Inleiding tot het recht Samenvatting 30 Apr

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 37

Inleiding tot het recht Samenvatting

❖ Wat is recht?
➢ Kenmerken en definitie van het recht
▪ Kenmerken
• Heeft als functie → Samenleving te ordenen.
• Wordt opgelegd door de samenleving
 Parlement
• Afgedwongen door de samenleving
 Wordt afgedwongen door straffen → Boetes, gevangenisstraffen, etc…
 Rechtbanken, politie
• Niet hetzelfde als → Conventionele, religieuze of morele regels.

▪ Soorten regels
• Gedragsregels
 Regels die het gedrag van de leden van de samenleving ordenen.
• Toepassingsregels en -structuren (Rechtsbescherming)
 Het recht moet voor bepaalde regels en structuren zorgen waarmee de
toepassing van die gedragsregels kan worden afgedwongen. Een voorbeeld van
dergelijke structuur is de gerechtelijke organisatie.
 Rechtsbescherming werkt in 2 richtingen, zowel als slachtoffer en beschuldigde
• Regels voor maken en wijzigen recht
 De juridische gedragsregels zelf, en de regels en structuren voor de toepassing
ervan liggen ten slotte niet voor altijd vast. Om dit veranderingproces goed te
laten verlopen, bestaan er ook regels en structuren die bepalen hoe de
juridische gedragsregels en de toepassingsregels en –structuren kunnen worden
gewijzigd of afgeschaft.

▪ Definitie van het recht


• Geheel van afdwingbare regels,
 Die het menselijk handelen in de samenleving ordenen
 Opgelegd door eigen vertegenwoordigers

▪ Objectief recht versus subjectieve rechten


• Objectief recht “De Wet”
• Subjectief recht “Rechten”

▪ Rechtssubject versus rechtsobject


• Rechtssubject: Persoon of groep personen die potentieel drager zijn van subjectieve
rechten
 Natuurlijke personen
 Rechtspersonen → Vennootschappen, VZW’s, …
• Rechtsobject: Het voorwerp waarover de rechtssubjecten hun subjectieve rechten
uitoefenen.

▪ Rechtsmisbruik
• De uitoefening van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat
van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig bezorgd persoon.
• Ookal heeft men een recht, men mag hier niet altijd gebruik van maken.
• Je mag gebruik maken van je rechten maar moet ook rekening houden met rechten
van derden.
• Je mag je recht niet gebruiken om:
 Schade te berokkenen aan derden
 Afwezigheid van belang
 Abnormale rechtsuitoefening (Casus is voorbeeld)
• Het recht op weigeren van een contract kan in SOMMIGE gevallen beschouwd
worden als rechtsmisbruik.
 2 Bedrijven waren aan het onderhandelen over contract. Bedrijf 1 had toegang
tot vertrouwelijke informatie van Bedrijf 2 tijdens onderhandeling en haakte
uiteindelijk af. Dit is rechtsmisbruik.
• Casus: Schuur die 10 cm op foute grond staat, buurman mag geen gebruik maken op
recht dit te laten afbreken. Het nadeel van de eigenaar van de schuur is vele malen
groter als de buurman, dit laten afbreken zou rechtsmisbruik zijn. De eigenaar van
de schuur zal van de rechter een schadevergoeding moeten betalen.

➢ Soorten subjectieve rechten


▪ Politieke rechten
• De rechten ten aanzien van de overheid
• Politieke vrijheden
 Vrijheid van meningsuiting
 Recht op onderwijs
 Recht op een eerlijk proces
• Participatierechten
 Kiesrecht
 Kandidaat stellen voor verkiezingen
• Sociaaleconomische rechten
 Werkloosheidsuitkering
 Ziektefondsen

▪ Burgerlijke rechten
• Rechten ten aanzien van medeburgers, overheid kan ook beschouwd worden als
burger.
• Extra-patrimoniale rechten → Niet doorgeefbaar/verkoopbaar
 Persoonlijkheidsrechten
➢ Recht op naam
➢ Recht op integriteit
➢ Recht op privacy
 Familierechten → Vanaf er meerdere mensen bij komen kijken
• Patrimoniale recht
 Zakelijke rechten
➢ Aanspraak op een zaak/goed
 Vorderingsrechten
➢ Recht op een persoon om iets te doen, iets te laten, iets te geven.
▪ Laten → Geen concurrentie
▪ Geven → Prijs betalen voor een goed of dienst
▪ Doen → Iemand opdracht geven om huis te Bouwen
 Intellectuele rechten
➢ Copyright
➢ Octroyen

▪ Schematisch

➢ Deelgebieden van het recht


▪ Nationaal Recht (Binnenland)
• Nationaal privaatrecht (Relatie tussen Burgers)
 Algemeen
➢ Het privaatrecht regelt volgende elementen:
▪ Welke subjectieve rechten de burgers toekomen of welke ze kunnen
verwerven.
▪ Hoe ze die subjectieve rechten kunnen verwerven
▪ Hoe en bij welke instellingen zij hun subjectieve rechten kunnen laten
gelden wanneer die door medeburgers niet worden gerespecteerd.
➢ Rechtsfeit is een feit waar de wet een gevolg aan koppelt.
➢ De wet is gelaagd
▪ Dwingend (imperatief) recht (1)
• Mag niet van afgeweken worden, indien wel is de overeenkomst
nietig
• Voorbeeld: Handelshuur min. 9 jaar
▪ Aanvullend (suppletief) recht (2)
• Dient als ondersteuning voor als er niets is afgesproken over
bepaalde elementen.
 Burgerlijk recht
➢ Regelt de meest elementaire relaties tussen burgers
▪ Persoon
▪ Familie
▪ Goederen
▪ Aansprakelijkheid
➢ Burgerlijk wetboek
➢ Meeste geschillen worden beslecht door de vredegerechten, rechtbanken
eerste aanleg en hoven van beroep.
 Economisch recht
➢ Vervaging tussen scheiding publiek recht en privaatrecht en tussen
handelsrecht en burgerlijk recht
▪ Economisch recht bevat bepalingen van beide soorten recht met als doel
bescherming van alle partijen door middel van duidelijke regels
➢ Van toepassing op “Ondernemingen”
▪ Elke natuurlijke- of rechtspersoon of andere entiteit die zelfstandig een
beroepsactiviteit uitoefent.
➢ Terug te vinden in het Wetboek van Economisch recht --> Marktrecht
 Arbeidsrecht
➢ Verhoudingen tussen werkgever-werknemer
▪ Individueel
• Het bepaalt de rechten en verplichtingen van beide partijen aan een
arbeidsovereenkomst. Het bevat o.a. regels die minimaal moeten
worden nageleefd bij de aanwerving, de tewerkstelling en het
ontslag van een werknemer.
▪ Collectief
• De regels die van toepassing zijn op werknemers en werkgevers van
een bepaald bedrijf, in een specifieke sector of nationaal.
➢ Sociaal recht
▪ Arbeidsrecht --> Privaat recht
▪ Sociaal zekerheidsrecht --> Publiek recht
➢ Geschillen behoren tot de arbeidsrechtbanken (eerste aanleg) en
arbeidshoven (in graad van beroep)
 Privaatrechtelijk procesrecht
➢ Terug te vinden in Gerechtelijk Wetboek (Gemeen recht)
➢ Regelt:
▪ De organisatie van de privaatrechtelijke rechtscolleges
▪ De privaatrechtelijke procedure
➢ Eigen richting
▪ Het heft zelf in handen nemen en conflicten zelf op te lossen
▪ Verboden
• Nationaal publiek recht (Overheid)
 Algemeen
➢ Regelt:
▪ Verhouding tussen burgers en overheid
▪ Bevoegdheden en organisatie van de overheid
➢ Overheid heeft bevoorrechte positie (“Geweldmonopolie”)
▪ Algemene geldende regels uitvaardigen
▪ Beslissingen opdringen aan burgers
▪ Strafrechtelijke vervolging en vrijheidsberoving
➢ Overheid kan ook privaatrechtelijk optreden
▪ Hierbij is dan ook privaatrecht van toepassing
 Grondwettelijk recht
➢ Omvat alles wat in de grondwet geregeld wordt
➢ Regelt:
▪ De inrichting van de staat
▪ De fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
➢ Voorbeelden
▪ Vrijheid van meningsuiting
▪ Recht op onderwijs
▪ Vrijheid van eredienst
 Administratief recht (Bestuursrecht)
➢ Regelt:
▪ De organisatie en de werking van de uitvoerende macht
➢ Terug te vinden in talrijke wetten, KB’s, MB’s en prov. en gemeentelijke
vorderingen, ...
➢ Voorbeelden
▪ Omgevingsvergunningen
▪ Milieuvergunningen
▪ Algemene vergunningen
 Fiscaal recht
➢ Directe belastingen
▪ Belasting, berekend op basis van het inkomen
▪ Personenbelastingen, vennootschapsbelasting
➢ Indirecte belastingen
▪ Belasting geheven naar aanleiding van een juridische handeling of een
voorbijgaand feit
▪ BTW, invoerrechten, accijnzen, erfbelasting
 Sociaalzekerheidsrecht
➢ Regelt:
▪ De verplichte sociale verzekeringen voor werknemers en voor
zelfstandigen
➢ Vormt samen met arbeidsrecht --> Het sociaal recht
➢ Geschillen behoren tot de arbeidsrechtbanken (eerste aanleg) en
arbeidshoven (in graad van beroep)
 Strafrecht
➢ Het strafrecht bepaalt welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen er
daarvan op toepassing zijn.
➢ Kerntaak --> Beschermen van de burgers
➢ Overheid is enige die iemand op legitieme manier mag straffen
 Strafprocesrecht
➢ Regelt inrichting en bevoegdheden van strafrechtcolleges
➢ De procedure in strafzaken
▪ OM
▪ Rechter
▪ Procureur
➢ Terug te vinden in het wetboek van strafvordering
➢ Onderverdeling rechtscolleges
▪ Hof van assisen (Misdaden)
▪ Correctionele rechtbank (Gecorrectionaliseerde misdaad, wanbedrijf)
▪ Politierechtbank (Overtredingen)

