Gebruiksaanwijzing

iU22Echografiesysteem
Software voor de harde schijf: 4535 612 64391

4535 612 63601 Rev A 30 maart 2006

Informatie over deze gebruiksaanwijzing

Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie die toelichting geeft bij bepaalde reacties van
het systeem die tot misverstanden kunnen leiden of problemen kunnen veroorzaken.
Neem de gebruiksaanwijzing door en bewaar een exemplaar bij de handleidingen van het
systeem. Zo nodig kunt u een exemplaar van de gebruiksaanwijzing ophangen bij het
echografiesysteem.

Toepassing
Wanneer u de X3-1 matrix-transducer gebruikt voor Abdominal, OB, GI en Fetal Echo-
toepassingen dient u de instellingen te gebruiken die worden vermeld op pagina 10 van
dit document.

Berekeningen
• Er is vereffening toegepast op de Westerway-gegevens in tabelvorm die zijn
gepubliceerd in de ASUM 2001-richtlijnen voor het produceren van de grafieken die
in dat artikel zijn gepubliceerd. N.B. Als gevolg van deze vereffening is het mogelijk
dat de correlatie tussen de tabel gegevens en de grafiek niet altijd exact is. De
vereffening maakt gebruik van een best passende curve op basis van een polynoom
van de tweede orde. Dr. Westerway heeft de weergave van de gegevens op het iU22-
systeem persoonlijk goedgekeurd.
• Wanneer u de OB-auteurs in de instellingen wijzigt tijdens een actief onderzoek
worden de wijzigingen pas doorgevoerd na afloop van het betreffende onderzoek.
Om de OB-auteurs voor het huidige onderzoek te wijzigen, drukt u op Report, klikt
u op Edit Report en selecteert u auteurs op de menu's.
• Bij gebruik van aangepaste vergelijkingen kan het gebeuren dat het systeem de
resultaten van bepaalde berekeningen omrekent in andere eenheden dan de
eenheden die zijn gekozen bij publicatie van de berekening. Wij adviseren om te
letten op de eenheden die worden gebruikt in de resultaten van aangepaste

1
 vergelijkingen. Deze wijziging is niet altijd gebaseerd op voorkeuren in de instellingen.
Een volume kan bijvoorbeeld worden weergegeven in cm of mm (afhankelijk van de
selectie in de instellingen), maar de stroom wordt altijd weergegeven in ml/min,
ongeacht de eenheden die zijn gespecificeerd in de aangepaste vergelijking. Het
systeem geeft een nauwkeurig resultaat weer, zelfs als de eenheden anders zijn dan u
verwacht. Voor het eindresultaat rekent u eenvoudig de eenheden om. Om een
ander voorbeeld te geven: neem de vergelijking voor de foetusleeftijd voor het HDI
5000-systeem, gebaseerd op de BPD van Hadlock (1982). Bij gebruik van deze
vergelijking op het iU22-systeem moet u de invoerwaarden door 10 delen en de
uitvoerwaarde met 7 vermenigvuldigen.
• Wanneer u onderzoeksgegevens van O&G exporteert als een DICOM-
gestructureerd rapport of door gebruik te maken van de seriële gegevensuitgang,
worden de symbolen voor kleiner dan (<) en groter dan (>) weggelaten bij gegevens
van de Brenner en Williams EFW-tabellen. Bijvoorbeeld, een waarde van “<25%tile”
wordt “25%tile”. De DICOM-standaard kent geen manier om een waarde aan te
geven die buiten het bereik is.

DICOM-taken
Als het systeem is ingesteld om de werklijst aan het eind van elk onderzoek bij te werken,
wordt de werklijst niet bijgewerkt als u op End Exam op het bedieningspaneel drukt.
Klik op End Exam op het formulier Patient Data om het onderzoek te beëindigen en
de werklijst bij te werken. Om de bijgewerkte werklijst te bekijken nadat u op End
Exam op het bedieningspaneel drukt, sluit u het formulier Patient Data en opent u dit
opnieuw.

