Professional Documents
Culture Documents
Mijn Leven en de Moord Op Haagse Rinus 1st Edition Ronald Diederik Diederik Ronald Full Chapter Download PDF
Mijn Leven en de Moord Op Haagse Rinus 1st Edition Ronald Diederik Diederik Ronald Full Chapter Download PDF
Mijn Leven en de Moord Op Haagse Rinus 1st Edition Ronald Diederik Diederik Ronald Full Chapter Download PDF
https://ebookstep.com/product/1974-eine-deutsche-begegnung-1st-
edition-ronald-reng/
https://ebookstep.com/product/district-noord-05-dossier-moord-op-
de-dom-1st-edition-ed-van-eeden/
https://ebookstep.com/product/supply-management-research-
aktuelle-forschungsergebnisse-2016-1st-edition-ronald-
bogaschewsky/
https://ebookstep.com/product/supply-management-research-
aktuelle-forschungsergebnisse-2015-1st-edition-ronald-
bogaschewsky/
Sistemas Digitais: Princípios e Aplicações 12th Edition
Ronald Tocci
https://ebookstep.com/product/sistemas-digitais-principios-e-
aplicacoes-12th-edition-ronald-tocci/
https://ebookstep.com/product/datenschutz-einfuhrung-in-
technischen-datenschutz-datenschutzrecht-und-angewandte-
kryptographie-2nd-edition-ronald-petrlic/
https://ebookstep.com/product/delitos-contra-la-administracion-
publica-una-revision-de-la-parte-general-y-especial-una-
propuesta-de-reinterpretacion-1st-edition-ronald-vilchez-
chinchayan/
https://ebookstep.com/product/menschliches-handeln-als-
improvisation-sozial-und-musikwissenschaftliche-perspektiven-
ronald-kurt-editor-klaus-naumann-editor/
https://ebookstep.com/product/pantera-negra-o-jovem-principe-
enfeiticado-pantera-negra-o-jovem-principe-2-1st-edition-ronald-
l-smith-2/
MIJN LEVEN
EN DE MOORD OP
HAAGSE RINUS
MIJN LEVEN
DOOR
RONALD DIEDERIK
Colofon
Copyright @ 2020 Ronald Diederik
Auteur: Ronald Diederik.
Contact: rhdiederik@gmail.com
Druk: Pumbo.nl
Omslagontwerp: Pumbo.nl
Vormgeving binnenwerk: Ronald Diederik
Categorie: Waargebeurd
NUR:402
ISBN:
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand en/ of openbaar gemaakt in enige vorm of op
enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud.
Voorwoord;
Hoofdstuk 1; Een straatschoffie.
Hoofdstuk 2; Met de handel op pad.
Hoofdstuk 3; In de wiet.
Hoofdstuk 4; Op de camping.
Hoofdstuk 5; Wiet was even geen verdriet.
Hoofdstuk 6; Het koffiehuis (Café het Feest)
Hoofdstuk 7; Haagse Rinus kwam in mijn leven.
Hoofdstuk 8; Op visite bij Satudarah.
Hoofdstuk 9; De afspraak met Haagse Rinus werd fataal.
Hoofdstuk 10; Het lijk laten verdwijnen.
Hoofdstuk 11; De arrestatie en het verhoor.
Hoofdstuk 12; Dit zag ik niet aankomen.
Hoofdstuk 13; Verhoor Raymond K.
Hoofdstuk 14; Raymond zijn confrontatie met het feit.
Hoofdstuk 15; Overdragen van het pistool.
Hoofdstuk 16; In de gevangenis.
Hoofdstuk 17; Het proces zaak 163Foxstrot.
Hoofdstuk 18; Oostwest thuis het best.
Nawoord;
Voorwoord.
Dit boek ben ik gaan schrijven uit een spontane bevlieging, omdat ik
op een bepaald moment op het internet zat te lezen dat bepaalde
krantenberichten en allerlei andere berichtgevingen over de moord
op Haagse Rinus dat bepaalde berichtgevingen niet of half werden
verteld, zo kreeg ik de inspiratie om letterlijk mijn levensverhaal te
vertellen. Terwijl ik dit schrijf ben ik 54 jaar oud en leef een rustig
bestaan, maar het verhaal voor de lezer komt uit een erg bewogen
tijd vol met criminele activiteiten. Ik heb dit boek zelf geschreven.
Ik wil mijn zwager Jan L. bedanken voor het corrigeren van mijn
boek.
Ik wil rechercheur Joost M. bedanken voor het akkoord geven van
het gebruik van de politie foto’s.