▪ Grensoverschrijdend recht (Buitenland)


• Internationaal privaatrecht (Tussen Burgers)
 Van toepassing in privaatrechtelijke situaties met vreemde (buitelandse)
elementen.
➢ Vb: Huwelijk tussen Belgische vrouw en Russiche man
➢ IPR bevat verwijzingsregels:
▪ Welke rechter is bevoegd?
▪ Welk recht moet de rechter toepassen?
▪ Erkenning en tenuitvoerlegging
 Internationaal Privaat Recht = Nationaal recht
 Wanneer vonnis niet wordt erkend kan er geen ten uitvoer worden gelegd
➢ Proces zal opnieuw in ander land gevoerd moeten worden
 Binnen EU worden alle vonnissen erkend
 Er zijn verdragen om internationaal privaatrecht te uniformiseren
➢ Verdrag van Brussel, vervangen door Europese unie door verordening
 Verschillende niveaus
➢ Verdragen hebben voorrang op alles
 Terug te vinden in het WIPR en in Europese wetgeving
• Internationaal publiek of volkenrecht (Overheden)
 Internationaal Publiek Recht regelt:
➢ Verhoudingen tussen staten
➢ Inrichting en werking van internationale organisatie
➢ Verhouding tussen staten en internationale instellingen
 Intergouvermenteel vs Supranationaal
➢ Intergouvermenteel
▪ Zijn verdragen maar deze zijn pas van toepassing als deze ook worden
afgedwongen in het nationaal recht
➢ Supranationaal
▪ Deze zijn meteen van toepassing op de onderdanen van alle onderdanen
van de staten
▪ Goed voor uniformarisering
▪ Europese Unie
• Europees recht
 Bindend voor lidstaten en hun inwoners
➢ Consumentenrecht
 Verhouding tussen lidstaten en Europese instellingen en onderdanen.
➢ Onderdanen kunnen naar Europese rechters stappen om een Europese regel
aan te vechten

▪ Schematisch

➢ Bronnen van het recht


▪ Algemeen
• Belangrijkste bronnen van het recht
 Wetgeving
➢ Bindend voor iedereen
 Rechtspraak
➢ Bindend voor partijen
➢ Gezaghebbende rechtsbron
 Rechtsleer
➢ Gezaghebbend

▪ Internationale rechtsbronnen
• Verdragen
 Bv. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
• Beslissingen van een internationale organisatie
 Op niveau van de EU:
➢ Verordeningen, richtlijnen
• Ook rechtspraak en rechtsleer

▪ Belgische wetgeving
• Hiërarchie binnen de wetgeving
 Grondwet
➢ Structuur Staat
➢ Rechten vd burgers
 Wet
➢ Rechten en plichten van burgers op federaal niveau
 Decreten en ordonnanties
➢ =Gelijk aan wet
➢ Rechten en plichten van burgers op deelstatelijk niveau
 Koninklijk Besluit
➢ Uitvoering wet
➢ Koning
 Ministerieel Besluit
➢ Uitvoering KB/wet
➢ Ministers
 Besluit van een gewest- of gemeenschapsregering
➢ Uitvoering decreet/ordonnantie
➢ Deelstatelijke regeringen
 Provinciaal/Gemeentelijk regelement
➢ Provincieraad/Gemeenteraad

▪ Overige rechtsbronnen
• Rechtspraak
 Geheel van rechterlijke beslissingen in concrete geschillen
 Het is de manier waarop rechters de wet interpreteren en toepassen
 Bindend tussen partijen
 Vaste rechtspraak
• Rechtsleer
 Rechtsleer is het geheel van boeken, artikels, …. geschreven door juristen
❖ De Belgische staatsstructuur
➢ Kenmerken van de Belgische staat
▪ Rechtsstaat
• Overheid moet rechten van burgers respecteren
 Fundamentele rechten en vrijheden
 Democratisch tot stand gekomen wetgeving naleven
• Overheid moet rechten van burgers beschermen
 Onafhankelijke gerechtelijke structuren voorzien (Rechtsbescherming)
 Uitvoerende structuren voorzien (Bestuur)

▪ Democratie
• = Participatie van de burgers in het staatsbestuur
• Via vrije verkiezingen van “Volks-Vertegenwoordigers” in het parlement -->
Parlementaire democratie

▪ Scheiding der machten


• Wetgevende macht
 Recht maken, wijzigen en afschaffen
• Uitvoerende macht
 Recht uitvoeren
 Voorbeeld: Camerawet --> 21 Maart 2007
• Rechtsprekende macht
 Individuele geschillen beslechten
➢ Recht interpreteren
➢ Recht toepassen

▪ Eenheidsstaat en federalisering
• Evolutie
 Van eenheidsstaat naar federale staat
➢ 1830: Centraal gezag – provincies – gemeenten
➢ GW-Herzieningen 1970-2014 federalisering
• Federalisering
 Oprichting deelstaten
➢ 3 Gemeenschappen en 3 Gewesten met overdracht van bevoegdheden
➢ Geleidelijke uitbreiding bevoegdheden
▪ Monarchie
• Staatshoofd --> Eenheid handhaven
• Lid Wetgevende macht federaal
• Hoofd uitvoerende macht federaal
• Ministeriele verantwoordelijkheid
 Mag geen politieke uitspraken doen
 Koninklijke onschendbaarheid
 Representatieve en neutrale functie
 Civiele lijst --> Het geld voor het koninklijke instituut