Dvd
• Er zijn wijzigingen aangebracht aan de dvd-informatie na het samenstellen van de
iU22 Help. Actuele informatie over de dvd-functies vindt u in “Gebruik van het dvd-
station” in de sectie “Gebruik van het systeem” van de Gebruikershandleiding op de cd
met gebruikersinformatie.

2 4535 612 63601

• Vanwege compatibiliteitsproblemen tussen verschillende typen en merken media en
dvd-stations is het mogelijk dat dvd's die zijn gemaakt op het systeem of op andere
apparaten onleesbaar zijn op sommige computers. Nieuwere dvd-stations hebben
linksonder op de hoek een etiket om het model te identificeren. Gebruik deze
aanbevelingen als u op uw systeem opnames maakt op dvd-media:
– Gebruik Maxell- of TDK 4x DVD+RW-media (Philips-onderdeelnummer voor
één schijf, 453561132061) voor systemen met een dvd-station zonder alfabetisch
etiket (A-D).
– Gebruik Maxell- of TDK 4x DVD+RW-media (Philips-onderdeelnummer voor
één schijf, 453561132061), Sony 8x DVD+R-media (Philips-onderdeelnummer
voor één schijf, 453561150911), of Maxell 8x DVD+R-media (Philips-
onderdeelnummer voor één schijf, 453561150961) voor systemen met een dvd-
station met een D-etiket.
• Patiëntenbestanden in DICOM Monochrome-indeling die geëxporteerd zijn naar een
dvd kunnen niet opnieuw worden geïmporteerd op de harde schijf van het systeem.
Alleen RGB-beelden kunnen opnieuw worden geïmporteerd. Om DICOM-gegevens
opnieuw van een dvd op de harde schijf van het systeem te kunnen importeren, heft
u vóór u de gegevens vormt de selectie op van de instelling Monochrome op het
tabblad Printer/Capture van de instellingen voor Print/Network. Een beeld dat
wordt gevormd zonder dat Monochrome is geselecteerd, is automatisch een RGB-
beeld. Dit verandert niet wanneer later, vóór exporteren van het beeld,
Monochrome wordt geselecteerd. Als een beeld echter wordt gevormd terwijl
Monochrome geselecteerd is, wordt het beeld niet automatisch omgezet in een
RGB-beeld wanneer u later de selectie van Monochrome opheft.

Beeldvorming
• De contrast-timer kan niet worden geactiveerd of uitgeschakeld tijdens Cineloop-
weergave van opgeslagen lussen. De timer is echter beschikbaar tijdens weergave van
niet-opgeslagen lussen (druk op Freeze en vervolgens op Cine Play). Ook
verdwijnt de timer van het scherm als u tijdens het vastleggen van beelden op
Contrast Timer drukt om de weergegeven timer te resetten, maar de timer blijft
tijdens de weergave wel op de vastgelegde lus.

3 4535 612 63601

• In M-mode-stand-by zijn op het 2D-beeld kamvormige artefacten te zien. Dit is
normaal in deze modus. De artefacten verschijnen doordat het systeem het M-mode-
stand-by-beeld aanmaakt met behulp van een methode die geoptimaliseerd is voor M-
mode-beeldvorming. Bij 2D-beeldvorming wordt een methode gebruikt die
geoptimaliseerd is voor 2D.
• Wanneer u een onderzoek aanmaakt met een Cineloop-sequentie en dit zonder
compressie op een dvd opslaat, kunt u dit onderzoek niet openen wanneer u het van
de dvd importeert. Omdat het systeem geen import van niet-gecomprimeerde
Cineloop-sequenties ondersteunt, dient u ervoor te zorgen dat alle sequenties die
naar een dvd worden geëxporteerd, gecomprimeerd zijn. Dit doet u door voordat u
naar een dvd exporteert, een andere Clip-waarde dan Uncompressed te
selecteren in het vakje Compression op het tabblad Printer/Capture van de
instellingen voor Print/Network.

