Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 12

1.

Chinees keizerrijk begin 19e eeuw ernstig verzwakt:

In de 19e eeuw regeerde China in de Qing-dynastie, de Chinese keizers regeerden als


absolute vorsten, ze dachten dat de Hemel hun de absolute macht verleende “Het Hemels
Mandaat”. Om het rijk te kunnen besturen werd het in provincies verdeeld, dan in
prefecturen en nogmaals in districten, aan het hoofd van deze stonden door de keizer
benoemde ambtenaren (de hoogste mandarijnen genoemd), er waren ook ambtenaren die
de ambtenaren in de gaten hielden. Om ambtenaar te worden moest je
ambtenarenexamen doen, dit examen was zwaar en vereiste veel kennis van de Chinese
literatuur.

Het centrale gezag werd gebaseerd op het confucianisme, dit was een aanvulling op het
geloof. de belangrijkste kenmerken zijn:
- Nadruk op het juiste persoonlijke gedrag
- De leer van de 5 menselijke relaties gaf aan wat de juiste betrekking was tussen de
heerser en zijn onderdanen.
- Van de hoger geplaatsten werd vriendelijkheid verwacht, terwijl van de lagere
toewijding en gehoorzaamheid aan de hogere werd verwacht.
- Talrijke rituelen die ervoor zorgden dat je je op de juiste manier gedroeg.

Het centrale gezag van de Qing-dynastie regeerde sinds 1644, aan het einde van de 18e
eeuw begon een grote periode van crisis door een aantal factoren:
- Corruptie en inefficiënt besturen
- Politieke crisis: corruptie, inefficiënt besturen en natuurrampen leidden tot politieke
opstanden zoals bijvoorbeeld de witte lotus in 1796, door een hongersnood en
corrupte belastingpachters
- Hongersnoden: de bevolking groeide, het land niet.
2. Eerste Opiumoorlog (1836-1842)

De Chinezen vonden zichzelf het middelpunt van de wereld, ze dachten dat ze beter waren
en omringd waren door een zee van barbaren, daarom handelden ze niet met het westen,
dat zou een erkenning van gelijkheid zijn.

China kreeg begin 19e eeuw ook te maken met modern imperialisme. De Britten wilden
China overheersen, maar het boeide de Chinezen geen ene kut. Beide zijden weigerden
zich aan te passen aan de politieke en juridische gebruiker van de ander (doordat ze beide
dachten dat ze beter waren). Engeland greep de kans om dit gewelddadig te doen toen er
een conflict opkwam over de handel in Opium.

Britse handelaren vervoerden sinds de 18e eeuw Opium vanuit Brits-Indie naar China, dit
had een aantal schadelijke gevolgen:
- Opium moest met Chinees zilver worden betaald, dat raakte bijna op door de
opiumhandel.
- Sociale ontwrichting door opiumverslaving
- chinese regering verbood handel van opium, deze bleef illegaal doorgaan

De directe aanleiding voor de opiumoorlog was toen de chinese regering opiumhandel


verbood, en koningin Victoria (Brits) zich daar niks van aan ging, in 1839 stuurde de keizer
een vertegenwoordiger om al het opium van de britten te vernietigen (1,5 miljoen kilo), als
reactie hierop stuurden de britten een vloot en een leger.

De opiumoorlog duurde van 1839 tot 1842 en werd gewonnen door de Britten, nooit eerder
was de Qing zo hard verslagen. De britten hadden hun verslagen door hun
gerevolutioneerde schepen (het was de tijd van de Industriële revolutie)

In 1842 werd China in het Verdrag van Nanking gedwongen door de Britten:
- 5 havens open te stellen voor britse kooplieden
- Hongkong afstaan aan de Britten
- Britse kooplieden niet onder chinese rechtspraak mochten vallen
- 6 miljoen dollar aan vernietigd Opium moesten betalen
- toe te staan dat het verdrag periodiek zou worden herzien.
3 Nieuwe Chinese concessies na Tweede Opiumoorlog

Het verdrag van Nanking begon een serie van irritante verdragen voor China, deze werden
Ongelijke Verdragen genoemd omdat ze alleen gunstig waren, deze hadden voor China als
gevolg:
- Verlies zeggenschap over grondgebied
- Verlies aan inkomsten uit economische centra (deze werden overgenomen door
sterkere (vooral westerse) landen).
China heeft uiteindelijk ongelijke verdragen gesloten met ontiegelijk veel landen.