➢ Politieke instellingen in federaal België


▪ De federale overheid
• De federale wetgevende macht: parlement en Koning
 Samenstelling van het parlement
➢ Kamer + Senaat
 Bevoegdheden van Kamer en Senaat
➢ Maken van wetten (Kamer, Senaat & Koning)
➢ Controle op de regering (Kamer)
 Wetgevende procedure: hoe komt een wet tot stand?
➢ ‘Wet’
▪ Aangenomen door parlement (Wetgevende macht)
▪ Met gewone meerderheid (Tenzij uitz.)
➢ Kb
▪ Aangenomen door koning als lid van de uitvoerende macht.
• Regering stelt dit in feite op maar getekend door koning
▪ Bij consensus
• KB wordt voorgelegd aan ministerraad, er wordt niet over gestemd
maar eengezinsheid
➢ Mb
▪ Aangenomen door 1 minister die het zo wilt doen
 Controle op de regering
 De Koning als lid van de wetgevende macht
• De federale uitvoerende macht: Koning en regering
 De koning als hoofd van de uitvoerende macht
➢ Afkondiging van wetten
➢ Leiding buitenlandse betrekkingen
 Bevoegdheden van de federale regering
➢ Wetten uitvoeren
▪ Koninklijke besluiten
▪ Ministeriele besluiten
➢ Beheer openbare diensten
➢ Buitenlands beleid
 Leden van de federale regering
➢ Eerst minister, vice-eerste minister
➢ Ministers
➢ Staatssecretarissen
➢ Extra
▪ Politieke verantwoordelijkheid
• Minister is verantwoordelijk voor wat er onder zijn bestuur gebeurt
bij de administratie
▪ Strafrechtelijke onschendbaarheid
• Slechts met toestemming Kamer kunnen ministers veroordeeld
worden door hof van beroep
 Werking van de federale regering
 Hoe wordt de federale regering gevormd
• De federale wetgevende en uitvoerende macht: overzicht

▪ Gemeenschappen en gewesten
• Structuren
 4 Taalgebieden
➢ Nederlands, Frans, Duits, Tweetalig gebied
 Drie Gemeenschappen
➢ Persoonsgebonden aangelegenheden (Brussel)
➢ Geen strikte territoriale afbakening
▪ Vlaamse, Franse, Duitse gemeenschap
➢ Wettekst -->Decreet
 Drie gewesten op basis van economie
➢ Economische entiteit, territoriale afbakeningen
▪ Vlaams
▪ Waals
▪ Brussels
➢ Wettekst --> Ordonnantie
 Creatie gemeenschappen en gewesten
➢ Eigen instellingen
➢ Eigen bevoegdheden
➢ Eigen ‘Wetten’
• Vlaamse instellingen
 Vlaams parlement
➢ 124 Parlementsleden waarvan 6 leden hun woonplaats in het grondgebied
van het BHG hebben
➢ Legislatuur: 5 Jaar (Zelfde dag als Federale en Europese verkiezingen)
 Vlaamse regering
➢ Maximaal 11 Leden waarvan 1 uit tweetalig Brussel Hoofdstad
➢ Verkozen door Vlaams parlement
 Gemeenschapsbevoegdheden (Persoonsgebonden)
➢ Cultuur
➢ Sport
➢ Toerisme
➢ Gezin
➢ Onderwijs
 Gewestbevoegdheden (Plaatsgebonden)
➢ Economie
➢ Ruimtelijke ordeningen
➢ Milieu en energie
➢ Openbare werken
➢ Vervoer

▪ Provincies
• 10 Provincies
• Provinciale bevoegdheden
 Alles van provinciaal belang
➢ Provinciale scholen
➢ Beheer provinciale domeinen
➢ Uitbouw provinciale rampenplannen
 Bovenlokale taken
 Ondersteuning aan andere overheden
 Gebiedsgerichte initiatieven
• Provinciale organen
 Provincieraad (Wetgevende macht)
 Deputatie (Uitvoerende macht)
 Provinciegouverneur
• Mandaat: 6 jaar (Vast)
• Wettekst --> Verordening

▪ Gemeenten
• Gemeenteraad
 Verkozen voor 6 jaar
 Rechtsregels uitvaardigen voor alles wat van gemeentelijk belang is
 Gemeente met meer als 100.000 inwoners kunne districten oprichten
• College van burgemeester en schepenen
 Verkozen uit gemeenteraadsleden voor 6 jaar
 Gemeentelijke regering
• Burgemeester
 Benoemd door de Vlaamse regering voor een termijn van 6 jaar
 Hij vertegenwoordigt het federale en vlaamse gezag en leidt de gemeentelijke
overheid

➢ Controlerende instellingen
▪ Raad van State
• Opgericht kort na 2e wereldoorlog
• 2 Afdelingen
 Afdeling Wetgeving (Adviesorgaan)
➢ Adviezen over wetsvoorstellen (Facultatief)
➢ Adviezen over wetsontwerpen (Verplicht)
 Afdeling Bestuurszaken (Rechtscolleges)
➢ Schorsen/vernietigen van overheidsbeslissingen
➢ Hoogste administratief rechtscollege
▪ Controleert wettigheid van bestuurshandeling
▪ Eerst interne procedures uitputten
▪ Vernietiging / Schorsing

▪ Grondwettelijk hof
• Bevoegdheden
 Bevoegdheidsconflicten tussen wetten (Fed.) en decreten/ordonnanties
(Gem/Gew)
 Toetsing wetten/decreten aan GW-artikelen
• Beroep tot vernietiging/Schorsing/verwerpen van wet/decreet/ordonnantie
• Prejudiciële vraag
 Elke RB en elk hof kan vraag stellen aan het Gwl Hof
 Antwoord is bindend voor alle rechters in dat geding

▪ Overige controlerende instellingen


❖ Internationaal Recht
➢ Supranationale instellingen
▪ De internationale rechtsorde
• Statelijke rechtsorde
 De territoriale begrenzing door staten tot stand gebracht
• Weinig ontwikkelde internationale rechtsorde
 Veelheid aan rechtsordes bemoelijkt dit
 Stel dat er toch internationaal wordt samengewerkt meestal op 1 domein
➢ NAVO --> Militair
➢ UNO --> Politiek
➢ EU --> Economie

▪ Verenigde naties (UNO)


• Doelstellingen
 Vrede en veiligheid (193 leden)
 Zelfbeschikkingsrecht
 Rechten van de mens
• Organen
 Politieke
➢ Algemene vergadering
➢ Veiligheidsraad
▪ 5 vaste leden --> VK, USA, Frankrijk, China en Rusland
▪ 10 andere leden die worden gekozen
▪ Er is een veto, stel 1 land is niet akkoord met een beslissing dan wordt
dit verworpen. (Rusland gaat nooit zichzelf sancties laten opleggen, dus
mensen willen veto laten vallen.)
➢ Leidt wel eens tot verdragen tussen landen
 Gerechtelijke
➢ Internationaal gerechtshof (Den Haag) geschillen tussen staten
▪ Er worden vaker conflicten juridisch uitgevochten inplaats van met
legers
➢ Let op: het internationaal strafhof (Den Haag) (Vervolgen van personen)
maakt geen deel uit van de VN, maar werkt er wel mee samen.

