Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Van Hoolst, Helena

Schakelprogramma Theater-Film
Theaterwetenschappen 2
Professor Timmy de Laet,
Benjamin Verhoeven

Het unieke uitzicht van immediacy naar hypermediacy:


Bespreking van de voorstelling Umwelt van Steve Salembier

In de muziektheatervoorstelling Umwelt zitten beeldend kunstenaar Steve Salembier en muzikant


Joachim Badenhorst in een broeihaard van digitale schermen en projecties. Aan de hand van
hedendaagse media zoals smartphones, IPad en laptops zoekt Salembier namelijk naar een model
van ons dagdagelijkse leven als cinematografische ervaringen (S. Salembier 2 november 2022).
Salembier vertrekt vanuit het concept umwelt, gemunt door bioloog Jakob van Uexkuel (1864-1944)
als ieders subjectieve ervaringsmodel van de wereld.1 Vervolgens stelt hij de vraag naar wat het
betekent om de omgeving te bekijken door de lens van o.a. smartphones die de subjectieve
kijkervaringen (umwelt) mee gaan vormgeven. Hij gaat dit onderzoek tot slot theatraliseren en toont
zo de aard van beeldvorming, maar op welke manier kunnen zowel wij, de toeschouwers, als zij, de
figuren op het podium, naar deze geremediatiseerde umwelt kijken?

Nog voordat smartphones ons dagelijks leven overspoelden, beschreven Bolter en Grusin (1999) de
dubbele logica van remediation van oude in nieuwe media (i.e. fotografie in film). Nieuwe media
beloven transparante en immersieve ervaringen die de toeschouwers in een direct contact kunnen
brengen met de inhoud (immediacy), maar niet-uitwisbare oude media veroorzaken daarentegen
een veelheid aan representaties naast elkaar. Dit fenomeen is wat Bolter en Grusin hypermediacy
noemen en is een heterogene ruimte “in which representation is conceived of not as a window on to
the world, but rather […] with windows that open on to other representations or other media (33-
34).” Volgens dit proces beelden Salembier en Badenhorst zes afzonderlijke taferelen uit
vertrekkende van immediacy die uitmondt in hypermediacy. De voorstelling begint met een
‘natuurlijk’ tafereel van twee hobbygitaristen bij het kampvuur (immediacy) – wat ons in direct
contact lijkt te brengen met de ‘inhoud’, ook al zien we reeds allerhande media zoals een iPad als
kampvuur - en eindigt met een overprikkeld scherm van projecties van google maps-lagen over
elkaar die Salmbier daarbovenop staat te filmen met zijn smartphone (hypermediacy).

1
Umwelt is in de Oxford dictionary beschreven als: “An umbrella term for all the environmental influences
shaping an individual's behaviour, or the environment as it is experienced by ...”, 26/12/2022,
https://www.oxfordreference.com/display/10.1093/acref/9780199534067.001.0001/acref-9780199534067-e-
8657.
Bolter en Grusin citeerden verder in hun onderzoek de modernistische kijk van Rokeby (1995) die
stelt dat artiesten vanaf het impressionisme de media zelf (“the interface”) in de verf gaan zetten (in:
Bolter en Grusin 133). Ze verwijzen daaropvolgend naar Erkki Huhtamo (1995) die analyseerde dat:
“Technology is gradually becoming a second nature […], a desire. […] There is no need to make it
transparent any longer, simply because it is not felt to be in contradiction to the 'authenticity' of the
experience" (ibid. 171). Kattenbelt (2006) borduurt verder op de analyse van Bolter en Grusin en ziet
onze technologische samenleving ook als een wezenlijk deel van onze realiteit (38). Theater - als
spiegel van de maatschappij - geeft film, televisie en digitale media dan een plaats zonder dat het
theater zelf het onderspit moet delven (ibid. 37). Zodoende is theater voor Salembiers onderzoek het
geschikte medium.

Naast een hoofdrol voor de digitale schermen, mengen de figuren van Salembier en Badenhorst zich
in het hypermedium van theater als uitvoerders van een non-matrixed performance.2 Live
performance is volgens Auslander te beoordelen in termen van een ge(re)mediatiseerde
performance met personages die betekenis krijgen door remediation maar verder niets
representeren (32). Indien er echter geen spoor meer is van menselijke besturing dan spreken Bolter
en Grusin van “the erasure of human agency” (27). Volgens de logica van immediacy verdwijnen
Salembier en Badenhorst als vormgevers van de projecties en soundscapes in het donker van het
podium met hun gezichten onbelicht en uitgewist. Toch zijn ze niet ont-lichaamd, want de figuren
Salembier en Badenhorst zitten zelf in de spanningsboog van immediacy naar hypermediacy, in een
overbeladen ruimte met hun eigen raam naar interpretatie.

