Anafylaxie

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 7

Geldig tot maart 2016

Protocol Anafylactie
Samengesteld door:
R. Korstanje
E.S. Durga
N. Dassasingh

Snelle herkenning en
optimale behandeling van een anafylactische reactie.

Door snelle herkenning


kan een anafylactische re- Anafylactie wordt ge-
actie snel behandeld wor- definieerd als een ¨ernstige, le-
den en shock voorkomen vensbedreigende gegeneraliseer-
worden. de of systemische hypersensitieve
reactie. Deze gaat doorgaans ge-
paard met dyspnoe, stridor en/of
hypotensie. Anafylactische reac-
ties zijn immuungemedieerd door
IgE, IgG of immuuncomplexen
(1). Risicofactoren voor aan anafy-
lactische reactie zijn vroegere
anafylactische reacties, astma,
atopie en het gebruik van bèta-
blokkers.

De incidentie van anafylactie is aan het stijgen. Met name in de jon-


gere leeftijdsgroepen (onder 5 jaar) is de incidentie van anafylacti-
sche shock aan het stijgen, waarbij voedsel de meest voorkomende
trigger is. (2) Astma is een gekende risicofactor voor anafylactie. In
Australië is de incidentie van door voedsel veroorzaakte anafylactie
in de leeftijdscategorie tot 5 jaar 9,4 per 100.000 inwoners.
Een bedenking bij deze cijfers is dat allergieën vooral stijgende zijn
in de westerse wereld dus dat het cijfer in Suriname waarschijnlijk
lager zal liggen.
Anafylactie is een gegeneraliseerde reactie waarbij verschillende symptomen kunnen pas-
sen. Klinische criteria voor de diagnose van anafylactie zijn (1):

Anafylactie is erg waarschijnlijk indien er aan 1 van de volgende 3 criteria kan worden vol-
daan:
1) Acuut begin en verloop van de ziekte (minuten tot een paar uur) met betrokkenheid van
de huid, mucosa of beide (Bijv. urticaria, pruritus of flushing, gezwollen lippen, tong of
uvula). En daarbij minimaal 1 van de volgende
a) Respiratoire symptomen (bijv. dyspnoe, bronchospasme, stridor of hypoxie)
b) Cardiovasculaire symptomen (bijv. Hypotensie of collaps)
2) Twee of meer van de volgende welke plaatsvinden na aanraking met een waarschijnlijk
allergeen voor die patiënt:
a) Huid en/of mucosale klachten (urticaria, jeuk, flushing of zwelling)
b) Respiratoire klachten ( dyspnoe, stridor, bronchospasme, hypoxie)
c) Cardiovasculaire symptomen (hypotensie, collaps)
d) Persisterende gastro-intestinale klachten (krampende buikpijn, braken)
3) Hypotensie na aanraking van een gekend allergeen voor die patiënt (minuten tot uren).
Hierbij wordt hypotensie bij kinderen als volgt gedefinieerd:
1 maand tot 1 jaar: Een systolische druk van <70mmHg
1 tot 10 jaar: Een systolische druk van <70 + (2xleeftijd)
11 tot 17 jaar: Een systolische druk van <90 mmHg

Groep %
Voedsel 57% Vis, koemelk, noten, ei, fruit, groenten.
Medicamenten 11% NSAID´s, antibiotica, spierontspanners
Gif 11% Bijengif, wespengif
Inspanningsgebonden 9%
Vaccinaties 2%
Additieven 1% Glutamaat
Specifieke immunotherapie 1%
Latex 1%
Idiopathisch 6%
Page 3

Flowchart anafylactie
Page 4

 Klachten vb huiduitslag, jeuk, loopneus enz.


 Begin klachten, aard, verloop ect.
 Uitlokkende factor.
 Medicatie gebruik, laatste vaccinatie, voeding, huis-
dieren, woon situatie.
 Voorgeschiedens: allergie, astma of andere ziekten
 Familie anamnese: astma, allergie en andere ziekten.

