Opgaven Radar-plot cursus

1. Gegeven: Van de echo’s van een vaartuig A werd op het radarscherm waargenomen:
Te 13:45 radarpeiling 082°, afstand 10,0 M
Te 13:48 radarpeiling 081°, afstand 8,5 M
Te 13:51 radarpeiling 080°, afstand 7,0 M
(veronderstel dat het eigen schip gedurende deze waarnemingen koers en vaart
behoudt)
Gevraagd:
De kortste afstand (nearest approach) en het tijdstip waarop deze kortste afstand
wordt bereikt, indien het eigen vaartuig koers en vaart zou houden.

2. Gegeven: Eigen ware koers 040°, eigen vaart 12 knopen.

Van de echo’s van een vaartuig A werd op het radarscherm waargenomen:
Te 06:00 radarpeiling 068°, afstand 9,2 M
Te 06:02½ radarpeiling 067°, afstand 8,3 M
Te 06:05 radarpeiling 066°, afstand 7,4 M
Gevraagd:
a. De kortste afstand en het tijdstip waarop deze kortste afstand wordt bereikt, indien
het eigen vaartuig koers en vaart zou houden.
b. Ware koers en vaart van het vaartuig A en het aspect te 06:05.

3. Gegeven: Eigen ware koers 040°, eigen vaart 6 knopen.

Van de echo’s van een vaartuig A werd op het radarscherm waargenomen:
Te 12:10 radarpeiling 357°, afstand 9,5 M
Te 12:15 radarpeiling 356°, afstand 8,5 M
Te 12:20 radarpeiling 355°, afstand 7,6 M
Gevraagd:
a. Wat zou de kortste afstand tot A worden indien het eigen schip koers en vaart zou
houden en op welk tijdstip zou deze afstand bereikt worden?
b. Ware koers en vaart van het voertuig A en het aspect te 12:20.

4. Gegeven: Eigen ware koers 140°, eigen vaart 4 knopen.

Van de echo’s van een vaartuig A werd op het radarscherm waargenomen:
Te 13:15 radarpeiling groen 235°, afstand 8,0 M
Te 13:22½ radarpeiling groen 233°, afstand 6,8 M
Te 13:30 radarpeiling groen 230°, afstand 5,7 M
Gevraagd:
a. Wat zou de kortste afstand tot A worden indien het eigen schip koers en vaart zou
houden en op welk tijdstip zou deze kortste afstand bereikt worden?
b. Ware koers en vaart van het vaartuig A en het aspect te 13:30.

1
Opgaven Radar-plot cursus MIWB

5. Gegeven: Eigen ware koers 220°, eigen vaart 8 knopen.

Van de echo’s van een vaartuig A werd op het radarscherm waargenomen:
Te 14:00 ware peiling 147°, afstand 8,4 M
Te 14:07½ ware peiling 147°, afstand 5,8 M
Te 14:15 ware peiling 147°, afstand 3,2 M
(Veronderstel dat het eigen schip gedurende deze waarnemingen koers en vaart
behoudt).
Gevraagd:
a. De kortste afstand tot het vaartuig A en het tijdstip waarop deze kortste afstand
wordt bereikt, indien het eigen schip koers en vaart zou houden.
b. Ware koers en vaart van het vaartuig A en het aspect te 14:07½.

6. Gegeven: Eigen ware koers 280°, eigen vaart 8 knopen.

Van de echo’s van een vaartuig A werd op het radarscherm waargenomen:
Te 05:00 ware peiling 300°, afstand 9,1 M
Te 05:07½ ware peiling 298,°5, afstand 8,1 M
Te 05:15 ware peiling 297°, afstand 7,1 M
Gevraagd:
a. De kortste afstand tot het vaartuig A en het tijdstip waarop deze kortste afstand zou
worden bereikt, indien het eigen schip koers en vaart zou houden.
b. Ware koers en vaart van het vaartuig A en het aspect te 05:15.