Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

LES TROIS MESSES BASSES ***

Alphonse Daudet

vertaling : E. Van Altena Dit gesprek vond plaats in de kerstnacht van het gezegende jaar
bewerking : M. Kempeners zestienhonderdzoveel, tussen dom Balaguère, kapelaan4 in dienst van de
heren van Trinquelage, en zijn dienaar Garrigou, of die hij tenminste als
zijn dienaar beschouwde. Want u moet weten dat de duivel zelf die
-Deux dindes, truffées, Garrigou ? kerstavond de ronde en onschuldige gelaatstrekken5 van de koster had
-Oui, mon révérend, twee kalkoentjes proppensvol truffels. En ik kan het aangenomen, om de eerwaarde vader beter te kunnen verleiden tot de
weten, want ik heb zelf geholpen bij het vullen. Ze zullen bradend zonde der gulzigheid...
barsten, zo gespannen staan ze !
-Jésus, Maria! Ik, die zo dol ben op truffels! Reik me even mijn albe aan, Dus, terwijl de zogenaamde Garrigou (hm, hm!) met brede
wil je, Garrigou? En wat heb je, behalve die kalkoenen, nog meer ontdekt armbewegingen de klokken van de kapel liet beieren, trok de eerwaarde 6
in de keuken? in de kleine sacristie van het kasteel zijn kazuifel aan. En terwijl hij zich
-Oh, toutes sortes de bonnes choses ! Sinds vanmiddag hebben we aan omkleedde, was hij zo in de war door die gastronomische beschrijvingen,
de lopende band fazanten geplukt en stronthanen en hazelhoenders en dat hij voortdurend bij zichzelf herhaalde :
korhanen. De veren stoven in het rond. Dan werden er nog vers van de -Des dindes rôties... des carpes dorées... des truites grosses comme ça!
vijver palingen gebracht en goudkarpers, en forellen, en... -Gebraden kalkoenen, goudkarpers en zulke grote forellen !
-Hoe groot, die forellen, Garrigou?
-Grosses comme ça, mon révérend, énormes ! Buiten floot de wind en verstrooide de muziek der klokken. En
-Oh, Dieu, ik geloof dat ik ze al voor me zie. Heb...heb je de ampullen met geleidelijk verschenen er lichtjes in het duister van de helling van de Mont
miswijn gevuld? Ventoux, waarboven de oude torens van Trinquelage zich verhieven.
-Oui, mon révérend, de wijn is in de ampulletjes. Maar die is slechts Want de pachtersgezinnen7 wilden de middernachtmis8 op het kasteel
water, vergeleken bij de wijn die u straks, na de nachtmis, zult drinken. bijwonen. Zingend beklommen zij de helling in groepjes van vijf-zes, de
Stelt u zich maar eens even de eetzaal van het kasteel voor : al die vaders voorop met de lantaarn in de hand, de vrouwen, gehuld in een
wijnkruiken, die in alle kleuren staan te fonkelen. En het zilveren servies, brede bruine kapmantel, waaronder hun kinderen zich dicht opeen
de bloemen, de kandelabers. Neen, zo’n réveillon1 werd bij mijn weten beschutten.
nog nooit gehouden ! Monsieur le Marquis heeft alle heren uit de Ondanks het late uur en de kou stapten ze opgewekt, met het
omgeving uitgenodigd. U zult met minstens veertig gasten aan tafel zitten, blijde vooruitzicht dat na de mis, zoals alle jaren, een tafel in één der
zonder de baljuw2 en de notaris mee te tellen. U mag wel blij zijn dat u keukens voor hen zou gedekt staan.
ook van de partij mag zijn, mon révérend. Oh, alleen maar door aan die Af en toe weerkaatsten in het maanlicht de ruiten van een
kalkoenen geroken te hebben, volgt me die truffelgeur overal ! glimmende herenkoets, voorafgegaan door fakkeldragers. Of trippelde
-Allons, allons, mon enfant. Laten we ons hoeden voor de zonde der een muilezel met rinkelende belletjes voorbij. In het licht van de
gulzigheid3, vooral in de kerstnacht. Ga maar gauw de kaarsen aansteken mistbeslagen stormlantaarns herkenden de pachters hun pachtheer en ze
en de klokken luiden, want het is bijna middernacht en de mis mag niet te groetten hem :
laat beginnen !”