Door de uitvoering van ongelijke verdragen waren er voortduurlijk moeilijkheden tussen


China en westerse machtiger landen, China zag dit als een simpele stap terug om harder
aan te vallen, ze deden niet loyaal mee aan de verdragen. Toen na een periode de
verdragen werden gecheckt weigerde China meer concessies te doen, GB en Frankrijk
vonden dat niet zo leuk, ze gingen oorlog voeren (de tweede opiumoorlog 1856-1860) met
China (de VS en Rusland sloten zich ook aan), ze wonnen en toen in het verdrag van Tianjin
ontstaan (1858):
- Engeland, Frankrijk, de VS en Rusland mochten in Peking ambassades plaatsen.
- 10 nieuwe verdragshavens
- soevereiniteitsrechten binnen China
- Opium mocht weer verkocht worden (in het kustgebied)
- Christendom mocht overal in China
- buitenlanders mochten door heel China reizen
- importheffingen in het voordeel van de machtheden
- Een grote schadevergoeding betalen aan Frankrijk en GB

Japan had zware overbevolking en een gebrek aan grondstoffen, ze hadden net hun leger
versterkt en wilden Korea veroveren, maar Korea werd door China als hun vazalstaat
gezien. China was begonnen met ook hun leger sterker en moderner te maken. In 1894 brak
een oorlog tussen Japan en China uit, Japan won deze door hun beter gemoderniseerde
leger.

Bij de vrede van Shimonoseki (1895) werd China gedwongen tot:


- Erkenning van onafhankelijkheid van Korea
- Taiwan, de Pescadores en Liadong (met de haven Lushun) (Liadong werd later
teruggeëist door de westerse landen) te geven aan Japan
- Toestaan aan Japan fabrieken te bouwen in verdragshavens
- betalen van een grote schadevergoeding
- Grond afstaan aan Rusland, Frankrijk en Duitsland

China was gooped and gagged dat ze hadden verloren, zelfs door de modernisering, er
kwam realisatie dat er een nieuwe staatsvorm zou moeten komen.
4. Binnenlands verzet tegen het keizerlijk gezag

De opstand van de Taiping Tianguo was de grootste in China in de 19e eeuw, de helft van
heel China deed mee en rond de 20 miljoen mensen verloren hun leven.

De Opstand van de Taiping kwam uit de grote ontevredenheid over China, de Taiping wilden
weg met het westen en weg met de Qing mensen, de belangrijkste hervormingen waren
voor hen:
- afschaffing van confucianisme
- afstand van particulier bezit
- gelijkstelling vrouwen en mannen
- opheffing van ongelijke verdragen en exterritoriale rechten.

In 1860 bezetten de troepen van de Taiping delen van zuid-en midden China, de redenen
voor succes waren:
- gezamenlijke haat naar de Qing-bewind
- Het charisma van Hong Xiuquan (leider Taiping) (Hij vertelde dat hij de jongere broer
van Jezus was nadat hij ooit een westerse missionaris met een bijbel in 1840 zag).
- De gelijkheid die Hong beloofde (arm, rijk, man, vrouw)
- Bekwame leiders (generaals en ministers) steunden Hong

Helaas mislukte de opstand door:


- verdeeldheid onder de leiders
- Idealen werden niet in praktijk gebracht
- Geen samenwerking met andere opstandelingen (niet met Nian of het Westen)
- Het westen steunde de Chinese keizer met hulp, het westen wilde eerst de taiping
steunen, totdat ze hoorden dat hun handelspositie in gevaar kwam. Het
internationale leger veroverde het nationale leger, de hoofdstad van de Taiping:
Nanking.

