Oefenopgaven Toetsweek Juni

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Opgave 1

Lees de bron hieronder. Het reële loon is in vergelijking met vorig jaar met…
A 0,2% gedaald.
B 0,2% gestegen.
C 1,3% gestegen.
D 1,5% gestegen.

Duits loon houdt inflatie niet bij


Werknemers in Duitsland hebben dit jaar in doorsnee niet erg geprofiteerd van het
herstel van de economie. Gecorrigeerd voor inflatie zakten de lonen in Europa’s
grootste economie gemiddeld met 0,2 procent.
De lonen lagen in euro’s gemiddeld 1,3 procent hoger dan vorig jaar. De inflatie in
Duitsland bedroeg echter 1,5 procent.
(Vrij naar: www.belegger.nl.)

Opgave 2
Stel: je zakgeld stijgt van € 20 naar € 24 per week. Het prijspeil van de goederen en
diensten stijgt van 110 naar 120. Ga met een vergelijking van de procentuele
verandering van het zakgeld en van het prijspeil na of je koopkracht in dit geval daalt
of stijgt.
24-20 / 20 x 100 = 20% en de diensten stijgen met 10% dus koopkracht daalt
met 10%

Opgave 3
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de gemiddelde prijzen (in euro's) van een
auto in de afgelopen jaren.
jaar 1985 1990 1995 2000 2005 2010
gemiddel
14.5 16.0 18.0 20.5 22.0 25.0
de prijs
00 00 00 00 00 00
(€)
Indexcijf
7,3 0,89 0,75 0,63 1,08 1,2
ers

Zet bovenstaande prijzen om in indexcijfers met als basisjaar 1985.

Opgave 4
Yusuf en Allied gaan acht dagen (met zeven overnachtingen) op wintersportvakantie
naar Zwitserland en sluiten een reisverzekering af (zie de bron hieronder). Ze hebben
drie kinderen (van één, drie en acht jaar oud).
Bereken de totale premie voor het gezin.
5 x 1,15 x 8= 60 euro

Bron
Reisverzekering (bedragen per persoon per dag exclusief assurantiebelasting)
Nederland € 0,85
Europa € 1,15
Wereld €3
De poliskosten bedragen € 6 per polis. Wintersportdekking is € 1,20 extra per persoon
per dag. Kinderen tot 6 jaar zijn gratis meeverzekerd. Assurantiebelasting 21%.
Opgave 5
Khalid Mouhouti is docent op een middelbare school en heeft dit jaar op 4 januari een
nieuwe auto gekocht en deze ‘all risk’ verzekerd (bron 9 hieronder). De verzekering
heeft een bonus-malusregeling (bron 10 hieronder). Zijn verzekeringsmaatschappij
geeft aan bepaalde groepen verzekerden een korting op de te betalen premie. Khalid
krijgt ook korting.

a Geef een verklaring waarom een verzekeringsmaatschappij bepaalde groepen


verzekerden korting geeft.

De premies voor autoverzekeringen zijn de laatste jaren sterk verhoogd, omdat er


veel schade-uitkeringen moeten worden gedaan. Khalid vindt dat er ook andere
oplossingen zijn. Hij zegt: “De verzekeringsmaatschappijen zouden het eigen risico
moeten aanpassen om zo een lagere premie te verkrijgen.”

b Is Khalid voorstander van een maximale solidariteit tussen verzekerden of van meer
eigen verantwoordelijkheid van verzekerden? Verklaar je antwoord.

c Khalid zit met zijn autoverzekering in trede 10 (bron 10). De basispremie (zonder
korting) bedraagt € 1.500. Bereken de nettopremie (exclusief poliskosten en
assurantiebelasting).

d In juni veroorzaakt hij door eigen schuld een aanrijding. De schade aan zijn auto
wordt vastgesteld op € 1.500 en de schade aan de geraakte auto op € 2.000. Het is
de eerste keer dat Khalid een ongeluk veroorzaakt. Bereken met behulp van bron 9
welk bedrag de verzekeringsmaatschappij moet uitkeren.

e Later in hetzelfde verzekeringsjaar raakt Khalid in een slip en veroorzaakt een schade
aan zijn eigen auto voor een bedrag van € 350. Khalid besluit de schade niet te
claimen. Geef met behulp van bron 10 en een berekening een argument.

Bron 9
Khalid heeft zijn auto ‘all risk’ verzekerd, met een eigen risico van € 300 per ongeval.
Dat betekent dat bij een ongeluk de schade aan andere betrokkenen uitbetaald wordt
en ook de schade aan zijn auto (rekening houdend met het eigen risico). Bij eigen
schuld gaat de premie van Khalid omhoog volgens de bonus-malusregeling.

Bron 10
het eerstvolgende jaar van de verzekering
tred kortingspercentag zonder met 1 met 2 met 3 of meer
e e per schadegeva schadegeva schadegevalle schadegevalle
verzekeringsjaar l naar trede l naar trede n naar trede n naar trede
11 60 12 11 4 0
10 55 11 10 3 0
9 50 10 9 3 0
8 45 9 8 2 0
7 40 8 7 1 0
6 35 7 6 0 0
5 30 6 1 0 0
4 20 5 1 0 0
3 10 4 1 0 0

Opgave 6
Leg uit wat de belangrijkste oorzaak is voor het verschil in primair inkomen tussen mensen.

Opgave 7
Talib, Loes en René werken aan een opdracht over de Lorenzcurve. Bij de opdracht
krijgen ze vragen over bron 3. Een van de vragen is: Wat is er aan de hand als de
Lorenzcurve samenvalt met de stippellijn?
Talib zegt: “Als de Lorenzcurve samenvalt met de stippellijn zijn er evenveel rijke als
arme mensen.”
Loes reageert: “Nee, dan zijn de inkomens rechtvaardig verdeeld.”
René schudt met zijn hoofd en zegt: “Jullie snappen het alle twee niet. Op de
stippellijn heeft iedereen hetzelfde inkomen.”

a Wie heeft er gelijk?

De leerlingen bestuderen vervolgens het verschil tussen de inkomensverdeling in


Zweden en in Nederland: bron 3 en 4. Talib en Loes zijn het nu met elkaar eens. Hun
conclusie is dat de twee verdelingen sterk op elkaar lijken. De 25% en 50% van de
lage inkomens hebben in beide landen ongeveer hetzelfde aandeel in het totaal. De
rijkere 50% en rijkste 25% hebben ook in beide landen een vergelijkbaar aandeel in
het totale inkomen.
René is het weer oneens met Talib en Loes. Hij zegt: “Bij Nederland is de staaf met
de rijkste 10% duidelijk hoger dan de andere staven. Nederland heeft een veel
schevere inkomensverdeling door die superrijken.”

b Wie heeft gelijk? Verklaar je antwoord met een berekening.

Bron 3

Bron 4

You might also like