Hoofdstuk 1
Een straat schoffie.
Ik Ronald Diederik ben geboren in 1965 op de Escamplaan in Den
Haag. Mijn vader en moeder Herman en Maria Diederik Moonen, de
gelukkige ouders van vier kinderen Hans, Peter, Jose en ik. Mijn
ouders hebben een burgerlijk bestaan.
Mijn vader had een vaste baan bij T.N.O. in Delft en gaat met 58
jarige leeftijd met de vut. Mijn moeder was huisvrouw en hield het
gezin op de rails. We hebben allen een goede jeugd gehad. We
gingen elk jaar op vakantie en iedereen mocht vrienden of
vriendinnen meenemen. We mochten op alle sporten. Ik heb zelf
gevoetbald en een aantal jaren op taekwondo gezeten. Ik sliep met
mijn twee broers op één kamer. Samen met Peter in een stapelbed.
Ik heb een hele goede jeugd gehad bij mijn ouders en ik ben het
nakomertje. Ik was een ondeugend ventje, haalde altijd
kattenkwaad uit en was eigenlijk de plaag van de buurt.
Op mijn twaalfde ging ik naar de L.T.S. op het Veluweplein. Daar
leerde ik mijn kameraad Andre kennen, samen deden we ons
verdiepen in de wereld van de piratenradio.
Een hobby wat toen erg in was, we bouwden zenders voor menig
ander radio station. Maar die werden iedere keer in beslag genomen
door de Radio controledienst.
Daar ben ik nog jaren mee door gegaan. Andre is nog steeds een
goede vriend van mij. Ik kwam met mijn zeventiende van school af
met een elektra diploma in mijn zak en ben vervolgens gaan werken
bij de firma Huysmans als elektricien. Deze firma had alleen werk in
de gevangenis Scheveningen, daardoor kwam ik destijds op alle
afdelingen van het Huis van bewaring, de Sprang de jeugd
gevangenis, de strafgevangenis genaamd de bunker en in het P.S.C.
zaten de lang gestraften, die niet helemaal goed bij hun hoofd
waren, deze gedetineerden hadden allerlei vrijheden en privilegies
zoals bezoek op cel, je had ook het ziekenhuis voor gedetineerden.
Hier spreek ik over de periode van 1982 tot 1984. Zelf heb ik de
oorlogsmisdadiger Menten nog meegemaakt.
Hij had een eigen ruimte in het ziekenhuis.
In de strafgevangenis zaten bekende criminelen zoals Laurens Denie
en Aad Denie. Aad was een vriend van mijn broer Peter. In die
periode heb ik nog op de cel van Koos H. gewerkt, de tot levenslang
gestrafte kinderenmoordenaar. Ik kan mij nog goed herinneren dat
ik op die afdeling aan het werk was, overigens pas 17 jaar, dat er bij
een gedetineerde aan zijn post was gezeten en dat hij helemaal uit
zijn dak ging zodat de bewaarders hun kantoor in vluchtten toen hij
begon te gooien met alles wat los en vast zat en ik stond daar
alleen. Ik ben een lege cel in gevlucht, waar ik aan het werk was en
wilde de deur dicht trekken, maar dat ging niet die was vergrendeld.
Gelukkig ben ik er goed vanaf gekomen. Het ging hier om een
gewelddadige moordenaar.
In die tijd was ik met mijn vrienden altijd te vinden op de Gooilaan
zoals Joop van E, Arie de G, Martin P, Dennis S, Martin Z, Mark K,
Theo L, Aad P, Jean Paul van E, Ron C. In die tijd gingen we elk
weekend naar de Marathon met de hele club. Vrijdag, zaterdag en
zondag, vooraf gingen we altijd een biertje drinken in de Lady’s bar
aan de Zuiderparklaan en daar planden we onze inbraken geen één
voetbalvereniging, school of clubhuis was veilig voor ons. De
diefstallen van motors en brommers, zoals de populaire Kreidler en
Zundapps. De gestolen brommers werden de volgende dag voorzien
van andere chassisnummers en vervolgens verkocht. Zo gingen we
door de weeks vaak naar de binnenstad om kleding en zonnebrillen
en parfums te stelen. Voor een bezoek aan de opticien hadden we
een mooie tactiek.
We hadden een vriendin genaamd Inge van O, zij heeft later helaas
zelfmoord gepleegd. Zij liet achter in de winkel haar ogen testen en
vervolgens haalde wij de schappen leeg, dat leverde mooie
zonnebrillen van het merk Ray Ban op.