De opstand van de Nian viel ongeveer samen met de opstand van de Taiping, alleen zij
waren in het noorden actief.
De Nian hadden niet een sociaal-economisch plan, ze wilden gewoon de Qing-regering en
rijke aanhangers om roven (voor henzelf en de arme boeren door eerdere natuurrampen).
Na de uitschakeling van de Taiping hebben de troepen van de Qing-regering zonder hulp
easy peasy de westerse nian te verslaan, als de Nian en Taiping zich samen hadden
gesloten hadden ze waarschijnlijk eerder voor revolutie hebben gezorgd.

De regeringskringen vonden dat als China nog wou bestaan ze westerse technieken en
industriële ontwikkelingen moesten overnemen: de zelfversterkingsbeweging (1861-1895),
deze beweging leidde tot belangrijke stappen van de modernisering:
- Militaire en industriële modernisering
- toenadering tot het westen: ze wilden meer westers worden (boeken werden naar
Chinees vertaald, westerse vakken voor studenten, etc.)
Dit kon alleen gebeuren na een opstand (de bokseropstand)
Natuurlijk mislukte ook de zelfversterkingsbeweging, hij nam alleen maar plaats op een
bepaalde schaal. Hier volgen 3 oorzaken van:
- tegenwerking van conservatieven aan het hof van het land:(aligned niet met hun
confucianistische beliefs en gaat tegen hun geloof in)
- Ontbreken van kapitaal
- traditionele Chinese wijze van bedrijfsvoering: door corruptie en persoonlijke
loyaliteiten werd veel geld gestolen van bedrijven, het geld bedoeld voor
modernisering zat in de zakken van corrupte ambtenaren.

Na alle nederlagen besloot de jonge keizer Guangxu geadviseerd door Kang Youwei de
periode van honderd dagen op te stichten (1898), hij liet allerlei westerse hervormingen
gebeuren (landbouw, industrie, leger, onderwijs & bestuur).
Kang Youwei beoogde binnen een confucianistisch kader een constitutionele monarchie,
vrijemarkteconomie en een nieuw onderwijssysteem, waarbij de elite van het land niet meer
werd gekozen door het ambtenaarsexamen, maar op kennis van echte politieke
onderwerpen. Deze revolutie ging natuurlijk ook niet door, Kang vluchtte naar Japan en
Guangxu stierf in gevangenschap.

Het mislukken van de hervormingspoging tijdens de honderd dagen was een oorzaak voor
de bokseropstand in 1900.
De boksers waren vooral landloze jonge boeren die zich hadden aangesloten in een
godsdienstige sekte die beloofde hen onkwetsbaar te maken voor vijanden. Ze waren tegen
de buitenlandse aanwezigheid en de Chinese regering.

Rond 1900 kregen ze veel aanzien, zelfs in Peking, de keizerin Cixi besloot zich aan te
sluiten bij de boksers, in hoop de buitenlandse mogendheden te verdrijven. Wie hier tegen
was werd geëxecuteerd, Yuan Shikai is een bekende generaal die de boksers bestreed.
De boksers veroverden veel van het Noorden, ze killen veel westerse en christelijke
Chinezen, in de zomer omsingelden ze een ambassade waar vele burgers en militairen
toezicht zochten, dit is bestreden na 55 dagen door een internationaal leger, de keizerin
vluchtte. De Chinezen moesten weer en verdrag tekenen: het bokserprotocol,
ze moesten:
- enorme schadevergoeding betalen
- grootste aanhangers van de boksers doden
- verbod tegen invoer van wapens voor 2 jaar.
- oprichten van monumenten ter herdenking van het neerslaan van de opstand.
De boksseropstand kreeg een onbedoeld gevolg, de chineze regering besloot een nieuwe
hervorming die leek op die van 1898:
- Herziening van het traditionele onderwijs: bv. nieuwe scholen met westerse vakken
werden ingevoerd
- Afschaffing van het eeuwenoude ambtenaarsexamen (1905)
- Invoering van de grondwet en parlementaire democratie (1908)
Natuurlijk mislukten deze hervormingen ook.