4
Kapelaan = soort priester
5
Gelaatstrekken = delen van het gezicht
1 6
Réveillon: (in deze context) een lang diner op kerstavond (en ook op oudjaar) Eerwaarde = reverend
2 7
Baljuw : een soort politieagent De pachter = de boer die voor een heer op het land werkt
3 8
Laten we oppassen voor de ‘fout’ van de gulzigheid (=teveel eten en drinken) De middernachtmis = mis in de kerk op kerstavond
-Bonsoir, bonsoir, maître Arnoton! belletje, dat met zijn duivels ritme schijnt te zeggen : sneller, sneller, laten
-Bonsoir, bonsoir, mes enfants ! we ons haasten ! Hoe eerder gedaan, hoe vlugger aan tafel !
Op de binnenplaats hoorde je het gerinkel van draaispitten, het In elk geval, telkens dat tuig van satan klinkt, vergeet de kapelaan
gerammel van kookpotten, het getinkel van kristal- en zilverwerk, dat zijn mis en denkt hij enkel nog aan het lekkere eten. Dan hoort hij het
uitgepakt werd ter voorbereiding van het banket. Daarboven zweefde een geroezemoes der koks, hij ziet de fornuizen, die als hoogovens gloeien,
lauwe damp, die heerlijk geurde naar gebraden vlees en sterke kruiden hij snuift de geuren uit de halfopen pannen en in die damp onderscheidt
van ingewikkelde sauzen. Hetgeen zowel de pachters, als de kapelaan, hij duidelijk twee fantastisch volgepropte, barstensvolle, met truffels
als de pachtheer, als iedereen deed zeggen : gemarmerde kalkoenen. Of ziet hij rijen pages voor zijn ogen voorbij
-Wat een goeie réveillon zal het worden, na de mis ! schrijden, met in verleidelijke dampen gehulde schotels.
En hij betreedt in gedachten al de feestzaal, die klaar staat voor
het banket. Wat een genot! Die reusachtige feestdis, helemaal
II. volgeladen! De pauwen, gehuld in hun eigen verenkleed, de fazanten, die
Tingeling, ling, tingeling, ling ling! Daarmee begint de nachtmis. In hun goudbruine vleugels uitspreiden, robijnkleurige wijnkaraffen,
de kasteelkapel zijn de wandtapijten opgehangen en alle kaarsen fruitpiramides die schitteren tussen groene twijgen, en die
aangestoken. En wat een volk! Vooraan in de gebeeldhouwde wonderbaarlijke vissen, waarover Garrigou het al had (ach, wel zeker,
koorbanken zit de heer van Trinquelage, in een kostuum van zalmkleurige Garrrigou...), gepresenteerd op een bed van venkel, met hun
tafzijde. En naast hem alle geïnviteerde edelen9. parelmoeren schubben, alsof ze zo uit het water kwamen, en met een
Daartegenover, op met fluweel beklede bidstoelen, zit de oude ruiker geurige kruiden in hun monsterlijke neusgaten.
markiezin in haar vuurrode brokaten japon. En de jonge kasteelvrouwe
van Trinquelage, met een hoge kap van gewafelde kant, naar de Dit wonderlijke visioen is zo levensecht, dat het Dom Balaguère
nieuwste mode van het Franse hof. voorkomt13 alsof deze buitengewone schotels14 voor hem, op de
Verderop zien we de pachtheer, Thomas Arnonton, en de griffier, borduursels van het altaarkleed zijn opgediend. En twee of drie keer
maître Ambroy, helemaal gekleed in het zwart. betrapt hij zich erop “Benedicite” te zeggen, in plaats van “Dominus
Dan heb je de dikke hofmaarschalken, de rijmeesters en de vobiscum”. Maar afgezien van deze kleine versprekingen, volbrengt de
rentmeesters. eerbiedwaardige heer gewetensvol15 zijn taak, zonder een regel over te
Achteraan op de banken zitten het lagere personeel, de slaan, zonder één kniebuiging te vergeten.