Gegevens importeren en exporteren

• Met behulp van Send Report op het scherm Review Exam wordt het rapport
naar een printer gezonden en worden er geen gestructureerde rapportgegevens naar
een PACS gezonden.
• Als u een dvd-pictogram selecteert terwijl het systeem bezig is met het exporteren
van onderzoeken naar media worden de bedieningselementen tijdelijk uitgeschakeld.
De bedieningselementen worden opnieuw geactiveerd nadat de export voltooid is.
• Het systeem neemt de Doppler-correctiehoek op in lussen die worden geëxporteerd
in het oorspronkelijke bestandstype, maar niet in lussen die worden geëxporteerd als
samengestelde gegevens. Wanneer u lussen exporteert die Doppler-gegevens
bevatten, adviseren wij om de lus in het oorspronkelijke bestandstype te exporteren.
• Wanneer u een onderzoek importeert, leidt onderbreken en hervatten van het
importeren ertoe dat het importeren mislukt, waarbij het systeem een bericht
weergeeft met de melding dat er ongeldige of beschadigde DICOM-objecten zijn. Om
het importeren in deze situatie opnieuw te starten, wist u het gedeeltelijk
geïmporteerde onderzoek van de harde schijf en importeert u het onderzoek
opnieuw.

4 4535 612 63601

• Na het importeren van een 3D-gegevensset van een cd of dvd is het mogelijk dat de
oriëntatie van de volumeweergave verschilt van de standaardoriëntatie. Om de
oriëntatie te herstellen, raakt u Reset Orientation aan of draait u aan een van de
Rotate-knoppen.

Modaliteitenwerklijst
Als de gedownloade patiëntengegevens op de werklijst niet de meeste recente gegevens
zijn, raakt u Update Worklist aan om de meest recente patiëntengegevens te
downloaden van de server. Als de gegevens in het echografiesysteem up-to-date zijn, kunt
u voor het zoeken naar een patiënt het best Find op het tabblad Worklist gebruiken.
Kies een zoekparameter uit de lijst op het tabblad Worklist, typ de waarde voor de
betreffende parameter in en selecteer het onderzoek. Deze zoekmethode kan alleen
worden gebruikt voor de werklijst die op het systeem is gedownload. Als de
patiëntengegevens zich niet in het systeem bevinden, gebruikt u Patient Search om op
het netwerk te zoeken. Deze zoekmethode vergt meer tijd.

Patiëntenonderzoeken
• Nadat u wijzigingen hebt aangebracht aan het Patient Data-formulier en dit hebt
gesloten, kan het Patient Data-formulier opnieuw verschijnen als het sluiten lang
heeft geduurd. Hetzelfde kan gebeuren met de instellingen. Na het afsluiten van het
instellingenscherm kan dit opnieuw verschijnen. Om deze schermen te verwijderen,
drukt u nog twee keer op de betreffende toets, Patient Data of Setup.
• Nadat u Protocol aanraakt of op de Quick Save-toets drukt, kan het Patient
Data-formulier verschijnen. Om het Patient Data-formulier te verwijderen,
selecteert u het gewenste protocol of gaat u verder met het aanmaken van een Quick
Save-voorinstelling, naargelang de situatie.
• Wanneer patiëntbestanden worden gemaakt met dezelfde patiëntnaam en hetzelfde
patiënt-id-nummer, dan neemt het tweede patiëntbestand de geboortedatum
(Geb.dat.) van de eerste patiëntbestanden over. Om deze duplicatie te vermijden,
dient u ervoor te zorgen dat individuele patiëntbestanden uniek zijn qua patiëntnaam
of qua patiënt-id-nummer.

