Download as txt, pdf, or txt
Download as txt, pdf, or txt
You are on page 1of 54

Suriname

Karen Bos
Armand Haye

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een
diplomatische weergave van Suriname van Karen Bos uit 2008. De illustraties zijn
van de hand van Armand Haye.

bos_126suri01_01
DBNL-TEI 1

2023 dbnl / Karen Bos / Armand Haye

exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 5248852

Karen Bos, Suriname. Met illustraties van Armand Haye. KIT Publishers,
Amsterdam 2008

Wijze van coderen: standaard

Nederlands

Suriname
Karen Bos
Armand Haye
Suriname
Karen Bos
Armand Haye

2023-07-14

AT

colofon toegevoegd

Verantwoording

Dit tekstbestand is gebaseerd op een bestand van de Digitale Bibliotheek voor de


Nederlandse Letteren (https://www.dbnl.org)

Bron: Karen Bos, Suriname. Met illustraties van Armand Haye. KIT Publishers,
Amsterdam 2008

Zie: https://www.dbnl.org/tekst/ques002lauw01_01/colofon.php

In dit bestand zijn twee typen markeringen opgenomen: paginanummering en


illustraties met onderschriften. Deze zijn te onderscheiden van de rest van de
tekst door middel van accolades: {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} {==Figuur. 1:
Onderschrift van de afbeelding.==} {>>afbeelding<<}

{==voorplat==} {>>pagina-aanduiding<<}

Op bezoek in...
Suriname

Karen Bos

Wereld
{== afbeelding ==} {>>afbeelding<<}

Reeks LATIJNS AMERIKA

{==binnenkant voorplat-I==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==II==} {>>pagina-aanduiding<<}

{==1==} {>>pagina-aanduiding<<}

Op bezoek in...

{== afbeelding ==} {>>afbeelding<<}

Suriname

Karen Bos

KIT Publishers - Amsterdam

{==2==} {>>pagina-aanduiding<<}
{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

KIT Publishers
Op bezoek in... Latijns Amerika is een reeks informatieve kinderboeken over Zuid-
Amerikaanse landen.
Deze reeks is onderdeel van een Wereldreeks voor kinderen.

Op bezoek in... Suriname

Tekst: Karen Bos, met dank aan Jerrol Asmus


Foto's: Karen Bos; Sirano Zalman: p. 4o, 5b/m, 6b, 10o, 17b/m, 22o, 23b/o, 26o,
27o, 30b, 31o, 32m, 41b, 42m, 43b, 44o, 45m/o, 46o; Roberto Plomp: p.12b, 14o,
21m/o, 41m, 47o; Thomas Polimé: p. 16o; Danpaati: p. 24m, 32o, 45b.
(b = boven, m = midden, o = onder)
Vormgeving binnenwerk: Miranda Zonneveld, Alkmaar
Omslag: Evert Zwaanswijk, Heerhugowaard
Cartografie: Armand Haye, Amsterdam

© 2008 KIT Publishers - Amsterdam

KIT Publishers
Postbus 95001
1090 HA Amsterdam
Nederland
E-mail: publishers@kit.nl
Website: www.kit.nl/publishers

ISBN 978 90 6832 454 9


NUR 232 / 258

Reeds verschenen in de Wereldreeks

Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten ISBN 978 90 6832 781
6

België ISBN 978 90 6832 855 4

Bulgarije ISBN 978 90 6832 451 8

Cambodja ISBN 978 90 6832 453 2

Cyprus ISBN 978 90 6832 861 5

Egypte ISBN 978 90 6832 784 7

Estland ISBN 978 90 6832 862 2

Finland ISBN 978 90 6832 782 3

Hongarije ISBN 978 90 6832 867 7

India ISBN 978 90 6832 780 9

Indonesië ISBN 978 90 6832 854 9

Iran ISBN 978 90 6832 857 8


Israël ISBN 978 90 6832 872 1

Letland ISBN 978 90 6832 863 9

Litouwen ISBN 978 90 6832 864 6

Malta ISBN 978 90 6832 860 8

Marokko ISBN 978 90 6832 859 2

Nederland ISBN 978 90 6832 460 0

Oman ISBN 978 90 6832 455 6

Polen ISBN 978 90 6832 869 1

Roemenië ISBN 978 90 6832 469 3

Saudi-Arabië ISBN 978 90 6832 785 4

Slovenië ISBN 978 90 6832 868 4

Slowakije ISBN 978 90 6832 865 3

Spanje ISBN 978 90 6832 452 5

Thailand ISBN 978 90 6832 994 0

Tsjechië ISBN 978 90 6832 866 0

Zweden ISBN 978 90 6832 858 5

{==3==} {>>pagina-aanduiding<<}

Inhoud
4 Inleiding
5 Geschiedenis
17 Land
20 Districten, steden, dorpen
25 Vervoer
29 Mensen
33 Onderwijs
36 Surinaamse keuken
40 Economie
42 Toerisme
45 Natuur
48 Register

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}
{==4==} {>>pagina-aanduiding<<}

Inleiding

{== afbeelding

De synagoge Neve ve Shalom staat pal naast de moskee. Ook verschillende geloven
bestaan vreedzaam naast elkaar.
==} {>>afbeelding<<}

Suriname is een prachtig land in Zuid-Amerika. Het is er heerlijk warm en...


vochtig! Suriname ligt namelijk dicht bij de evenaar en heeft een tropisch klimaat.
De vele verschillende bevolkingsgroepen die er wonen, leven op een vriendelijke
manier met elkaar samen. Voor veel landen in de wereld kan Suriname wat dat betreft
als voorbeeld dienen.

Koloniaal verleden

Vroeger was Suriname een kolonie van Nederland. In die koloniale tijd zijn er door
de Europeanen grote groepen mensen uit allerlei werelddelen naar Suriname gehaald.
Mensen uit Afrika werden als slaaf tewerkgesteld op de plantages. Dat was niet op
vrijwillige basis, slaven werden gedwongen om er te werken. Op 1 juli 1863 werd de
slavernij afgeschaft. Toen waren er nog steeds veel arbeiders nodig op de
plantages. Deze werden uit China, Brits-Indië en Nederlands-Indië gehaald en
vervolgens aan het werk gezet als contractarbeider. Ze kwamen. Suriname wordt ook
wel een smeltkroes van culturen genoemd.

{== afbeelding

Het is 8 uur in de ochtend. De kinderen van de Fluschool hijsen de vlag en


zingen het volkslied.
==} {>>afbeelding<<}

‘God zij met ons Suriname’ is het volkslied van Suriname. Het bestaat uit een
couplet in het Sranantongo en een couplet in het Nederlands. Je hoort het
regelmatig op de radio en bij festiviteiten. Op de lagere school zingen de kinderen
het zelfs elke dag!
God zij met ons Suriname

Hij verheff' ons heerlijk land

Hoe wij hier ook samenkwamen

Aan zijn grond zijn wij verpand

Werkend houden w'in gedachten


Recht en waarheid maken vrij

Al wat goed is te betrachten

Dat geeft aan ons land waardij

Onafhankelijk

Na ruim 300 jaar een kolonie van Nederland te zijn geweest, werd Suriname op 25
november 1975 onafhankelijk. Vanaf die dag was Nederland er niet meer de baas en
beslissen de Surinamers zelf wat er in hun land gebeurt. Deze dag vieren ze elk
jaar en heet ‘Srefidensi’ (= zelfstandigheid). Na de onafhankelijkheid mochten de
Surinamers nog vijf jaar kiezen waar ze het liefst wilden wonen: in Suriname of in
Nederland. Een groot aantal van hen is toen naar Nederland verhuisd. Daardoor wonen
er veel mensen van Surinaamse afkomst in Nederland.

{== afbeelding

Suriname heeft door zijn verschillende bewoners een rijke cultuur. Maar ook de
natuur is er prachtig! Zie je jezelf al varen in deze korjaal?
==} {>>afbeelding<<}

{==5==} {>>pagina-aanduiding<<}

Geschiedenis

{== afbeelding

Arowak-indiaan (inheemse) in traditionele kleding.


==} {>>afbeelding<<}

Men denkt dat de naam Suriname afgeleid is van Surinen, de naam van een oude
indianenstam. Indianen zijn de oorspronkelijke bewoners van het land.
De geschiedenis van Suriname is heftig geweest, vooral door de slavernij waar het
land mee te maken kreeg in de zeventiende eeuw. Toen zijn hele bevolkingsgroepen
uit andere landen naar Suriname gehaald.

De eerste bewoners

{== afbeelding

Een Akoerio-indiaan.
==} {>>afbeelding<<}
In het diepe zuiden van Suriname zijn sporen gevonden van indianen die daar tussen
10 000 en 7000 jaar geleden leefden. De eerste indianenstammen op Surinaams
grondgebied waren de Arowakken en de Caraïben. Zij leefden van jagen en verzamelen.
Soms kwamen de stammen elkaar tegen en dan liep het regelmatig uit op ruzie.
Meestal ging het om jachtgebied of om vruchtbare plaatsen waar ze allebei wilden
wonen. Met houten knotsen en pijl en boog gingen ze elkaar te lijf. De verliezende
partij moest verhuizen.
Wanneer er in een gebied weinig voedsel meer voorhanden was, trokken de indianen
verder. Zo kwamen er steeds meer indiaanse nederzettingen in het land. Naast de
Arowakken en de Caraïben ontstonden andere stammen, zoals de Trio's, Wayana's en
Akoerio's.

Ontdekkingsreizen

Vele schepen voeren in de vijftiende eeuw onder bevel van de Spanjaard Christoffel
Columbus uit om nieuwe zeeroutes te verkennen. Columbus dacht in 1492 te zijn
aangekomen in Indië en hij noemde de bewoners indianen. Achteraf bleek dat hij in
Zuid-Amerika was beland. De benaming ‘indianen’ was dus niet juist. Tegenwoordig
noemen indianen zichzelf ook wel inheemsen.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

De wilde kust - Dit standbeeld ter ere van Alonso de Ojeda is gemaakt door de
Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries. Alonso voer in 1499 met zijn bemanning langs
de kust van Suriname. Wat zij zagen was ondoordringbaar oerwoud. Ze noemden het
gebied ‘De Wilde Kust’. De naam Suriname bestond toen nog niet. Zij zagen geen
mogelijkheden in dit land en lieten het gebied met rust.

{==6==} {>>pagina-aanduiding<<}

Goudkoorts

{== afbeelding

Overblijfsel van de synagoge Beracha ve Shalom (Zegen en Vrede) te


Jodensavanne.
==} {>>afbeelding<<}

Ruim een eeuw later, in 1595, trok de edelman Sir Walter Raleigh uit Engeland de
stoute schoenen aan en reisde naar de Guyana's, waaronder Suriname viel. Hij had
gehoord dat daar goud in de grond zat! Andere Europeanen volgden in zijn kielzog en
dit was het begin van vele Hollandse, Zeeuwse, Franse en Engelse expedities. De
Europeanen bouwden langs de zeevaartroutes kleine handelsposten en er ontstond een
levendige ruilhandel. Ze ruilden textiel, metaal en ijzeren voorwerpen met de
indianen tegen tabak, cacao en indigo (een blauwe kleurstof gemaakt uit planten).
Veel Europeanen hielden het echter niet vol; ze bezweken aan ziektes of ze werden
verjaagd door Spanjaarden en Portugezen die zich in de buurt hadden gevestigd.

New York in ruil voor Paramaribo...

In 1651 gaf de Engelse gouverneur, Sir Willoughby, het startsein om een Engelse
kolonie op te zetten in Suriname. Hij stuurde suikerrietplanters die ervaring
hadden opgedaan op Barbados - toen een Engelse kolonie - naar het land om er
plantages op te zetten. In Europa was de vraag naar suiker groot; het was een
schaars goed en er viel dus veel geld mee te verdienen. De suikerrietplanters uit
Barbados namen hun slaven mee. Onder de planters was ook een groep Joden. Zij
bouwden hun eigen nederzetting, zo'n 50 kilometer van Paramaribo, aan de
Surinamerivier: de Jodensavanne.

De Engelsen beschikten niet lang over hun kolonie, want in 1665 brak de Tweede
Engelse Oorlog uit. De Staten van Zeeland kregen opdracht om de Engelsen te
verdrijven en in februari 1667 bezetten de Zeeuwen het fort aan de Surinamerivier.
De Engelsen gaven zich over en het fort werd omgedoopt tot Fort Zeelandia. Bij de
vrede werd bepaald dat de Nederlanden Suriname kregen... in ruil voor de kolonie
Nieuw Amsterdam, het huidige New York. Aan het begin van de negentiende eeuw viel
Suriname nog één keer in Engelse handen, maar vanaf 1816 bleef het land onder de
heerschappij van de Nederlanden.

{== afbeelding

Het werken op een suikerrietplantage. Litho naar een tekening van Theodore Bray.
==} {>>afbeelding<<}

{==7==} {>>pagina-aanduiding<<}

Europa in Suriname

{== afbeelding

Detail van de kaart van Suriname, gemaakt door A. de Lavaux (c. 1770). Overal langs
de rivieren lagen plantages.
==} {>>afbeelding<<}

In de zeventiende eeuw vluchtten er uit Brazilië, waar toen ook een Nederlandse
kolonie was, Nederlanders en Portugees-Joodse planters naar Suriname. Ook uit
Duitse gebieden kwamen mensen naar het land toe; zij gingen aan de slag als
handelaar, ambtenaar of zendeling. De meeste Joden trokken naar hun eigen
nederzetting, de Jodensavanne. De Portugese Joden uit Brazilië wisten veel van
suikerriet en hadden in het midden van de achttiende eeuw dan ook een groot aantal
suikerrietplantages in handen.
Andere plantages kregen Franse namen, omdat in de zestiende en zeventiende eeuw ook
Franse hugenoten (= protestanten) naar Suriname trokken. Zij waren Frankrijk
ontvlucht, omdat Lodewijk XIV hun het leven moeilijk maakte. Via Nederland kwamen
zij in de koloniale periode in Suriname terecht.