dienstmeisjes, de pachters met hun gezinnen en helemaal achteraan En alles verloopt heel goed, tot aan het slot van de eerste mis.
tegen de deur, die ze voorzichtig op een kier zetten en sluiten, de jonge Want, zoals de ouderen onder u misschien nog weten, moesten er heel
koksmaten10, die tussen twee sauzen door even een misluchtje komen lang geleden met Kerstmis drie missen door dezelfde priester na mekaar
scheppen en zo de feestgeur van de keuken even binnenlaten in de kerk, gelezen worden.
die lauw is van al die brandende kaarsen. -Dat was één, zegt de kapelaan bij zichzelf, met een zucht van verlichting.
En zonder een minuut te verliezen, geeft hij een teken aan de
Is de celebrant11 zo verstrooid12 door die kleine witte koksmutsjes? zogenaamde koster16, en...
Of komt dit eerder door dat altaarbelletje van Garrigou, dat duivelse

9 13
De edele = een nobele Voorkomen = het lijkt alsof
10 14
De koksmaat = de assistent van de kok De schotel = het gerecht
11 15
De celebrant = de priester Gewetensvol = goed, zoals het moet
12 16
Verstrooid = afgeleid, niet aandachtig De zogenaamde koster = niet de échte koster
Tingelinglingling, tingelingeling ! De tweede mis begint. En Tingeling ling ling, tingeling ling ling ! De derde mis begint.
daarmee neemt ook de zonde van Dom Balaguère een aanvang. Slechts enkele stappen nog van de feestzaal verwijderd. Hoe
Vite, vite, dépêchons-nous, schreeuwt het schelle stemmetje van dichter het festijn nadert, hoe meer de ongelukkige priester bevangen 25
het belletje van Garrigou. En deze keer stort de ongelukkige priester zich wordt door ongeduld en gulzligheid ! Zijn visioen wordt nog sterker. De
op het missaal17, geheel overgeleverd aan de demon der gulzigheid. En goudkarpers, de gebraden kalkoenen liggen dààr, dààr... Hij raakt ze
hij verslindt de bladzijden met de begeerte van zijn eetlust. Hij buigt 18 als aan... Hij proeft... O, God ! De schotels dampen, de wijnen geuren. En het
bezeten, komt weer recht, schetst ruw enkele kruistekens 19 en belletje schudt waanzinnig en roept : “sneller, sneller, nog sneller”. Maar
kniebuigingen en verkort al zijn gebaren20 om eerder klaar te zijn. hoe zou hij sneller kunnen? Zijn lippen zijn haast verstijfd. Hij spreekt de
Bij het evangelie spreidt hij nog nauwelijks de armen en bij het woorden niet meer uit. Als hij Onzelieveheer 26 eens echt zou verraden27
Confiteor slaat hij zich haast niet meer op de borst. De koster en hij en hem zijn hele mis wegmompelen28?