Ook stalen we Lacoste truien, poloshirts en parfums uit de V&D en
Peek en Cloppenburg. De flessen parfum waren niet te tellen.
Die we vervolgens avonds in snackbar Joy aan de Zuiderparklaan
aan het personeel door verkochten. In die tijd maakten we ons ook
sterk voor een clubhuis met hulp van een aantal mensen van de
gemeente.
We kregen 60000 gulden subsidie en hadden ons eigen clubhuis de
Schuilkelder. We hebben dit clubhuis met al die jongens ingericht en
draaiende gemaakt. Van die subsidie hebben we ook een braderie
georganiseerd met wat artiesten. Ik weet dat ik van het verdiende
geld ongeveer vijf duizend gulden achterovergedrukt had.
Ook Oud en Nieuw was op de Gooilaan een aardig gebeuren. Er
werden auto’s gestolen om vervolgens in de brand te steken.
December 1982 had ik een bom gemaakt met afstand bediening. Die
zouden we op de weg tot ontploffing brengen. Hij ontplofte drie
meter nadat er een politieauto overheen reed. In een bouwkeet die
we in de fik staken ontplofte een gasfles. Theo O. raakte gewond en
uiteindelijk zaten acht man vast in de Sprang op Scheveningen. In
de tijd dat ik in de gevangenis van Scheveningen werkte heb ik ook
zo nu en dan wiet naar binnengesmokkeld. Dat ging best makkelijk.
Eerst moest ik door een detector en mijn werkkarretje keken de
bewaarders nooit na en mocht altijd zonder verdere controle
doorlopen, zodat ik de wiet in mijn gereedschapskist mee naar
binnen nam. Eenmaal binnen gooide ik de wiet in de doucheruimte
op de afdeling. Mijn vrienden hebben al om al negen maanden
vastgezeten. Later achter onze woning op de Escamplaan kreeg ik
ruzie met een buurman die had mij een klap op mijn oog gegeven.
In ons clubhuis de Schuilkelder vroeg mijn broer Peter hoe ik aan
dat oog kwam. In eerste instantie wilde ik het niet zeggen, maar op
aanhouden van Peter vertelde ik het. Wat ik al vermoede gebeurde.
We zaten met drie man in de auto op weg naar de man die mij
geslagen had. Uiteindelijk deed de man of hij niet thuis was en
vervolgens hebben we zijn auto toegetakeld. Later die week stond
de politie voor mijn deur en werd ik meegenomen en werd na
ongeveer vijf uur verhoor weer vrijgelaten, ik had verklaard dat ik
die auto toegetakeld had en moest later voorkomen voor deze zaak
en werd veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf en moest deze
straf uitzitten in Vught Nieuw Vosserveld. Dat was een halfopen
gevangenis waar de hele dag de deur openstond, zo konden we daar
ook koken en gezamenlijk eten, maar na een week kreeg ik een
aanvaring met een bewaarder en kwam de laatste twee weken op
het hoofdgebouw terecht met een rode kaart op de deur. Ik had
gelijk alle beperkingen te pakken. Ergens in november kwam ik vrij.
Dat was mijn eerste gevangenis ervaring. Ik kon die klap niet van
me afzetten. Later rond de feestdagen in december had ik een bom
gemaakt met een ontsteking van ongeveer vier minuten, vervolgens
heb ik zijn auto opgeblazen. Helaas was deze bom sterker dan
gedacht en blies ook menig raam eruit in de omgeving. Wel
opvallend was dat ik daar nooit voor ben opgehaald door de Wouten
In die tijd ventte ik met namaak parfum. Ik had alle bekende
merken en kocht deze flesjes in voor drie gulden en verkocht ze door
voor tien gulden. Via jongens uit het Westland had ik ook namaak
kleding zoals Lacoste poloshirts en trainingspakken. In die tijd was
dat mooie handel, rond de kerstdagen verkocht ik vuurwerk, dat
ging echt snel. Ik moest keer op keer vuurwerk erbij halen. Zo
verdiende ik er een aardige zakcent bij.
In die periode kreeg ik verkering wat tot gevolg had dat mijn
vriendschap met die jongens verwaterde er kregen meerdere
jongens uit die tijd verkering en iedereen ging zijn eigen weg. Ik
kreeg mijn eerste huis aan de Max Havelaarstraat in Spoorwijk, waar
ik de eerste twee en een half jaar met mijn vriendin woonde. Nadat
zij met een vriend van mij er vandoor ging heb ik daar nog een jaar
gewoond. In die vrijgezellentijd ging ik veel opstap. Ik kwam toen
veel in cafés zoals de Lets ’in en The Crusader. De Lets ’in was een
bruin café waar het altijd gezellig was en na sluitingstijd pakte we
altijd een taxi naar The Crusader aan de Waldorpstraat. Dit was een
nachtzaak waar alle bekenden uit de stad kwamen.