Toen Cixi en Guangxu beiden stierven kwam Puyi, een kleuter, op de troon met een regent
als waarnemer. Yuan Shikai is in ballingschap gestuurd om nog een opstand te voorkomen.
5. China wordt een republiek maar valt snel uiteen

Door de vele opstanden verloor het keizerlijk bestuur steeds meer steun van de bevolking.

Door de hervorming van onderwijs en studie, kwam een nieuwe bevolkingsgroep: jonge
intellectualisten met westerse denkbeelden. Zij waren tegen nationalisten en revolutionairen
en vonden dat China alleen een grote rol in de wereld zou spelen, als de maatschappij totaal
zou veranderen. Hun belangrijkste leider was Sun Yat-sen, hij stichtte in 1894 een geheime
vereniging: Genootschap voor de Opwekking van China, hij wilde het keizerrijk in een
republiek veranderen.
Sun Yat-sen en Kang Youwei wilden in 1900 de macht grijpen, Sun wilde een republiek,
Kang wilde Guangxu terug op de troon als constitutionele vorst, het lukte beide niet.
In het buitenland stichtte Sun een organisatie om de Qing-dynastie tegen te gaan: de
Revolutionaire alliantie

In oktober 1911 kwam een oproep om een revolutie te beginnen, Sun kwam van de VS naar
China toe voor deze. Op 29 december werd hij de voorlopige president van Republiek China
uitgeroepen, nadat hij op een bijeenkomst van de vertegenwoordigers van de revolutionaire
alliantie was.
Het Chinese leger kon de revolutionairen niet tegenhouden, ze riepen Yuan Shikai om hulp,
hij wilde daar in ruil voor macht over alle keizerlijke troepen en politieke hervormingen, ze
gingen akkoord. Yuan ging onderhandelen met beide partijen, Sun, die geen leger achter
zich had ging akkoord met dat Yuan president zou worden, als hij de Qing-dynastie ten val
zou brengen.
In 1912 ging Puyi van de troon af en gaf opdracht aan Yuan om een republiek te stichten,
zijn familie mocht wel blijven wonen in de verboden stad met al hun luxuries. Sun Yat-sen
gaf het presidentschap aan Yuan Shikai, Sun geloofde dat Yuan een parlementaire
democratie zou invoeren.

De partij van Sun werd met de introductie van verkiezingen omgebouwd tot de Guomingdam
(de volkspartij GMD, de aanhangers waren nationalisten. De leiding kreeg Song Jiaoren,
een van Suns bekwaamste medewerkers, Song wilde meer macht voor het parlement en
minder voor de president. Ongeveer 10% van de bevolking mocht stemmen (rijke mannen
ouder dan 21). De nationalistische partij van Sun won de eerste en tegelijkertijd de laatste
democratische verkiezingen.

Net voor het bijeenkomen van het parlement werd Song vermoord, Yuan Shikai was het niet
eens met de macht van de president verkleinen en die van het parlement te verhogen. Sun
was bang en vluchtte naar Japan, klaar om een nieuwe revolutie tegen Yuan te stichten.
Yuan verbande de GMD en riep een door hemzelf gevormde raad bijeen, ze benoemden
hem een constitutionele president met onbeperkte macht.
Het land viel uit elkaar, delen werden door Yuan bestuurd, andere door warlords (plaatselijke
militaire machthebbers), hun boeide de centrale regering niet. In 1915 besloot Yuan dat
China weer een keizerrijk moest worden, wel met een moderne westerse constitutionele
vorm, en kroonde zichzelf tot keizer. Hij ging dood in 1916.
In 1916 keerde Sun terug naar china, in 1917 riep de GMD in Kanton een tegenregering op,
de westerse mogendheden beschouwden dat echter niet als een regering (Yuan kontlikkers)
Alleen de Sovjet-Unie erkende de GMD-regering en gaf haar militaire steun. Ze lieten de
GMD samenwerken met de Chinese communisten.

