Toets aanpak - onderbouw

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

Maerlant

Toets aanpak

Aardrijkskunde
Inhoud
Aanpak – leren voor de aardrijkskunde toets.........................................................................................2
Hoe begin je op tijd?..........................................................................................................................2
Hoe kan ik leren voor aardrijkskunde?...................................................................................................3
Optie 1: Samenvatting en woordweb maken.................................................................................3
Optie 2: Ouderwets stampen.........................................................................................................4
Optie 3: bekijk aanvullend beeldmateriaal.....................................................................................4
Optie 4:...........................................................................................................................................4
Tips toetsvragen beantwoorden:.......................................................................................................5
Oorzaak-gevolg: wat komt eerst?...................................................................................................5
Vaak moet je op een toets:.............................................................................................................6
Antwoord geven in stappen...........................................................................................................6
Verbanden leggen..........................................................................................................................7
Kaarten en figuren..........................................................................................................................7
Aanpak – leren voor de aardrijkskunde toets.
De eerste tip spreekt voor zich: begin op tijd.

Hoe begin je op tijd?


1. Huiswerk bijhouden;
2. Leer na elke les de begrippen die aan bod zijn gekomen;
3. Leer na elke les de aantekening, als deze is gegeven;
4. Na elk behandelde paragraaf maak je de bijbehorende zelftoets en een
samenvatting/woordweb;
5. Aan het einde van elke paragraaf staan leerdoelen (in het werkboek), geef antwoord
in je eigen woorden op deze leerdoelen;
6. Bekijk de figuren in je leerboek en leg de figuren uit;
Hoe kan ik leren voor aardrijkskunde?
Hieronder bieden wij verschillende leeropties die je kan gebruiken bij het leren voor een
aardrijkskunde toets. Je kan meerdere opties combineren.
Optie 1: Samenvatting en woordweb maken
Voor het vak Aardrijkskunde moet je vaak best lange teksten leren. Het is vaak erg lastig om
deze teksten helemaal uit je hoofd te kennen en dat is in de meeste gevallen ook helemaal
niet de bedoeling. Deze teksten bestaan altijd uit hoofdzaken en verhalen en voorbeelden
die dit ondersteunen. Het is de bedoeling dat je die hoofdzaken leert en de voorbeelden die
erbij horen gewoon goed begrijpt. Deze hoofdzaken zijn op verschillende manieren te
vinden:
 Kijk naar de dikgedrukte begrippen.
 Lees de titels van hoofdstukken en paragrafen extra goed.
 Kijk naar kaarten en figuren.
 Lees eerst de eerste en laatste zinnen van alinea’s (die geven vaak de kern aan).
 Kijk welke zinnen weggelaten kunnen worden zonder dat het verhaal niet meer
kloppend is.
Na het onderscheiden van de hoofd- en bijzaken kan je een samenvatting schrijven of een
woordweb maken.
Voorbeeld woordweb:

Savanne

Hier groeien bomen,


warm en droog

Steppe

Hier groeien geen


bomen, warm en
droog
Landschappen

Toendra Woestijn

Mossen, Heel droog


koud klimaat

Tropisch
regenwoud

Warm en vochtig
Optie 2: Ouderwets stampen.
Stappenplan voor stampen:
1. Leer de begrippen uit je hoofd;
2. Lees de paragrafen en bekijk de figuren;
3. Oefen met de opdrachten uit het werkboek;
4. Maak je de opdrachten digitaal? Vraag aan je docent om je vorige antwoorden te
verwijderen, dan kan je de opdrachten nogmaals oefenen;
5. Laat je overhoren. Aan het einde van de paragraaf staan leerdoelen die als vraag
gesteld kunnen worden.

Optie 3: bekijk aanvullend beeldmateriaal.


Foto’s en video’s opzoeken
Het mooie aan Aardrijkskunde is dat het verschijnselen beschrijft die gewoon in de omgeving
te zien zijn. Als je het soms moeilijk vindt om iets te begrijpen wat in de tekst staat, is het
vaak erg makkelijk om er op internet beeld van te vinden. Dit helpt vaak erg goed om de stof
beter te begrijpen, omdat je er dan echt zelf een beeld van krijgt hoe die dingen werken. Dit
werkt vooral goed bij natuurlijke processen zoals vulkanen en aardbevingen. Ook zijn hier
ontelbare animaties van te vinden op bijvoorbeeld YouTube.
Voorbeeld van YouTube kanalen:
- Graaf Geo
- Aardrijkskunde Bijles
- Aardrijkskunde Kennisclips