In die tijd ben ik een nieuwe vriendin tegen het lijf gelopen,
genaamd Marina, na een maand of twee ben ik bij haar gaan wonen
in de Bunnikstraat. Zij was vier jaar jonger dan mij met hele goede
ouders, haar vader Rob was een vriend van me en daar ging ik ook
al een tijd mee om.
We deden samen klussen aannemen. Zo hebben we een aantal
shoarma winkels gebouwd voor een Egyptenaar. Met Rob heb ik ook
nog een radiopiraat gehad. Enige tijd later ging mijn relatie niet
goed, ondanks dat ze zwanger was, we zijn toen uit elkaar gegaan.
Uit deze relatie is mijn dochter Charclay geboren. Mijn dochter
leerde ik pas kennen toen zij veertien jaar was dat kwam door Rob
die ik in de stad tegen kwam en zei dat mijn dochter mij wou
ontmoeten.
We hebben een ontmoeting geregeld en al gauw bleek dat het
meisje uit huis geplaatst was en onder jeugdzorg viel en dat haar
moeder ervoor gezorgd had dat ze uit huis geplaatst was. Ik wilde
een band met haar opbouwen, maar kreeg al snel het gevoel dat zij
dat op afstand hield en loog. Zodoende heb ik daar toen een punt
achter gezet.
Hoofdstuk 2
Met de handel op pad.
Na het verbreken van mijn relatie met Marina ben ik in de Beetstraat
in Spoorwijk gaan wonen en ben aan het werk gegaan in de The
Crusader aan de Waldorpstraat.
Dat was een tent waar allerlei soorten en maten kwamen. Elk
weekend zat die tent vol met aan de deur Ballie te P. en Willem M.
beide bekenden uit Den Haag. Het feest duurde daar tot half zes.
Tijdens mijn werk leerde ik mijn ex zwager kennen Cokkie N. Een
gezellige man. We kwamen in gesprek en vertelde mij dat zijn
rijbewijs in Bremen in beslag was genomen en dat hij een probleem
had omdat hij in Duitsland aan het venten was en nu zijn geld niet
kon verdienen. Verder in dat gesprek vroeg hij of ik zijn chauffeur
kon zijn, zodat hij weer kon gaan venten en de winst zouden we
delen.
Ik zag daar wel wat in en ging met Cok mee naar Hamm in
Duitsland waar hij een kampeerwagen op de camping had staan. De
rest van zijn familie stond ook daar, Janus, Corrie, Hilda en Wout, in
Wout zijn kampeerwagen kon ik slapen. Ik ging aan de slag met
mijn Duits door middel van een woordenboek. We zijn drie weken in
Duitsland gebleven en elke dag zijn we gaan het venten.
We verkochten pannensets en bestekkoffers.
Cok was een goede koopman en verkocht een hoop handel. Zo
stopte Cok bij autobedrijven waar hij mij naar binnen stuurde maar
wat ik niet wist was dat deze bedrijven al dertig keer bezoek had
gehad van een venter, als ik dan een pannenset aanbood werd ik het
bedrijf uitgejaagd zodat ik met een rooie kop naar de auto ging, Cok
lag dan te gieren van het lachen en daar ben ik dus meerdere keren
in getrapt.
Ik had wel na drie weken met aftrek van een hoop kosten 2300
mark verdiend. Kortom een hoop geld. Toen ik weer thuis was heb ik
alles weer opgepakt en leerde ik tijdens mijn werk in de The
Crusader mijn ex kennen, dat was de zuster van Cok. Tutte N. zij
had een zoontje van acht jaar genaamd Cokkie wij kregen verkering
en na twee maanden verhuisde ik naar het woonwagenkamp aan de
Viaductweg in Den Haag. Zij had een woonwagen op vak 94 naast
kale Piet Mulder, dat was haar opa. Zij had een P.V.C.-wagen van 4
bij 14 meter. Op dat moment was ik aan het werk bij mijn
toenmalige zwager Ed, die had een stukadoors bedrijf waar ik allerlei
werkzaamheden deed. Dat werk hield een gegeven ogenblik op.
Vanaf dat moment stapte ik het vrije reiziger leven in.