Salembier toont bijvoorbeeld halfweg de voorstelling zijn persoonlijke umwelt in het tafereel waarin
hij met een smartphone ad libitum over een collage van zijn eigen huis op de grond filmt wat
rechtstreeks wordt geprojecteerd op het grote scherm (Salembier 2 nov 2022). In het laatste tafereel
stapt ook Badenhorst - die voor de helft van de voorstelling zich had teruggetrokken aan de rand van
het podium om te verdwijnen in zijn soundscapes op de laptop – in het vlak met de projecties van
google maps. Badenhorst speelt een improvisatie waarmee hij de projecties muzikaal lijkt te
interpreteren of becommentariëren. Tegelijkertijd is het alsof zijn lichaam samensmelt met zijn
basklarinet. Virtuoze muzikanten lijken wel vaker te vergroeien met hun instrument als een
verlengde van hun handen (of longen), maar hier lost hij ook op in de projecties op het grote scherm.
Beide personages zijn dus volgens de logica van hypermediacy aanwezig in een ruimte vol van

2
Michael Kirby noemt een non-matrixed performance één waarin de uitvoerders louter handelingen uitvoeren
zonder een narratief te volgen (in: Schechner, Richard. “Chapter 4: The Broad Spectrum of Performance.” In
Performance Studies: An Introduction, 4de editie, 76-120. Londen en New York: Routledge. 2020)
representaties zowel in, naast als op elkaar, met daarin hun eigen subjectieve verwerking van de
omgeving.

Tot slot draagt de nuance die Lanham aanbrengt met ‘looking at’ en ‘looking through’ ook bij tot
beter begrip van de performers in de voorstelling (in: Bolter en Grusin 41-42). ‘Looking at’ is kijken
met de focus op de architectuur en totstandkoming van de schermen. ‘Looking through’ is met de
focus op de kleuren en de vormen van de projecties. Bij uitbreiding kijken we naar (‘looking at’) zij die
de kleuren, vormen en klanken hebben voortgebracht en (‘looking through’) naar de umwelt zelf van
Salembier en Badenhorst.

Kortom, het publiek kijkt in deze voorstelling zowel naar het vernuft als naar de digitale umwelt van
de makers. In een proces van intermediacy naar hypermediacy zien we hoe de interactie tussen mens
en media onze frame van referenties tot stand brengt die uiteindelijk voor iedereen afzonderlijk
betekenis heeft en uniek is.
Bibliografie

Auslander, Philip. “Chapter 2: Live Performance in a Mediatized Culture”. In: Liveness: Performance in
a Mediatized Culture, 2de editie. Londen en New York: Routledge. [1999], 2008.

Bolter, Jay David, en Richard Grusin. “Immediacy, Hypermediacy, and Remedation.” In: Remediation:
Understanding New Media, Cambridge, Mass.: MIT Press, 1999, pp 21-50.

Kattenbelt, Chiel. “Theatre as the Art of the Performer and the Stages of Intermediality.” In:
Intermediality in Theatre and Performance, red. Freda Chapple en Chiel Kattenbelt, Amsterdam:
Rodopi. 2006, 29-39.

Salembier, Steve (2 november 2022). Umwelt (lezing na de voorstelling). LOD Theater. Lezing.

Verder lezen

Kamber, Sarah and Joanna Zylinska. Life after New Media: Mediation as a Vital Process. MIT Press
Cambridge, Massachusetts London, England. 2003.

Deze bron is door Grusin zelf aangehaald als een sociologisch werk over het leven zelf als
remediation. Ze omschrijven allerhande media in relatie tot het leven zelf. In de context van
Salembiers onderzoek is deze bron daarom zeer bruikbaar.

Lanham, Richard. The Electronic Word: Democracy, Technology, and the Arts. Arts Chicago: University
of Chicago Press. 1993.

Lanhams werk is geciteerd door Bolter en Grusin. Hij bespreekt in dit werk de overgang van
boek naar scherm of van een tekstelijke naar een beeldende cultuur. Hij behandelt de
technologisering van tekst en het effect op de 20ste -eeuwse visuele kunsten in het algemeen
en op muziek. Het is een bron om verschillende media in de kunsten beter te begrijpen in de
context van de jaren ’90 waarin het analoge meer en meer naar de achtergrond gaat en wat
door Lanham wordt toegejuicht.

Parker-Starbuck, Jennifer. Cyborg Theatre: Corporeal/Technological Intersections in Multimedia


Performance (Performance Interventions). Basingstoke, UK: Palgrave Macmillan, 2011.

Parker-Starbuck schrijft over multimediale performances als een ‘cyborg theater’ en geeft een
theoretische neerslag met voorbeelden van acteurs die metaforisch tot een technologische,
digitale en gemediatiseerde subjectiviteit zijn geworden. Het werk lijkt me vanwege de
voorbeelden en analyse geschikt voor een comparatief onderzoek met Umwelt.

You might also like