Jeronimus
Nolthenius, toen Secretaris van Ouder-amstel: deeze Kerk heeft van
binnen niets bijzonders, hoewel zij van buiten eene zeer aangenaame
vertooning maakt. [4]
WERELDLIJKE GEBOUWEN.
Onder dit artijkel kan alleen het Rechthuis gebragt worden, zijnde voor
een dorp-gebouw, vrij ongemeen; vóòr hetzelve staat, 1656,
waarschijnlijk het jaar van deszelfs bouwing: in een der muuren zitten
drie kogels door de Pruissen daarin geschoten.
REGEERING.
Deeze bestaat, wat het crimineele betreft, uit den Bailluw, en in het civile
uit Schout, zeven Schepenen en een Secretaris: vier Buurmeesters
hebben, met Schout en Schepenen, ’t bewind over de gemeene zaaken
van ’t ambacht.
De Ambachtsheer kan onder dit artijkel niet ongenoemd blijven, en des
kunnen wij ter deezer gelegenheid ook voegelijk aantekenen dat de stad
Amsteldam deeze Ambachtsheerlijkheid in [5]den jaare 1731 aangekocht
heeft voor eene somma van 25.100 guldens: de sterfheer is gemeenlijk
een der Burgemeesteren van Amsteldam, zijnde thans de Wel Ed.
Achtb. Heer Mr. Nicolaas Faas; de Ambachtsheer oefent echter het
gezach niet uit zig zelven, maar alle zaaken, raakende het ambacht,
worden hem aangediend, en door het collegie van Burgemeesteren
afgedaan, gelijk zulks ook omtrent alle andere heerlijkheden, de stad
toebehoorende, plaats heeft: weleer was de Bailluw zelf Ambachtsheer,
en de goedkeuring of afkeuring van een’ Predikant stond aan hem
alleen, zijnde dit amt tot den jaare 1715, door de oudste geslachten van
Holland bekleed.
VOORRECHTEN.
BEZIGHEDEN.
GESCHIEDENISSEN.
Hoe weinig betekenend dit dorpjen, met betrekking tot het Land in ’t
algemeen, of tot het nabij gelegen trotsch Amsteldam in ’t bijzonder,
schijne te zijn, wordt het echter in de Vaderlandsche Historie dikwijls
genoemd, en in het belangrijke fak, dat met onzen tijd begint, bekleedt
het voorzeker eene hoofdplaats.
Sedert dien tijd bleef dit dorp wederom in rust tot op den 30 Julij des
jaars 1650, toen het ten getuige verstrekte van eene daad die eenigen
gaarne uit ’s Lands geschiedenissen gewischt zagen; dezelve is echter
te dikwijls geboekt om ooit door de vergetenheid ingezwolgen te kunnen
worden.
Van dien tijd af vinden wij wegens de geschiedenis van Ouderkerk niets
bijzonders gemeld, tot op onzen tijd toe; maar nu heeft het zig eenen
eeuwigen naam verworven, door de manlijke verdediging der Patriotten
aldaar, tegen de als in de wapenrustinge geborene Pruissen, die op den
7 September des jaars 1787, „in ons land vielen, om der Prinsesse van
Oranje voldoening te bezorgen, wegens voorvallen”, kunnen wij met
zeker geacht schrijver onder onze tijdgenooten zeggen, „welke hier de
plaats niet is om dezelve te onderzoeken”; wij blijven, met hem, „alleen
staan bij de dapperheid der patriotten, die bij Ouderkerk zo duidelijk
gebleken is, dat wanneer alle de posten tegen de Pruissen op eene
zodanige wijze verdedigd waren geworden, de geëischte voldoening
van dat hof, waarlijk zo spoedig nog niet zoude gevolgd zijn.”
Om ons thans bij dit dorp afzonderlijk te bepaalen, zullen wij hier den
stand der Pruissischen troupen, bestemd om Ouderkerk te attaqueeren,
opgeeven. [10]
„De Ritmeester Van Kleist, stond met een detachement ligte infanterij
in de kleine Duivendrechtsche polder.”
„Zo wel het dorp als deeze batterij waren bezet door Amsteldamsche
burgers, door eenigen uit de Geldersche brigade, door Friesche
Auxiliairen en Jaagers, door een gedeelte van het corps van den
beruchten Salm;” wiens gloriezon door een schandelijke en eeuwige
eclips niet verdonkerd, maar geheel onzichtbaar geworden is! „en
voords door eenige Kanonniers en Artileristen, uit Amsteldam en uit de
Auxiliairen: het bevel over deeze zo gewigtige voorpost van Amsteldam
was opgedraagen aan den Wel Ed. Manhaften Heer F. H. de Wilde,
toenmaals Capitein der Burgerij van Amsteldam, en de Vaderlandsche
bende aanvoerende, onder den tijtel van Lieutenant Colonel.”
„De Colonel Kokeritz, kon van den kant van den Uithoorn niets
verrichten; waarom een Capitein, wiens naam niet gemeld wordt, uit
overdrevenen ijver, met eenige manschappen uit dit detachement
voordrukte om te recognosceeren, wordende hij door een
cardoezenkogel doodgeschoten.”