5 4535 612 63601

Fysio
• Controleer of u een goed fysio-signaal ziet bij het uitvoeren van getriggerd
vastleggen, zoals Full Volume 3D. Zonder goed signaal kan het systeem een
foutbericht weergeven. Als dit gebeurt, schakelt u het systeem uit en start u het
vervolgens opnieuw op.
• Wanneer het systeem geen R-golven detecteert en het type vast te leggen lus wordt
ingesteld op Beats (gewoonlijk bij Stress Echo- en Tissue-voorinstellingen) legt het
systeem standaard beeldsequenties vast van elk één seconde, ongeacht de
instellingen voor Live Capture Type. Dit is normaal.

Afdrukken
Als u een monochroom beeld afdrukt terwijl er een Chroma-kaart geselecteerd is, zendt
het systeem het beeld naar de kleurenprinter. Als u een monochroom beeld afdrukt
terwijl er een Chroma-kaart geselecteerd is, zendt het systeem het beeld naar de
kleurenprinter. Dit is normaal. Om te zorgen dat zwart-witbeelden naar de zwart-
witprinter worden gezonden, zet u Chroma op Off.

Geavanceerde meetsoftware van QLAB

• Voor verschillende talen kent het Help-bestand bij de QLAB-software verscheidene
problemen met koppelingen in het venster Contents (Inhoud) en in de lijst Related
Topics (Verwante onderwerpen) (te vinden aan het einde van elk onderwerp). Klik
voor het bepalen van een onderwerp op het tabblad Search (Zoeken) en voer de
titel van het onderwerp precies zo in als in het venster Contents (Inhoud) of in de
lijst Related Topics (Verwante onderwerpen) wordt weergegeven.
• Het bijsnijden van lussen in het oorspronkelijke bestandstypen kan verschillen tussen
QLAB en Review op het systeem, met als gevolg extra frames aan het eind van de lus
in de QLAB-weergave.
• In de QLAB-plug-ins wordt in de gebieden met patiëntengegevens aan de bovenkant
van het scherm alleen -NA- weergegeven. Dit is normaal.
• Wanneer u werkt met SQ- of de ROI-plug-in dient u geen curven te gebruiken die
zijn gebaseerd op gegevens waarvoor bij de beeldvorming aliasing of kleuren-baseline-
verschuivingen zijn gebruikt. Metingen die zijn uitgevoerd op dergelijke gegevenssets
zijn onnauwkeurig.

6 4535 612 63601

Review
• Wanneer er een Tissue Doppler Imaging M-mode-lus of PW Doppler-lus wordt
geladen in Review geeft het systeem aanvankelijk alleen de eerste 10 beelden weer.
Om de resterende beelden weer te geven, gebruikt u de trackball om door de lus te
schuiven.
• Wanneer u een of meer onderzoeken selecteert in Review en deze importeert van
of exporteert naar een dvd of een netwerkarchief, wordt de systeemstatus niet
bijgewerkt van “Pending” naar “Pause”, zelfs als de onderzoeken werkelijk worden
onderbroken.
• Als tijdens de weergave de 4:1-lay-out geselecteerd is, zijn meetlabels die het menu
Review Layout bedekken, niet beschikbaar. Om te zorgen dat het meetlabel
beschikbaar is, selecteert u 1:1 op het menu Review Layout en voert u de
beoordeling in die indeling uit.
• Er zijn wijzigingen aangebracht aan de Append to Study-functie na het samenstellen
van de iU22 Help. Actuele informatie over deze functie vindt u in “Gegevens aan een
onderzoek toevoegen” in de sectie Review van de Gebruikershandleiding op de cd met
gebruikersinformatie.