Uit protest tegen de buitenlandse mogendheden bemoeials ontstond de 4 mei beweging,


deze zette zich in voor modernisering van de republiek (op bestuurlijk, sociaal en cultureel
gebied). Na de Russische Oktoberrevolutie (1917) kregen veel Chinezen belangstelling voor
het marxisme, ze vonden Lenins woorden over imperialisme en een wereldbroederschap
inspirerend. In ontevredenheid tegen het westen en als inspiratie van de communistische
Sovjet-Unie werd de Chinese Communistische Partij (CCP) gesticht.

6 GMD herstelt centrale gezag in het grootste deel van China

De nationalistische en communistische partij kregen beide steun van de Sovjet-Unie en


gingen samenwerken (vooral in strijd tegen het westen). De Eerste Wereldoorlog en de
Russische Revolutie gaven Sun Yat-sen de kans de macht te grijpen, hij kreeg steun van de
Sovjets en de CCP. Sun was zo geïnspireerd door de buitenlandse communisten dat hij
vond dat ze alle training van de russen moesten overnemen, er kwam een militaire
academie (onder leiding van in Moskou opgeleide Chiang Kaishek) ook werd de CCP
toegelaten tot de GMD.
Toen Sun Yat-sen in 1925 stierf, beheerste de GMD alleen Kanton en de omgeving. Onder
leiding van Chiang werden in 1926-1927 veel gebieden veroverd van de warlords, deze
werden tot gehoorzaamheid aan de GMD-CCP regering gebracht tijdens de Noordelijke
veldtocht.

De GMD raakte verdeeld tussen voor- en tegenstanders van de CCP, Chiang Kaishek was
namelijk een tegenstander van het communisme geworden. Chiang zag dat de
communisten in de strijd tegen de warlords boeren en arbeiders tegen grootgrondbezitters
opzetten, hij en veel nationalisten vonden dat ze te veel invloed kregen. Na de noordelijke
veldtocht, gebeurde een staatsgreep, de leiders van de CCP werden gedood samen met
duizenden communisten, vele communisten vluchtten ook. De CCP ging nu zelfstandig
werken. In 1928 versloeg Kaishek de laatste warlords en had gezag in Peking, de
overwinning van de GMD bleek volledig te zijn, deze werd nu formeel erkend.

De nieuwe GMD regering had:


- een proces van industrialisatie gebracht
- verbeterde infrastructuur aangelegd
- het onderwijs gemoderniseerd
- maatregelen genomen ter verbetering van volksgezondheid
- maakte een gedeeltelijk einde aan Ongelijke verdragen.

Ze deden ook een aantal dingen fout:


- ze gingen niet over tot de noodzakelijke landhervorming
- geen parlementaire democratie, politieke tegenstanders vervolgd
- corruptuie was toppie
7 Chinese communisme gaat zijn eigen weg

In de eerste jaren was de invloed van de Sovjet-Unie op de CCP groot, ze wilden de CCP
met de GMD laten samenwerken. Dat lukte ook een tijdje.