▪ Raad van Europa


• Algemeen
 Verenigt de meeste Europese landen
 Doelstellingen
➢ Bescherming mensenrechten
➢ Ontwikkeling van cultuur en wetenschap
• Europees verdrag voor de rechten van de Mens
 Eerlijk proces
 Vrijheid van godsdienst
 Men mag niet opgesloten worden tenzij men hiertoe veroordeeld is door een
bevoegde rechter of men gearresteerd is op rechtmatige wijze
• Europees Hof voor de Rechten van de Mens
 Straatsburg
 EVRM interpreteren en toepassen
 Klacht kan worden ingesteld door:
➢ Lidstaten
➢ NGO’s
➢ Particulieren
 Klacht enkel mogelijk bij:
➢ Schending van grondrechten
➢ Tegen een publiekrechtelijke instantie
➢ Nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput

▪ Europese Unie (EU) als bijzondere internationale rechtsorde


• Organen
 Onafhankelijk van de lidstaten
 Bevoegd om besluiten in te voeren en uit te voeren
 Besluiten zijn bindend voor lidstaten
 Onderdanen kunnen rechten opeisen voor nationale rechtscolleges

➢ Europese unie
▪ Werking van Europese Unie
• De structuur en organisatie van de EU
 Politieke instellingen
➢ Europees Parlement
➢ Europese Raad
➢ Raad van de Europese Unie
➢ Europese Commissie
 Gerechtelijke Instellingen
➢ Het Gerecht
➢ Het Hof van Justitie
➢ Het Gerecht voor ambtenarenzaken
• Bevoegdheidsverdeling tussen de EU en haar lidstaten
 Economische samenwerking en integratie
➢ Exclusieve bevoegdheden (Lidstaten hebben hier niets meer over te zeggen)
▪ Douane
▪ Monetair beleid (Enkel landen met € ingevoerd)
▪ Handelspolitiek
 Politieke Unie
➢ Gedeelde bevoegdheden (Zolang de EU geen concrete regels aanneemt
blijven lidstaten bevoegd.) (Subsidiariteitsbeginsel betekent dat wanneer de
Europese Unie een beslissingen genomen heeft, België de bevoegdheid om
wetgevend op te treden verliest)
▪ Milieu
▪ Consumentenbeschermingen
• Men mag meer beschermen als EU maar nooit minder
▪ Vervoer
▪ Energie
➢ Ondersteunende bevoegdheden (EU gaat het niet zelf allemaal regelen, er is
samenwerking tussen de lidstaten en de EU.)
▪ Industrie
▪ Cultuur
▪ Toerisme
▪ Onderwijs
• Erasmus
▪ Sport
➢ Exclusieve bevoegdheden
▪ Monetair beleid (Lidstaten met € ingevoerd)
▪ Handelspolitiek
• Vrij handelsakkoorden --> Dit is 1 van de redenen dat het VK de EU
wou verlaten. Ze kwamen hierdoor in de problemen met de
commonwealth.

▪ Politieke instellingen van de Europese Unie


• Europees parlement
 Steeds verdere uitbreiding van macht en bevoegdheden
 Toch vrij beperkt
 Samenstelling
➢ Vertegenwoordigers van de burgers van de unie
▪ 751 leden (Incl. Voorzitter) na Brexit 705 leden
▪ Rechtstreekse, vrije en geheime verkiezingen
▪ Voor periode van 5 jaar
➢ Georganiseerd per politieke fractie
 Bevoegdheden van het Europees Parlement
➢ Toetreding lidstaten goedkeuren
➢ Europese wetten stemmen
➢ Controle op de Commissie
➢ Stelt de begroting vast en toezicht op de uitvoering ervan
➢ Stelt vorderingen in bij het Hof van Justitie wanneer andere instellingen het
Verdrag overtreden
• Raad van de Europese Unie
 De stem van de lidstaten, bestaat uit de lidstaten
 Belangrijkste beslissingsorgaan
 Samenstelling
➢ Naargelang topic, nationale ministers van het topic
 Rol:
➢ Wetgevende taak (Samen met Eur. Parl.)
➢ Coördinerende taak (Economisch beleid)
• Europese Raad
 Is niet de Raad van de Europese Unie
 Hier worden geen regels bepaald, hier worden geen bindende beslissingen
genomen
 “Europese Top” om de 6 maanden
 Samenstelling
➢ Regeringsleiders en staatshoofden
➢ Voorzitter Europese Commissie
➢ Voorzitter Europese Raad
 Rol
➢ Algemeen beleid
➢ Toekomstige ontwikkelingen
• Europese commissie
 Behartiging van gemeenschappelijk belang
 Permanent orgaan
 Samenstelling
➢ 27 Europese commissarissen (1 per lidstaat)
➢ Voorzitter
➢ Mandaat: 5 Jaar
 Onafhankelijk van nationale regeringen
➢ Ze mogen geen opdrachten meer aannemen van hun lidstaat, enkel kijken
naar gemeenschappelijk voor de EU.
 Rol
➢ Uitvoering EU-beleid
➢ Monopolie voor wetgevend initiatief
➢ Controle op nationale staten
 Europese wetgevende akten
➢ Verordening
▪ Verbindend in al haar onderdelen en lidstaten
▪ Na afkondiging, direct toepasselijk
▪ Regels met algemene strekking
▪ Door Raad van de Europese Unie en Europees Parlment opgesteld
▪ Moet worden uitgevoerd door Commissie
➢ Richtlijn
▪ Verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat
▪ Lidstaten mogen zelf beslissen hoe ze het doel bereiken
▪ Moet worden omgezet binnen voorziene periode
▪ De richtlijnnormen worden definitief als de termijn door een lidstaat
wordt overschreden

▪ Europese Gerechtelijke instellingen


• Europees Gerecht
 Bevoegdheden
➢ Beroepen tegen EU-instellingen of organen
▪ Beroep tot nietigverklaring van EU-normen
▪ Beroepen wegens nalatigheid
▪ Beroepen tot schadevergoeding
 Zetelt in Luxemburg
• Europees Hof van Justitie
 Drievoudige taak
➢ Verzekeren van eenheid in de interpretatie van Europees Recht
➢ Rechter in eerste en laatste aanleg over een aantal geschillen waarvoor
Gerecht niet bevoegd is
➢ Hoger beroep tegen uitspraken van het Gerecht
 Zetelt in Luxemburg
❖ Justitie
➢ De kenmerken van justitie
▪ Justitie als bewaker van de rechtsstaat
• Toegang tot de rechter
 Het recht moet je kunnen afdwingen
 Afdwingbaar georganiseerd door de staat (Rechterlijke macht)
 Pro-deo advocaat, iedereen heeft recht op advocaat
• Recht van de verdediging
 Iedereen heeft recht op eerlijk proces
 Iedereen moet de kans krijgen om zich te verdedigen tegen de persoon die van
hem iets wenst
 Bepaalde procedures en spelregels volgen
➢ Minimumtermijnen voorzien zodat iedereen tijd krijgt ter voorbereiding
• Onafhankelijke en onpartijdige rechter
 Onpartijdigheid
➢ Een rechter moet onbevooroordeeld blijven
➢ Rechter mag enkel rekening houden met objectieve argumenten
 Onafhankelijkheid
➢ Autonoom in zijn of haar besluitvorming
➢ Verbonden met de scheiding der machten
➢ Niemand kan een rechter richtlijnen of bevelen geven over de manier
waarop hij moet rechtspreken.
• Openbaarheid van de rechtsspraak
 Zittingen zijn vrij en publiekelijk toegankelijk
 Iedereen kan komen luisteren