Instellingen
• Wanneer u ongeldige tekens invoert in de instellingen voor tijd en datum op het
tabblad Header van de System Settings worden sommige tekens weergegeven en
vervolgens gewist, maar worden andere tekens helemaal niet weergegeven. Er kan
een ongeldige datum worden weergegeven in de instellingen, maar deze wordt niet
ingevoerd wanneer u de instellingen afsluit. Nadat u een datum hebt gewijzigd en op
Done klikt, dient u steeds de datum op het beeldvormingsscherm te controleren.
• Wanneer de naam van de instelling wordt gewijzigd in de instellingen wordt als naam
van de instelling die wordt geëxporteerd met de DICOM-gegevens altijd de naam
gebruikt die wordt weergegeven op het moment van beëindiging van het onderzoek.
Philips adviseert om het systeem opnieuw op te starten na wijzigen van de naam van
de instelling.

7 4535 612 63601

• Als u zich vergist bij het invoeren van gegevens om een nieuw apparaat aan te maken
in de instellingen en vervolgens op Verify klikt, is het mogelijk dat Edit niet
beschikbaar is. Om Edit opnieuw beschikbaar te maken, selecteert u het apparaat.

Storage Commit
Wanneer u een Commit-server aanmaakt en selecteert terwijl Delete Archive Exams
geselecteerd is in de instellingen, wordt de selectie van Delete Archive Exams
ongedaan gemaakt.

Uitschakelen van het systeem

Nadat u op de On/Standby-schakelaar hebt gedrukt, verdwijnt het beeld tijdens het
uitschakelen enkele seconden van het scherm. Vervolgens verschijnt het beeld een
ogenblik opnieuw, waarna het permanent van het scherm verdwijnt. Uitschakelen met
behulp van de aan/uitschakelaar aan de achterkant van het systeem of door de stekker uit
het stopcontact te trekken voor het systeem de uitschakelprocedure voltooid heeft, kan
leiden tot beschadiging van de harde schijven. Om er zeker van te zijn dat het systeem
volledig wordt uitgeschakeld, wacht u tot de LED knippert of uit is en u de ventilators
niet meer kunt horen. Het is een goede gewoonte om nadat het scherm zwart wordt 5
seconden te wachten voordat u de aan/uit-schakelaar op uit zet.

Transducers
• Wanneer er een gemotoriseerde transducer geselecteerd is, kan het starten van
dubbele beeldvorming en vervolgens afkoppelen van de transducer terwijl deze bezig
is met kalibreren ertoe leiden dat het systeem niet meer werkt. Om dit probleem te
verhelpen, schakelt u het systeem uit en start u het opnieuw op.
• Het afkoppelen van een actieve gemotoriseerde transducer kan leiden tot afwijkend
gedrag, zoals een trage werking en het toelaten van moduswijzigingen terwijl deze
geblokkeerd dienen te zijn. Om dit probleem te verhelpen, schakelt u het systeem uit
en start u het opnieuw op.
• Als u te veel druk uitoefent bij het scannen met een gemotoriseerde transducer kan
dit leiden tot vervorming van de akoestische lens en het bewegen van de array
belemmeren, wat leidt tot een foutbericht. Wanneer de druk wordt verlaagd,
kalibreert het systeem de transducer opnieuw en wordt de beeldvorming hervat. U
dient te vermijden te veel druk uit te oefenen bij het gebruik van een gemotoriseerde
transducer.