Ome Look, een broer van mijn schoonvader, een hele toffe man
trouwens, had aan de Fruitweg 18 een sloopterrein, waar een aantal
woonwagens stonden waar familie in woonden. De rest was vol
gebouwd met loodsen en sloopauto’s. Later heeft ome Look een
grote loods laten bouwen met als doel een mega bingo te laten
draaien. Er was een grote bar in gebouwd voor het horeca
gebeuren, een podium waar ik de ballen kon afroepen, de zaal had
een capaciteit van ongeveer 450 zitplaatsen. We hadden zelfs
bussen geregeld die op Rotterdam station de bingo klanten
ophaalden. Als extra service werden er ook mensen gehaald en weer
thuis gebracht. De eerste avond dat we draaiden hadden we
ongeveer 240 mensen binnen. De keer daarna zaten we op bijna
450 mensen, dat ging goed en we verdienden allemaal goed.
Ondertussen had ik op camping Bruggenhof in Dordrecht een staan
wagen waar ik maanden achter elkaar was.
Twee keer per week ging ik terug naar Den Haag om in de loods van
ome Look bingo te draaien. Maar na een week of vijf kwam ik terug
van de camping en zag bij aankomst op het woonwagenkamp dat de
hele politiemacht op de been was om alles in beslag te nemen. Het
bingo draaien was afgelopen dus zat er maar één ding op dat was
gaan venten.
Ik leende van mijn ex- schoonvader geld voor een kampeerwagen en
4500 mark handelsgeld om pannensets en bestekkoffers te kopen.
Ik ben terecht gekomen op een camping onder München aan de
Pilsen See. Na het inrichten van mijn kampeerwagen een oude
Tabbert Senator ben ik de volgende dag voor de eerste keer alleen
gaan venten. Ik had de auto afgeladen met handel en ben de stad
ingereden, ik venten in de top vijf mensen af en verkocht op mijn
eerste dag voor 550 mark winst. Ik dacht wat gebeurt hier, als dit
elke dag zo gaat zit het financieel wel goed. Ik stond daar met twee
broers van mijn schoonvader Jannes, Corrie, Wout en Willem van K.
en Cokkie mijn zwager. We waren allemaal met ons gezin. We
stonden daar met zes kampeerwagens naast elkaar. De camping lag
aan een groot meer met een Beiers café, waar we geregeld in het
weekend en biertje gingen drinken. Het was ondertussen winter
geworden. In de weekenden trokken wij er op uit en pakte dan een
hotel in Oostenrijk. Daar gingen we dan skiën en opstap. We zaten
meestal in Sint Johan een heel mooi wintersportplaatsje. We namen
ook handel mee naar Oostenrijk, waar venten verboden was. Zodat
we de handel moesten meesmokkelen. We haalden de achter bank
uit onze auto en in plaats van de achterbank plaatsten we daar
bestekkoffers met een deken daarover heen en de kinderen
erbovenop en dan de Oostenrijkse grens over.
We venten die handel uit op zaterdagmorgen, zodra we de kosten
een beetje hadden terugverdiend stopten we en reden snel terug
naar het hotel om verder te genieten van het weekend.
In Duitsland ventte ik hoofdzakelijk op bouwerijen en arbeiders die
langs de weg werkten. Dat waren mooie mensen die door de regel
altijd wel een paar honderd mark op zak hadden en hadden ze geen
geld bij zich dan hadden ze een cheque, die was tot vierhonderd
mark ingedekt, alleen moest je die zelf gaan innen bij hun bank. Ik
hield al snel veel geld over en betaalde al snel mijn schoonvader
terug en kon ik ook een andere kampeerwagen kopen.
Ik kocht een Tabbert Contesse van 6,30 meter, die was alweer een
stuk comfortabeler. Mijn schoonvader en ome Bats brachten deze
kampeerwagen naar ons toe.
Ome Bats verkocht stacaravans aan de Erasmusweg en deed ook in
vuurwerk en kerstbomen die we samen met mijn schoonvader
inkochten. Ik reed toen in een oude B.M.W. 3 serie. Ik was een
gegeven ogenblik onderweg toen er een Duitser op de achterkant
klapte, die auto zag er niet uit. De B.M.W.-garage heeft hem
weggesleept en ik kreeg een splinternieuwe drie serie mee op Duits
kenteken, we zijn later nog met deze auto naar huis gereden.
Toen alles was geregeld met de verzekering kocht ik het eerste
model Opel Omega wat overigens een fijne vent auto was. Na een
half jaar in München te hebben gestaan zijn we verhuist naar
Garbsen dat ligt tegen Hannover aan.