De komst van de Europeanen had een enorme invloed op het land en zijn bewoners.
Langs vele rivier-oevers werden plantages aangelegd. Een ander gevolg was dat veel
indianen stierven. In de oorlogen die werden uitgevochten beschikten de Europeanen
over sterkere wapens dan de door hen zogenoemde ‘roodhuiden’. Ook brachten ze
ziektes over, zoals pokken en mazelen, waar de oorspronkelijke bevolking niet tegen
bestand was. De Europeanen vonden de indianen dan ook ongeschikt als slaaf. Zij
moesten dus op zoek naar andere mensen die als slaaf op de plantages konden werken.
De indianen trokken naar rustiger en moeilijk bereikbaar gebied, waar zij
ongestoord verder probeerden te leven.
Het aantal sterfgevallen onder de Europese bevolking was ook groot; het klimaat, de
ziektes en het onbekende vielen de blanken zwaar.

De West-Indische Compagnie (WIC)

De WIC was een organisatie die in de zeventiende en achttiende eeuw door de


Nederlandse overheid een belangrijke positie kreeg toegewezen in de handel met de
overzeese koloniën - in West-Indië, Noord- en Zuid-Amerika, de Antillen en West-
Afrika. Een van de belangrijkste handelsproducten werden de slaven. Grote schepen
van de WIC, volgeladen met textiel, geweren, gereedschappen en gebruiksvoorwerpen
vertrokken vanuit Vlissingen of Amsterdam naar de kust van West-Afrika. Dit gebied
heette destijds ‘de Goudkust’. Daar aangekomen kon ‘de ruilhandel’ met handelswaar
uit Europa en slaven beginnen. Afrikaanse handelaren stonden klaar met hun slaven
die ze vanuit het binnenland naar de kust hadden gebracht om ze op de slavenmarkt
te verkopen. Deze mensen waren veroordeeld tot slaaf, omdat zij een strafbaar feit
hadden gepleegd, zoals diefstal, moord of hekserij. De Europese handelaars
controleerden de slaven op ziekte, blindheid en of ze sterk waren. Gezonde slaven
tussen de vijftien en vijfendertig jaar werden het meest gekocht.

{== afbeelding

De gekochte slaven werden als haringen in een ton op het schip gezet naar
Suriname.
==} {>>afbeelding<<}

{==8==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

Een brandmerkstempel.
==} {>>afbeelding<<}

De tocht was zwaar en veel slaven overleefden het niet. Onderweg stierven ze aan
pokken, scheurbuik of dysenterie (= diarree) en uitputting. Deze slaven werden
overboord gezet. Anderen die de tocht redelijk hadden doorstaan werden rechtstreeks
naar een plantage gebracht of als handelswaar aangeboden op de slavenmarkt. Maar de
meeste slaven waren door de zware tocht erg verzwakt en moesten eerst aansterken.
Ze moesten er immers goed uitzien voor de verkoop. Eén zo'n ‘aansterkplek’ bevond
zich op Curaçao. Daarna werden ze weer op het schip gezet naar - onder andere -
Suriname. Zodra het schip Paramaribo naderde, kwam er een chirurgijn (= arts) aan
boord om de slaven te controleren op gezondheid. Ook hier vond dan een slavenmarkt
plaats. Zo'n markt is te vergelijken met een veemarkt. De slaven werden opgepoetst,
in de olie gezet, zodat ze mooi glommen en er sterk uitzagen. Na verkocht te zijn
werden ze gebrandmerkt met het teken van hun nieuwe eigenaar.

Het schip werd ondertussen gereedgemaakt voor terugkeer naar Europa en volgeladen
met suiker, koffie, katoen en goud. Na het uitladen van de handelswaar in Europa
werd het schip weer klaar gemaakt voor een nieuwe tocht naar West-Afrika. Deze
vaarroute, van Europa via West-Afrika en vandaar via Curaçao naar Suriname, wordt
de driehoeksvaart genoemd, naar de vorm van de route. Van 1650 tot 1835 zijn er
ongeveer 320.000 mannen, vrouwen en kinderen van de West-Afrikaanse kust naar
Suriname vervoerd.
In het Waaggebouw te Paramaribo werden vroeger goederen zoals koffie gewogen. In
het Sranantongo heet dit gebouw dan ook ‘Kofiwagi’. Met paard en wagen of per schip
werden de goederen er heen gebracht. Het was er een drukte van jewelste! In 1821
verwoestte een enorme brand een groot deel van Paramaribo, waaronder de Waag. Na de
herbouw heeft het gebouw aan verschillende overheidsdiensten onderdak geboden. Nu
is het een galerie, restaurant en toeristisch centrum.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==9==} {>>pagina-aanduiding<<}

Het leven als slaaf

{== afbeelding

Ophangen aan ribben.

Spaanse bok.
==} {>>afbeelding<<}

Slaven werden onderverdeeld in verschillende categorieën (= groepen). Er waren


ambachtsslaven (zoals timmerlieden), huisslaven (zij maakten schoon, kookten e.d.)
en veldslaven (zij werkten op het land). Of je een goed leven had als slaaf hing af
van je meester en van de categorie waartoe je behoorde. Het werk op de velden was
zwaar en het werd nog heftiger door de hitte.

Straffen en wetten voor de slaven

Het werk op de plantages was onmenselijk. Veel slavenhouders voerden allerlei


wetten in; het kwam er altijd op neer dat de slaaf moest doen wat zijn meester
wilde. De slaven werden niet of nauwelijks betaald, ze mochten geen eigen
spulletjes hebben en zelfs de plantage niet verlaten zonder toestemming. Op
overtredingen stonden zware lijfstraffen, zoals het ophangen aan een van de ribben,
zweepslagen en het doorsnijden van pezen. Een beruchte en gevreesde straf was de
zevenvoudige Spaanse bok. De slaaf werd als het ware om een stok ‘gevouwen’, in de
grond gepind en aan alle kanten beurs geslagen door de opzichter of de politie.
Vervolgens werd hij verplaatst naar een andere straathoek in Paramaribo. En kreeg
hij weer slaag. Dit ging zeven straathoeken door. In 1784 werd de straf afgeschaft,
maar helaas nog heel wat jaren daarna uitgevoerd.
Na een dag lang hard werken op het land in de brandende zon, moesten de veldslaven
het suikerriet in deze enorme kapa (= pan) doen. Een zwaar en heet karwei, want het
riet moest tot suiker worden geroerd boven een vuur. Het gebeurde meer dan eens dat
een slaaf uit vermoeidheid vergat te roeren en dat de suiker aanbrandde. Dat
betekende straf. Stenen werden in het vuur gegooid. De slaaf moest zijn hand
ophouden en kreeg de hete steen in zijn hand gebrand.
Een liedje dat nog steeds gezongen wordt en dat met ‘de steenstraf’ te maken heeft:

Faya siton
no bron mi so
agen masra Yanki
e kiri suma pikin
hete steen
brandt me toch niet zo
alweer vermoordt meester Jantje
mensenkinderen

{== afbeelding

De kapa waar de suikerriet in werd geroerd.


==} {>>afbeelding<<}

{==10==} {>>pagina-aanduiding<<}

Ondanks hun ellende probeerden de slaven in hun weinige vrije tijd er het beste van
te maken. Ze organiseerden feesten op de plantages, vlak bij hun hutten. Ze dansten
en maakten muziek op zelfgemaakte instrumenten. Van de meester (de plantage-
eigenaar) kregen ze hiervoor een of twee keer per jaar een paar dagen vrijaf. Door
af en toe de teugel te laten vieren, hoopte de meester meer grip op zijn slaven te
houden en te voorkomen dat er een opstand uit zou breken. Bovendien kwam het ten
goede aan de arbeidsproductiviteit.

{== afbeelding

Diorama (= kijkkast) van een slavendans, gemaakt door Gerrit Schouten omstreeks het
jaar 1832.
==} {>>afbeelding<<}

Soorten plantages

Naast suikerrietplantages waren er katoen- en koffieplantages. In het tropisch


regenwoud lagen voornamelijk houtplantages. Enorme bomen moesten hier gezaagd en
versleept worden. Dat was lichamelijk zwaar werk. De plantages lagen diep in het
bos, waardoor de slaven makkelijker konden vluchten. Om te voorkomen dat ze weg
zouden lopen, was de behandeling van de slaven op de houtplantages vaak redelijk.
Dat was het ‘voordeel’ van het werken op deze plek.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}
De koto is een klederdracht die in de slaventijd is ontstaan. Het is een combinatie
van kledingstukken. Bij de kotomisi hoort een angisa (= hoofddoek). Het bijzondere
is dat de manier waarop de angisa is gevouwen, een bepaalde boodschap uitdrukt. Zo
kun je laten zien of je boos, verdrietig of misschien wel verliefd bent! Ook de
manier van dragen van de koto zelf heeft een betekenis. Er zijn werkkoto's,
rouwkoto's en feestkoto's. Zo kan de omgeving herkennen wat de drager op dat moment
bezighoudt. Tegenwoordig dragen vrouwen de kotomisi nog bij feestelijke
gelegenheden zoals trouwerijen, verjaardagen of een kotodansi (= dansfeestje).

{==11==} {>>pagina-aanduiding<<}

Weggelopen slaven

Veel slaven liepen weg van de plantage. Ze vluchtten door dichtbegroeid woud, door
rivieren met sterke stroomversnellingen. Velen hebben het niet gered. De
overlevenden van deze barre tochten hebben dorpen gesticht in de binnenlanden van
Suriname. Deze groep mensen worden marrons of bosnegers genoemd.
De weglopers stelden de plantage-eigenaren voor een groot probleem. Er waren minder
arbeiders om het werk te doen. Weggelopen slaven kwamen soms terug om lotgenoten
over te halen met hun mee te gaan, maar ook om de plantages te plunderen. In de
binnenlanden hadden zij immers nauwelijks levensmiddelen. De plantage-eigenaren
ondernamen soms zoekacties. Hiervoor zetten zij ook weer hun slaven in.
Het Korps Zwarte Jagers, opgericht in 1772, dat bestond uit slaven die hun meesters
trouw bleven, moest de strijd aangaan met weggelopen slaven. Een gevecht tussen
slaven en slaven dus. Deze acties kostten de eigenaren veel geld en slaven.
Uiteindelijk probeerden de plantage-eigenaren vrede te sluiten met de marrons. Dit
ging niet vanzelf, het heeft ongeveer tien jaar geduurd voordat het zover was. In
1862 werd vastgelegd dat weggelopen slaven niet meer gestraft mochten worden.

Marrons

In de binnenlanden van Suriname wonen nu verschillende stammen marrons


(afstammelingen van de weggelopen slaven): Paramaccaners, Saramaccaners, N'dyuka's
(ook wel Aucaners genoemd), Matuariërs, Aluku's en Kwinti's. Bekende leiders van de
marrons waren Baron, Boni en Jolicoeur.

{== afbeelding

Wonen in Golo-olo, een Aucaans dorp. Maureen en haar dochter Latifa.


==} {>>afbeelding<<}

Boeroes

Een heel andere groep bewoners die rond 1845 in Suriname neerstreek zijn de
boeroes, een groep Nederlandse boerengezinnen van het platteland. Zij hadden in
Nederland een zwaar leven; oogsten mislukten en er heerste werkeloosheid en
armoede. Op advies van hun predikanten die dachten dat ze een nieuw, en beter
bestaan zouden kunnen opbouwen in de kolonie Suriname, waagden zo'n vijftig
gezinnen de gok en vertrokken per schip. Bij aankomst werden ze verdeeld over twee
dorpen aan de Saramaccarivier: Voorzorg en Groningen. Het leven viel hen ook hier
niet mee. Velen stierven, anderen keerden terug naar Nederland. Een kleine groep
boeroes bleef overeind en woont nog steeds in Suriname.

{== afbeelding

Boeroe-familie, negentiende eeuw.


==} {>>afbeelding<<}

{==12==} {>>pagina-aanduiding<<}

Afschaffing van de slavernij

{== afbeelding

Het beeld van de slaaf Kwakoe staat symbool voor de vrijgeworden slaven. Keti koti
betekent ‘verbreek de ketenen’. Het beeld werd onthuld op 1 juli 1963, honderd jaar
na de afschaffing van de slavernij. De maker ervan is Jozef Klas.
==} {>>afbeelding<<}

In 1814 werd de handel in slaven afgeschaft. In 1863 werd de slavernij afgeschaft.


Het duurde nog heel wat jaren voordat iedereen zich eraan hield. De vrijgekomen
slaven kregen een perceel, een stukje grond waar ze met hun familie konden wonen.
Deze wijk met percelen ligt in Paramaribo en heet Frimangron, dat betekent
letterlijk ‘vrijemansgrond’. De slaven die al eerder het binnenland in gevlucht
waren, de marrons, bleven in hun zelfgestichte dorpen wonen. Veel plantages bleven
gewoon bestaan en daarvoor waren arbeiders nodig. De Europeanen gingen op zoek in
andere werelddelen naar mensen die in Suriname wilden gaan werken. Niet als slaaf,
maar als contractarbeider. Contractarbeiders werkten voor een bepaalde periode,
maar het werk dat zij moesten verrichten was vergelijkbaar met het werk van de
slaven. En zo kwam het dat nog veel meer mensen naar Suriname werden gehaald. Velen
zouden zich er blijvend vestigen.