▪ De actoren van justitie


• Rechter
 Moeten onafhankelijk zijn
 Benoeming via Hoge Raad voor Justitie
 Ambtenaren, voor het leven benoemd. Rechter kan alleen stoppen met rechter
zijn door zijn ambt te stoppen of hij wordt afgezet door andere rechters.
 MOET uitspraak doen, mag niet weigeren
• Griffier
 Griffiers zijn de rechterhand van de magistraten
 Griffiers zijn ter zitting aanwezig
• Openbaar ministerie
 Procureur
 Vertegenwoordigt de maatschappij en oefent de strafvordering uit
• Advocaat
 Zelstandige
 Onafhankelijk
 Beperkt pleitmonopolie
 Deontologie advocaat
➢ Beroepsgeheim
➢ Ereloon
• Gerechtsdeurwaarder
 Betekening van aktes
➢ Dagvaardingen
➢ Een uitvoering van een vonnis of arrest betekenen
➢ Goederen in beslag nemen
 Officiële vaststellingen doen
• Gerechtsdeskundige
 Specialisten door de rechtbank worden aangewezen om gegevens en advies te
geven over technische vragen
 Zodat de rechter zijn beslissing kan vellen met kennis van zaken
 (Kurt Jacobs)

▪ Organisatie van justitie


• Piramidestructuur
 Piramidale opbouw
➢ Europees hof van justitie
➢ Hof van Cassatie
➢ Hof van beroep (Tweede aanleg)
➢ Eerste aanleg
 Geografische indeling
➢ 5 Ressorten (Rechtsgebied)
▪ Arbeidsrechtbank
▪ Rechtbank van koophandel
▪ Hof van beroep
➢ 12 Arrondissementen
▪ Rechtbank eerste aanleg
▪ Politierechtbanken
➢ 187 Kantons
▪ Vredegerechten
• Specialisatie
• Bevoegdheid
 Andere rechtbanken per materie
 Materiele bevoegdheid, 4 criteria:
➢ Onderwerp van de vordering
➢ Waarde van de vordering
➢ Spoedeisend karakter
➢ Hoedanigheid van de partijen
 Territoriale bevoegdheid
➢ Burgerzaken woonplaats van dader
➢ Strafzaken plaats van delict

➢ De gewone hoven en rechtbanken


▪ Vrederechter
• Materiele bevoegdheid
 Algemeen
➢ Burgerlijke zaken minder als 5000 euro
 Bijzonder
➢ Beschermde personen (minderjarige, onder bewind)
➢ Alle huur problemen en andere geschillen
➢ Alle invorderingen van nutsbedrijven en telecomdiensten
• Samenstelling
 Alleenzetelend beroepsmagistraat

▪ Politierechtbank
• Materiele bevoegdheid
 Algemeen
➢ Overtreding voornaamlijk inbreuken op de wegcode in het algemeen
 Bijzonder
➢ Hoger beroep van administratieve sancties
• Samenstelling
 Alleenzetelend beroepsmagistraat
• Boetes worden x8 gedaan

▪ Rechtbank van eerste aanleg


• Burgerlijke rechtbank
 Algemeen
➢ Burgerlijke zaken meer als 5000 euro
➢ Hoger beroep burgerlijke zaken, tegen beslissingen vredegerechten
 Samenstelling
➢ In EA en HB: alleenzetelend beroepsmagistraat
➢ Voorzitter rechtbank kan kamer van 3 rechters bij complexe zaken
• Jeugd- en familierechtbank
 Materiele bevoegdheid
➢ Algemeen
▪ Burgerlijke zaken
▪ Strafzaken i.v.m. minderjarigen
➢ Bijzonder
▪ Bemiddelen
 Samenstelling
➢ Alleen zetelend beroepsmagistraat
• Correctionele rechtbank
 Materiele bevoegdheid
➢ Algmeen
▪ Wanbedrijven (Min 8 dagen – Max 5 jaar)
➢ Bijzonder
▪ HB (Tegen Pol.)
 Samenstelling
➢ Rechter, griffier, OM
• Overige bijzondere kamers binnen de rechtbank van eerste aanleg
 Beslagrechter
➢ Bewarende en uitvoerende beslagen
 Fiscale kamers
➢ Materiele bevoegdheid
▪ Belastingswetgeving, de rechters zijn gespecialiseerd in het
belastingsrecht
 Raadkamer
➢ Oordeelt over het correcte verloop van het gerechtelijk onderzoek in
strafzaken
➢ Beslist over de verlenging van de voorlopige hechtenis van verdachten
➢ Op het einde van het onderzoek oordeelt de raadkamer of de verdachte
wordt doorverwezen naar de correctionele rechtbank voor de behandeling
ten gronde
➢ Beroep tegen de Raadkamer wordt behandeld door Kamer van
Inbeschuldigstelling (Speciale kamer bij het hof van beroep)
 Strafuitvoeringsrechtbank
➢ Materiele bevoegdheid
▪ Uitvoering van de vrijheidstraffen
▪ Interneringen
▪ Voorwaardelijke invrijdheidstelling
▪ Elektronisch toezicht
➢ Samenstelling
▪ 1 rechter, 2 leken

▪ Ondernemingsrechtbank
• Materiele bevoegdheid
 Algemeen
➢ EA: Geschillen tussen ondernemingen
 Bijzonder
➢ Insolventie van ondernemingen
▪ Faillissementen
▪ Gerechtelijke reorganisatie
➢ Geschillen tussen vennoten of aandeelhouders
• Samenstelling
 College
➢ 1 Beroepsmagistraat
➢ 2 Lekenrechters
▪ Arbeidsrechtbank
• Materiele bevoegdheid
 Algemeen
➢ Geschillen over arbeidsrecht/sociale zekerheid
 Bijzonder
➢ Collectieve schuldenregeling
• Samenstelling
 College
➢ 1 Beroepsrechter
➢ 2 Lekenrechters
▪ 1 Werkgever
▪ 1 Werknemer

▪ Hof van assisen


• Geen permanent rechtscollege
• Per provincie
• Materiele bevoegdheid
 Misdaden
• Samenstelling
 3 Beroepsmagistraten
 12 Juryleden
• Geen HB mogelijk

▪ Hof van beroep


• 5 Kamers
 Burgerlijke en economische zaken
 Jeugd en familiekamers
 Strafkamers
 Fiscale kamers
 Kamer van inbschuldigingstelling
• Materiele bevoegdheid
 Algemeen
➢ Hoger beroep van EA en Ondernemingsrechtbank
• Samenstelling
 1 Raadsheer of college van 3 raadsheren

▪ Arbeidshof
• Materiele bevoegdheid
 Hoger beroep tegen arbeidsrechtbank
• Samenstelling
 1 Raadsheer
 2 Raadsheren in sociale zaken
▪ Hof van Cassatie
• Bevoegd voor heel België
• Materiele bevoegdheid
 Controle van vonnissen en arresten op hun wettigheid
➢ Schending van de wet
➢ Procedure fouten
• Samenstelling
 5 Raadsheren
• Bij cassatie
 Vernietiging vonnis/Arrest

➢ De burgerlijke procedure
▪ Alternatieve geschillenbeslechting
• Arbitrage
 Bij arbitrage moet tegenpartij akkoord gaan met geschil, bij rechtbank is dit niet
zo.
 Oneven arbiters zodat er altijd meerderheid is
 Exequatur: Uitspraak moet uitvoerbaar verklaard worden door rechtbank
alvorens te kunnen uitvoeren.
• Bemiddeling
 Partijen of rechtbanken stellen een bemiddelaar aan
 Neemt geen beslissing, begeleidt beide partijen
 Nieuw systeem is collaboratieve onderhandelingen
• Verzoening
 Soms verplicht door wetgever
 Geen formaliteiten