We zijn op camping de Blauer See gaan staan, we stonden daaruit
eindelijk met ongeveer veertig kampeerwagens. Het was een
redelijke camping aan een mooi meer met een winkeltje en een
kroeg, waar we vrijdags met de mannen een potje gingen kaarten
en een aardig biertje dronken.
We stonden daar met een hoop reizigers uit Den Haag, Rotterdam,
Leiden, Velsen en Brabant. Elke dag ging ik venten in Hannover.
Daar had ik al snel mijn draai gevonden. Ook daar ventte ik op
bouwerijen en bedrijven en verdiende elke dag veel geld. In die
periode verdiende ik elke week ongeveer vijf a zes duizend mark.
Zaterdags stampte ik mijn auto vol met handel, en ging naar de
automarkt waar ik een entree kaart kocht en vervolgens op een
mooie plek ging staan tussen de auto’s die verkocht gingen worden
met mijn koffer bak open. Er kwamen veel Oostblokkers op deze
markt die weinig of geen Duits spraken. Die waren verbonden aan
tussen personen, die de aankoop van een auto regelden. Deze
tussenpersonen zagen ook wat in mijn pannensets en bestekkoffers
en gingen mijn handel aanprijzen. Zij haalden er natuurlijk een
percentage tussen uit en ik was elke zaterdag na ongeveer vier uur
te hebben gestaan leeg verkocht en ging dan weer zeer tevreden
terug naar de camping. Meestal had ik rond de negenhonderd mark
verdiend. Na twee maanden kreeg ik een verbod en mocht er niet
meer verkopen en kwam ook de automarkt niet meer op.
Maar op het moment dat ik eraf werd gezet zag ik dat er rond half
drie veel mensen die een auto wilde kopen de automarkt af reden en
vervolgens op een grote parkeerplaats aan de overkant verder
gingen met kopen en verkopen.
Deze parkeerplaats was niet van de automarkt dus ging ik daar elke
zaterdag om half drie staan en verkocht alsnog mijn handel.
Na drie maanden venten in Hannover kwam ik op het idee om eens
een dagje in Hamburg te gaan venten.
Ondertussen had ik mooie visitekaartjes laten drukken en een Duitse
mobiele telefoon op het D2 net gekocht, die was net op de markt en
kostte voor die tijd heel veel geld.
Ik betaalde tweeduizend mark voor deze telefoon.
Overal waar ik verkocht, liet ik een kaartje achter.
Vanaf dat ik in Hamburg was gaan venten verkocht ik buitengewoon
veel handel. Ik kreeg steeds meer telefoontjes voor nabestellingen.
Door heel Hamburg was ik aan het venten. Zo was ik op een dag bij
het vliegveld, totdat ik daar ergens in een zijstraat terecht kwam en
zag zogezegd een paar putjesscheppers die daar aan het werk
waren.
Ik ventte deze mensen af en twee waren geïnteresseerd en kochten
allebei een pannenset. Ik gaf ze natuurlijk allebei een visitekaartje
en ging weer verder. Niet wetende wat daar uit voortvloeien zou.
Twee dagen later belde één van deze mannen op, genaamd Muller.
Hij bestelde twintig pannensets en tien bestekkoffers die ik de
volgende dag ben gaan brengen. De handel ging maar net in de
auto. Muller kwam uit Zweden en nam een gedeelte mee naar
Zweden en de rest verkocht hij op zijn werk. Hij vertelde mij dat hij
voor de gemeente Hamburg werkte en dat daar ongeveer
vierduizend man werkte en dat hij nog veel meer handel ging
afnemen. Dat vond ik natuurlijk helemaal niet erg. Het was een dag
later toen belde zijn collega op die ik ook een set had verkocht. Dit
was een Indonesische man genaamd Eddie en die bestelde hetzelfde
als Muller. De volgende dag ben ik die handel gaan brengen naar zijn
woonadres de Harksheiderstrasse 159 in Hamburg. Toen ik daar aan
kwam werd ik gelijk uitgenodigd voor een bak koffie, Eddie was een
hele sociale man van rond de veertig en vertelde mij dat hij nog veel
meer sets ging afnemen. Een week later belde collega nummer drie
op, dat was Andreas hij bestelde tien pannensets en tien
bestekkoffers. Met Muller en Andreas heb ik bijna een jaar lang
wekelijks deze hoeveelheid handel verkocht. Eddie was een ander
verhaal, daar zette ik handel op de pof neer, wat hij elke week netjes
afrekende. Ondertussen sprak ik ook vrij goed Duits en had met
Eddie ook heel wat gesprekken gevoerd en op een dag zei hij tegen
mij waarom koop je geen Duitse auto. Ik vertelde hem dat ik dat wel
wilde, maar dat ik dan in Duitsland ingeschreven moest staan. Eddie
zei dat is geen probleem dan laat je jezelf bij mij inschrijven.
