Professional Documents
Culture Documents
Archeologische Kroniek_2015
Archeologische Kroniek_2015
"Bright eyes
Burning like fire
Bright eyes
How can you close and faíl?
How can the líght that burned so bríghtly,
suddenly burn so pale?.""
Símon &Garfunkel
ln de kílle morgen van l8 november zot3 bereikte ons uit het pro-
vinciaal archeoìogisch museum te Velzeke het treuríge nieuws
dat
het van Aalst
Marc Velghe de ãag voorheen in o.L.V.-Ziekenhuis
overledei was. Daf ziin stoel in de begeleidingscommissie in het
museum voorgoed leeg zou bliiven, beseften wii pas ten volle
toen wii de vo-lgehde keer zonder Marc moesten vergaderen'
Toen Marc de laãtste keer onder ons was, heeft hii nog een
glimp
kunnen opvange n van wat het nieuwe museum zou worden
Zijn ouders, Georges Velghe en Simonne CorYn, die in t943
ge-
huwd waren, oefenden het beroeP van bloemist uit. Hun enige
zoon Marc werd te 6ent geboren oP 4 februari t95o. Marc volgde
de lerarenopleiding LSO Wetenschappen , Aardrijkskunde en
Eco-
nomie in de Riiks-
elghe
zorj) normaalschool
van Cent. Vanaf
1973 was hii le-
raar Biologie in
het Atheneum
van De Pínte en
vanaf t988 leraar
Chemie in het
Koninklijk Athe-
neum aan de
Voskenslaan in
Gent. ln 2oo5
werd hij op rust-
I pensioen ge-
steld.
Op r4 iulir977 huwde Marc met Rosanne Hendrickx, Ierares Frans.
Samen kregen ze twee kinderen: Kathy (" r979; handelsingenieur)
en Peter ("t982; graduaat ín Marketíng en Europees Bedriifsbe-
leid). Van iuni t977 tot april zolt woonde het gezin in Opbrakel,
aan de Leinstraat, de oude Romeinse weg van Bavay naar Vel-
zeke. Hun woning was als het ware voorbestemd als mansío of
baanpost voor al wie zich in de Zuid-Oost-Vlaamse regio op het
pad van de geschiedenis en de archeologie wilde wagen. In maart
zott verhuisde het gezin naar Deurle. lntussen was het ook stiller
geworden rond de van nature uit ondernemende en immer en-
thousiaste Marc. Ernstige gezondheidsproblemen...
:--erVelghe
Peter, van wiens ont-
-
982 - zoto) plooiing als jonge voet-
balgod Marc nooit een
detail had willen mis-
sen. Peter, net 28 ge-
worden, die ook al
professíoneel flínk uit
de startblokken was.
Peter, die als jonge
knaap door zijn vader
de passie was bijge-
bracht voor het gebeu-
ren rond WO ll (getuige
daarvan zijn mini-mu-
seum in wording) en -
hoe kon het anders? -
voor de archeologie. Zo
vaak was hij samen met
zijn pa de pas geploeg-
1
, 15 de velden gaan pros-
pecteren op zoek naar
314 jl5 vuurstenen artefacten
uit de steentijd. Zo vaak had hii deelgenomen aan opgravingen \eolithís
tijdens de zomervakantie, zo vaak was ziin ionge ontgoocheling 5e¡ woe
groot geweest toen hii op het einde van de dag alweer van pa
dt
ãien¿e te horen dat hii de gevonden kleinoden niet mocht hou- -uele
den. ln de zomer van 2oo3 was Peter zelfs als iobstudent aan de
slag geweest aan de balie van het provinciaal museum van Ename
aan de Liinwaadmarkt.
Bii zijn overliiden had Marc nog zo veel te doen' lk noem hier
enkel maar zijn op stapel staande boek over de wereldgeschiede-
nis. Het heeft allemaal niet meer mogen ziin'
Bibliografie
r.lnleiding
,- . an Marc
z. Beschrijvíng
15 16
316
1 3
5cm
F¡9.2
Neolíthísche biilen uit
Velzeke
16 r6
318
bijl is intens gepolijst. Op de snede en de hiel zíjn sporen van ver-
brijzeling (mogelijks deels klopsporen) en plaatselíjke afronding
te zien (fÍg. 2.3). Vermoedelijk betreft het een herwerking van een
gebroken grote bijl (herscherpen van snede).
-çJ
¡e,:thische bijlen uit
,e=eke
5cm
bíjlenuít
5. Bíjna volledig bewaarde bijlafkomstig uít spoorVo4l}t453alzo.
De bewaarde lengte bedraagt 7,9 cfr, de breedte 4,6 cm en de
dikte 2,4 cm. De bijl is gemaakt in een líchtgrijze mijnsilex en ís in-
tens gepolíjst. De bijl vertoont talloze sporen van latere bewer-
kíng, vermoedeliik nadat het artefact door breuk onbruikbaar
geworden was. Een breukvlak nabij de hiel lijkt aangewend als
16 t6 slagvlak voor de productie van kleine afslagen. De snede ís tame-
lijk intact op één zijde na waar verbrijzelingsporen merkbaar zijn
318 i9 e (fig.3.z).
