Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 18

BLOK 3 1 2 3

EXTRA
DOEL 1
• Je oefent tellen tot en met 10.000 met sprongen van 1, 10, 100 en 1000.
• Je oefent getallen tot en met 10.000 op volgorde zetten.
• Je oefent getallen tot en met 10.000 schattend plaatsen en aflezen op de getallenlijn.

HULP
Tel 1 verder en 1 terug. Zet op volgorde van klein naar groot.

6 9 9 8 Kijk naar de duizendtallen, dan naar


de honderdtallen, tientallen en eenheden.
6 9 9 9
Zoek steeds de kleinste waarde.
7 0 0 0

7 0 0 1

7 0 0 2 8756
8765

7865 7856

7856 7865 8756 8765

0 500 5000 10.000

1 Van klein naar groot.

6006 6600 2001 2019


6660 2013
6060 1993

5507 5075 5111 5050


5057 6015
5705 6051

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

2 Tel verder en terug.


1 meer of 1 minder 10 meer of 10 minder 100 meer of 100 minder

5 0 0 0 8 3 1 0 6 8 4 0

3 Waar liggen de getallen ongeveer? Maak vast.

0 5000

1300 3200
2700 3200
3500 3200
3900 4600

0 4000

500 3200
1200 3200
2500 3200
3100 3700

8000 10.000

8200 3200
8800 3200
9300 3200
9500 9700

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

4 Welk getal? Vul in.

1000 6000

2000 8000

5a Tel verder en terug.


Maak sprongen van 1, 10, 100 of 1000.

5415 – 5515 – – – – – – 4000 – 4010

2898 – 2899 – – – – – – 4020 – 4120

3718 – 3728 – – – – – – 3783 – 4783

9287 – 9297 – – – – – – 7042 – 7043

1576 – 2576 – – – – – – 2915 – 2925

5b Waar liggen de getallen ongeveer? Maak vast.

5000 10.000

5500 3200
9500 3200
7000 3200
8500 6000

4000 6000

5500 3200
4800 3200
5300 3200
4200

KLAAR!

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA
DOEL 2
• Je oefent sommen als 368 + 257 kolomsgewijs optellen.

HULP

€ 356,- € 227,-

Hoeveel kosten de fiets en de skelter samen?


som: 356 + 227 =

3 5 6 3 5 6 3 5 6 3 5 6
2 2 7 2 2 7 2 2 7 2 2 7
+ + + +
300 + 200 = 5 0 0 6+ 7= 1 3 5 0 0 1 3
50 + 20 = 7 0 50 + 20 = 7 0 7 0 7 0
6+ 7= 1 3 300 + 200 = 5 0 0 1 3 5 0 0
+ + + +
5 8 3 5 8 3 5 8 3 5 8 3

1 Welke som hoort erbij? Vul in.


Hoeveel kost het samen?
€ 368,-
Reken kolomsgewijs (onder elkaar). € 255,-
Denk aan geld. € 247,-

€ 458,-

antwoord: antwoord:

GA VERDER
Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3
BLOK 3 1 2 3

EXTRA

2 Reken kolomsgewijs (onder elkaar).


Denk aan geld.

3 6 9 5 2 8 2 1 6
3 4 5 3 9 7 4 7 5
+ + +

5 5 2 6 8 5 5 5 4
3 4 9 1 7 7 3 5 8
+ + +

3 Welke som hoort erbij?


Hoeveel kost het samen?
Reken kolomsgewijs (onder elkaar) in je schrift.

€ 127,-
€ 156,-
€ 389,-
€ 419,-

skates en een telefoon een skateboard en skates Kies er zelf 2.

som: som:

antwoord: antwoord:

som:

antwoord:

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

4 Reken kolomsgewijs.

5 6 7 5 8 7 5 5 5
2 4 8 1 9 3 2 6 6
+ + +

2 0 9 4 5 2 2 7 7
3 9 9 3 6 7 3 4 8
+ + +

KLAAR!

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA
DOEL 2
• Je oefent van een klok met wijzers en van een digitale klok 5 en 10 minuten voor en over een
heel uur aflezen.