Zogezegd zo gedaan ik heb me toen in Duitsland ingeschreven en
vervolgens ben ik een verblijfsvergunning gaan halen, vervolgens
ben ik naar het verkeersambt gegaan en heb mijn Hollandse
rijbewijs om gewisseld voor een Duits rijbewijs. De week daarop ben
ik met een plastic tasje met Duitse marken erin naar de
Mercedesgarage in Hamburg gereden met mijn schoonvader Ak. Op
zoek naar een Mercedes die ik mooi zou vinden en ik zag hem gelijk
staan. Een turquoise Mercedes 250 diesel. Ik had gelijk geen oog
meer voor een andere auto, maakte een proefrit en heb gelijk de
financiële afwikkeling afgehandeld. Ik moest een aardig bedrag
betalen. De verkoper vroeg of ik het over de bank ging betalen. Ik
zei nee en deed het plastic tasje open en zei dat ik cash wilde
betalen wat voor hem vrij ongebruikelijk was.
De meeste mensen betalen via de bank.
De verkoper regelde mijn kenteken platen die staan in Duitsland op
naam, naast de dealer zat een verzekeringsmaatschappij, waar ik de
auto direct kon laten verzekeren.
Zo kon ik met mijn nieuwe auto gelijk terug naar Garbsen rijden. De
volgende dag ben ik gaan venten met Duitse nummerplaten dat was
een veel mooier voorkomen. Daardoor leerde ik ook steeds meer
nieuwe klanten kennen. Op een dag werd in Nederland mijn auto
gestolen.
Dat gaf een hoop ellende. Ik had namelijk mijn papieren in de auto
laten leggen en moest alles in Duitsland op nieuw aanvragen. Daar
ben ik zes weken mee bezig geweest om alles weer op orde te
krijgen. Ik had mijn auto net een jaar. Vervolgens ben ik weer naar
de Mercedes gereden om een andere auto te kopen. Dat werd een
C180 model.
Het ging mij in die tijd aardig voor de wind. Zo kocht ik iets later een
andere Tabbert, een Baronesse van zeven meter tien. Ik had ook
goed wat handelsgeld opgebouwd.
In die periode heb ik aardig wat kilometers gereden.
Elke dag ongeveer driehonderdvijftig kilometer op en neer naar
Hamburg. Op een gegeven ogenblik vertrokken de meeste reizigers
naar Budapest in Hongarije, ik had daar eigenlijk geen zin in, want ik
verdiende in Hamburg elke week ongeveer zeven duizend mark op
dat moment. Dat was natuurlijk een hoop geld, maar doordat de rest
van de familie daarnaartoe ging, zijn wij ook naar Hongarije
gereden. We stonden daar verdeeld over twee campings.
Fortuna waar ik zelf ben gaan staan en camping Flora, waar de rest
is gaan staan. In het begin stond ik daar met mijn schoonfamilie en
nog wat andere reizigers. Eerst ben ik met wat jongens gaan venten
om te kijken hoe het daar was. Ik was Duitsland gewend en
verdiende daar goed, maar voor mij scheelde het de helft van mij
verdiensten. Ik moest er goed aantrekken, al om al mag ik niet
klagen, maar ik was een beetje verwend geraakt. Tijdens het over
venten zijn we nog weleens in een discotheek terecht gekomen,
zoals de Hurlie Curlie, een tent met een stuk of acht grote portiers
aan de deur. Zodra we daar voor de deur stonden zei de portier
lachend “Labos maffia”, dus ik vroeg aan die jongens die daar
ondertussen al vijftig keer geweest waren, wat zegt die vent nu
eigenlijk. Het betekende pannensets maffia wat hij zei. Ik kwam die
tent binnen en wist niet wat ik zag. Het was begin jaren negentig en
die mokkels hingen daar in de palen in stringetjes, dat waren we in
de Hollandse discotheken niet gewend. Na afloop doken we nog
menig sexclub in en daar werkten allemaal Russische hoeren. Het
was op zich een super land, alles was goedkoop. Een hapje eten en
drank kostte daar weinig.