▪ Het verloop van een burgerlijke procedure


• Dagvaarding
 Wie / waarom / wat / waar
 Argumenten van eiser
 Melding wat eiser juist wenst
 Oproep op bepaalde dag en uur voor bepaalde rechtbank
 Tussen betekening en inleidende zitting
➢ min. 8 vrije dagen, behalve hoogdringendheid 2 dagen
➢ Bij grensoverschrijdend geschil: langere termijnen
• Inleidende zitting
 De dag waarop je moet voorkomen
• Conclusies
 Schriftelijk document met weergave van de eisen van partijen en argumenten
als staving van de vordering, opgesteld door de advocaat.
• Pleidooien
 De behandeling van de zaak zelf door mondeling de argumenten toe te lichten
aan de rechter
 De rechtbank neemt zaak ‘in beraad’ en sluit dus de debatten
• Vonnis
 Uitspraak van de rechter
 Heet arrest bij de hoven

▪ Uitvoering van een vonnis


• Grosse --> Uitvoerbare uitgifte van het vonnis
• Deurwaarder betekent het vonnis in opdracht van de winnende partij
• De verliezende partij wordt uitgenodigd om te betalen
• Indien niet vrijwillig betaald --> Uitvoerende maatregelen

▪ Beslissingen aanvechten via ‘rechtsmiddelen’


• Verzet
• Hoger beroep
• Cassatie

▪ Enkele bijzondere procedures


• Kort geding
• Summiere rechtspleging om betaling te bevelen
• Beslag
• Collectieve schuldenregeling
• Invordering van onbetwiste geldschulden

➢ De strafprocedure
▪ Rol van het Openbaar Ministerie
▪ Onderzoek
• Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek
• Verhoor
▪ Berechting
▪ Strafuitvoering
• Gevangenisstraf
• Elektronisch toezicht
• Boorwaardelijke invrijheidsstelling
• Geldboete
• Werkstraf
• Probatie als autonome straf
• Elektronische detentie als hoofdstraf
▪ Samenloop van strafvordering en burgerlijke vordering
❖ Burgerlijk recht
➢ Rechtshandelingen
▪ Rechtshandeling vs Rechtsfeit
• Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen verbindt.
• Rechtshandeling = handelingen die bewust wordt gesteld met als doel
rechtsgevolgen te creëren.
• Rechtshandeling indelingen
 Indeling aan de hand van aantal betrokken partijen:
➢ Eenzijdige rechtshandelingen
➢ Meerzijdige rechtshandelingen
 Indeling naar hun invloed op het vermogen
➢ Daden van gebruik/genot
▪ Passief genieten van het vermogen (Bewonen, huurgelden ontvangen,
…)
➢ Daden van beheer
▪ Zorgen dat de goederen in de toekomst ook nog vruchten blijven
opleveren (Beleggen van geldsom, verhuren, voeren van procedure, …)
➢ Daden van beschikking
▪ Ervoor zorgen dat de goederen definitief of zeer lange tijd verdwijnen
uit het vermogen. (Verkoop, vernietiging, verhuur >9 jaar)

▪ Geldigheid van rechtshandelingen


• Bestaansvoorwaarden
 Wilsuiting
➢ Reële wil om rechtsgevolgen tot stand brengen
➢ Voorwaarden volwaardige wilsuiting
▪ Bewuste toestemming
▪ Ernstige toestemming
▪ Vrije toestemming
➢ 3 Wilsgebreken
▪ Dwaling
• Vergissing over essentieel onderdeel RH
 Dwaling omtrent de zaak
 Dwaling omtrent de persoon
• Voorwaarden
 Doorslaggevend
 Verschoonbaar
▪ Bedrog
• 3 Voorwaarden
 Doorslaggevend
 Moet uitgaan van partij bij RH
 Kwaad opzet
▪ Geweld
• Fysiek of moreel
• Voorwaarden
 Doorslaggevend --> Zonder het geweld zou de RH niet gesteld
zijn
 Indruk maken
 Onmiddellijke vrees voor een aanzienlijk kwaad
 Onrechtmatig
 Voorwerp
➢ Concrete rechtsgevolg dat men beoogt
➢ Voorwaarden
▪ Bepaald of bepaalbaar zijn
▪ Nuttig zijn
 Oorzaak
➢ De juridische beweegreden waarom een rechtssubject een rechtshandeling
stelt
▪ Vb: Ouders doen iets uit liefde voor de kinderen
➢ Deze reden moet gericht zijn op het teweegbrengen van de normale
rechtsgevolgen van de rechtshandeling
▪ Vb: Schijnhuwelijk
 Bekwaamheid
➢ Rechtsbekwaamheid
▪ Geschiktheid om drager te zijn van rechten en plichten
➢ Handelingsbekwaamheid
▪ Geschiktheid om rechtshandelingen te stellen
• Zelf rechten uitoefenen
• Zelf plichten (Verbintenissen) aangaan en uitvoeren
 Conformiteit met het imperatief recht
➢ Regels van openbare orde
▪ De openbare rust
• De voorkoming van wanordelijkheden en onlusten in openbare
plaatsen
▪ De openbare veiligheid
• Het voorkomen en beheersen van gevaarlijke toestanden voor
personen en goederen waaronder voorkoming van criminaliteit
▪ De openbare gezondheid
• De voorkoming van ziekten door handhaving van de hygiëne en door
het vrijwaren van het leefmilieu
▪ Materiele bevoegdheid van de rechtbanken hoort ook bij openbare orde
▪ Essentiele belangen van de staat en de gemeenschap
➢ Regels ter bescherming van de goede zeden
▪ Sociale moraal en maatschappelijk fatsoen
➢ Dwingende regels die de belangen van bepaalde categorieën personen
moeten beschermen
▪ Regels ter bescherming van de zwakkere partij
▪ Regels van louter dwingend recht
▪ Nietigheid van rechtshandelingen
• Geldigheidvoorwaarden niet voldaan --> RH = Vernietigbaar
• Zolang vernietiging niet is uitgesproken is er schijn van geldigheid
• Gevolgen van de nietigverklaring
 Principe
➢ Nietigheid heeft terugwerkende kracht
 Uitzonderingen
➢ Wet: bepaalde rechtsgevolgen behouden
➢ Nietigheid van clausule betekent niet dat het gehele RH nietig is\
• Soorten nietigheid
 Verplichte / facultatieve nietigheid
 Absolute / relatieve nietigheid
➢ Absolute
▪ Bij miskenning regels van openbare orde / goede zeden
▪ Inroepbaar door elke belanghebbende
➢ Relatieve
▪ Bij miskenning van regels die private belangen beschermen
▪ Enkel inroepbaar door wettelijk beschermde partij

➢ Personen
▪ Natuurlijke personen
• Bestaan van personen
 Begin: Geboorte
➢ Uitzondering: Ongeboren vrucht
▪ Voorwaarde: Levend en levensvatbaar
 Einde: Dood
➢ Uitzondering: Overledene
 Afwezigheid
➢ Onzekerheid over bestaan --> Goederen?
• Bekwaamheid
 Rechtsbekwaamheid
➢ Geschikt drager te zijn van R&P
➢ Iedereen is rechtsbekwaam (Toch uitzonderingen)
 Handelingsbekwaamheid
➢ Geschikt om RH te stellen
▪ Zelf rechten uit te oefenen
▪ Zelf plichten (Verbintenissen) aan te gaan
➢ Beginsel: Iedereen is handelingsbekwaam
• Naam
 Soorten
➢ Familienaam: Verkrijging --> Afstamming
▪ Keuzerecht
• Naam vader
• Naam moeder
• Samengestelde naam
➢ Voornaam
➢ Ondernemingsnaam
 Naamsverbetering en naamsverandering
➢ Naamsverbetering
▪ Vergissing rechtzetten: RECHT
➢ Naamsverandering
▪ Geen verwarring of schade berokkenen: GUNST
• Woonplaats
 Begrip en belang
➢ “Plaats waar een persoon zijn hoofdverblijf heeft en geacht wordt te
verblijven om zijn rechten uit te oefenen en zijn plichten na te komen.”
 Keuze woonplaats
➢ Vrije keuze
• Nationaliteit
 Juridische band tussen persoon en staat waartoe hij behoort
• Burgerlijke stand
 Begrip en belang
➢ Publiciteitsregeling
➢ Burgerlijke stand: gemeentedienst
➢ Verzamelen gegevens omtrent bestaan, staat en bekwaamheid
➢ Opmaken akten van burgerlijke stand
➢ Publiciteit geven aan akte
 Akten van burgerlijke stand
➢ Authentieke bewijswaarde
➢ Geboorteakte, huwelijksakte
 Publiciteit
➢ Registers van de burgerlijke stand
➢ Uittreksel
➢ Afschrift
➢ Privacy-wetgeving
• Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
 Verbod op verwerken en bewaren van persoonsgegevens
 Uitzonderingen
➢ Toestemming betrokkene
➢ Wet verplicht verwerking gegevens
➢ Noodzakelijke informatie om contract te sluiten
 Beperkingen
➢ Enkel verwerken gegevens noodzakelijk voor het doel
➢ Gegevens enkel gebruiken voor dit doel
➢ Niet langer bewaren dan nodig