HULP

12 12 12 12
11 1 11 1 11 1 11 1
10 2 10 2 10 2 10 2
9 3 9 3 9 3 9 3
8 4 8 4 8 4 8 4
7 5 7 5 7 5 7 5
6 6 6 6

13:50 13:55 14:05 14:10


10 (minuten) 5 (minuten) 5 (minuten) 10 (minuten)
voor 2 (uur) voor 2 (uur) over 2 (uur) over 2 (uur)

1 Hoe laat is het?


Teken de grote wijzer.

12 12 12 12 12
11 1 11 1 11 1 11 1 11 1
10 2 10 2 10 2 10 2 10 2
9 3 9 3 9 3 9 3 9 3
8 4 8 4 8 4 8 4 8 4
7 5 7 5 7 5 7 5 7 5
6 6 6 6 6

5 voor 5 10 voor 1 5 over 10 10 over 7 5 voor 1

2 Geef de tijden die bij elkaar horen dezelfde kleur.

23:05 19:50 13:55 17:10 20:55

12 12 12 12 12
11 1 11 1 11 1 11 1 11 1
10 2 10 2 10 2 10 2 10 2
9 3 9 3 9 3 9 3 9 3
8 4 8 4 8 4 8 4 8 4
7 5 7 5 7 5 7 5 7 5
6 6 6 6 6

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

3 Hoe laat is het?


Teken de grote wijzer en vul de tijd in.
Vul ook het dagdeel in: nacht, ochtend, middag of avond.

10:05 22:55 13:10


12 12 12
11 1 11 1 11 1
10 2 10 2 10 2
9 3 9 3 9 3
8 4 8 4 8 4
7 5 7 5 7 5
6 6 6

Het is voor | over Het is voor | over Het is voor | over

in de in de in de

4 Steeds 5 minuten later.


Teken de grote wijzer.
Vul de tijden in.

12 12 12 12 12
11 1 11 1 11 1 11 1 11 1
10 2 10 2 10 2 10 2 10 2
9 3 9 3 9 3 9 3 9 3
8 4 8 4 8 4 8 4 8 4
7 5 7 5 7 5 7 5 7 5
6 6 6 6 6

10 minuten
voor 9

: : : : :

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

5 Hoe laat is het?

5 voor 9 10 voor 5 10 over 2 5 over 3


in de avond in de ochtend in de nacht in de middag

08:55 04:50 02:10 03:05

20:55 16:50 14:10 15:05

5 voor 2 10 over 4 10 over 7 10 voor 10


in de nacht in de middag in de ochtend in de avond

13:55 04:10 07:10 09:50

01:55 16:10 19:10 21:50

KLAAR!

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA
DOEL 3
• Je oefent bij een plaatje aangeven welk deel gekleurd is en welke breuk erbij hoort.

HULP

Je zegt een vierde of een vierde deel.

Je schrijft 14 .

De taart is verdeeld in 1 van de 4 stukken


4 gelijke stukken.

1 Kleur de breuken in de taarten.

1 1 1 1
8
deel 5
deel 2
deel 3
deel

4 3 2 3
6
deel 8
deel 3
deel 4
deel

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

2 Welk deel is gekleurd?

deel deel deel

deel deel deel

deel deel deel

deel deel deel

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

3 Welke emmer hoort erbij?


1 1
Welke emmer is voor 3
deel vol? Welke emmer is voor 4
deel vol?

2 1
Welke emmer is voor 5
deel vol? Welke emmer is voor 2
deel vol?

4 Welk deel is gekleurd?

deel deel deel deel deel

deel deel deel deel deel

KLAAR!

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA
DOEL 4
• Je oefent hoe je een plaats op een kaart kunt vinden.
• Je oefent hoe je de lengte van een route kunt berekenen met een kaart.

HULP

A B C D E De bushalte ligt in vak D1/E1.