Wat helemaal mooi uitkwam was dat de politie er corrupt was. Op
een bepaald moment ventte ik in een stadje en ging op een man af
die bij mij instapte en mij meenam naar een flat waar zijn zuster
woonde. Hij ging naar boven om zijn zuster te halen, en vervolgens
kwamen er allemaal huisvrouwtjes mee naar beneden. Ik verkocht
daar mijn auto leeg, maar tijdens het verkopen kwam er een Skoda
aan rijden met twee agenten in burger erin. Het eerste wat ze riepen
was “sjok probleem” Wat niet anders betekende als dat ik een groot
probleem had. Hij zei tegen mij dat ik niet mocht verkopen, maar zei
direct geef mij maar twintig Duitse mark dan mag je een kwartier
blijven staan, maar dan moet je weg zijn. Natuurlijk betaalde ik de
agent en verkocht snel mijn handel en weg was ik.
Je mocht in Hongarije alleen reclame maken met die handel en niet
verkopen. Zo was ik een avondje opstap met Barend M. en we
hadden het eén en ander gedronken en dan zit je er niet op te
wachten dat je in zo een land je rijbewijs kwijtraakt. We reden door
het centrum van Budapest en ja hoor, er springt een agent voor de
auto en we hadden weer een probleem. Barend zei; “Was problem,
ich bin vom das Deutsche consulaat”!! De agent sprong opzij en
gebaarde dat we snel moesten doorrijden, mooi man. Dat soort
dingen kon je daar gewoon doen. We reden in een splinternieuwe
Mercedes S klasse, dan werd je toch al nagekeken.
Ondertussen was ome Look gaan grossieren in Slovenië. Hij was met
een aantal kampeerwagens op de stadscamping van Ljubljana gaan
staan, dus ben ik kort daarop ook naar Ljubljana gereden met de
kampeerwagen. Het was een heel mooi land om te venten. De
mensen waren goedgelovig, je verkocht daar erg makkelijk. We
kregen goede prijzen. De oude mensen spraken in het algemeen
goed Duits en de jonge mensen Engels ook leerden we al snel het
verkooppraatje in het Sloveens en bepaalde woorden die je moest
weten. We stonden daar uiteindelijk met een kampeerwagen of
veertig. Ik ging altijd rond zeven uur van de camping af en was
meestal een uur of één terug.
Dan had ik goed de kost verdiend. Daarna was het douchen, korte
broek aan en genieten van de dertig graden die het daar zomers
was. Hoofdzakelijk stonden we daar met reizigers uit Den Haag en
Leiden. De sfeer was opperbest. We gingen vaak uit eten of een
drankje drinken tot in de kleine uurtjes met als gevolg dat je de
volgende dag met een punthoofd in de auto zat.
Toen kreeg ik te horen dat twee grossiers het voor elkaar hadden
om een vergunning te krijgen voor Oostenrijk. Ik kon een
vergunning krijgen van Drikus M. en ben toen met de
kampeerwagen naar Wenen gereden. Daar kwam ik op de camping
aan, nou ja camping? Het was niet meer dan een grasveld en het
krioelde van de muizen. Al snel was ik weer aan het venten en kwam
er al snel achter dat de inwoners van Wenen heel erg stug en
achterdochtig waren. Je kon er wel verkopen, maar het was geen
Slovenië of Duitsland. Na een maand ben ik weggereden.
In die periode had mijn schoonvader handel in Slowakije staan en
ben daarheen gereden. Ik stond daar op een stadscamping in
Bratislava. De camping leek op een betonnen parkeerplaats en in dit
land lag de criminaliteit op een zeer hoog peil zelfs een Trabant had
binnen in een anti-diefstal slot. Op de camping hadden we zelfs een
particuliere bewaker moeten nemen. Als je die man zag werd je al
bang. Hij had twee dobbermans en had allerlei wapens aan zijn
lichaam hangen. Hij bewaakte ons en onze spullen. Onder elkaar
betaalden wij die man. Hij kostte vijfhonderd mark per maand.
Kortom ben ik daar een aantal weken geweest.
En ben vervolgens met Barend weer terug naar Slovenië gereden.
Na ongeveer zestien uur rijden kwamen we op de stadscamping van
Ljubljana aan.
De volgende dag hebben we onze kampeerwagens weer op orde
gebracht. We waren gelukkig weer terug in Slovenië. Nu stonden we
met vijf kampeerwagens en hadden het rijk voor ons alleen. Samen
met Barend, Frank, Dennie van Cornelia uit Den-Haag en Hannes
van Ket uit Breda, dit zijn de ouders van het kroeg zangertje Toni
van Boxtel. We hadden het best leuk onder elkaar.