8 4535 612 63601

• Als u een actieve gemotoriseerde 3D-transducer afkoppelt tijdens Live 3D- of 4D-
beeldvorming en vervolgens het dialoogvenster Reselect Transducer wegklikt voor u
de transducer opnieuw aansluit, wordt het systeem buiten werking gesteld. Om het
systeem opnieuw in werking te stellen, zet u het systeem uit met de aan/uit-schakelaar
aan de achterkant, wacht u 30 seconden en start u het vervolgens weer op.
• Als er een niet-ondersteunde transducer als enige transducer wordt aangesloten op het
systeem terwijl dit bezig is met opstarten, blijft het aanraakscherm leeg en wordt het
systeem buiten werking gesteld. Om het systeem opnieuw in werking te stellen, koppelt
u de transducer los, drukt u op On/Standby en start u het vervolgens opnieuw op.
• Als u tijdens Dual-beeldvorming een actieve gemotoriseerde transducer afkoppelt
terwijl deze bezig is met kalibreren, wordt het systeem buiten werking gesteld. Om
het systeem opnieuw in werking te stellen, koppelt u de transducer los, drukt u op
On/Standby en start u het vervolgens opnieuw op.
• Als een S7-2omni-transducer wordt afgekoppeld terwijl de motor bezig is met het
draaien van de beeldvormings-array verschijnt er een foutbericht. (De motor is actief
wanneer u op de array-rotatieknoppen op de transducer drukt of Up, Down of
Seek Angle op hetTEE-aanraakscherm aanraakt.) Om dit probleem te verhelpen,
klikt u op OK en selecteert u een andere transducer.
• Het systeem geeft geen pictogram voor een ongeldige transducer weer wanneer er
een niet-ondersteunde transducer of transducer met adapter wordt aangesloten.
• Als de L17-5-transducer wordt geselecteerd voor de C9-4-transducer wordt
gebruikt, leidt verkleining van de sectorhoek terwijl SonoCT-beeldvorming aan staat
en vervolgens naar rechts sturen tot weergave van verkeerde gegevens en verkeerde
versterking aan de rechterkant van het beeld.
• De berekening van de gemotoriseerde 3D-framefrequentie is onjuist voor de 3D6-2-
en de 3D9-3v-transducer. De weergegeven framefrequentie is iets hoger dan de
werkelijke framefrequentie. Dit verschil heeft geen invloed op de klinische evaluatie
van het onderzoek voor een patiënt.

Spraakbesturing
Het systeem biedt geen spraakbesturing voor het gebruik van 3D- of Stress Echo. In een
latere update van het systeem zal spraakbesturing voor deze functies wel worden
ondersteund.

9 4535 612 63601

Optimale instellingen voor toepassingen voor Abdominal, GI, OB en
Fetal Echo met de X3-1-transducer
Tabel 1 Instellingen voor Abdominal X3-1
2D-bedieningselementen Instellingen
XRes On
Harmonics On
2D Opt HGen
Depth 11 cm
Physio Off
RT/LT Invert On
Compression 72
Persistence High
Gray Map 5
Chroma 1
Color Map 4
PW/CPA Niet beschikbaar

10 4535 612 63601

 Tabel 2 Instellingen voor OB/GI X3-1
2D-bedieningselementen Instellingen
Power OB: MI < 1,0 TIB
GI: Default MI/TIS
ECG Off: er wordt een enkele,
snelle sweep weergegeven
(1 s)
On: voor Live Full Volume
kan ECG worden
gesimuleerd
Cine Retrospective, 3 s
2D
Depth 12 cm
RT/LT Invert On
Gray Map 5
Persistence Medium
XRes On
THI On
2D Opt HGen
Chroma Off
3D
Vision F
Density Medium
XRes On
HD Zoom Bij Live 3D wordt hiermee
het gezichtsveld vergroot,
maar xPlane werkt dan niet
Smooth 5
Brightness 30

11 4535 612 63601

 Tabel 2 Instellingen voor OB/GI X3-1 (Vervolg)
2D-bedieningselementen Instellingen
Gain 45
Compression 55
Color
Vision A
Map 4
Flow Opt Low
Scale Lowest (15.4)
Persistence Medium
Smoothing Medium

Tabel 3 Instellingen voor Fetal Echo X3-1

2D-bedieningselementen Instellingen
XRes On
Harmonics On
2D Opt HGen
2D Gain 59%
TI TIS
2D PRF High
Compression 70
Persistence Med
Gray Map 5
Chroma Map 5
Monitor 2
Calculation Package Fetal Echo
Annotation Package Card Adult

12 4535 612 63601