wedijveren21 om het snelst gebrabbel22. Psalmstrofen en refreinen hollen
voort, botsen tegen mekaar op. Zijn lippen bewegen niet meer, want dat Hij valt van de ene bekoring29 in de andere. Eerst slaat30 hij één
kost teveel tijd, en de half uitgesproken woorden vervloeien tot een regel over, dan twee. Dan valt het epistel te lang uit en laat hij het einde
onverstaanbaar gemompel. achterwege. Hij vangt aan met het evangelie, gaat verder met het credo,
-Oremus ps ps ps, Mea culpa pa pa. zonder het te beginnen, slaat de prefatie over, groet van ver het
Net zoals gehaaste wijnoogsters de druiven in de kuip plattrappen, Onzevader. En zo spoedt31 hij zich met bokkesprongen naar de eeuwige
zo ploeteren ze allebei door het mislatijn, en de woorden spatten langs verdoemenis32, nog steeds gevolgd door die verraderlijke Garrigou (vade
alle kanten. retro, satanas!), die hem met een fantastische collegialiteit terzijde staat 33,
-Dom...scum ! zegt Balaguère. zijn kazuifel opheft, de bladzijden per twee omdraait, de lezenaars doet
-Stutuo ! antwoordt Garrigou. wankelen, de ampullen omgooit, en onverdroten met het belletje schudt,
altijd luider, altijd sneller.
En voortdurend jaagt23 het geklingel van dat verdomde belletje hen
verder en verder, net zoals de rinkelbellen van de postpaarden de Moet je die ontstelde34 gezichten van de aanwezigen zien! Omdat
bestelling tot haast aanzetten. Je kunt je voorstellen dat een gelezen mis zij verplicht zijn de mimiek van de priester te volgen, zonder één woord te
aan zo’n tempo snel besteld24 is. horen, staan de enen recht, terwijl de anderen knielen 35, of gaan zitten,
-Dat was twee, zegt de kapelaan buiten adem, en zonder zich de tijd te terwijl de anderen juist weer staan. En alle delen van deze vreemde mis
gunnen op adem te komen, snelt hij rood en bezweet de altaartrappen af, versmelten in een wirwar van houdingen.
en...
25
Bevangen worden = onder invloed komen van
26
Onzelieveheer = God
17 27
Het missaal = het misboek Verraden = het vertrouwen dat iemand in je heeft, beschadigen
18 28
Buigen = door je knieën gaan, als teken van eerbied Wegmompelen = brabbelen = onduidelijk praten
19 29
Hij schetst enkele kruistekens = hij maakt snel enkele kruisteken (een De bekoring = verleiding
30
kruisteken = typisch katholiek gebaar) Overslaan = iets wat je moet doen, niet doern
20 31
Het gebaar = de geste Zich spoeden = zich haasten
32
De verdoemenis ‘damnatie’
21 33
Wedijveren = een wedstrijd houden Terzijde staan = helpen
22 34
Gebrabbel = onduidelijk gepraat Ontsteld = gechoqueerd
23 35
Verderjagen = doen haasten Knielen = op je knieën gaan zitten
24
Besteld = klaar, afgewerkt
-Retire-toi de mes yeux, mauvais chrétien, (uit mijn ogen, slechte kristen),
De kerstster, die door de hemel op weg is naar het stalletje, zei de opperste Rechter, ons aller Meester41.
verbleekt van ontzetting bij het zien van die verwarring. -Uw zonde is zo groot dat heel uw deugdzaam 42 leven uitgewist43 is. Ah,
-L’abbé va trop vite, on ne peut pas suivre, murmelt de oude dame mij de nachtmis afpikken44. Wel, ge zult me driehonderd in de plaats
verstoord. Maître Arnonton zoekt met zijn grote ijzeren bril op de neus in teruggeven. En ge komt mijn paradis niet binnen, voordat ge die
zijn missaal où diantre on peut bien en être. driehonderd missen in uw eigen kapel gelezen hebt, in aanwezigheid
Maar in feite zijn al deze brave lieden 36, die zelf ook van het van45 allen die door u en met u gezondigd hebben !
banket staan te dromen, helemaal niet boos dat de mis zo’n vaart
neemt37. En dat was dan de ware legende van Dom Balaguère, zoals die in
En wanneer Dom Balaguère zich met stralend gezicht omdraait en het land van olijven verteld wordt. Het kasteel van Trinquelage bestaat
uit alle macht roept : ITE MISSA EST!, klinkt het antwoord van de kapel vandaag de dag niet meer, maar van de kapel blijft er nog een ruïne over,
hem als uit één mond : DEO GRATIAS ! boven op de Mont Ventoux, helemaal overwoekerd met onkruid46.