Chinezen

{== afbeelding

Chinees gezin in Suriname, negentiende eeuw.


==} {>>afbeelding<<}

Al voor de officiële afschaffing van de slavernij in 1863 was de Surinaamse


overheid druk met het zoeken naar contractarbeiders. In 1853 kwam via Java de
eerste groep van achttien Chinese contractarbeiders aan. Zij moesten aan het werk
op de suikerrietplantage Catharina Sophia. In 1858 kwam er een grotere groep
Chinezen, rechtstreeks uit China gehaald, want dat bleek goedkoper te zijn.
Hindostanen

{== afbeelding

Vanuit India kwam veel protest tegen het verschijnsel contractarbeid. De leider van
de protesten was Mahatma Gandhi. Dit is zijn standbeeld in Paramaribo.
==} {>>afbeelding<<}

De tweede groep contractarbeiders bestond uit Hindostanen die uit het toenmalige
Brits-Indië - dat zowel India, Pakistan als Bangladesh omvatte - werden gehaald.

{==13==} {>>pagina-aanduiding<<}

De Hindostanen kwamen aan in 1873. Er waren hen mooie beloftes gedaan: ze


zouden met een prachtige boot, de Lala Rookh, naar het land van melk en honing
gaan. Veel mensen dachten in Suriname een goede toekomst tegemoet te gaan en
waagden de oversteek. Die duurde soms wel drie tot vier maanden! Eenmaal op de
plaats van bestemming bleek het leven niet zo rooskleurig. De mensen moesten hard
werken voor weinig loon. Ze hadden een contract voor vijf jaar. Daarna hadden ze de
keus: terug naar India of in Suriname blijven. De meesten bleven, want de overtocht
naar huis was duur en veel kans om te sparen hadden ze niet gehad. Velen zijn toen
voor zichzelf begonnen in de kleine landbouw. Zij werden veelal naar het westen van
Suriname gestuurd, naar de districten Saramacca en Nickerie.

Javanen

In 1916 kwam er een eind aan de aanvoer van Hindostaanse contractarbeiders naar
Suriname. Toen ontstond weer hetzelfde probleem als na de afschaffing van de
slavernij: er waren te weinig arbeiders voor de plantages en zo kwam er geen geld
in het laatje. De zoektocht breidde zich uit naar een andere Nederlandse kolonie:
Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). In 1890 kwamen de eerste Javanen vanuit
Nederlands-Indië naar Suriname. Ze gingen naar Mariënburg, een suikerrietplantage
in het district Commewijne. Ook zij kregen een contract van vijf jaar. De
omstandigheden waaronder deze contractarbeiders naar Suriname werden verscheept,
waren niet goed. Ze werden met te veel mensen op een schip gezet en kregen niet
altijd goed te eten. Veel ondernemingen probeerden geld te verdienen aan de
emigratie. Tot 1939, het begin van de Tweede Wereldoorlog, werden er Javanen naar
Suriname gehaald. Toen werd een groot aantal plantages gesloten. Veel Javanen zijn
vervolgens een eigen landbouwbedrijfje gestart; ze verbouwden pinda's, urdi (een
peul), rijst, kousenband en bladgroenten. Anderen vertrokken naar de stad of gingen
aan het werk in de industrie.

{== afbeelding

De javanen zetten voet aan wal in Suriname, 1890.


==} {>>afbeelding<<}

Tip tips - Deze oorspronkelijk Javaanse slippers worden tip tips genoemd, naar het
geluid dat ze maken bij het lopen. Het was goedkoop schoeisel, gemaakt van hout met
rubber. Dit standbeeld is gemaakt door George Struikelblok. Hij bood het de
Surinaamse gemeenschap aan ter ere van dertig jaar onafhankelijkheid.
{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==14==} {>>pagina-aanduiding<<}

Libanezen

In 1890 zette, behalve de eerste Javanen, ook de eerste Libanees voet aan wal. Men
denkt dat zijn naam meneer Karkabé was. Deze meneer kwam niet als contractarbeider,
hij kwam uit vrije wil. Hij ging goederen verkopen op het platteland. Hij was dus
een koopman. Later kwamen er steeds meer Libanezen naar Suriname; zij gingen
vrijwel allemaal in de kleding- en textielhandel.

De Tweede Wereldoorlog

{== afbeelding

Soldaten van de Surinaamse Schutterij.


==} {>>afbeelding<<}

Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. In Suriname woonden ook Duitsers.
Ze werkten er sinds de achttiende eeuw als zendeling voor de Evangelische Broeder
Gemeente. Zendelingen brachten hun geloof over en gaven les aan de bevolking in
Suriname. Ze worden ook wel hernhutters genoemd. Door de oorlog veranderde hun
situatie. De Duitsers werden gevangengezet in kampen. Over het algemeen werden ze
goed verzorgd, omdat ze goed voor de Surinamers waren geweest.

{== afbeelding

Aan de kustlijn staan nog steeds kanonnen. Die herinneren aan de Tweede
Wereldoorlog. Ze zijn door de Amerikanen geplaatst ter bescherming tegen de Duitse
schepen.
==} {>>afbeelding<<}

Ondertussen koersten Duitse onderzeeboten richting ‘de West’ (Suriname, de


Nederlandse Antillen en Aruba). Ze vuurden torpedo's af op schepen met bauxiet uit
Suriname en op olietankers uit Curaçao en Aruba. Vanaf 1940 maakte Suriname zich
klaar voor de oorlog. In 1941 kwamen Amerikanen en Portoricanen de Surinaamse
(Surinaamse Schutterij) en Nederlandse soldaten (TRIS: Troepenmacht in Suriname)
versterken. Het beschermen van boten met bauxiet was een belangrijke taak van de
soldaten, evenals de bescherming van de bauxietmijnen. Van bauxiet werd namelijk
aluminium gemaakt, een kostbaar materiaal dat gebruikt werd voor de bouw van
vliegtuigen. Ook werden loopgraven en schuilkelders gebouwd. Net als in Nederland
was er in Suriname schaarste aan voedsel. Dat betekende dat er weinig op voorraad
was. De mensen moesten op rantsoen. Er werden voedselbonnen uitgedeeld waarmee je
bepaald voedsel kon kopen. Ook in Suriname heeft de bevolking geleden onder de
oorlog en zijn er slachtoffers gevallen.

{== afbeelding

Monument ter herdenking van de Surinaamse hulp en steun aan Nederland tijdens de
Tweede Wereldoorlog en daarna.
==} {>>afbeelding<<}

{==15==} {>>pagina-aanduiding<<}

In 1942 werden 200 Nederlands-Joodse vluchtelingen naar Suriname gebracht in de


hoop dat ze hier veiliger zouden zijn dan in Europa, waar niet alleen Joden, maar
ook zigeuners en kleurlingen het moesten ontgelden. Veel (gekleurde) mensen uit ‘de
West’ gingen in het verzet. Een bekende Surinaamse verzetsstrijder was Anton de
Kom.

Ook vermeende NSB'ers werden naar Suriname gestuurd. Zij werden tewerkgesteld in
Jodensavanne, dat was omgebouwd tot strafkamp. Ze moesten deze nederzetting weer in
goede staat brengen, nadat hij halverwege de negentiende eeuw was verlaten vanwege
een allesvernietigende brand.
Door de oorlog veranderde er veel. Veel minder Nederlanders dan voorheen gingen
naar Suriname, de reis er naartoe was immers veel te gevaarlijk. Inwoners van ‘de
West’ kregen daardoor de banen die eerder door Nederlanders werden vervuld.
Daardoor groeide hun zelfvertrouwen.
Langzaam drong het besef door dat zij hun land zelf wilden besturen en geen kolonie
meer wilden zijn. Koningin Wilhelmina beloofde hen na de oorlog meer
zelfstandigheid. Een paar jaar na de oorlog werd Suriname in plaats van een
kolonie, een rijksdeel van Nederland.

Onafhankelijk

Op 25 november 1975 ondertekende koningin Juliana (de moeder van koningin Beatrix)
de Acte van Erkenning van de Republiek Suriname. Daarmee was Suriname een
onafhankelijke republiek.
Sindsdien neemt het land zijn eigen beslissingen. Meneer Ferrier was de eerste
president van de republiek Suriname. Bij het onafhankelijkheidsverdrag werd bepaald
dat Nederland voor 3,5 miljard Nederlandse gulden aan ontwikkelingshulp zou
verlenen. Surinamers mochten kiezen waar ze wilden wonen: in Nederland of in
Suriname. Een aantal koos voor Nederland.

De Republiek Suriname kent sinds de onafhankelijkheid een parlementair-


presidentieel systeem. Dat betekent dat de uitvoerende macht in handen is van de
president, die zowel staatshoofd als regeringsleider is. Hij wordt gekozen voor een
termijn van vijf jaar door het parlement. Dit parlement wordt De Nationale
Assemblee (DNA) genoemd. In de DNA zitten 51 leden. Zij worden gekozen via
vertegenwoordigers per district. Samen met de regering voert de Assemblee de
wetgevende macht uit. Daarnaast bestaat de zogenoemde Staatsraad die vergelijkbaar
is met een soort Eerste Kamer, zoals in Nederland.
{== afbeelding

Het parlementsgebouw.
==} {>>afbeelding<<}

{==16==} {>>pagina-aanduiding<<}

Decembermoorden

{== afbeelding

Fort Zeelandia is gebouwd van bakstenen die als ballast dienden voor de WIC-schepen
uit Nederland. Het fort heeft vanaf 1872 honderd jaar dienst gedaan als gevangenis.
In 1972 werd de Stichting Surinaams Museum er in ondergebracht. Nu zijn er
tentoonstellingen.
==} {>>afbeelding<<}

In februari 1980 pleegde een groep sergeanten onder leiding van Desi Bouterse een
staatsgreep. Dat betekent dat er op een gewelddadige manier een greep wordt gedaan
naar de politieke macht. Op 8 december 1982 gebeurde er iets verschrikkelijks. In
Fort Zeelandia werden vijftien tegenstanders van het militair bewind vermoord. Tot
op de dag van vandaag zijn veel mensen hiermee bezig. De nabestaanden treuren en er
lopen nog steeds rechtszaken. De tragedie had ook gevolgen voor de
ontwikkelingshulp vanuit Nederland; deze werd stilgezet.

Binnenlandse Oorlog

In 1986 brak de Binnenlandse Oorlog uit. Het Jungle Commando onder leiding van
Ronnie Brunswijk was het niet eens met de ideeën van Desi Bouterse, de aanvoerder
van het Nationaal Leger. De oorlog ging er onder andere om wie de macht zou krijgen
in het oosten van Suriname.
Dorpen werden platgebrand, waterleidingen, scholen, wegen en poliklinieken vernield
en mensen werden vermoord. Het dorpje Moiwana werd op 29 november 1986 zwaar
getroffen. Andere plaatsen die erg geleden hebben onder de oorlog zijn onder andere
Albina en Pokigron. De meeste gevechten duurden tot 1989.
Veel mensen in Oost-Suriname vluchtten naar Frans Guyana, het buurland aan de
overkant van de Marowijnerivier. Een aantal heeft zich hier na de oorlog blijvend
gevestigd. Op 8 augustus 1992 werd er vrede gesloten.

{== afbeelding

Monument voor de slachtoffers van de tragedie te Moiwana, in Frans Guyana.


==} {>>afbeelding<<}
{==17==} {>>pagina-aanduiding<<}

Land

Suriname ligt aan de noordoostkant van het continent Zuid-Amerika aan de


Atlantische Oceaan. Het land heeft drie buurlanden: Guyana in het westen, Frans
Guyana in het oosten en Brazilië in het zuiden.
De west- en oostgrens zijn rivieren: de Corantijn en de Marowijne. Gebergten vormen
de natuurlijke grens in het zuiden.

{== afbeelding

Aan de kustvlakte grenst het savannegebied. Savannes vormen de overgang naar het
tropisch regenwoud. Ze bestaan uit heel fijn wit zand. Er groeit vooral gras op en
her en der staan groepjes bomen en struiken.
==} {>>afbeelding<<}

Kustvlakte, zwampen en regenwoud

De oppervlakte is ongeveer 163.820 km2. Suriname is 4,8 keer zo groot als


Nederland. Van noord naar zuid kun je het land verdelen in drie gebieden. In het
noorden ligt de kustvlakte. Dit is een vlak gebied met veel zwampen, dat zijn
zoetwatermoerassen. Ze zijn nauwelijks een meter diep en op de bodem ligt een dikke
laag veen. Tussen de moerassen groeien struiken en bomen.

{== afbeelding

In dit enorme bos vind je verschillende gebergten. Hier zie je de Tafelberg die
ruim 1.000 meter hoog is. Een andere hoge berg is de Julianatop.
==} {>>afbeelding<<}

In het zuiden ligt een enorm groot tropisch regenwoud. Zo'n 80 procent van de
totale oppervlakte van Suriname bestaat uit dit bos, zoals de Surinamers het woud
noemen. Het maakt deel uit van het Amazone regenwoud, het grootste regenwoud ter
wereld, dat zo'n 7 miljoen km2 beslaat!

Klimaat

Suriname heeft een tropisch klimaat. Het is er warm en vochtig. De gemiddelde


dagtemperatuur is ongeveer 27 graden. En dat het hele jaar door! De zon komt iedere
ochtend even na zessen op en gaat 's avonds tussen half zeven en zeven uur weer
onder.

{== afbeelding

Het binnenland van Suriname: veel bos met kronkelende rivieren.