▪ Rechtspersonen
• Algemeen
 Let op! Feitelijke vereniging:
➢ Groepering van personen zonder juridische erkenning
➢ --> Dus zonder
• Soorten rechtspersonen
 Publiekrechtelijke rechtspersonen
➢ Overheidsorganen zelf / Staatsgezag
▪ Territoriale publieke personen
• Openbaar gezag over een bepaald grondgebied
• Vb: Staat, gewest
▪ Openbare instellingen
• Niet territoriaal bepaald maar volgens bepaalde materie
• Vb: OCMW
 Privaatrechtelijke rechtspersonen
➢ Vennootschappen
▪ Handelsactiviteit of burgerlijke
▪ Rechtspersoonlijkheid: oprichtinsakte --> Griffie
ondernemingsrechtbank
➢ Verenigingen
▪ Geen commerciële activiteit en geen winst nastreven
➢ Stichtingen
▪ Afgezonderd vermogen dat bestemd wordt voor bepaald doel
• Gevolgen van rechtspersoonlijkheid
 Staat van de RP in de natie:
➢ Naam
➢ Woonplaats
➢ Nationaliteit
 Bekwaamheid
➢ Rechtsbekwaamheid
▪ Geen familierechten
▪ Geen politieke rechten
▪ Vermogensrechten
➢ Handelingsbekwaamheid
▪ Uitoefening via organen
▪ Strafrechtelijke verantwoordelijkheid
• Einde van rechtspersoon

➢ Goederen en zekerheden
▪ Indeling van de goederen
• Alle goederen --> Wat vatbaar is voor toe-eigening --> Zo een vermogen opbouwen
• Onderscheiden
 Lichamelijke en onlichamelijke
➢ Lichamelijk
▪ Tastbaar
▪ Goederenrecht van toepassing
➢ Onlichamelijk
▪ Onstoffelijk
▪ Intellectuele rechten en goederenrecht van toepassing
 Onroerende en roerende goederen
➢ Onroerend
▪ Uit hun aard
▪ Door bestemming/Incorporatie
▪ Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
➢ Roerend
▪ Alles wat niet onroerend is
▪ Uit hun aard
▪ Door wetsbepaling
 Publieke en private goeren en “gemene voorwerpen”
➢ Publieke goederen
▪ Eigendom van overheid
▪ Openbaar domein-bestemming
▪ Private goed van overheid --> Publiek goed “Affectatie”
➢ Private goederen
▪ Eigendom van private personen
➢ Gemene voorwerpen
▪ Algemeen belang
 Gebruiks en verbruiksgoederen
➢ Gebruiks
▪ Verdwijnen niet bij het eerste normaal gebruik
▪ Bij lening: Zelfde goed teruggeven
➢ Verbruiks
▪ Verdwijnt bij eerste normaal gebruik
▪ Bij lening: Gelijkwaardig goed teruggeven
 Vervangbare en niet vervangbare goederen
 Zakelijke en vorderingsrechten
➢ Zakelijke rechten
▪ Relatie
• Titularis-goed --> Directe heerschappij
• Aanspraak op een goed
▪ Kenmerken
• Absoluut karakter
• Volgrecht
• Voorrangsrecht
• Limitatief, door de wet bepaald
➢ Vorderingsrechten
▪ Relatie
• Schuldeiser-schuldenaar
• Aanspraak t.a.v. een persoon --> Prestatie: Geven, doen, laten
▪ Kenmerken
• Relatief karakter
• Geen volgrecht
• Geen voorrangsrecht
• Onbeperkt, contractuele vrijheid
▪ Zelstandige zakelijke rechten
• Eigendom
 Omvang van eigendomsrecht
➢ Bevoegdheden van de eigenaar
▪ Genotsrecht
• Materiële opbrengsten
• Financiële opbrengsten
▪ Beheersrecht
• Gebruiken, exploiteren
▪ Beschikkingsrecht
• Materieel
• Juridisch
➢ Beperkingen van het eigendomsrecht
▪ Privaatrechtelijke beperkingen
• Aantasting rechten van anderen
• Evenwichtsleer
• Burenhinder
• Rechtshinder
▪ Publiekrechtelijke beperkingen
• Op het eigendomsrecht zelf (onteigening, opeising)
• Op de uitoefening van het eigendomsrecht (wetgeving,
erfdienstbaarheid)
 Eigendomswerving
➢ Toe-eigening
▪ Goederen zonder eigenaar
▪ Niet: Openbaar domein
➢ Verloren voorwerpen
▪ Gevonden in openbare ruimte
▪ Gevonden in privé-eigendom
➢ Niet opgehaalde voorwerpen
▪ Kennisgeving – termijn 1 jaar – gedwongen vK
➢ Recht van natrekking
▪ Alles wat een zaak voortbrengt
▪ Alles wat als bijzaak met een zaak verenigd wordt
➢ Bezit Commented [WS1]: Bezit terug bekijken
▪ Het bezit is de feitelijke macht van een persoon over een zaak, waarbij
die persoon een aantal handeling kan stellen met de bedoeling om die
feitelijke macht voor zichzelf en voor eigen rekening uit te oefenen, alsof
hij de eigenaar is.
▪ Bezit te goeder trouw >< te kwader trouw
• Wet vermoed van goeden trouw
▪ Rechtsgevolgen van bezit van onroerende goederen
• Verkrijgende verjaring: de bezitter wordt na een bepaalde termijn
eigenaar indien hij aan volgende voorwaarden voldoet:
 Voorwaarden “Deugdelijk bezit”: Voortduren, vreedzaam,
openbaar en ondubbelzinnig
 Bezit te kwader trouw --> Verjaringstermijn 30 jaar
 Bezit te goeder trouw --> Verjaringstermijn 10/20 jaar
• Tenzij: Schorsing/sluiting
▪ Rechtsgevolgen van bezit van roerende goederen
• Bezit geldt als titel
 Te goeder trouw
 Vermoeden
 Eigendomswerving
• Terugvordering door ware eigenaar --> “Revindicatie”
 Binnen 3 jaar na diefstal/verlies
 Zonder prijs
 Mede-eigendom
➢ Mede-eigendom is niet gelijk aan volume-eigendom
➢ Vrijwillige mede-eigendom
▪ Bij overeenkomst: in onverdeeldheid treden/blijven; doch voor
maximum 5 jaar
▪ Contractsvrijheid
▪ Aanvullende regels
• Vermoeden: gelijke aandelen
• M.b.t. onverdeeld aandeel: vrij beschikken en bezwaren
• M.b.t. geheel:
 Daden van behoud/Voorlopig beheer
 Verplichte medewerking: Noodzakelijke daden van beheer
beschikking
➢ Toevallige mede-eigendom
▪ Door externe omstandigheden = erfenis
▪ Als ze niet uit onverdeeldheid treden, dan is het zoals het vrijwillige
➢ Gedwongen mede-eigendom
▪ Mede-eigendom van gebouwen
• Gemeenschappelijke delen: in mede-eigendom
• Dwingend recht in nieuw BW
• Basisakte – Reglement van mede-eigendom
• Syndicus
 VME, vereniging mede eigenaars
• Onverdeeld aandeel in gemeenschappelijke delen
• Vruchtgebruik
 Het tijdelijk recht op gebruik en genot van andermans goed onder de
verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven.
 Begrip
➢ Genotsrecht op andermans goed
➢ Splitsing van het eigdendomsrecht
▪ Vruchtgebruiker: gebruik + genot
▪ Naakte eigenaar: Beschikking
 Kenmerken
➢ Zelfstandig zakelijk recht
➢ Tijdelijk recht
➢ Persoonsgebonden recht
 Ontstaan
➢ Door de wet
➢ Door de wil van de mens/door het sluiten van een overeenkomst
 Verplichtingen van de vruchtgebruiker
➢ De zaak in stand houden
▪ Gebruik en beheer --> Als een voorizchtig en redelijk persoon
▪ Wel: Onderhoud en dringende herstellingen
▪ Niet: Belangrijke structurele herstellingen
➢ De zaak teruggeven
▪ In natura
▪ Normale slijtage is niet de verantwoordelijkheid van de vruchtgebruiker
 Einde
➢ Dood van de vruchtgebruiker
➢ Verstrijken NE
• Erfdienstbaarheden
 Begrip
➢ Een last op een lijdend erf...
▪ Recht van doorgang, bouwbeperking, dakdrop
▪ Te dulden door eigenaar, vruchtgebruiker, bewoner
➢ … tot gebruik en tot nut van een heersend erf
▪ Erfdienstbaarheid tot algemeen nut
 Kenmerken
➢ Bijkomstig
➢ Onroerend
➢ Eeuwigdurend
➢ Zakelijk recht
➢ Meestal behandeld door vrederechters