Mao Zedong sloot zich in 1918 na het aankomen bij Peking aan bij de GMD, hij deed mee
met de 4 mei beweging en ging daarna als lid van de CCP verder. Mao hield zich vooral
bezig met de rol van boeren in de communistische revolutie, daarvoor werd hij in 1927 naar
Hunan gestuurd om daar de revolutionaire bewegingen van de boeren te bestuderen. Hij
kwam tot de conclusie dat als de communistische revolutie wilde slagen ze niet moesten
uitgaan van arbeiders in de steden, maar boeren op het platteland. Mao richtte zich op het
platteland (CCP boeiden de boertjes geen ene kut), daar richtte hij revolutionaire
boerenbonden op die streefden de grond te verdelen. Toen Chiang Kaishek een einde
maakte aan de samenwerking tussen de CCP en GMD sloten veel communisten zich bij
Mao aan.

In 1931 werd in Jiangxi de eerste Chinese communistische republiek met als president Mao
Zedong gesticht. In 1934 werden zij door de GMD uit dit land verdreven, de overlevenden
vestigden zich in Shaanxi met als leider Mao om plannen te maken om heel China te
veroveren. Ze richtten het rode leger op, dit leger bestond uit vooral arme boeren en werd
geschoold in de leer van het marxisme. Met behulp van dit rode leger werden rijke boeren
gedwongen hun land af te staan aan arme boeren, die de grote meerderheid vormden.
Vanaf 1935 was Mao Zedong de absolute leider van de CCP.
8. GMD krijgt te maken met Japanse agressie en communistisch verzet

Het lukte Chiang niet in 1931 alle communisten te verslaan, dat kwam voornamelijk door de
Japanse bezetting van de provincie Mantsjoerije, deze was nu een fascistisch en wreed
regime. Puyi (de laatste keizer) werd voor de Japanners het symbool van de
marionettenstaat, vanaf Mantsjoerije werden meer delen van China ingenomen, vooral vanaf
1937.

De communisten en nationalisten waren tegen elkaar, maar werkten samen tegen Japan.
Chiang zag in 1931 de Japanners maar verkoos eerst het communisme te verdringen. De
communisten riepen echter op tot een Verenigd Front tegen Japan. Eind 1936 werd Chiang
geforceerd z’n beef met communisten op te houden en zich te focussen op Japan, maar
door het grote wederzijdse wantrouwen kwam niets van deze samenwerking. Japan besloot
aan te vallen voordat het werkelijk een sterke band zou zijn, het bleek uiteindelijk dat China
veel te groot was om geheel te worden veroverd.

Toen de Japanners Pearl Harbor aanvielen, lieten de Chinezen de Amerikanen en de


Japanners het uitvechten, China bereidde zichzelf op oorlog. De Amerikanen probeerden
messias te spelen en probeerden zich te bemiddelen tegenover Chiang en Mao.

Na de capitulatie van Japan brak er in 1946 een burgeroorlog uit tussen de CCP en de
GMD. Eerst dachten ze dat de GMD zou winnen, ze hadden Amerikaanse machines en
meer soldaten, maar vele van deze troepen liepen over naar de andere kant omdat het volk
vertrouwen verloor in de GMD. Het Rode Leger, onder leiding van Lin Biao, veroverde in een
paar jaar geheel China.
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong de communistische volksrepubliek China uit,
Chiang met z’n handje volgelingen vluchtte naar Taiwan.

De GMD faalde omdat ze de maatschappelijke problemen niet konden fixen, de boeren


boeiden hun niet (de boeren waren 75% van het volk), Chiang boeide alleen zijn legertje.
Het volk verloor vertrouwen in de GMD toen de moeilijkheden op economisch gebied groter
werden, de militaire nederlagen erger.

De CCP kreeg steeds meer aanhang doordat:


- de GMD-regering faalde
- de communisten voerden wel landhervormingen uit (ze kregen toen steun van de
boeren)
- Betere politieke en militaire organisatie
- De resultaten die zij behaalden in gebieden, haalde veel mensen over.
- Vele niet-communisten wilden de GMD niet helpen, de weg stond vrij voor Mao.

