Opdrachtblad bij opdracht 5 (p. 49-51) en opdracht 6 (p.

52-53) NAAM:

De zon of de maan, dag en nacht, de seizoenen, … hoe kwamen die er allemaal? De Grieken hadden geen ___________________ verklaring
voor vele natuurverschijnselen. Dat moesten het wel goden zijn die daar achter zaten. De goden bepaalden ook het leven van de mens. De
goden zorgden dat je verliefd werd of gelukkig was, maar ook bepaalden zij of je ziek werd of beslisten zij over leven en dood. Voor alles wat ze
eigenlijk niet konden verklaren was er een god verantwoordelijk. Zo probeerden de Grieken de wereld te begrijpen.
Ze geloofden dus in één / enkele / vele goden (= _____________________ ). Daartegenover gelooft men in het _________________ maar in 1
God (zoals bijvoorbeeld in ____ ____________). Hun 12 belangrijkste goden woonden boven op een berg (nl. de _______________ ) in het
noorden van Griekenland, maar konden naar beneden bij de mensen komen. De goden waren bijna één grote familie en leken uiterlijk en in hun
gedrag op _______________ ( werden verliefd, jaloers of maakten ruzie). Zo waren ze herkenbaar voor de mensen. Het enige verschil was dat
zij eeuwig leefden en voor de orde in de wereld zorgden. Een soort van Bijbel of Koran was er niet. Het leven van de goden werd verteld via
allerlei ___________. (bv. het ontstaan van de Melkweg of de herkomst van de seizoenen). Schrijvers vonden altijd meer mythes uit waardoor
de godenwereld op de duur zeer ingewikkeld werd. Duid hieronder het verband aan voor 3 goden die jij de interessantste vindt:
Naam van de god God van … Herkenbaar aan …

Oppergod
Aphrodite
Regen, bliksem en donder, recht, het lot
Vrouw en zus van Zeus
Apollo Graanhalmen
Huwelijk en vruchtbaarheid vrouw + licht
Broer van Zeus loopt mank
Ares
Zee, overstroming en droogte Hamer
Broer van Zeus
Artemis Echtgenoot van Persephone
God van de onderwereld
Athena Maan en de jacht Staf - bliksemschichten en adelaar

Zoon van Zeus

Demeter Granaatappel en een pauw
Oorlog en geweld
Hades Muziek, kunst, wetenschap Heeft een boog en een lier

Geboren uit schuim van de zee In gevechtskledij

Hephaistos
Liefde en schoonheid speer, gier en slang
Hera Landbouw Boog, pijlenkoker en hinde of gans

Hermes Wijsheid, ambachten en strategie Speer en schild en uil als symbool

Hestia Gezin, haardvuur Drietand, rijdt op paard of dolfi jn

Boodschapper van de goden

Poseidon Vleugeltjs aan de sandalen
Reizigers en handelaars
Zoon van Zeus en Hera Wordt steeds zeer mooi voorgesteld
Zeus Vuur, smeedkunst Appel, schelp en witte duif
Opdracht 6: Hoe gingen de Grieken om met hun goden?

De Grieken vereerden hun goden in __________________ (= huizen van de goden), prachtige

gebouwen waarin een groot standbeeld van die bepaalde god stond. Voor het gebouw stond een
____________ waar men ______________ bracht voor de goden. De tempels waren enerzijds een
__________________ aan de goden, om hen zo _____________ te stemmen, maar de tempels
zorgden anderzijds ook voor _______________ en
______________ voor de polis.

De beleving van de religie gebeurde op 3 niveaus:

____________________ _______________________ _____________________

 Persoonlijke gebeden en  Offers voor de huisgoden  Religieuze feesten
offers  Offers en gebeden bij familie-  Processies
 Vervloekingen en ___________________
magische  Herdenken van overleden  Offers en rituelen bij de tempels
_________________ familieleden