==} {>>afbeelding<<}
{==18==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

Na een zware regenbui lijkt dit huis in Paramaribo wel aan een rivier te liggen; de
weg is niet meer te zien door het vele water!
==} {>>afbeelding<<}

Herfst, winter, lente en zomer komen niet voor in Suriname. Wel regentijden en
droge tijden. De grote regentijd is van eind april tot begin augustus. Daarna
begint de grote droge tijd die duurt tot begin december. Van december tot begin
februari wordt het land weer opgefrist door de regens in de kleine regentijd. Van
begin februari tot eind april is de kleine droge tijd aan de beurt.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Een grote regenbui noemt men een sibibusi, dat betekent letterlijk ‘bosbezem’. Het
land wordt schoongeveegd door de regen. Soms zorgen de zware regenbuien voor
wateroverlast. In 2006 was er zelfs een overstroming. De vele rivieren traden
buiten hun oevers. Veel mensen in het binnenland moesten vluchten naar hoger
gelegen gebieden. Hun voedselvoorraden, gebruiksvoorwerpen en huizen spoelden door
de kracht van het water weg.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Rivieren zijn heel belangrijk voor ons. Allereerst omdat we er ons voedsel uit
halen: vis! Die moet ook schoongemaakt worden dus dat kan meteen in de rivier. Ook
moeten we de afwas doen. Wij doen dat niet in de afwasbak of in de vaatwasmachine,
maar je raadt het al: in de rivier! Ook wassen we er onze kleding. In het
binnenland zijn meestal geen kranen waar water uitstroomt. Dus je begrijpt dat de
mannen zich ook bij de rivier scheren. En het leukste van de rivier? Je kan er
eindeloos spelen!

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==19==} {>>pagina-aanduiding<<}

Wateren

{== afbeelding

Met de boot door een sula is altijd een spannende belevenis. Het water spat je om
de oren!
==} {>>afbeelding<<}

Suriname ligt ingeklemd tussen twee grote rivieren: de Corantijn aan de westkant en
de Marowijne aan de oostkant. In beide rivieren liggen eilandjes. Sommige daarvan
zijn bewoond, zoals Stoelmanseiland in de Marowijnerivier. Andere grote rivieren
zijn de Coppename, de Saramacca en de Surinamerivier. Door het regenwoud stromen
ontzettend veel rivieren. Veel ervan met sula's (stroomversnellingen), waar het
water wild tussen de rotsen doorstroomt. Voordat je door een sula gaat, mag je de
naam ervan niet noemen, uit respect voor de sula!

{== afbeelding

De Marowijnerivier mondt uit in de Atlantische Oceaan. Hoe dichter bij zee, hoe
hoger de golven. Deze boot, een piaka, heeft een hoge boeg. Vanaf de boot kun je
lekker visjes vangen!
==} {>>afbeelding<<}

Vlag en wapen

{== afbeelding

Sinds 1975 is de dit de vlag van Suriname.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Het wapenschild van Suriname.


==} {>>afbeelding<<}

Bij de onafhankelijkheid in 1975 kreeg Suriname een nieuwe vlag. De groene banen
van de vlag staan symbool voor de vruchtbaarheid van het land. Het wit duidt op
gerechtigheid en vrede. De rode baan symboliseert de liefde voor het vaderland. De
gele ster staat voor de eenheid van de natie en de hoop op een gouden toekomst.

Het wapen van Suriname toont een schild dat wordt vastgehouden door twee indianen
of inheemsen (= de oorspronkelijke bewoners). Daaronder staat: Justitia-Pietas-
Fides (gerechtigheid-liefde-trouw). De linkerhelft van het schild verwijst naar het
verleden: een schip waarin verschillende bevolkingsgroepen naar Suriname werden
vervoerd, de rechterhelft naar het heden: de koningspalm, ook wel het symbool van
groei en landbouw. De punten van de ruit in het midden stellen de vier windstreken
voor. De ster midden in het ruit symboliseert de vijfwerelddelen; Afrika, Amerika,
Azië, Australië en Europa.

{==20==} {>>pagina-aanduiding<<}
Districten, steden, dorpen

In Suriname zijn meer dorpen dan steden. De steden die er zijn, bevinden zich aan
de kuststrook, doordat dit gebied het meest toegankelijk is. De rest van het land
is immers vooral tropisch regenwoud. Op bepaalde plekken in dit grote woud liggen
dorpen, vaak in de buurt van een rivier.

Paramaribo

{== afbeelding

Straatbeeld in Paramaribo.
==} {>>afbeelding<<}

De hoofdstad van Suriname is Paramaribo. Van hieruit wordt het land bestuurd en ook
is dit het economische hart van het land. De naam Paramaribo komt waarschijnlijk
van Parmurbo, een vroeger indianendorp. Naast moderne gebouwen staan er nog veel
oude houten huizen in de stad, een overblijfsel van de koloniale tijd toen hier de
rijke plantage-eigenaren woonden en andere rijke mensen. In de kleine houten
huisjes woonde de arme bevolking, onder wie de slaven. Deze bebouwing is uniek, en
daarom staat de hele stad op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Het betekent dat je er
zuinig op moet zijn en dat het land goed zijn best moet doen om het erfgoed in
goede staat te houden. Er is een ruim aanbod van winkels, markten en malls (= grote
overdekte winkelcentra).

{== afbeelding

Vroeg in de ochtend zijn op veel plaatsen al krantenverkopers actief.


==} {>>afbeelding<<}

Onafhankelijkheidsplein

{== afbeelding

Mannen met wedstrijdvogeltjes.

Het presidentieel paleis, gelegen aan het Onafhankelijkheidsplein.


==} {>>afbeelding<<}

Op het Onafhankelijkheidsplein is regelmatig iets te doen. Iedere zondagochtend zie


je mannen met vogelkooitjes op het plein. Veel mannen hebben een vogeltje, waarmee
ze onderling wedstrijden doen. Het vogeltje dat binnen een kwartier het vaakst
zingt, is de winnaar. Ook in Nieuw-Nickerie en zelfs in Nederlandse steden waar
veel Surinamers wonen, worden deze wedstrijden gehouden.

{==21==} {>>pagina-aanduiding<<}

Districten - Suriname is opgebouwd uit tien districten (zoiets als provincies). Ze


heten: Marowijne, Commewijne, Paramaribo, Wanica, Saramacca, Coronie, Nickerie,
Para, Brokopondo en Sipaliwini - dit is het grootste district. Het bestaat
voornamelijk uit tropisch regenwoud. Het kleinste district is Paramaribo; hier
wonen de meeste mensen.

{== afbeelding

De Palmentuin is een geliefde plek in Paramaribo. Tijdens feestdagen organiseert


men hier allerlei leuke evenementen.
==} {>>afbeelding<<}

De Petrus en Pauluskathedraal uit het eind van de negentiende eeuw valt direct op
in de stad. Het is het grootste houten gebouw op het Zuid-Amerikaanse continent. De
graftombe van Peerke Donders, een Nederlandse priester uit Tilburg, ligt hier.

{== afbeelding

De kathedraal staat al jarenlang in de steigers vanwege restauratiewerkzaamheden (=


herstellen in vroegere toestand).
==} {>>afbeelding<<}

District Nickerie

{== afbeelding

Een belangrijk natuurgebied in Nickerie is Bigi Pan. Het is de broedkamer van vele
vogels. En... de supermarkt, want het wemelt er van de garnalen en vissen.
==} {>>afbeelding<<}

De tweede grote stad is Nieuw-Nickerie, hoofdstad van het district Nickerie,


gesticht in het jaar 1879. De stad ligt aan de monding van de Corantijn en de
Atlantische Oceaan. In de koloniale periode lagen hier bloeiende plantages, waar
koffie, cacao, suiker, bananen, aardvruchten en maïs werden verbouwd. Maar aan het
eind van de negentiende eeuw, na hevige en langdurige regenval, begon de malariamug
dood en verderf te zaaien. De mensen gingen dood en de plantages raakten in verval.
Rond 1900 bloeide hier de balata-industrie op; toen de balata (= rubber-product)
niet meer genoeg opbracht, ging men over op rijstbouw. Dat is nu nog steeds het
belangrijkste gewas in dit gebied, samen met de bakoven (= een soort banaan) en de
kwikwi (= een geschubde vissoort).

District Coronie

Totness is de hoofdstad van het district Coronie. De naam van dit dorp is Schots en
stamt uit de tijd van de Britse overheersing. In Coronie lagen in het verleden
suiker- en katoenplantages - voornamelijk aan de kust - wat zeldzaam was. Dit
district werd dan ook de Zeekust genoemd. Later werden hier op grote schaal
kokospalmen verbouwd, waar men olie uit won. De kokosindustrie produceert alleen
voor lokaal gebruik. Rijst en honing zijn producten waar Coronie bekend om is. Ook
is hier varkensveeteelt.

{== afbeelding
De hoofdstraat in Totness. In stalletjes langs de weg zijn groenten en fruit te
koop. In Coronie verkoopt men ook kokosolie.
==} {>>afbeelding<<}

{==22==} {>>pagina-aanduiding<<}

District Marowijne

{== afbeelding

Albina. Markt aan het water.


==} {>>afbeelding<<}

De hoofdstad van het district Marowijne is Albina. In het verleden was het een
bruisend stadje, waar mensen graag een dagje naartoe gingen om te verpozen aan de
oevers van de Marowijnerivier. Tijdens de Binnenlandse Oorlog in de jaren tachtig
van de vorige eeuw is hier echter veel gevochten. De stad verloor zijn vrolijke
karakter. Tegenwoordig is men weer met de opbouw bezig. Albina is door zijn ligging
belangrijk. Veel boten vertrekken hiervandaan naar het dorp Galibi aan de monding
van Marowijne en naar het zuiden. Ook is het de grensstad naar Frans Guyana. Er is
hier altijd veel bedrijvigheid.

District Commewijne

{== afbeelding

Tegenwoordig is er een openluchtmuseum in Nieuw Amsterdam. Er staan nog altijd twee


kruithuizen, van 1740 en 1778.
==} {>>afbeelding<<}

De hoofdplaats van dit district is Nieuw Amsterdam. Hier werd tussen 1734 en 1747
een fort gebouwd. Samen met andere forten diende het als verdedigingslijn tegen
vijandelijke vloten.
In het koloniaal verleden lagen in dit gebied de meeste plantages. Daar zijn er nog
een aantal van over en deze kun je dan ook bezichtigen. Veel bewoners verbouwen
gewassen om te verkopen op de markt, maar ook voor eigen gebruik.

{== afbeelding

In Commewijne leven veel mensen van de visserij. Sommigen zijn visser, anderen
werken in de visverwerking. Deze mevrouw kookt garnalen.
==} {>>afbeelding<<}

Matapica is een moeilijk bereikbaar gebied voor de mens, maar des te beter voor de
grootste zeeschildpadden ter wereld! Jaarlijks komen ze hier hun eieren leggen. Ook
staat dit gebied bekend om de vogels die hier voorkomen.

{== afbeelding
==} {>>afbeelding<<}

District Saramacca

Raar maar waar, Suriname heeft ook een Groningen. Het is zelfs de hoofdstad van het
district Saramacca. De naam stamt uit de tijd dat Nederlandse boeren naar Suriname
emigreerden. Het is een klein dorpje, maar er is genoeg te beleven. Veel mensen
gaan er lekker vissen in de Saramaccarivier.
De grond in dit gebied is erg vruchtbaar, daarom hebben veel mensen een bedrijf in
de landbouw. Een dagje naar Saramacca betekent lekker smikkelen van allerlei
lekkere vruchten. Ook doet men in dit gebied aan aardoliewinning.

{==23==} {>>pagina-aanduiding<<}

District Para

{== afbeelding

Lekker zwemmen in de Colakreek! Het water heeft de kleur van cola, vandaar de naam.
Die kleur ontstaat doordat er bladeren in het water vallen. Zo blijft de zuurgraad
van het water constant.
==} {>>afbeelding<<}

In de zeventiende eeuw vestigden zich veel plantagehouders in het district Para.


Ook de Jodensavanne ligt hier en het Johan Adolf Pengel Airport. In het gebied
vindt bosbouw plaats en er wordt bauxiet gewonnen. Een belangrijk bedrijf dat
bauxiet verwerkt is Paranam. Veel mensen verdienen hun geld in de landbouw.
Gewassen die verbouwd worden zijn cassave, tayer (= knolgewas), ananas en napi (=
aardvrucht).

District Brokopondo

In dit district met de gelijknamige hoofdstad ligt het enorme Brokopondo Stuwmeer.
In dit gebied wordt veel aan goudwinning gedaan, maar ook aan houtkap,
steenkoolwinning en veeteelt. Veel toeristen komen hier naartoe om de eilanden in
het stuwmeer te bezoeken of om te wandelen op de Brownsberg. Dwars door het
district loopt de Afobakaweg, die de hoofdstad Paramaribo met Atyoni verbindt. Het
is de enige weg pal naar het zuiden.

{== afbeelding

Veel mensen wandelen op de Brownsberg. Je vindt er prachtige watervallen, zoals de


Ireneval.
==} {>>afbeelding<<}

District Wanica

De hoofdstad van Wanica is Lelydorp. Vroeger heette dit plaatsje Kofidyonpo. Dyonpo
betekent ‘springen’. In de tijd van de slavernij sprong de slaaf Kofi (betekent
‘geboren op vrijdag’) tijdens zijn vlucht over een kreek in een poging zich op deze
plek in veiligheid te brengen.
Begin twintigste eeuw legde gouverneur Lely hier een spoorweg aan. Om hem te eren
werd het dorp naar hem vernoemd. In Nederland realiseerde dezelfde gouverneur de
Zuiderzeedijk.

