Professional Documents
Culture Documents
PDF Quantum Physics: An Overview of A Weird World: A Guide To The 21st Century Quantum Revolution 1st Edition Marco Masi All Chapter
PDF Quantum Physics: An Overview of A Weird World: A Guide To The 21st Century Quantum Revolution 1st Edition Marco Masi All Chapter
PDF Quantum Physics: An Overview of A Weird World: A Guide To The 21st Century Quantum Revolution 1st Edition Marco Masi All Chapter
https://textbookfull.com/product/quantum-ontology-a-guide-to-the-
metaphysics-of-quantum-mechanics-1st-edition-peter-j-lewis/
https://textbookfull.com/product/an-introduction-to-quantum-
physics-first-edition-anthony-p-french/
https://textbookfull.com/product/beyond-weird-why-everything-you-
thought-you-knew-about-quantum-physics-is-different-philip-ball/
https://textbookfull.com/product/geometry-of-quantum-states-an-
introduction-to-quantum-entanglement-ingemar-bengtsson/
Geometry of Quantum States An Introduction to Quantum
Entanglement Ingemar Bengtsson
https://textbookfull.com/product/geometry-of-quantum-states-an-
introduction-to-quantum-entanglement-ingemar-bengtsson-2/
https://textbookfull.com/product/21st-century-nanoscience-a-
handbook-exotic-nanostructures-and-quantum-systems-volume-
five-1st-edition-klaus-d-sattler-editor/
https://textbookfull.com/product/quantum-mathematical-physics-a-
bridge-between-mathematics-and-physics-felix-finster/
https://textbookfull.com/product/ideas-of-quantum-chemistry-
volume-1-from-quantum-physics-to-chemistry-3rd-edition-lucjan-
piela/
https://textbookfull.com/product/the-quantum-revolution-in-
philosophy-1st-edition-healey/
Another random document with
no related content on Scribd:
19:10. Daarom bevat het O. T. ook niet enkele, op zichzelf staande
Messiaansche teksten, die in eene Christologie des O. T. atomistisch
worden saamgegaard; maar heel de O. T. bedeeling met haar
personen en gebeurtenissen, haar ambten en instellingen, haar
wetten en ceremoniën is eene heenwijzing en heenbeweging naar
de vervulling in het N. T. Er is eene „Symbolik der Schöpfung”, eene
typiek in de natuur, welke blijkens Jezus’ gelijkenissen in Hem en in
zijn koninkrijk hare verwezenlijking erlangt. Er is eene onbewuste
verwachting en hope in de religie en in de historie der volken, welke
in het Christendom tot hare waarheid komt. Er is eene
rechtstreeksche en opzettelijke voorbereiding en afschaduwing van
de λογικη λατρεια in de instellingen en gebeurtenissen des O. T.
Tempel en altaar, priester en offerande, Zion en Jerusalem, profeet
en koning, alle zijn ze voorbeelden en schaduwen van eene
hoogere, geestelijke, waarachtige werkelijkheid. En vooral het
koningschap kreeg onder Israel zulk eene typische beteekenis. De
theocratische koning, die vooral in David met zijne nederige afkomst,
zijne rijke levenservaring, zijne edele natuur, zijn diep gevoel, zijn
poetischen aanleg, zijne groote gaven, zijn onbezweken moed, zijne
schitterende overwinningen belichaamd werd, Smend, Altt. Rel.
Gesch. 58, was een zoon Gods, 2 Sam. 7:14, Ps. 2:6, 7, Ps. 89:27,
de gezalfde bij uitnemendheid, Ps. 2:2, 18:51, wien allerlei
lichamelijke en geestelijke zegeningen werden toegewenscht, Ps.
2:8v., 21, 45, 72, die zelfs als Elohim werd aangesproken, Ps. 45:7.
De koning is drager der hoogste, der Goddelijke waardigheid op
aarde. In David heeft de theocratische koning zijn zuiverst beeld
gevonden; daarom zal het koningschap ook blijven in zijn huis, 2
Sam. 7:8-16. Deze belofte Gods aan David is dan de grondslag, het
middelpunt van alle volgende verwachting en profetie. De profetie,
die bij de typiek ter verklaring bijkomt, ziet uit het verleden en heden
naar de toekomst heen en teekent den te verwachten Davidide
steeds duidelijker in zijn persoon en werk af. De meening, b. v. van
Paul Volz, Die vorexilische Jahweprophetie und der Messias,
Göttingen 1897, dat de Messiasidee aan de voorexilische profeten
vreemd is, wordt door de feiten weerlegd en is slechts door eene
willekeurige kritiek staande te houden. Naarmate het koningschap in
Israel en Juda minder aan zijne idee beantwoordde, nam de profetie
de belofte van 2 Sam. 7 op en klemde zich daaraan vast, Am. 9:11,
Hos. 1:11, 3:5, Mich. 5:1, 2, Jes. 9:5, 6, 11:1, 2, 10, Jer. 23:5, 30:9,
33:17, 20-22, 26, Ezech. 34:23, 24, 37:22-24. Deze gezalfde koning
zal uit Davids huis voortkomen, als dit tot nederheid vervallen, van
den troon verstooten, aan een afgehouwen tronk gelijk geworden zal
zijn, Jes. 11:1, 2, Mich. 5:1, 2, Ezech. 17:22; God zal hem als eene
spruite aan Davids huis doen voortspruiten, Jer. 23:5, 6, 33:14-17,
zoodat hij zelfs den naam van Spruite draagt, Zach. 3:8, 6:12. Maar
ondanks zijn nederige geboorte, zal hij toch de echte, ware,
theocratische koning zijn. Ofschoon afkomstig uit het kleine,
verachte Bethlehem, waar het Davidisch koningshuis zijn oorsprong
heeft en zich, verdreven uit de heerschappij, terugtrekt, Mich. 5:2, cf.
