'De windstreek 'boven' noemen we Noord, die 'rechts' Oost, die 'onder' Zuid en die 'links' West.

De
windstreek tussen het noorden en het oosten noemen we het Noordoost en die tussen het westen
en het noorden het Noordwest. Op een kaart wordt altijd aangegeven waar het Noorden is. Dat doet
men met een symbool die de Noordpijl wordt genoemd.

De wereldbol is denkbeeldig verdeeld in lijnen. Op kaarten staan deze aangegeven. Van boven naar
beneden staan er langs de kaart cijfers en van links naar rechts letters. Met deze samen kan ik de
code die hoort bij een (...) benoemen. De vier vaste punten die het uitgangspunt zijn voor de lijnen
over de wereldbol, zijn 1. Noordpool, 2. Zuidpool, 3. Evenaar en 4 Nulmeridiaan

Horizontaal kan je de wereld in twee delen verdelen. Het bovenste deel is het noordelijk halfrond,
ook wel Noorderbreedte genoemd en afgekort met NB. Het onderste deel is het zuidelijk halfrond,
ook wel Zuiderbreedte genoemd en afgekort met ZB. De afstand van een plaats tot de evenaar druk
je uit in graden. Het symbool dat hierbij hoort is e en klein hoog rondje. De evenaar zelf ligt op nul
graden. De noordpool ligt op 90 °. Ligt een plaats dicht bij de evenaar, dan ligt hij op lage 0 tot 90
graden.

We kunnen de wereld ook verticaal in tweeën verdelen. De lijn loopt dan door Greenwich, Engeland.
Het deel rechts heet het Oosterhalfrond, ofwel, Oostenlengte afgekort met WL. Het deel links heet
het Westelijk halfrond, ofwel Westenlengte, afgekort met WL. De afstand van een plaats tot de
nulmeridiaan drukken we ook uit met graden. Elke plaats ligt ergens tussen de 0 graden en de 180
graden.

De graden Noorder- of zuiderbreedte en ooster- of westerlengte samen vormen voor elke plaats de
Graadnet. Wil ik een plaats nog gedetailleerder aanduiden dan alleen met graden, dan gebruik ik ook
minuten. In 1 graad gaan 60 minuten.'