▪ Intelectuelle rechten
• Kenmerken
 Beschermen de titularis tegen namaak of tegen de overname van de creatie
 Bescherming tegen commercialisatie
 Zijn overdraagbaar, kunnen verkocht worden, vererfd, in licentie gegeven, …
• Soorten
 Auteursrecht
➢ Letterkunde, kunst en wetenschap
➢ Bescherming
▪ Door loutere creatie
▪ Exclusief recht van auteur
• Kopiëren, publiceren, uitvoeren
• Ze kunnen wel toestemming geven
➢ Tijdelijk recht --> Eindigt 70 jaar na overlijden van auteur
 Octrooi
➢ Technologische uitvinding
➢ Voorwaarden
▪ Nieuw
▪ Inventief
▪ Industrieel toepasbaar
▪ Geoorloofd
➢ Bescherming
▪ Aanvraag
▪ Exclusief recht van exploitatie
▪ Tijdelijk recht (Termijn 20 jaar, niet hernieuwbaar)
➢ Europees “unitair octrooi”
 Merkenrecht
➢ Begrip
▪ Naam
▪ Logo
▪ Vorm
▪ Slogan
▪ Kleuren
➢ Voorwaarde
▪ Nieuw
▪ Niet --> Natuurlijke vorm/naam
➢ Bescherming
▪ Depot
▪ Exclusiviteit
▪ Termijn 10 jaar (Hernieuwbaar)
 Recht op tekeningen en modellen
➢ Voorwaarden
▪ Eigen esthetisch karakter
• Kleur
• Vorm
• Materieel
▪ Niet --> Vorm nodi voor technisch effect
➢ Bescherming
▪ Depot
▪ Exclusiviteit
▪ Termijn 5 jaar (Hernieuwbaar tot 25 jaar)
 Kwekersrecht

▪ Zekerheden
• Prinicipe
 Schuldenaar staat met heel zijn vermogen in voor al zijn schulden
 Vermogen van schuldenaar = onderpand voor zijn schuldeiser
• Samenloop
 P
➢ Verbintenissen
➢ Familie en gezin
▪ Gezinsvermogen Commented [WS2]: Bekijk dit opnieuw met handboek
• Het wettelijk stelsel
 Samenstelling van het gezinsvermogen
➢ Alles wat je bezit maakt deel uit van je vermogen
➢ Elke persoon heeft
▪ Eigen (Beroeps)Schulden
▪ Eigen (Beroeps)inkomen
➢ Gemeenschappelijk Vermogen

 Rechten van de schuldeisers
➢ Kunnen het gemeenschappelijk vermogen aanspreken
➢ Schulden die men had voor het huwelijk moet men aflossen met eigen
vermogen
• Andere stelsels
➢ Bewijs
▪ Bewijslast
• Rechter is passief
• Degene die iets beweert, moet dit bewijzen
 Beide partijen moeten meewerken aan bewijsvoering
• Te bewijzen
 Rechtsfeiten = vrije keuze in bewijsmiddel
 Rechtshandelingen = wettelijke bewijsvoering, hier bepaalt de wet hoe je de
rechthandeling moet bewijzen
• Niet te bewijzen
 Rechtsregels
 Algemeen gekende feiten
• Bewijs is onsplitsbaar, het moet altijd in zijn geheel zijn
• Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. Je moet het juiste bewijs kunnen
voorleggen anders kan de rechter je geen gelijk geven.
▪ Bewijsmiddelen
• Schriftelijk bewijs
 Bij rechtshandelingen
➢ Belangrijkste bewijsmiddel
➢ Principe: Altijd met geschrift
➢ Duurzame gegevensdrager ook toegestaan bij:
▪ < 3.500 Euro
▪ Arbeidsovereenkomsten
▪ Betwistingen tssn of tgn ondernemingen
▪ Morele onmogelijkheid
▪ Overmacht
➢ 3 Soorten geschreven bewijs
▪ Niet-ondertekende documenten
• Boekhouding bedrijven
▪ Onderhandse akten
• Overeenkomsten tussen partijen
▪ Authentieke akten
• Ambtenaren, notarissen
 Bij rechtsfeiten
➢ Principe: alle middelen toegestaan
• Getuigenbewijs
 Toelaatbaar (Relatieve bewijswaarde, de rechter bepaalt zelf hoe hard hij de
getuige gelooft)
➢ Burgerlijke verbintenissen < 3.500 Euro
➢ Verbintenissen van of tussen ondernemingen
 Schriftelijke verklaring van iemand
➢ Formaliteiten naleven
 Getuigenverhoor (Is altijd tijdens procedure)
➢ Bevolen door rechter
➢ Steeds tegenverhoor mogelijk door andere partij
➢ Altijd over feiten die getuige persoonlijk weet
• Vermoedens
 Wettelijk vermoeden
➢ Onweerlegbaar
➢ Weerlegbaar: Vb vaststelling vaderschap, ondernemingen die factuur krijgt
maar er niet op reageert, de wet vermoedt dat de onderneming de factuur
heeft geaccepteerd
 Feitelijk vermoeden
➢ Enkel als het bewijs met alle middelen van recht is toegelaten
➢ Rechter leidt autonoom het bestaan van 1 of meer onbekende feiten af uit
het bestaan van 1 of meer bekende feiten
➢ De vermoedens moeten voldoende ernstig en precies zijn
• Buitengerechtelijke bekentenis
 Een feit toegeven dat nadelig is voor jezelf
 Buitengerechtelijk
 Bewijzen als je het wil gebruiken in het proces

You might also like