Het klinkt zo blij en meeslepend, dat men zich al aan tafel bij de Naar men vertelt zou er jaarlijks rond Kerstmis een
eerste toast gewaand had. bovennatuurlijk47 licht door die ruïne dwalen. De omwonende boeren
beweren de spookkapel48 gezien te hebben, verlicht door onzichtbare
III. kaarsen.
U zult er misschien om lachen, maar een vigneron uit die streek,
Vijf minuten later gingen al die heren, met de kapelaan in hun een wijnboer, die Garrigue heet, en wellicht een verre afstammeling is
midden aan tafel in de feestzaal. Liederen, kreten, gelach en rumoer van Garrigou, heeft me verzekerd dat hij op een kerstavond, toen hij wat
stegen op in het van boven tot onder verlichte kasteel. En de aangeschoten49 was, verdwaald50 was op de Mont Ventoux, in de buurt
eerbiedwaardige Dom Balaguère plantte zijn vork in de vleugel van een van Trinquelage.
hazelhoen. En hij verdronk de wroeging38 over zijn zonde in stromen
Château-Neuf-du-Pape. De arme man at en dronk zoveel, dat hij dezelfde En wat had hij gezien? Tot elf uur bleef alles donker en doods.
nacht stierf aan een verschrikkelijke hartaanval, zonder dat hij zelfs de tijd Maar rond middernacht sloeg plots een stokoude klok boven in de toren.
had zijn berouw39 te tonen. En vlak daarna zag Garrigue lichtjes en vage schaduwen over het
bergpad bewegen. In het kerkportaal werd gefluisterd :
De volgende ochtend arriveerde hij in de hemel40, die nog in rep -Bonsoir, bonsoir, maître Arnoton!
en roer was van het feest van de afgelopen nacht, en je kunt je -Bonsoir, bonsoir, mes enfants !
voorstellen hoe hij daar ontvangen werd.
41
I.e. God
42
Deugdzaam = goed, braaf, vol deugd
43
Het is uitgewist = het is vergeten
36 44
Brave lieden = goede mensen Afpikken = stelen
37 45
Een vaart nemen = snel vooruitgaan In aanwezigheid van = samen met
38 46
De wroeging = het schuldgevoel Overwoekerd door onkruid = bedekt door onkruid (=plantjes, bloemen die
natuurlijk, in het wild voorkomen)
39 47
Het berouw = de spijt Bovennatuurlijk = paranormaal
48
De spookkapel = fantoomkapel
40 49
De hemel = plaats waar christenen hopen naartoe te gaan na de dood, het Aangeschoten = een beetje dronken
50
paradijs Verdwaald = hij wist niet waar hij was
Toen iedereen binnen was, sloop onze brave vigneron dichterbij
en gluurde51 door de kapotte deur. En hij was getuige van een
merkwaardig52 schouwspel53. Alle mensen hadden zich in het koor van de
ruïne opgesteld, alsof de oude banken er nog stonden. Mooie dames in
brokaat, deftige heren in het zwart, boeren in gebloemde wambuizen, ze
zagen er allemaal even stoffig, oud en vermoeid uit.
Vooraan in het midden van het koor knielde een kinderlijk kleine
grijsaard54 en schudde wanhopig met een belletje zonder klepel en zonder
geluid, terwijl een priester, in een gewaad van oud goud, zich bij het
altaar bewoog en gebeden zei die niemand verstond.

Dat was natuurlijk Dom Balaguère, die nog altijd bezig was met
zijn derde gelezen mis...

51
Gluren = heel voorzichtig kijken
52
Merkwaardig = vreemd
53
Het schouwspel = het tafereel
54
De grijsaard = de oude man met grijs haar

You might also like