In Wanica hebben zich veel Javanen gevestigd en daardoor zijn er vele warungs (=
eettentjes) te vinden. Het district leent zich goed voor landbouw en de verbouw van
groenten en fruit.
Santigron is een marrondorp waar veel toeristen op bezoek komen, omdat het dichtbij
Paramaribo ligt. Domburg is een andere bekende plaats. Het is het startpunt van de
beroemde jaarlijkse zwemwedstrijd van Domburg naar Paramaribo, 18 kilometer zwemmen
in de Surinamerivier!

{==24==} {>>pagina-aanduiding<<}

District Sipaliwini

{== afbeelding

In het dorpje Apetina staan veel huizen op neuten (= palen). Ongedierte (of wilde
dieren) kunnen zo niet, of alleen met moeite naar binnen. En... hoog maar droog,
mocht het water stijgen.
==} {>>afbeelding<<}

In dit district wonen de minste mensen. Het overgrote deel is ondoordringbaar


oerwoud. De bewoners zijn voornamelijk indianen (inheemsen) en marrons. Dieren zijn
in dit gebied ver in de meerderheid. Het is een prachtig gebied om te genieten van
de natuur en cultuur. De stad is ver weg. Wel zijn er op bepaalde plekken medische
voorzieningen en scholen.

Inheemsen- en marrondorpen

De marrondorpen vallen op doordat de huizen vaak prachtig versierd zijn door


spijkertjes of mooie beschilderingen. Hier wonen de marrons of bosnegers. De dorpen
liggen verspreid over verschillende districten. De houten huisjes staan vlak bij
elkaar. Heel belangrijk in een marrondorp zijn de offerplaatsen, waar de voorouders
worden geëerd; voor de bewoners een betekenisvol ritueel.
Wanneer je in de ochtend zo'n dorp bezoekt, is het er rustig. De vrouwen zijn op
hun kostgrondje aan het werk. Dat is een stuk open gekapt bos, waar ze
verschillende soorten groenten en fruit verbouwen. De mannen zijn regelmatig voor
langere periode van huis; zij werken diep in het bos of zelfs in buurland Frans
Guyana.

{== afbeelding

Marrongezin voor hun woning.


==} {>>afbeelding<<}

De dorpen waar de indianen (inheemsen) wonen, zijn ruim opgezet, dat wil zeggen dat
de huizen niet dicht op elkaar staan. Veel inheemsen wonen in hutten gemaakt van
pina-bladeren, maar tegenwoordig zie je ook stenen huizen die gemaakt zijn van
westerse bouwmaterialen. Ook in de marrondorpen is dit het geval. Inheemse gezinnen
hebben eveneens een kostgrondje waarop ze hun voedsel verbouwen. Dorpelingen in het
diepe binnenland leven vaak nog primitief, van jagen en verzamelen. Door het
toenemende contact met de stad zie je hier steeds meer moderniteiten, zoals
televisies of computers. Veel dorpen, ook de marrondorpen, hebben generatoren,
zodat er stroom is op gezette tijden. Een aantal van deze generatoren werkt op
zonnepanelen. Er is zon genoeg en het is ook nog eens goed voor het milieu!

{== afbeelding

Het uitgestrekte dorp Galibi, district Marowijne.


==} {>>afbeelding<<}

{==25==} {>>pagina-aanduiding<<}

Vervoer

{== afbeelding

De afstand van het vliegveld naar Amsterdam.

Voor Suriname heb je een visum nodig. Dat is een toegangsbewijs voor het land in de
vorm van een sticker of stempel die je in je paspoort moet laten zetten.
==} {>>afbeelding<<}

Zo'n 80 procent van Suriname bestaat uit ondoordringbaar tropisch regenwoud. Maar
hoe kom je in dat regenwoud?
Hoe vervoeren de mensen zich hier? En hoe vervoeren ze zich in de steden? Hoe kom
je van de stad naar het binnenland?

Vliegen

Wanneer je met het vliegtuig aankomt in Suriname, land je op Johan Adolf Pengel
Airport. Het vliegveld is vernoemd naar een Surinaams politicus, maar in de
volksmond heet het ‘Zanderij’, omdat het in een zandvlakte ligt. Vanaf dit
vliegveld is het ongeveer een uur rijden naar de hoofdstad Paramaribo. SLM is de
nationale luchtvaartmaatschappij.

{== afbeelding

Bij aankomst in Suriname geen groot overdekt vliegveld zoals Schiphol. Zodra je
uitstapt, snuif je de Surinaamse buitenlucht in.
==} {>>afbeelding<<}

In en tussen de steden

In de steden vervoeren de bewoners zich te voet, per (brom)fiets, per auto, per
bus, per taxi. Vanaf Paramaribo gaan ook boten, die naar de overkant van de
Surinamerivier te varen. De wegen in het centrum van Paramaribo zijn bijna allemaal
geasfalteerd, maar in de buitenwijken zijn nog veel zandpaden. De laatste jaren
wordt er gewerkt aan de verharding van de meeste wegen. Je moet goed opletten in
het verkeer, want er wordt links gereden. Deze verkeersregel stamt vermoedelijk uit
de tijd dat Suriname van Engeland was. Daar rijden ze immers ook links!

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Brug over de Surinamerivier - Vanuit Paramaribo gaan bootjes naar het district
Commewijne. Sinds de opening van de Jules Wijdenboschbrug in 2000 kun je er ook met
de auto komen. Deze snelle verbinding is aangelegd om het oosten van Suriname meer
te ontwikkelen. De brug heet ook wel Surinamebrug.

{==26==} {>>pagina-aanduiding<<}

Het openbaar vervoer in de stad en tussen steden gaat met bussen, zowel van het
nationale vervoersbedrijf als van particuliere bedrijven. Er zijn stadsbussen en
bussen die naar andere grote plaatsen in Suriname rijden.

{== afbeelding

Veel kinderen gaan per schoolbus naar school.


==} {>>afbeelding<<}

Naar het binnenland

Er zijn meerdere mogelijkheden om naar het binnenland van Suriname te komen. Het
snelst is per vliegtuig. Er zijn verschillende lokale luchtvaartmaatschappijen die
naar het binnenland vliegen. Doktoren en andere medici gebruiken ook vaak het
vliegtuig, evenals mensen die met spoed naar de stad of naar het binnenland moeten.
Het leuke is dat je het enorme oerwoud van bovenaf kunt bekijken en dat is wel heel
bijzonder. Dat is een van de redenen waarom dit vervoermiddel vaak door toeristen
wordt gebruikt.

{== afbeelding

Een vliegveld in het binnenland heet een ‘airstrip’. Dit is een open grasvlakte,
vaak midden in het oerwoud.
==} {>>afbeelding<<}

De jumbo

{== afbeelding

Deze jumbo staat klaar om naar Atjoni te rijden.


==} {>>afbeelding<<}

Een goedkopere manier om vanuit de stad naar het binnenland te gaan, is per jumbo.
Dit is een tot bus omgebouwde vrachtwagen. Het voordeel is dat je veel mee kunt
nemen en dat het goedkoop is. De bussen staan klaar in de Saramaccastraat te
Paramaribo. Je moet wel geduld hebben; het is een lange afstand en de wegen zijn
niet van asfalt. Hobbel en gebobbel hoort dus bij deze rit. Op een gegeven moment
kun je niet verder over de weg en moet je de reis per korjaal (= houten boot)
vervolgen.

{== afbeelding

In het binnenland heb je een sterke auto nodig. Regelmatig kom je versperringen
tegen.
==} {>>afbeelding<<}

{==27==} {>>pagina-aanduiding<<}

Boten bouwen... een hele kunst!

{== afbeelding

Om de boot op de juiste breedte te krijgen wordt er een vuur onder gestookt. De


stam wordt dan wel met water gevuld, zodat het hout niet gaat barsten. Nog flink
bijschaven, gaatjes vullen, een likje verf en de boot is klaar!
==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

De boom is al een stuk breder geworden!


==} {>>afbeelding<<}

De boot is een onmisbaar vervoermiddel in Suriname. Het tropisch regenwoud is zo


goed als ondoordringbaar, maar de rivieren die er doorheen stromen lenen zich goed
als ‘waterweg’. De boten die men gebruikt heten korjalen. Ze worden gemaakt van
boom-stammen. Het is een heel karwei om zo'n korjaal te maken. Eerst moet je een
geschikte boom vinden.

{== afbeelding

Piaka's liggen klaar voor vertrek.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Wij spelen in de rivier met onze zelfgemaakte korjaaltjes.


==} {>>afbeelding<<}

Vervolgens moet deze naar de werkplek, waar hij op maat gezaagd wordt. De boom
wordt uitgehold met gereedschap en ook brandt men er wel een vuurtje in, zodat het
makkelijker weg te kappen is en omdat de boot er steviger van wordt.
{== afbeelding

Zie je het goed? Jawel, hier wordt een trekker vervoerd op twee korjalen!
==} {>>afbeelding<<}

{==28==} {>>pagina-aanduiding<<}

Havens

De drukste haven van het land is de Nieuwe Haven te Paramaribo. Ruim 90 procent van
de in- en uitvoer gebeurt via deze haven. Daarnaast zijn er nog havens/kades bij
Nieuw-Nickerie (vooral voor de export van rijst), Paranam (voor de export van
bauxiet), Albina, Moengo en Smalkalden. Jaarlijks doen ongeveer duizend schepen de
Surinaamse havens aan. Suriname kent een zogenaamd dubbeldaags getij, waardoor het
tweemaal per dag hoogwater en tweemaal per dag laagwater is.

Veerdiensten

Suriname heeft veerverbindingen met de buurlanden Guyana (over de Corantijn) en


Frans-Guyana (over de Marowijne). De binnenlandse veerdiensten over de
Surinamerivier en de Coppenamerivier hebben hun (economisch) belang verloren door
de bouw van bruggen over deze rivieren en worden daarom nauwelijks onderhouden.

Wegen

{== afbeelding

Een probleem van zandwegen is dat ze door zwaar verkeer verzakken. Al die
hobbels en kuilen die dan ontstaan zijn niet goed voor je auto.
==} {>>afbeelding<<}

De meeste wegen liggen in het noorden van het land. Hoe verder je naar het zuiden
gaat, hoe ondoordringbaarder het immers wordt. Een belangrijke verbinding is de weg
die van het oosten naar het westen van Suriname loopt, tussen Albina en Nieuw-
Nickerie (de zogenaamde Oost-Westverbinding). Een groot deel van deze weg is
verhard.
Hosselen - Er rijden veel taxi's. Deze taxichauffeur rijdt dagelijks tussen
Paramaribo en Albina. Een tocht van ongeveer twee uur. Veel mensen doen het beroep
van taxichauffeur als tweede baan erbij, om iets meer te kunnen verdienen. In
Suriname noemen ze dit bijverdienen ‘hosselen’.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Spoorwegen
In het verleden zijn verschillende spoorlijnen aangelegd voor goederenvervoer. Een
van de eerste was die bij de plantage Mariënburg. De spoorlijn verbond de
suikerrietplantages met de magazijnen en de fabriek. Tussen 1903 en 1912 kwam er
een spoorlijn van 173 kilometer voor het vervoer naar Paramaribo vanuit de
goudvelden in het binnenland. In 1965 verdween bijna de helft van deze spoorlijn
onder het Brokopondo Stuwmeer dat toen werd aangelegd. Regelmatig worden plannen
gesmeed om delen van de spoorlijn opnieuw in te zetten voor toeristische
doeleinden. Maar tot nu toe is dit nog niet gebeurd.
In 1976 is de laatste spoorlijn aangelegd voor het transport van bauxiet uit het
Bakhuisgebergte naar Apoera aan de Corantijn. De spoorlijn is nooit in gebruik
genomen, omdat de bauxietwinning hier (nog) niet van de grond is gekomen.

{==29==} {>>pagina-aanduiding<<}

Mensen

In Suriname wonen bijna 500.000 mensen. De meeste mensen wonen in het noordelijke
gebied, waar ook de hoofdstad Paramaribo ligt.
Ongeveer de helft van het totaal aantal inwoners woont daar.
Wanneer je op straat loopt in Paramaribo valt meteen op dat mensen tot
verschillende bevolkingsgroepen behoren. Zo zie je indianen (inheemsen), creolen,
Hindostanen, Javanen, Brazilianen, Libanezen...

{== afbeelding

Wij zitten in één klas en met al onze verschillende achtergronden vormen we samen
een gezellige mix!
==} {>>afbeelding<<}

Taal

De voertaal is Nederlands. Dat stamt uit de tijd dat Suriname een kolonie van
Nederland was. Maar er worden veel meer talen gesproken in Suriname, zoals
Hindostaans, Javaans en Chinees. Ook zijn er verschillende marrontalen en inheemse
talen. Al met al zijn het er tussen de vijftien en twintig! Maar de taal die je het
meest hoort spreken is het Sranantongo. Deze taal is ontstaan tijdens de
slavernijperiode. De slaven spraken deze taal onderling. Er komen Afrikaanse,
Nederlandse, Engelse en Portugese woorden in voor. De meeste mensen spreken naast
hun eigen taal het Sranantongo; wel zo makkelijk als ze met elkaar willen praten!

{== afbeelding

Op 1 januari 2004 is de Surinaamse dollar ingevoerd. Voor die tijd had Suriname de
Surinaamse gulden.
==} {>>afbeelding<<}

Tellen in het Sranantongo - Op school leren we tellen in het Nederlands. Eigenlijk


spreken we al drie talen: Sranantongo, Nederlands en Aucaans. Dat is de taal van
onze bevolkingsgroep: de Aucaners. Je zou kunnen zeggen dat dit een marrontaal is.
Wij wonen in het dorp Godo-Olo aan de Tapanahonyrivier. Als je hardop met ons
meetelt, hoor je de Engelse klank in de taal heel goed.