Optie 4:
Iedereen heeft een eigen manier van leren. Het is daarom zaak om zelf een manier te
ontwikkelen die voor jou het prettigste werkt. Het volgende stappenplan zou daarbij kunnen
helpen.
Stappenplan:
1. Lees de tekst globaal door;
2. Scheid de hoofd- en bijzaken per paragraaf, schrijf deze op;
3. Leer de begrippen;
4. Schrijf een samenvatting (zie optie 1);
5. Kijk goed naar de figuren en kaarten;
6. Zoek aanvullend beeldmateriaal (zie optie 3).
Tips toetsvragen beantwoorden:

Oorzaak-gevolg: wat komt eerst?

Bevolkingsgroei

Te veel Te weinig

Geld over meer


Vergroening Vergrijzing
mensen verdeeld

Geen geld voor Jongeren moeten


Economische groei
gezondheidzorgs/ kosten pensioenen
neemt af
onderwijs opvangen

Armoede (Kinder)Sterfte Analfabetisme


Vaak moet je op een toets:

1 Verschijnselen/ gebieden met elkaar vergelijken


Voorbeeld: Waarom wonen er meer mensen in de Randstad dan in Limburg?
Wat zijn de gevolgen van deze verschillen?

2 Relaties leggen tussen gebieden of verschijnselen


Voorbeeld: Wat voor gevolgen heeft het afsmelten van het landijs op Groenland
op de zeespiegelstijging?

3 Veranderen van ruimtelijke schaal.

Lokaal = Plaats (Brielle)


Regionaal = Regio, provincie (Zuid-Holland)
Nationaal = Land (Nederland)
Continentaal = Werelddeel (Europa)
Mondiaal = De hele wereld

Antwoord geven in stappen

Soms word je gevraagd in een examenvraag een verklaring te geven in stappen. Dit betekent
dat je duidelijke structuur in je antwoord moet aangeven (in stappen, dat mogen er ook
twee of vier stappen zijn). Een voorbeeld van een stapsgewijze redenering is:
(1) warme lucht stijgt op
(2) en koelt af
(3) er treedt condensatie op
(4) waardoor wolken ontstaan
Verbanden leggen
Het is vaak onmogelijk en niet de bedoeling om een tekst helemaal uit je hoofd te leren.
Toch is er een manier om grip te krijgen op deze lappen tekst. Wanneer je inzicht hebt in de
hoofdzaken en belangrijke begrippen van de stof, kan je deze vervolgens aan elkaar
verbinden. Dit doe door van de begrippen en hoofdzaken in je eigen woorden een kloppend
verhaal te maken.
Voorbeeld:
Begrippen
- Geboortecijfer – Het aantal kinderen dat een vrouw gemiddeld krijgt in een land
- Sterftecijfer – Het gemiddeld aantal mensen dat dood gaat in een land
- Bevolkingsgroei – De mate waarin de bevolking van een land groeit
Verband:
In Afrika ligt het geboortecijfer erg hoog. Vrouwen krijgen daar soms wel 8 kinderen. Dit
heeft verschillende oorzaken zoals: armoede, religieuze invloeden en gebrek aan
anticonceptie en seksuele voorlichting. Doordat ook in veel gebieden in Afrika de medische
zorg iets verbetert, gaat het sterftecijfer wat omlaag. Dit heeft bevolkingsgroei tot gevolg,
omdat er meer mensen geboren worden dan er sterven.

Kaarten en figuren
Aardrijkskunde is bij uitstek een vak waar kaarten en figuren een belangrijke rol spelen. Vaak
geven deze kaarten en figuren een goed overzicht van de tekst. Je kunt deze dan ook heel
goed gebruiken om te kijken of je echt snapt wat er in de tekst staat. Deze kaarten en
figuren geven vaak schematisch weer wat er in de stof staat. Wanneer je deze met aandacht
bekijkt en vervolgens snapt, kun je ervan uit gaan dat je ook begrijpt wat er in de tekst staat.
Bekijk figuur 1. Je ziet hier de ligging van tropische regenwouden. Vraag jezelf af:
1. Wat is een tropisch regenwoud?
2. Waarom liggen daar tropische regenwouden? (Denk aan: ligging t.o.v. de evenaar en
de soorten regen die daar voorkomt

Figuur 1: ligging van tropische regenwouden

You might also like