2 centimeter (cm) is in het echt 2 × 20 meter = 40 meter (m).
1
3 cm is in het echt 3 × 20 m = 60 m.
De lengte van de route is in totaal dus 40 m + 60 m = 100 m.
2



1 In welk vak ligt het?


A B C D E F G
 De school ligt in vak en
1
De vijver ligt in vak

2
De parkeerplaats ligt in vak

3 Het winkelcentrum ligt in vak



De speeltuin ligt in vak
4 
Het park ligt in vak en
5

6

2 Schrijf de letter op de goede plaats.


Gebruik de kaart bij opgave 1.

Het dierenasiel (A) ligt in vak F3. De trimbaan (C) ligt in vak A1.

Het stadhuis (B) ligt in vak D3. De bushalte (D) ligt in vak A4.

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

3 Welke kleur heeft het vak?


A B C D E F G Welke kleur?
1
2 F4 is
3
A6 is
4
5 B2 is
6
7 E1 is

4 Kleur het goede vak.

Kleur blauw: D2, C3, D4, E1, E5, F6 en G7. A B C D E F G


1
Kleur geel: B2, C1 en A3. 2
3
Kleur groen: A6, B5, C6 en B7.
4
Kleur rood: F2, F4, E3 en G3. 5
6
7

5 Hoe lang is de route?


A B C D E F G Van Britt naar Ana:
Ana Tim
1 Op de kaart cm.

2 In het echt × m= m.

3
Van Tim naar Jos:

4 Op de kaart cm.
Britt
In het echt × m= m.
5

6 Van Britt naar Jos:


Jos

7 Op de kaart cm.

In het echt m.
50 m

Van Britt naar Tim:

Op de kaart cm.

In het echt m.

GA VERDER
Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3
BLOK 3 1 2 3

EXTRA

6 Kijk op de kaart en vul in.


A B C D E F G H
1

3 Mats

5 Luuk

8 Suus



Mats woont in vak

Luuk woont in vak

Suus woont in vak

De blauwe route is in het echt m.

De rode route is in het echt m.

KLAAR!

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA
DOEL 4
• Je oefent handig rekenen bij een lange optelsom en aftreksom.

HULP

35 + 53 + 65 = 153 165 + 16 − 15 = 166

1 Reken handig.
Zet eerst een boogje.
Maak dan de som.

432 + 365 − 65 = 275 + 125 − 80 = 657 + 90 − 60 =

462 + 138 − 8 = 270 + 330 − 10 = 428 + 175 − 25 =

217 + 265 − 15 = 445 + 255 − 60 = 564 + 155 − 45 =

2 Reken handig.
Zet eerst een boogje.
Maak dan de som.

777 − 375 − 25 = 872 − 60 − 240 = 553 − 53 − 50 =

540 − 30 − 40 = 537 − 110 − 90 = 852 − 15 − 52 =

226 – 85 − 15 = 681 − 170 − 130 = 483 − 83 − 75 =

GA VERDER

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 1/3


BLOK 3 1 2 3

EXTRA

3 Hoeveel is het samen?


Reken handig uit.
Schrijf de som op en zet 2 boogjes.

270 115 45 155

230 185 270 130

265 105 155 50

135 295 145 150

4 Hoeveel heb je uitgegeven?


Zet eerst een boogje.
Maak dan de som.

supermarkt € 185,- supermarkt € 135,-


kleding € 215,- dierentuin € 165,-
kapper € 25,- nieuwe televisie € 345,-

totaal € totaal €

som: som:

5 Reken handig.
Zet eerst een boogje.
Maak dan de som.

249 + 52 − 22 = 245 + 239 + 155 = 563 − 75 − 63 =

619 − 235 − 65 = 665 + 100 − 80 = 125 + 245 + 175 =

215 + 110 + 185 = 481 − 125 − 5= 186 + 189 − 189 =

GA VERDER
Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 2/3
BLOK 3 1 2 3

EXTRA

6 Reken handig uit.


Zet eerst een boogje en maak dan de som.

380 − 45 − 80 =

315 + 269 + 185 =

724 − 235 − 165 =

207 + 456 + 93 =

356 + 289 − 89 =

KLAAR!

Pluspunt • groep 6 • blok 3 • extra • © Malmberg ’s-Hertogenbosch • 3/3

You might also like