1wan
2tu

3dri

4fo

5feyfi

6siksi

7seybi

8ayti

9neygi

10tin

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==30==} {>>pagina-aanduiding<<}

Religie, feesten, muziek en gebruiken...

{== afbeelding

Trio-sjamaan uit Kwamalasamutu. De versieringen op het lijf worden aangebracht bij


feestdagen.
==} {>>afbeelding<<}

zijn heel belangrijk in de Surinaamse samenleving. De godsdiensten in Suriname zijn


vaak gekoppeld aan afkomst. Veel creoolse mensen zijn christelijk; ze zijn
katholiek of lid van de Evangelische Broeder Gemeente (protestants). Een klein deel
is lid van de hervormde gemeente en de Lutherse kerk.

Winti is vanuit West-Afrika ten tijde van de slavenhandel meegekomen naar Suriname.
Aanhangers van deze religie zien de wereld als schepping van de goddelijke kracht
Anana. Zij geloven in de goden van lucht, grond, water en bos. Tijdens de
wintiprey's worden de voorouders vereerd en om raad gevraagd. De mensen raken dan
in een soort trance (winti betekent ‘wind’). Bij deze bijeenkomst wordt muziek
gemaakt. Sowieso is muziek belangrijk in de marroncultuur, ook bij overlijden,
geboorte en andere gelegenheden wordt muziek gemaakt. Voor velen heeft winti iets
geheimzinnigs. Vermoedelijk komt dat doordat de blanken ten tijde van de slavernij
de uitoefening ervan.

{== afbeelding

De Lutherse kerk te Paramaribo.


==} {>>afbeelding<<}

De meeste indianen die diep in het binnenland wonen, zien de Koeloen als de
schepper van het leven op aarde. Indianen zijn nauw verbonden met de natuur. Hun
pyayman of sjamaan (= dokter van de inheemsen) maakt gebruik van kruiden en roept
geesten aan om rituelen uit te kunnen voeren.
Zending - In de loop van de achttiende eeuw hebben zendelingen uit de westerse
wereld mensen uit verschillende bevolkingsgroepen, of althans een deel van hen, tot
het christendom bekeerd. Zoals creoolse mensen en ook indianen die in toegankelijk
gebied woonden.

{== afbeelding

In de grote stadskerk in Paramaribo van de Evangelische Broeder Gemeenschap (ook


wel hernhutters genoemd) worden nog steeds diensten gehouden.
==} {>>afbeelding<<}

{==31==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

Dit gebouw heet Mandir, dit is een plek waar hindoes bidden.
==} {>>afbeelding<<}

Onder de Hindostanen leven drie godsdiensten. Het merendeel is hindoe, een deel is
moslim en de kleinste aanhang is christelijk. Het hindoeïsme komt oorspronkelijk
uit India. De meeste Surinaamse hindoes volgen binnen het geloof de richting
sanatan dharm, dat betekent ‘eeuwige leer’ of ‘eeuwige wet’. Het is een kleurrijk
en levendig geloof. De bekendste hindoegoden zijn Brahma, Vishnu, Shiva en Ganesha.
Hindoes vieren verschillende feesten, zoals Holi Phagwa (voorjaarsfeest) en Divali
(lichtjesfeest).

{== afbeelding

Veel Hindostaanse kinderen leren traditioneel dansen. Veel van deze dansen
vertellen een verhaal met een moraal.
==} {>>afbeelding<<}

Het merendeel van de Javanen is moslim. Het overige deel is christelijk,


hindoeïstisch en soms boeddhistisch. Ook is er het javanisme. In deze godsdienst
zijn zowel hindoe als islam invloeden terug te vinden. Waar het om gaat is leven in
harmonie met je medemensen en met de geesten. Een ritueel dat hierbij hoort is de
slametan. Dit is een heilige maaltijd die geserveerd wordt bij
familieaangelegenheden, zoals geboorte, huwelijk en dood.

{== afbeelding
==} {>>afbeelding<<}

Er wordt gedanst en mensen bewegen zich als jarang (= paard), apen en soms tijgers.
De dukun, de leider van de dansers, beschikt over bovennatuurlijke krachten en
begeleidt de dansers die in trance raken. Ook haalt hij de dansers weer uit hun
trance. De dans wordt begeleidt door gamelanmuziek (= muziek met slaginstrumenten
en soms fluiten, afkomstig uit Indonesië).

De joodse mensen hebben een synagoge in Paramaribo. Het heilige boek van het joodse
geloof is de Thora, de vijf boeken van Mozes. Hoewel de joodse gemeenschap niet
groot meer is, worden er elke maand een aantal sabbatdiensten gehouden.

{== afbeelding

Het suikerfeest of Id-ul-Fitr is een islamitisch feest. Hier zijn moslims in gebed
op het Onafhankelijkheidsplein.
==} {>>afbeelding<<}

{==32==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

Een belangrijk Chinees verenigingsgebouw is Kong Ngie Tong Sang.


==} {>>afbeelding<<}

De Chinezen zijn voornamelijk christelijk. Maar zij hebben ook bepaalde rituelen en
gebruiken die van Chinese oorsprong zijn. Er zijn verschillende verenigingen waar
de Chinese bevolking bij elkaar komt om de eigen taal en cultuur in stand te
houden.

{== afbeelding

In Paramaribo wordt flink pagara (= miljoenenklapper) afgevuurd tijdens het


Chinees Nieuwjaar en er worden draken- en leeuwendansen opgevoerd.
==} {>>afbeelding<<}

Leefwijze van de marrons / bosnegers

De marrons leven volgens een georganiseerd groepsverband. De burgemeester van het


dorp noemt men de granman. Hij heeft basya's, assistenten, die hem bijstaan. Zijn
er belangrijke zaken te bespreken, dan houdt men een krutu (= vergadering). De
marrons hebben veel kennis van het woud. Vooral de medicijnmannen - dresimannen -
weten hier erg veel van. Het vereren van geesten hoort ook bij de marroncultuur. De
obiaman speelt hierbij een belangrijke rol. Hij kan als bemiddelaar optreden tussen
de levenden en de voorouders.

{== afbeelding

Aucaners vieren feest in Drietabbetje, een marrondorp in het oosten van het land.
Hier woont de granman van de Aucaners. De grote trommel en de schudinstrumenten aan
de enkels zijn van natuurlijke materialen gemaakt.
==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Houtsnijden is een geliefde bezigheid.


==} {>>afbeelding<<}

Marrons zijn geboren verhalenvertellers - De verhalen met de spin Anansi komen


oorspronkelijk uit Afrika. De slaven vertelden elkaar 's nachts verhalen over
Anansi, het kleine zwakke spinnetje dat het toch altijd wint van zijn overheersers
(bijvoorbeeld een tijger). De overheerser in het verhaal stelde de blanke meester
voor. Zo konden de slaven onderling hun kritiek uiten op hun overheersers. Nu is
het anders, de spin neemt het meestal op tegen de overheerser van deze tijd.
Anansiverhalen hebben een moraal. Eigenlijk is het verhaal een levensles.

{==33==} {>>pagina-aanduiding<<}

Onderwijs

Het onderwijs in Suriname wordt in de Nederlandse taal gegeven. Er is leerplicht


tot en met je 12de jaar. Dat betekent dat je tot die tijd verplicht bent om naar
school te gaan.

Er zijn openbare scholen en privéscholen. En scholen waar wel of juist geen geloof
aan is verbonden. Kleuters hebben geen leerplicht, maar in Paramaribo en andere
grote steden gaan ze bijna allemaal naar de kleuterschool. Lagere scholen vind je
zowel in de stad als in het binnenland. Scholen voor voortgezet onderwijs zijn er
alleen in de grotere steden. Kinderen uit het binnenland die naar het voortgezet
onderwijs willen, moeten verhuizen naar een internaat of bij familie intrekken in
de grote stad.

Vroeg op en vroeg naar bed


dat geeft de meester pret
En wie op tijd naar school wil gaan
moet heel vroeg uit zijn bedje opstaan!

{== afbeelding

Tingeling! Het is 8.00 uur. De kinderen gaan niet direct de klas binnen, eerst gaan
ze op het erf het volkslied zingen.
==} {>>afbeelding<<}

De peuter- en de kleuterschool

Een klein deel van de kinderen in Suriname bezoekt de peuterschool. Dat kan vanaf
drie jaar. Vanaf hun vierde kunnen kinderen naar de kleuterschool. Hier krijgen ze
vakken als zingen, tekenen, gym, voorbereidend lezen en rekenen. De meeste
kleuterscholen staan vlak bij de lagere school. Voor kleuters begint de schooldag
om 8.00 uur en hij eindigt om 12.00 uur. In de stad zijn meer kleuterscholen dan in
de dorpen.

De lagere school

Als een kind zes jaar is, kan het naar de lagere school. De lagere school duurt 6
jaar. Het schooljaar in Suriname start in oktober. In september is er een lange
vakantie. Maar goed ook, want in die periode is het erg warm! Een schooldag begint
om 8.00 uur en eindigt om 12.30 uur voor de leerlingen van de twee laagste klassen.
De kinderen van de hogere klassen zijn om 13.00 uur vrij.
De vakken waarin de kinderen les kregen in Suriname waren lange tijd gericht op de
Nederlandse cultuur. Tot 1975 was Suriname een kolonie van Nederland en leerden de
kinderen veel over Nederland op school. Vanaf 1986 zijn de schoolboeken vernieuwd
en meer gericht op Suriname.

{== afbeelding

Het is hard werken op school!


==} {>>afbeelding<<}

{==34==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Smikkelen in de pauze - Op veel scholen in de stad is een ‘tante’. Zij heeft een
eigen plekje op het schoolerf en veel kinderen gaan daar als eerste naartoe als het
pauze is. Tante verkoopt lekkere dingetjes in de pauze. Je kan er van alles
krijgen: roti, gebakken banaan, bami en drinken natuurlijk. Wel zo lekker met die
warmte!

Na de lagere school...

Na de lagere school kunnen leerlingen kiezen tussen verschillende richtingen van


het voortgezet onderwijs. Daarna kun je door naar het hoger beroepsonderwijs, het
Instituut voor de Opleiding van Leraren of naar de universiteit in Paramaribo. De
universiteit is vernoemd naar Anton de Kom, een verzetsstrijder die zich inzette
voor de rechten van de mens. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht hij in Nederland
voor vrijheid en democratie.
Sommige kinderen kiezen ook voor verdere studie in bijvoorbeeld Nederland of
Amerika als de opleiding die ze willen doen niet in Suriname is.

Onderwijs in het binnenland

{== afbeelding

De school in Godo-Olo, een dorpje aan de Tapanahonyrivier in het zuidoosten van


Suriname. De school heeft het moeilijk. Er zijn te weinig leerkrachten en bij de
overstroming in 2006 is veel schoolmateriaal verloren gegaan.
==} {>>afbeelding<<}
Het onderwijs voor de kinderen in grote delen van het binnenland gaat niet zo
makkelijk. Door een aantal problemen loopt het onderwijs niet zoals veel mensen wel
zouden willen: er zijn te weinig opgeleide leerkrachten en te weinig leermiddelen
(boeken, schriften, papier en dergelijke). Veel mensen in de binnenlanden spreken
een andere taal dan het Nederlands. Wanneer de kinderen dan naar een school gaan
waar de meesters en juffen les geven in het Nederlands, snappen ze niet altijd goed
waar het over gaat. Best lastig!

Oh jee, niet naar school...

{== afbeelding

Kinderen in Granbori, district Sipaliwini.


==} {>>afbeelding<<}

In het binnenland komt het voor dat kinderen niet naar school kunnen gaan. Ze
moeten op hun broertje of zusje passen of meehelpen op het kostgrondje. Soms is het
vervoer een probleem. De bevolking en verschillende organisaties denken na over een
oplossing voor dit probleem.

{==35==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Wij zijn Xavora, Sayonara, Jerainice en Priscilla en we zitten op het LBGO. Dat is
Lager Beroeps Gericht Onderwijs. Op de lagere school en bijna op alle voortgezette
scholen dragen we een uniform. Zo ziet iedereen er netjes uit en is het onderscheid
tussen arm en rijk minder zichtbaar. Van sommige middelbare scholen is de naam van
de school op het T-shirt gedrukt. Dan kun je precies zien op welke school ze
zitten. In de winkel in Paramaribo verkopen ze schooluniformen, maar ook de stof
zodat we ze zelf kunnen maken.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Wij zijn Xavier, Lodewijk en Alva en we wonen op het Christoforus Internaat, een
van de internaten in Paramaribo. Op ons internaat wonen jongeren tussen de 14 en 21
jaar uit het binnenland van Suriname. Onze vaders en moeders willen graag dat we
goed voortgezet onderwijs krijgen. Maar in het dorp waar wij vandaan komen hebben
we dat onderwijs niet. Dus wonen we hier. We hebben ruimte om te leren. Hier zie je
ons in de bibliotheek. Na schooltijd kunnen we sporten. Eens in de twee weken mogen
we naar huis en natuurlijk ook in de vakanties.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}
{==36==} {>>pagina-aanduiding<<}

Surinaamse keuken

Eten speelt een grote rol in het dagelijks leven van de mensen in Suriname.
Surinamers staan bekend om hun gastvrijheid.
Iedereen is welkom om een hapje mee te eten! De Surinaamse keuken is zeer
gevarieerd. Dat komt omdat de verschillende bevolkingsgroepen hun eigen gerechten
hebben meegebracht.

