Reglementen

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 6

Deel C: Lichten en dagmerken

Voorschrift 20: Toepassing Alle weersomstandigheden Lichten: o van zonsondergang -> zonsopkomst (geen andere lichten) o bij beperkt zicht Dagmerken: overdag AANHANGSEL I

Voorschift 21: Begripsomschrijving Toplicht (TL): wit, 225 (recht vooruit tot 22,5 achterlijker dan dwars aan elke zijde) Boordlichten (BL): o Stuurboord o Bakboord o 112,5 (vooruit tot 22,5 achterlijker dan dwars) o < 20 meter: mag gecombineerd worden in 1 lantaarn Heklicht (HL): wit, 135 (recht achteruit tot 67,5 elke zijde) Sleeplicht (SL) Rondom zichtbaar licht (RZL) Schitterlicht (Sli): frequentie van 120 schitteringen / minuut

Voorschrift 22: Zichtbaarheid van de lichten (in zeemijl) > / = 50 meter: o TL: 6 o BL: 3 o HL: 3 o SL: 3 o RZL: 3 < 50 en > / = 12 meter: o TL: 5 (< 20 meter: 3) o BL: 2 o HL: 2 o SL: 2 o RZL: 2 < 12 meter: o TL: 2 o BL: 1 o HL: 2 o SL: 2 o RZL: 2 Onopvallende, gedeeltelijk onder water bevindende schepen of voorwerpen die gesleept worden: wit RZL: 3

Voorschrift 23: Werktuiglijk voortbewogen schepen die varende zijn > / = 50 meter o TL op voorschip o 2de TL achter 1ste TL en hoger geplaatst o BL o HL < 50 meter o TL op voorschip (mag 2de TL tonen, moet niet) o BL o HL < 12 meter, in plaats van lichten o wit RZL o BL < 7 meter & max snelheid < 7 knopen, in plaats van lichten o wit RZL o indien uitvoerbaar: BL Luchtkussenvaartuig o lichten o RZSLi WIG-tuig o Bij start, landing en vlucht boven water o RZSLi

Voorschrift 24: Slepen en duwen Bij slepen o 2 TL boven elkaar o ev. 3de TL (vanaf 50 meter: verplicht) o BL o HL o SL (boven HL) Lengte sleep > 200 meter o 3 TL boven elkaar o ev. 4de TL (vanaf 50 meter: verplicht) o BL o HL o SL o dagmerk: ruit Duwend en geduwd schip verbonden in samengestelde eenheid => lichten van wvs Duwend/langszij slepend schip o 2 TL boven elkaar o ev. 3de TL (vanaf 50 meter: verplicht) o BL o HL Gesleepte schip

o BL o HL o Lengte sleep > 200 meter: dagmerk: ruit Groep geduwde/langszij gesleepte schepen (beschouwd als 1 schip) o Geduwde schip BL o Langszij geleepte schip BL HL Onopvallende, onder water bevindend gesleepte voorwerpen/schepen o Breedte < 25 meter RZL wit voorzijde RZL wit achterzijde o Breedte > / = 25 meter RZL wit voorzijde RZL wit achterzijde RZL wit op elke zijde op plaats van de grootste breedte o Lengte > 100 meter RZL wit voorzijde RZL wit achterzijde RZL wit zodat afstand tussen 2 RZLs < 100 meter o Dagmerk Ruit, achteraan Lengte sleep > 200 meter: ook ruit vooraan

Voorschrift 25: zeilschepen en schepen voortbewogen door riemen Varende o BL o HL o Mag 2 RZLs tonen: rood boven groen < 20 meter o alles mag gecombineerd worden in 1 lantaarn (maar dan geen RZLs) < 7 meter o indien uitvoerbaar: lichten tonen o anders: elektrische lamp of lantaarn (beiden wit licht) klaar houden om te tonen Door riemen voortbewogen: o Mag lichten tonen o Anders: elektrische lamp of lantaarn (beiden wit licht) klaar houden om te tonen Schip onder zeil maar wel wv (hulpmotor): dagmerk: driehoek met punt naar beneden op voorschip

Voorschrift 26: Visserschepen Treilvisserij

2 RZL: groen boven wit ev. TL (vanaf 50 meter: verplicht) dagmerk: diabolo (2 driehoeken met punten tegen elkaar) vaartlopend BL HL Niet - treilvisserij o 2 RZL: rood boven wit o dagmerk: diabolo o vaartlopend: BL HL o Vistuig > 150 meter in zee: in richting van vistuig: RZL wit Dagmerk: driehoek met punt naar boven Aanvullende lichten (treilvisserij) o Uitzetten netten: 2 RZL wit o Binnenhalen netten: 2 RZL wit boven rood o Net zit vast: 2 RZL o Spanvissers: zoeklicht in richting van ander schip span o o o o

Voorschrift 27: Onmanoeuvreerbare en beperkt manoeuvreerbare schepen (bms) Onmanoeuvreerbaar schip o 2 RZL o Dagmerk: 2 bollen o Vaartlopend: BL HL Beperkt manoeuvreerbaar schip o 3 RZL: rood boven wit boven rood o Dagmerk: bol ruit bol o Vaartlopend TL(s) BL HL o Ten anker: voorschrift 30 Slepen: daardoor beperkt: zowel lichten voorschrift 27 als voorschrift 24 BMS (versperring onder water) o Vrije kant 2 RZL dagmerk: 2 ruiten o versperde kant 2 RZL dagmerk: 2 bollen duikwerkzaamheden o 3 RZL: rood boven wit boven rood

o internationale seinvlag A mijnenveger o 3 RZL o Dagmerk: 3 bollen (zelfde patroon als RZL) < 12 meter: geen lichten niet geldig voor schepen die hulp verlangen

Voorschrift 28 Schepen door hun diepgang beperkt in hun manoeuvreerbaarheid 3 RZL Dagmerk: rechthoek

Voorschrift 29: Loodsvaartuigen 2 RZL: wit boven rood varend o BL o HL Ten anker: voorschrift 30

Voorschrift 30: Ten anker liggende en aan de grond zittende schepen Ten anker o Op voorschip: RZL wit o Aan of nabij hek: RZL wit o Dagmerk: bol (op voorschip) o < 50 meter: RZL wit (geen plaats voorgeschreven) Dagmerk: bol (wel op voorschip) o > / = 100 meter: + dekverlichting aan de grond o 2 RZL o lichten zoals voorgeschreven voor ten anker o Dagmerk: 3 bollen < 7 meter & ten anker: geen lichten/dagmerken als uit de buurt van andere schepen < 12 meter & aan de grond: moet geen lichten / dagmerken tonen

You might also like