-VBB + differentiatie, vaststellen of er een eosinofilie is.


-Hiernaast zijn er nog andere testen die je kan doen, maar deze zijn niet beschikbaar in Su-
riname.

-Huidpriktesten met verschillende allergenen om de oorzaak te kunnen vaststellen.


Page 5

 Vasovagale collaps
 Astma exacerbatie
 Anafylactoide reactie
 Ander oorzaken van shock→ vb. Hypovolemische shock, cadiogene shock, septische
shock, etc.
 Longembolie
 Hereditair angio-oedeem

Nadat een patiënt voor de eerste keer een anafylactische shock heeft gehad moeten er een
aantal stappen worden ondernomen. In de eerste plaats moet er een epinefrine auto-
injector worden voorgeschreven en het juiste gebruik hiervan moet worden uitgelegd aan
de patiënt en zijn/haar familie en omgeving. Ook moet er als het allergeen onbekend is
worden gezocht naar de veroorzaker van de anafylactische reactie. Indien deze gekend is
moet met de patiënt en omgeving worden besproken hoe het allergeen vermeden kan wor-
den. Vooral educatie van de patiënt en de omgeving is zeer belangrijk om ernstige reacties
in de toekomst te vermijden (5). Tegenwoordig kan er voor sommige allergenen een hypo-
sensibilisatie worden toegepast, al is dit niet beschikbaar in Suriname

 Verwijder de blauwe veiligheidsdop van de epipen.


 Stoot het oranje gedeelte van de epi-pen in één
beweging tegen het dijbeen. Je hoort een klik,
houdt het dan 10 seconden vast.
 Verwijder de epi-pen en wrijf 10 seconden over de
plek.
 Ga zo snel mogelijk naar een SEH/arts.
Page 6

Worden systemische toegepast bij symptomatische behandeling van allergische aandoenin-


gen die berusten op het vrijkomen van antihistamine. vb allergische rhinitis en conjunctivi-
tis, eczeem, urticaria en dermatosen berusten op allergie, geneesmiddelenexantheem, voe-
dingsmiddelen allergieën, anafylactische shock.
Kies eerder voor een niet sederende (tweede generatie) antihistaminicum (1).
 : (niet sederend)
1-2jaar: 0.5mg/kg/dag (2 doses, max 5mg)
2-6jaar: 5mg/dag(2doses)
6-12jaar: 10mg/dag(2doses)
12-18jaar: 10mg/dag (1dosis).
 )→ is een langwerkend antihistaminicum met een zwak sederende
effect: 1-18jaar 25-50 µg/kg/dosis (max 2dd) (IV, IM)

Intra musculair (IM) is eerste keus bij anafylactische reactie


zuigelingen en kinderen: 0.01mg/kg (max 0.5mg in kinderen van >50kg) IM, liefst in de M.
vastus lateralis--> dijbeen). Kan na 5 tot 15 minuten herhaald worden.
Epinefrine IV: Alleen op indicatie geven en liefst in de IC. Dosering 0.1-1 microgram/kg/
min.
Epinefrine auto injecties→ kinderen 0.15mg (> 15kg) en volwassen 0.3 mg. Is niet altijd
beschikbaar in onze apotheek. (Beschikbaar bij apotheek Soma)

Corticosteroïden worden enkel ter ondersteuning gebruikt bij de behandeling van anafylac-
tische shock.
 1mnd-18jaar 4mg/kg/dosis IV. Maximum 100mg/dosis.
 1mnd-18jaar 1mg/kg, éénmalig IV/IM , Max 25mg.
Page 7

Het gebruik van zowel antihistaminica en corticosteroïden bij de behandeling van anafy-
lactische shock staat ter discussie. De algemene consensus is dat ze nooit als eerste-lijns
geneesmiddel moeten worden gebruikt bij anafylactie. Enkel epinefrine is geschikt als
eerstelijns geneesmiddel bij anafylactische shock.








You might also like