Chiang raakte betrokken bij den koude oorlog doordat hij het eiland Taiwan voor heel
nationalistisch china liet representeren, bij de Verenigde Naties vertegnwoordigde Taiwan
geheel China.
9. CCP grijpt de macht, rampzalige hervorming onder leiding van Mao

Onder leiding van de CCP werd het centrale gezag in China hersteld en de buitenlandse
invloed verweerd. Mao propageerde een klassenstrijd, hij richtte zich vooral op boeren en
arbeiders, er ging een programma van herverdeling van de grond van start.

Tot 1950 was het grootgrondbezit ongelijk verdeeld, 70 tot 80% van de grond hoorde tot
10% van de bevolking. De agrarische hervormingswet (1950) maakte hier een einde aan; de
grond die niet door de eigenaar zelf werd bewerkt, werd gegeven aan een arme boer, zo
werd bijna de helft van alle landbouwgrond opnieuw ingesteld. De grondeigenaren werden
op massa bijeenkomsten door volkstribunalen voor vijanden van het volk uitgemaakt.

Tussen 1950 en 1955 had Mao verschillende zuiveringsacties opgesteld (ook onder
partijfunctionarissen en intellectuelen), als het aan de partij lag was de kritiek van de
bevolking al aan het begin onderdrukt. In 1956 organiseerde Mao een campagne waar hij
zich voorstelde als een socialist die open was tot kritiek (liar). Eerst kwam er weinig kritiek,
totdat de mensen los gingen midden 1957, Mao besloot een nieuwe zuivering en deze
duurde tot 1959. Iedereen met een andere mening werd gestraft, de overgeblevenen van de
zuivering werden zware kontlikkers van Mao.

Men wist niet meer verder wat te doen met het communisme, de ene helft wilde de
Russische kant op en de industrie nationaliseren en een 5 jaar plan opstellen, maar Mao
vond dat de Chinezen een eigen communisme moesten gaan vinden, door het gebruik van
het enorme aantal mensen.

Mao Zedong kondigde in 1958 de grote sprong voorwaarts aan, hij wilde een ontwikkeling
van 20 jaar in 1 dag doen. Met de sprong voorwaarts wilden ze een grote industriële
wereldmacht worden, de hele plattelandsbevolking werd georganiseerd in volkscommunes,
miljoenen boeren werden daardoor van de landbouw onttrokken.
De grote sprong voorwaarts was natuurlijk een mislukking, want de landbouwproductie
daalde sterk en er kwam een ernstige hongersnood, deze kostte miljoenen mensen het
leven. De volkscommunes werden verkleind, maar bleven als bestuurseenheid bestaan.

In 1966 lanceerden de radicalen onder leiding van Mao Zedong een nieuwe
massacampagne: de Grote Proletarische Culturele Revolutie, met de culturele revolutie
wilden ze de de economie en samenleving hervormen, door het denken van Mao een cultus
te maken en daarmee de partij weer eens te zuiveren en tegenstanders van Mao te breken.
De tegenstanders waren vooral in de stad, hun vertegenwoordiger-president was Liu
Shaoqi. Miljoenen functionarissen uit de partij werden gemarteld en gedood, een belangrijke
rol in deze campagne hadden de rode gardisten. De rode gardisten waren speciale
eenheden gebrainwashte jongeren (vooral studenten en scholieren), ze waren
anti-traditioneel, anti-intellectueel en xenofoob.
Door de culturele revolutie waren de industriële en landbouwproductie erg gedaald, Mao
Zedong liet een einde maken aan de revolutie, een aantal slachtoffers van de culturele
revolutie werden gerehabiliteerd, waaronder Mao´s opvolger: Deng Xiaoping.
10. Economische koerswijze onder Deng Xiaoping

Na de dood van Mao in 1976 werden de 4 grootste communistische leiders opgepakt en hun
werd alle schuld van de Culturele Revolutie toegeschreven, ze werden de bende van 4
genoemd.
De nieuwe partijleider, Deng Xiaoping, zette een koerswijziging aan om China modern en
meer geïndustrialiseerd te maken. Er kwam meer vrijheid, vooral via de economie, Deng
Xiaoping benadrukte economische successen boven ideologische zuiverheid: “wat doet het
ertoe of de kat wit of zwart is, als ze maar muizen vangt.”

