gelijders van trekdieren of vee = bestuurders

bij een uitrit alle overige verkeer voorlaten gaan

bij verkeerslichten groen bij haaientanden doorijden en als het niet doet dan geld
de haaien tanden
haaientanden vooranggeven links en rechts en rechtdoorgaand verkeer voorang
korte bocht voorrang dan langebocht
rechtdoorgaand verkeer heeft voorrang dan afslaand verkeer.
tram heeft altijd voorrang tenzij er een zebra pad staat en rood licht en
haaientanden.
autosnelweg mag maximaal 130 rijden
minstens om op de autosnelweg te rijden is 60 km
voertuig moet minstens kunnen op de autoweg 50 km
scooter mag 45 km maximaal rijden.
buiten de bebouwde kom 80 km tenzij wordt anders aangegeven
als er een voorrangsbord na de kruising buitende bebouwde kom mag je 80
als er een voorrangsbord voor de kruising binnen de bebouwde kom
erf maximaal 15/km per uur
binnen 5 meter van een kruispunt en zebrapad niet parkeren tenzij er een parkeervak
is
bij wegblokering moet de laatste die geparkeert heeft moet weg
bij een bushalte mag je stoppen om iemand uit te laten stappen maar niet laden en
of lossen.
gas loslaten = 10 km vertragen
20 cm mag uitsteken de lading