{== afbeelding

BBR is een bekend gerecht uit Suriname. Wat dat is? Bruine Bonen met Rijst
natuurlijk!
==} {>>afbeelding<<}

Javaans

Veel mensen in Paramaribo gaan in het weekend naar het district Commewijne of naar
Lelydorp in het district Wanica om daar te eten in een warung. Dat is een Javaans
eethuisje waar je kunt genieten van bijvoorbeeld saoto (kippensoep), bami, pitjil
(groentegerecht) en dawet (kokosdrankje). Ook in de wijk Blauwgrond te Paramaribo
zijn warungs te vinden.

{== afbeelding

Bami om te smullen!
==} {>>afbeelding<<}

Joods

Een traditioneel van oorsprong Joods gerecht is pom. Net als pastei is het een zeer
bekend gerecht. Pom wordt vaak gegeten op feestelijke dagen, zoals Pasen en Kerst.
Maar ook op verjaardagen en familiebijeenkomsten. Het originele gerecht wordt met
aardappelen gemaakt, maar deze zijn in Suriname vervangen door pomtayer, een soort
knol.
Rijst is een onmisbaar ingrediënt in de keuken van veel Surinaamse mensen. In deze
winkel aan de Saramaccastraat in Paramaribo verkopen ze verschillende soorten in
grote hoeveelheden. Veel van deze balen rijst gaan mee naar het binnenland. Daar
zijn immers nauwelijks supermarkten waar je elke dag even boodschappen doet, je
moet dus wel een voorraad hebben.

{==37==} {>>pagina-aanduiding<<}

Van plant tot brood

{== afbeelding
Cassaveplanten. Het eetbare deel, de wortel, weegt 2 tot 5 kilo.
==} {>>afbeelding<<}

De inheemsen maken in hun keuken veel gebruik van cassave.


Cassave is een bruine wortelknol van ongeveer 8 cm dik die soms wel 90 cm lang kan
worden. De plant bevat veel zetmeel. Maar ook het giftige blauwzuur. Dat moet er
uitgeperst worden met behulp van een matapi (= van bladeren gevlochten cassavepers)
voordat de inheemsen brood en kasiri (= soort bier) van de cassave kunnen gaan
maken. In de supermarkt kom je ook veel cassavechips tegen. Cassave is op de
aardappel na het meest gegeten knolgewas in de wereld. Een geliefd inheems gerecht
is peprewatra (dat betekent peperwater). Dit wordt gemaakt van het blauwzuur uit de
cassave waaraan stukken vis (en soms vlees) worden toegevoegd. Lekker met een stuk
cassavebrood!
De bereiding van de cassave - door vrouwen - gebeurde 100 jaar geleden op precies
dezelfde wijze als nu.

{== afbeelding

Stap 1: het maken van de rasp.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Stap 2: het schillen van de cassave.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Stap 3: het raspen van de cassave.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Stap 4: het persen van de geraspte cassave in de matapi.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Stap 5: uit de matapi komen cassaveblokken.


==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Stap 6: drogen van cassavebrood.


==} {>>afbeelding<<}
{==38==} {>>pagina-aanduiding<<}

Creools

{== afbeelding

Heriheri.
==} {>>afbeelding<<}

Een typisch creools gerecht is heriheri. De hoofdingrediënten zijn bakkeljauw


(gedroogde, gezouten vis), zoete aardappel, bakbanaan en cassave. Men vermoedt dat
dit gerecht al in de slavenperiode werd bereid. Door de voedzame samenstelling van
het gerecht kregen de slaven energie en konden ze hard werken en dat kwam de
slavenhouders zeer goed uit. Tegenwoordig smult iedereen van dit heerlijke gerecht.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Recept voor bakabana

Nodig: 2 rijpe bakbananen, 200 gram zelfrijzend bakmeel, 50 gram suiker, 50 gram
maïzena, water (met koolzuur mag ook) en zonnebloemolie.

En zo maak je het: Snij de bananen in de lengte in dunne plakken. Meng de overige


ingrediënten, behalve de zonnebloemolie door elkaar. Maak de olie heet in de pan en
bak hierin de bananen. Erg lekker met pindasaus! Nyan switi (eet smakelijk)!

Chinees

{== afbeelding

Veel Surinamers doen hun dagelijkse boodschappen in de Chinese supermarkt.


==} {>>afbeelding<<}

Ook de Chinezen hebben heerlijke gerechten meegenomen uit hun moederland. Voor een
miegerecht als tjauwmin kun je iedereen wakker maken! Je zult dit dan ook vaak op
de menukaart zien staan in Suriname. Surinamers gebruiken veel Chinese producten
zoals smaakpoeders en oestersaus in de keuken.

Hindostaans

De Hindostanen uit India hebben onder andere roti meegebracht naar Suriname. Dat is
een hartige pannenkoek, gevuld met erwten of aardappelen. Er worden kleine
gerechten bij geserveerd zoals kousenband, aardappelen, eieren en je kunt kiezen
uit verschillende soorten vlees. Het is gekruid met masala, een currysoort.

{== afbeelding
Roti eet je lekker met je handen!
==} {>>afbeelding<<}

{==39==} {>>pagina-aanduiding<<}

Schaafijs - In het centrum van Paramaribo staat op bijna elke straathoek een
vrolijk karretje waar ze schaafijs verkopen. De karretjes zijn meestal kleurrijk
beschilderd en ook de flessen met siroop in alle kleuren zorgen voor een vrolijk
gezicht. Op het karretje ligt een groot blok ijs. Door hier met een schaaf ijs van
te schrapen maak je schaafijs. ‘Zo, nu nog de siroop erover gieten en klaar is je
schaafijsje! Ik heb heerlijke smaken, tamarinde, cola, kokos en orgeade
(amandelsmaak).’

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Conserveren

{== afbeelding

Deze mevrouw verkoopt sap en vruchten op zuur.


==} {>>afbeelding<<}

In Suriname is het altijd warm... en er is veel ongedierte. Daarom moesten de


mensen een veilige bewaarmethode bedenken voor hun voedsel. Dit noem je ook wel
conserveren. Zo zetten ze veel vruchten op zuur en allerlei vissoorten worden
gedroogd en gezouten. Dit zijn twee manieren om het voedsel maandenlang te kunnen
bewaren zonder dat het bederft.

{== afbeelding

Veel Surinamers verbouwen zelf groente of ze kopen het op de markt. Dit is de


centrale markt in Paramaribo. Behalve voor voedsel kun je hier terecht voor
allerhande producten. Van scheermes tot schoenen!
==} {>>afbeelding<<}

Dranken

Van de talrijke vruchten die in het land groeien maken veel mensen vers sap. Welk
sap er verkocht wordt, hangt af van het seizoen. Markoera en mopé zijn populaire
smaken.

{== afbeelding

Frisdrank, in Suriname ‘soft’ genoemd, is in allerlei felle kleuren verkrijgbaar.


Een bekend Surinaams merk is Fernandes.
==} {>>afbeelding<<}
{==40==} {>>pagina-aanduiding<<}

Economie

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Hoewel Suriname rijk is aan grondstoffen, is het economisch geen rijk land. Er
worden meer producten geïmporteerd dan geëxporteerd, waardoor het land onvoldoende
inkomsten heeft.

Suriname heeft veel natuurlijke hulpbronnen.


De belangrijkste zijn hout, bauxiet, goud, kaolien (= porseleinaarde) en aardolie.
In kleinere hoeveelheden komen ook ijzererts, koper, platina en nikkel voor.
Veel jongeren trekken voor hun studie naar het buitenland en niet iedereen komt
terug.

Het verschil tussen arm en rijk is aanzienlijk. Dit kun je onder meer zien aan het
verschil in huizen. Nog steeds doen veel mensen hun uiterste best om het land
economisch beter te maken en worden er bedrijven opgezet.

Bauxiet

Rond het jaar 1915 werd er bauxiet ontdekt in Suriname. Deze grondstof bestaat voor
een groot deel uit aluminiumhydroxide en kan verwerkt worden tot aluminium. Om
bauxiet te verwerken is elektriciteit nodig. En daarom begon men in 1964 met de
aanleg van het Brokopondo Stuwmeer. Officieel heet het Dr. Ir. W.J. van
Blommesteinmeer, naar de man die het stuwmeer ontwierp. De mensen die het gebied
bewoonden moesten verhuizen naar het omringende land.
Hun dorpen verdronken immers in het meer. Voor veel bewoners was dit een
verdrietige aangelegenheid. Ook dieren moesten vluchten. Ongeveer 65 procent van de
totale exportopbrengsten van Suriname komt vanuit de bauxietindustrie.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Goudindustrie

In veel gebieden in Suriname zit goud in de grond. Velen zoeken hun geluk in deze
‘industrie’. Diep in het binnenland zijn complete dorpen ontstaan waar goudzoekers
een paar maanden verblijven. Zodra ze een hoeveelheid goud hebben, verkopen ze die
en zo komen ze aan hun inkomsten. Niet alleen Surinamers zoeken naar goud, ook veel
Brazilianen trekken hiervoor de grens over.

{== afbeelding

Deze mannen doen bodemonderzoek om te controleren of er goud in de grond zit.


==} {>>afbeelding<<}

{==41==} {>>pagina-aanduiding<<}

Producten van eigen bodem

{== afbeelding

Het klimaat leent zich voor de verbouw van verschillende gewassen. Banaan groeit in
grote trossen aan de bomen.
==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

In het regenwoud groeien sterke bomen waarvan het hout geschikt is voor
bijvoorbeeld huizenbouw. Met grote vrachtwagens worden ze vanuit het bos naar
houtverwerkingsbedrijven gebracht.
==} {>>afbeelding<<}

Nog steeds zijn er plantages waar onder andere volop rijst, suikerriet, diverse
groenten en vruchten, zoals bacoven (= een kleine soort banaan), palmpitten,
kokosnoten en pinda's verbouwd worden. De grond is bijzonder vruchtbaar. Andere
belangrijke producten zijn rundvlees, kippen, bosproducten en garnalen. De export
bestaat onder meer uit rijst, garnalen en bacoven.

{== afbeelding

Surinaamse rijst.

Rijstfabriek te Wageningen, district Nickerie.


==} {>>afbeelding<<}

Water

Suriname hoort bij de landen met de grootste reserves aan drinkwaterbronnen ter
wereld. Een aantal bedrijven haalt dit bronwater uit de grond om het vervolgens te
bottelen (= in flessen doen). Onder andere tussen Lelydorp en Zanderij ligt een
belangrijke waterbron. In Paramaribo kun je het water uit de kraan drinken. Andere
takken van de economie zijn houtwinning en handel.

Toerisme
{== afbeelding

Handelsverkeer op de Surinamerivier. Schepen met bauxieterts en aluinaarde en


andere goederen varen de Atlantische Oceaan op. Importproducten worden gelost in de
haven van Paramaribo.
==} {>>afbeelding<<}

Toerisme brengt tegenwoordig ook geld in het laatje. Het is een belangrijke
inkomstenbron voor veel Surinamers. Toeristen maken immers niet alleen tours in het
binnenland, ze maken ook gebruik van taxi's, ze gaan uit eten, ze logeren in hotels
en kopen souvenirs voor thuis. Veel buitenlandse studenten komen in Suriname stage
lopen. Ook stagiaires moeten in hun levensbehoeften voorzien en zij geven daarvoor
het nodige geld uit.

{==42==} {>>pagina-aanduiding<<}

Toerisme

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Het tropisch regenwoud - het bos, zoals de Surinamers het noemen - zit vol
verrassingen! Prachtige natuur, bijzondere dieren, kleine dorpen verscholen in het
binnenland...
Steeds meer toeristen zijn nieuwsgierig naar Suriname en boeken een reis naar dit
bijzondere land. Voor mensen die gek zijn op cultuur, planten en dieren is Suriname
een paradijs!

Familiebezoek

Veel mensen in Nederland hebben familie in Suriname. De reis ernaartoe is erg duur
en de meeste mensen kunnen niet zomaar ieder jaar hun familie opzoeken. Maar als
het na lang sparen eindelijk zover is, dan is het heerlijk om je familie weer te
zien en bij te praten! Veel families ondernemen gezellige dagtripjes en soms gaan
ze een kijkje nemen in het binnenland.

{== afbeelding

Je kunt zelfs per helikopter naar de moeilijkst bereikbare plekjes, bijvoorbeeld om


bijzondere vissen te vangen.
==} {>>afbeelding<<}

Schildpadden kijken!

Veel toeristen brengen een bezoek aan Galibi, een inheems dorp aan de monding van
de Marowijnerivier vlak bij de Atlantische Oceaan. Eens per jaar komen de grootste
zeeschildpadden ter wereld hier hun eieren leggen. Dit te zien gebeuren is een
leerzame en spannende ervaring. De schildpadden leggen meestal 's nachts hun
eieren. Midden in de nacht maakt de gids je wakker en dan ga je per boot de
Marowijne op richting de Atlantische Oceaan. Deze schildpadden zijn een beschermde
diersoort. Je moet dus heel rustig zijn, alleen kijken en geen lawaai maken. Licht
maken mag al helemaal niet, want dan raken ze in de war en heb je kans dat ze nooit
meer terug komen om eieren te leggen.

{== afbeelding

Het strand van Galibi.


==} {>>afbeelding<<}

{==43==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

‘Ik ben de grootste zeeschildpad, de aitkanti. Dat betekent “achtkantig”, er lopen


namelijk acht banen over mijn rug. Onze eieren leggen we in de nacht. Mijn nest
graaf ik minimaal 70 cm diep en hierin leg ik wel honderd eieren. Vroeger aten de
mensen mijn eieren op. Nu gebeurt dat steeds minder, want we zijn nu beschermd. Het
Wereld Natuur Fonds is een van de organisaties die ons helpt overleven.’