De koerswijziging kreeg de naam vier moderniseringen:


- modernisering voor de landbouw: volkscommunes afgezwakt (niet afgeschaft). De
boeren konden nu hun eigen land verbouwen en de opbrengst op de vrije markt
verkopen.
- modernisering van wetenschap en technologie: samenwerking met westen en Japan
ingegaan (vooral qua studies)
- modernisering van de industrie: besloten export te stimuleren en buitenlandse
investeringen in China te laten plaatsvinden. Er kwamen experimentele gebieden
met een westers kapitalistisch ideaal: de economische zones.
- modernisering van de defensie: het leger moest gemoderniseerd en het leger werd
nu een militaire taak, niet een politieke (zoals bij Mao)
- Het een-kind beleid

Voorstanders van verdergaande politieke hervormingen die democratisering dan Deng wilde,
werden het zwijgen opgelegd, zoals bijvoorbeeld de studentendemonstratie in 1989 op het
Plein van de Hemelse Vrede. De machtspositie van de partij bleef untouchable.
Toen in 1997 Deng doodging, nam Jiang Zemin, een van zijn vertrouwelingen, over van
hem. Jiang trad af in 2003, maar bleef tijdens zijn leiding altijd nadruk op de economie
hebben.

Tussen 1985 en 1990 werd de industriële productie van China bijna verdubbeld. In het
zuiden van China kwamen zelfs wolkenkrabbers op. De meerderheid van de Chinezen was
kapot happy dat Mao weg was, de periode van heersen van Mao werd de donkere periode
van 10 jaar genoemd (1966-1976).
11 Breuk met de Sovjet-Unie en toenadering tot de rest van de wereld

In 1950 is met de Sovjet-Unie een Verdrag van Vriendschap, Samenwerking en wederzijdse


Bijstand gesloten. Rusland en China werkten goed samen en Rusland erkende de
volksrepubliek. Na de dood van Stalin in 1953 gingen beide communistische (officieel in
1960) landen hun eigen communisme na.

De CCP koos in 1962 voor een pragmatisch economisch beleid, deze leidde tot een breuk
met de Sovjet-Unie en tot internationaal isolement van China.

De breuk tussen hen begon zo; toen in 1927 een breuk tussen de GMD en CCP kwam,
steunde Stalin de communisten van Mao, ook al ging de boerenrevolutie tegen de ideologie
van het Russisch communisme. De Sovjet-Unie gaf na de Tweede Wereldoorlog
Mantsjoerije terug aan China en technisch personeel aanbood voor hulp bij de
wederopbouw. Dit had positieve gevolgen voor hun relatie.
Na de dood van Stalin en de opkomst van Chroesjtsjov pleitte hij voor een betere
samenwerking met het westen. Mao vond dat de Russen door samen te werken met
niet-communisten het communisme afgewezen hadden. De Sovjet-Unie trok in 1960 zijn
technici terug, ook kozen ze in 1962 tijdens het Sino-Indische grensconflict de kant van
India. Dit markeerde het einde van hun samenwerking.
In 1969 gingen ze zelfs in oorlog over een eiland in de rivier Amoer. De relatie ging wat beter
na de dood van Mao Zedong en de val van de Sovjet-Unie, in 1991 waren de meeste
conflicten zelfs opgelost. Van ideologische verschillen in opvattingen van het communisme
zijn er niet meer.

KA´s die sws belangrijk zijn:


- De moderne vorm van imperialisme die verband hield met industrialisatie
- Opkomst van emancipatiebewegingen
- De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen
- Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
- De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen
- Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme
- Verdeling van de wereld in 2 ideologische blokken
- De industriele revolutie die de basis legde voor een industriele samenleving

You might also like