3:12, 4:9, 14, zal de Messias toch een Heerscher over Israel zijn,
wiens uitgangen en oorsprongen als Heerscher, van God uit, al zijn
van ouds af, van de dagen der eeuwigheid, deel II 243. Hij wordt
door God gegeven, is een eeuwig koning, draagt de namen van
Wonderbaar Raadgever, sterke God, cf. 10:21, Deut. 10:17, Jer.
32:18, eeuwig Vader (voor zijn volk), Vredevorst, Jes. 9:5, 6, is
gezalfd met den Geest der wijsheid en des verstands, des raads en
der dapperheid, der kennis en vreeze des Heeren, 11:5, wordt
gelegd tot een beproefden kostelijken grondsteen in Zion, 28:16, is
een rechtvaardig, zegerijk, zachtmoedig en daarom op een ezelin
rijdend koning, die niet trotsch is op zijne macht maar door God
ondersteund wordt, Jer. 33:17, 20, 22, 26, Zach. 9:9v., dien het volk
noemt en erkent als den Heere onze gerechtigheid, Jer. 23:6, cf.
33:16, waar Jeruzalem zoo genoemd wordt als de stad, in welke
Ihvh zijne gerechtigheid wonen doet; die een held zal zijn als David
en wiens huis zal wezen als God, als de Engel Gods, die eens bij
den uittocht Israels leger voorging, Zach. 12:8, cf. Mal. 3:1, die
eeuwig heerschen, een rijk van gerechtigheid, vrede en welvaart
stichten zal, en zijne heerschappij ook over de Heidenen, tot de
einden der aarde uitbreiden zal, Ps. 2, 45, 72, Ezech. 37:25, Zach.
6:13, 9:10 enz. Dit heerlijk Messiasbeeld wordt dan daardoor nog
afgewerkt, dat deze toekomstige koning ook als profeet en priester
geteekend wordt. Wel treden deze trekken niet op den voorgrond,
want in het Godsrijk zal de Geest Gods op allen uitgestort worden,
Joël 2:28, Zach. 12:10, 13:2v., Jer. 31:34, en al het volk zal
priesterlijk en den Heere heilig zijn, Jes. 35:8, Joël 3:17, Zach.
14:20, 21; maar toch wordt de Messias ook als profeet voorgesteld,
op wien in bijzondere mate de Geest des Heeren rust, en die eene
blijde boodschap brengen zal aan Israel en de Heidenen, Deut.
18:15, Jes. 11:2, Jes. 40-66, Mal. 4:5; en hij zal de priesterlijke en de
koninklijke waardigheid in zich vereenigen, Jer. 30:21, Zach. 3, 6:13,
Ps. 110. In den knecht des Heeren bij Jesaja komen duidelijk alle
drie ambten aan het licht; hij is priester, die door zijn lijden de
zonden zijns volks verzoent, hij is profeet, die met Gods Geest
gezalfd het aangename jaar des Heeren verkondigt, hij is koning, die
verheerlijkt wordt en de vrucht van zijn arbeid geniet. Hoe diep deze
Messiasverwachting in Israel is ingegaan, toonen ons de psalmen;
vele gaan uit van het Davidisch koningschap en zijn in engeren zin
messiaansch, Ps. 2, 18, 20, 21, 45, 61, 72, 89, 132, andere spreken
alleen van God of Jahveh als Koning, Ps. 10, 24, 29, 44, 47, 48, 66,
68, 87, 93, 95-100, 145-150. Cf. de werken over de Christologie des
O. T. van Hengstenberg, 2e Ausg. 1854, van Oosterzee, 1859-61,
Bade, 2 Bde, 2e Aufl. Münster 1858, Böhl 1882, R. Gordon, Christ as
made known to the ancient Church, 4 vol. Edinburgh 1854; voorts
werken over de O. T. voorspellingen als van Riehm, Die messian.
Weissagung, Gotha 1875. Hofmann, Weissagung und Erfüllung
1841, ’44. Schriftbeweis, 2e Aufl. 1859, Orelli, Die alttest.
Weissagung von der Vollendung des Gottesreiches in ihrer gesch.
Entw. 1882; vervolgens werken over de theologie des O. T. van
Schultz, Oehler, Smend, Dillmann, Riehm, Kayser, Kuenen, De
profeten I 234v., Duhm, Die Theologie der Propheten 1875. König,
Die Theologie der Psalmen 1857. Dornstetter, Das endzeitliche
Gottesreich nach der Prophezie, Würzburg 1896. Stade, Die mess.
Hoffnung im Psalter, in Gottschick’s Zeits. f. Th. u. K. II 1895 S. 369-
413. Boehmer, Das Reich Gottes in den Psalmen, Neue Kirchl. Zeits.
VIII 1897, Heft 8-10; en eindelijk ook nog dogmatische leerboeken,
als van Dorner Chr. Gl. I 702. Grétillat, Exposé IV 95. Runze,
Katech. der Dogm. Leipzig Weber 1898 § 75.