Handwerk

Veel dorpsbewoners maken producten voor eigen gebruik, maar ook verkopen ze deze
als souvenir. Zo zorgen ze voor extra inkomsten.

{== afbeelding

Mevrouw Rosalie Kajoeramari laat zien hoe ze katoen spint. Hiervan worden
hangmatten gemaakt. In zo'n zelfgemaakte hangmat droomt Chelsea heerlijk weg!

Meneer Kajoeramari vlecht manden om sprokkelhout in te verzamelen.


==} {>>afbeelding<<}

Danpaati is een toeristenoord aan de Boven-Surinamerivier, te midden van


verschillende dorpen van de Saramaccaners. Hier is iets bijzonders aan de hand.
Door in Danpaati te logeren help je de plaatselijke bevolking. Het geld dat het
oord verdient aan de toeristen wordt gebruikt voor de crèche, de bejaardenzorg, een
winkelproject, de ouderenopvang en voor scholing.

{== afbeelding

Deze kinderen wonen in Apetina. De toeristen die hen komen bezoeken logeren aan de
rand van het dorp. Sommigen hebben een verrekijker bij zich om vogels en apen te
bekijken. De kinderen van het dorp vinden het ook leuk om erdoorheen te kijken!
==} {>>afbeelding<<}
{==44==} {>>pagina-aanduiding<<}

Activiteiten in de natuur

{== afbeelding

Soms zijn de bergen zo steil dat je met touwen omhoog moet. Een spannende
onderneming maar eenmaal boven heb je wel een prachtig uitzicht over ‘de longen van
de wereld’.
==} {>>afbeelding<<}

Behalve dorpjes bezoeken kun je ook de natuur in trekken en kennismaken met het
tropisch regenwoud. Je leert er van alles over bomen en planten en de dieren die er
leven. Ook een flinke bergwandeling maken behoort tot de mogelijkheden.
Muggen - In bepaalde gebieden van Suriname kun je gestoken worden door muggen die
de ziekte malaria overbrengen. Voordat je zo'n gebied ingaat moet je speciale
pilletjes slikken. Het is erg belangrijk om je goed in te smeren tegen muggen en
lekker onder een klamboe te slapen!

{== afbeelding

Muggenmelk Tropical Bush.

Blanche Mariewatervallen, gelegen in het district Sipaliwini. Als je hier niet van
opfrist in de tropische warmte!
==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Het leuke van een vakantie in Suriname is dat je heel lux in een hotel kunt gaan
slapen of... in je tentje in de jungle! Wat ook kan, net zoals veel mensen in het
binnenland doen, is in een hangmat slapen. Je moet 'm wel goed vastknopen, anders
lig je zo op je gat!
==} {>>afbeelding<<}

{==45==} {>>pagina-aanduiding<<}

Natuur

De natuur van Suriname is heel bijzonder. Een groot deel van het land is tropisch
regenwoud en hierin wonen allerlei interessante dieren en er groeien prachtige
bloemen, planten en bomen.

{== afbeelding

Kijk eens wat een prachtige kleuren van deze Heliconia!


==} {>>afbeelding<<}
{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

Kon go nanga mi
na ini a dipi busi
psa den liba
te na baka den ogri sula
Yu sa si pe mi komoto
wan presi fu lobi
Dan yu sa kon lobi mi tu
fu di mi nanga den sula,
den dipi busi, den liba
na wan!

Ga met mij mee


het diepe oerwoud in
over de rivieren
tot voorbij de onstuimige watervallen
Dan zie je waar ik vandaan kom
een plek om van te houden
Je zult ook van mij gaan houden
omdat de watervallen,
het oerwoud, de rivieren
en ikzelf één zijn!

Door: Andre Pakosie

Suriname behoort samen met Guyana, Frans Guyana en delen van Colombia, Venezuela en
Brazilië tot het Guyanaschild dat zo'n 2 miljard jaar geleden is ontstaan. Een
schild is eigenlijk een heel oude aardkorst. Door vulkaanuitbarstingen lang geleden
zijn gebergten ontstaan. Veel van de bergen liggen in het Centraal Suriname
Natuurreservaat. In dit reservaat zijn ook de meest indrukwekkende watervallen te
vinden.

Het oerwoud als apotheek

{== afbeelding

Dit is de sjamaan (traditionele medicijnman) samen met zijn papegaai.


==} {>>afbeelding<<}

De inheemsen, de oorspronkelijke bewoners van het binnenland, ontdekten dat veel


planten medicinale eigenschappen hebben. Van bladeren wordt thee getrokken, basten
worden verpulverd en op de huid gesmeerd, sappen van planten worden gebruikt als
oogdruppels. Ook de marrons die in de binnenlanden zijn gaan wonen, beschikken over
deze kennis. In zowel de inheemse als de marrondorpen wonen medicijnmannen. Voor
bijna iedere kwaal heeft de medicijnman een busidresi, een bosmiddel. Kruiden en
planten spelen ook een rol bij bij spirituele gebruiken.
{== afbeelding

Het Kasikasimagebergte.
==} {>>afbeelding<<}

{==46==} {>>pagina-aanduiding<<}

Het oerwoud als supermarkt

{== afbeelding

Inheemse kinderen die in het diepe binnenland wonen, kunnen al op jonge leeftijd
met pijl en boog omgaan.
==} {>>afbeelding<<}

Uit het bos halen de binnenlandbewoners niet alleen medicinale planten, maar ook
voedsel. Zij noemen het bos dan ook ‘hun supermarkt’. Vlees, vis en vocht; het is
er allemaal te vinden. Diep het binnenland leven de mensen nog van ‘jagen en
verzamelen’.

{== afbeelding

In het enorme woud is genoeg water te vinden. En je beker maak je gewoon van een
groot blad. Is er geen beek in de buurt, dan zoek je een plant met een kelk waarin
het regenwater is opgevangen. Voor ieder probleem is een oplossing!
==} {>>afbeelding<<}

Dieren

Er leven heel veel soorten dieren in Suriname. Het tropisch regenwoud, de rivieren,
de savannes, de zee en de lucht; veel dieren vinden hier een goed plekje. Zo zijn
er meer dan 140 soorten zoogdieren!
Spinnen, vlinders, slangen, apen, vogels en zeekoeien zijn allemaal bewoners van
Suriname en komen voor in allerlei soorten en maten.

{== afbeelding

De luiaard is een nachtdier. Dat betekent dat hij 's nachts actief is en overdag
slaapt.
==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Dit dorp is gebouwd door draagmieren. Ze zorgen zelf voor een dak boven hun hoofd.
Wat een kunstwerk!
==} {>>afbeelding<<}
Ken je de sidderaal? - Ze verstoppen zich vaak bij stroomversnellingen. Pas
maar op, want deze vissen geven je een schok! Dat doen ze niet om je te pesten,
maar op deze manier kunnen ze hun weg vinden in het donkere water. Volwassen
sidderalen zijn meestal ongeveer een meter lang. Er zijn exemplaren gevonden van
wel 2,5 meter lang en ze kunnen zo'n 20 kg wegen.

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==47==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

In Suriname leven veel soorten slangen. Dit is een anaconda.


==} {>>afbeelding<<}

Hoewel veel mensen ze er eng uit vinden zien, zijn ze banger voor jou dan jij voor
hen en ze vluchten snel als ze je aan zien/horen komen. De slang speelt net als de
spin Anansi vaak een rol in Surinaamse verhalen.

Zeeschildpadden

In Suriname komen vier soorten zeeschildpadden voor: de krapei (ook wel


soepschildpad genoemd), de warana, de karet en de aitkanti (lederschildpad). Vanaf
februari breekt een mooie tijd aan. Vanuit de Atlantische Oceaan komen ze de
zandstranden op in het noordoosten van Suriname om hun eieren te leggen. Deze
periode duurt tot ongeveer juli.

{== afbeelding

Wij, Jean Pierre en Gilmo, hebben kleine landschildpadjes als huisdier. De


zeeschildpadden die in Galibi komen zijn veel te groot!
==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

Ook mij kom je tegen in het tropisch regenwoud. Niet schrikken hoor, ik kruip
rustig mijn nest weer in!
==} {>>afbeelding<<}

Apen

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}
In Suriname wonen diverse soorten apen: de kapucijnaap, de roodhandtamarin, de
saki, de kwatta of zwarte spinaap en de brulaap. Met de brulaap is iets bijzonders
aan de hand. Ze kunnen zo enorm luid brullen dat je ze op kilometers afstand kan
horen. Dit doen ze om onderling te communiceren.

Vijanden van de natuur

{== afbeelding

De kaaiman houdt van water. Hij leeft van vissen, insecten, maar ook vult hij zijn
buik met grotere dieren zoals ratten en apen.
==} {>>afbeelding<<}

Mensen zijn de grootste bedreigers van de natuur. Ook in Suriname zijn ontbossing
en verontreiniging grote boosdoeners. Veel goudzoekers gebruiken het schadelijke
kwik om goud te vinden. Kwik hecht zich aan goud en zo is dit edelmetaal sneller te
vinden. Voor planten en dieren (en mensen) is het echter een gevaarlijke stof.
Mensen maken zich ook regelmatig schuldig aan het vangen van dieren voor de handel.
Een voorbeeld is de papegaaienhandel. Verschillende organisaties, zoals de
Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu), 's Lands Bosbeheer en het Wereld Natuur
Fonds maken zich sterk voor de bescherming van de natuur. Ze geven bijvoorbeeld
voorlichting aan vissers in welke periode ze hun netten beter niet in het water
kunnen laten zakken. Veel zeeschildpadden raken hier namelijk in verstrikt.

{==48==} {>>pagina-aanduiding<<}

Register

Anansi 32, 47

bauxiet 14, 23, 28, 40

Binnenlandse Oorlog 16, 22

boeroes 11

cassave 23, 37, 38

Columbus, Christoffel 5

conserveren 39

contractarbeider 4, 12, 13, 14

Decembermoorden 16

driehoeksvaart 8

familiebezoek 42

feesten 10, 30, 31


Fort Zeelandia 6, 16

Frimangron 12

Gandhi, Mahatma 12

gebergten 17, 45

goud 6, 8, 40, 47

handwerk 43

indianen 5-7, 19, 24, 29, 30

inheemsen 5, 19, 24, 29, 37, 45

internaten 35

jumbo 26

klimaat 4, 7, 17, 41

kokospalm 21

kolonie 4, 6, 7, 11, 13, 15, 29, 33

Kom, Anton de 15, 34

korjaal 4, 26, 27

kostgrondje 24, 34

kotomisi 10

landbouw 13, 19, 22, 23

lijfstraffen 9

marrons 11, 12, 24, 32, 45

Moiwana 16

muggen 44

Nationale Assemblee, De 15

oerwoud 5, 24, 26, 45, 46

onafhankelijkheid 13, 15, 19

ontwikkelingshulp 15, 16

openbaar vervoer 26

overstroming 18

regentijd 18
religie 30

rijst 13, 21, 28, 36, 41

rivieren 7, 11, 17-19, 27, 28, 45, 46

ruilhandel 6, 7

schaafijs 39

slavenmarkt 7, 8

slavernij 4, 5, 12, 13, 23, 30

spoorlijnen 28

suikerrietplantage 6, 7, 10, 13, 28

taal 29, 32, 33, 34

tante 34

tip tips 13

tropisch regenwoud 10, 17, 20, 21, 25, 27, 42, 44-47

Tweede Wereldoorlog 13, 14, 34

veerdiensten 28

visserij 22

visum 25

vlag 19

vogeltje 20

volkslied 4, 33

wapen 19

warung 23, 36

West-Indische Compagnie (WIC) 7

Zanderij 25, 41

zandwegen 28

zeeschildpadden 22, 42, 27

zending 30

zwampen 17

Websites:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Suriname

www.surinametravel.com

www.mayedusuriname.com

www.danpaati.net

www.slm.nl

www.waterkant.net

www.surinam-airways.org

{==49==} {>>pagina-aanduiding<<}

{==50-binnenkant achterplat==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{==achterplat==} {>>pagina-aanduiding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}
Suriname is een land in Zuid-Amerika. Het ligt ingeklemd tussen twee grensrivieren:
in het oosten de Marowijne en in het westen de Corantijn. Het zuiden grenst aan het
Amazone Regenwoud in Brazilië. Surinamers staan bekend om hun heerlijke eten en hun
vrolijke lach. Het land heeft een Caribische uitstraling, ...met Nederlandse
invloeden. Suriname is namelijk tot 1975 een kolonie geweest van Nederland. Veel
verschillende bevolkingsgroepen leven er op een vriendelijke manier met elkaar
samen. Eigenlijk is het een ‘smeltkroes van culturen’.
Maar niet alleen de bevolking is bijzonder. Ook het land zelf is superinteressant!
Wat denk je van het tropisch regenwoud waar allerlei bijzondere dieren wonen.

In de hoofdstad Paramaribo staan veel houten huizen in koloniale stijl. Dat levert
een mooi en warm straatbeeld op. Het oude centrum grenst aan de Surinamerivier.
Hier kun je aan de waterkant genieten van een lekkere bami!

Wist je dat

... er allerlei soorten kikkers, vogels en spinnen in het land wonen?

... de grootste zeeschildpadden ter wereld hun eieren leggen in Suriname?

... Suriname een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog heeft gespeeld?

... veel gezinnen een kostgrondje hebben waarop ze hun voedsel verbouwen?

... in het Sranantongo Afrikaanse, Engelse, Nederlandse en Portugese woorden


voorkomen?

... veel scholen een ‘tante’ hebben bij wie je heerlijke hapjes kunt kopen in de
pauze?

{== afbeelding

==} {>>afbeelding<<}

KIT Publishers

You might also like