3. Gebruik en betekenis
4. Besluit
BiblÍografie
Adkins, L' & Adkins, R.A. 19g5. Neolithíc axes from Roman
sítes in
Britain, Oxford Journal of Archaeology,
+(t),6g_lS.
Bevan, L. & lser, R. zooo. prehistoric lithics, in:
Evans, C.J., Jones,
L. & Ellis, P.,Severn Valley Ware production at Newland Hopfields.
Excavation of a Romano-Britísh kitn site at North End
Farm, Great
Malvern, Worcestershire in ry92 and (BAR British'S"ri"i
ry94
3t3lBirmingham university Fíerd Rrchaeoiógy unít Monograph se-
ries z). Oxford: Archaeopre ss, 66-67.
16 16
De Clercq, w. 2oog. Lokale gemeenschappen in
het Imperium Ro_
a-l
320 mdnum. Transformaties in rurale bewoníngsstructuur en
materiële
jæt
cultuur in de landschappen van het noordeliike deel van de civitas
Menopiorum (provîncíe Collía betgia' cd' 1oo v. Chn - 4oo n' Chr')'
-riU(
Cent: Universiteit Gent (doctoraatsscriptie).
¡{dr
Horne, P.D. & King, A.C. 198o. Romano-Celtic temples in continen- *--¡.-)
tal Europe: a gazetteer of those with known plans, in: Rodwell, i zT
W. (ed. ), T empl es, chur ches and r etigi on in Roman Britoin ( BAR Bri-
tish Series 77). Oxford: B.A'R', 369-555.
Perdaen, Y., Laloo, P,, Crombé, Ph. & De Clercq, W. zoo6. Een
Bandkeramische dissel in Zandig Vlaanderen, Notae Praehístori-
cae, 26,199-202.
:: :{-:-,
16
)22
kuil uít de volle
Een Rom eins brandrestengraf en een
míddeleeuwen op de wíik "Nederholbeek" te Etíkhove
(Maarkedal)
Jean-Pierre Parent, Nico De Brouwer, Nick Van Liefferinge en Luk Beeckmans (w.a.
Quadríga)
t. Situatie
-Ér
j':;tiekaart von
:-:''nove (Maarkedal)
--- oanduídíng van
'<- Gallo-Romeînse
-:^dgraf (t) en de
- ':deleeuwse struc-
-.--t-'(z).
17
lsqrn I
322 _:23 13
F¡9.2
Bodemkaørtmetaan-
duidíng van de sPo'
ren,
Fig.t
Het vernieuwde con-
tdínerpdrkvdn Maar-
kedal met aandui-
dîngvan de sPoren'
z. Romeins graf
F¡9.4
Foto van het Gallo'
Romeinse brandgraf
(spoor t).
17
14 324
Fig.2 gravingsdiepte van ongeveer 13 cm beneden het aanlegvlak
Bodemkaartmetaan- (spoor t).
duíding van de spo-
ren.
De inhoud bestond uit houtskool, wat verbrande leem en ver-
brand bot. Dít laat toe om het spoor te ínterpreteren als een Ro-
meins brandrestengraf. Wegens het ontbreken van mobiele
vondsten zoals aardewerk is het graf moeilijk scherp te dateren.
=çi
=-: .on de míddel
=-'.t -<e structuur
2),
=.:t:'
+-'
-¿re
"g vdn de
ær->'ede van de
tiw eeuwse StrUC-
z.tr '- :chtgele zan-
;gr ee.n; 2, L¡cht-
Vi= :zndige leem,
u.rs.colínclusíes; i,
-'i. 4
1:rc van het Æ E,donkergríjze
Gallo-
¡c,.neínse brandgraf
zu'se ieem, veel
w.æ¿oiínclustes;4,
l),
=oor -dEE--:e zandíge
e- -c,-.skoolínclu-
:, i l^;ze zandíge
.- -€: veel hout-
Ecr:5- hnkergrijze
.rcig= leem met
e -ø-'skæl;7.Ver-
ttæ æmbrok >>
17
zF;
324 15
F¡9,7
De omgrachte kuil
(spoor z). InterPretd-
tietekeníng van een
deel van de Platte'
grond.
lmportaardewerk
Wandfragmenten
_ rweã scherven in wit/geel aardewerk met rode beschildering
(Riinlands).
- Eén scherf in witbakkend aardewerk met sporen van lood
glazuur (Maaslands).
17
Versierde w andfragmenten
- Radstempellijnen (afb. ro, r8-r9 en zz-3r).
- Meandervormige groeflijnen (afb. 10,21).
- Horizontale ribbellijnen (afb. to, zo).
Ciettuit en bodemfragment
- Ciettuit van een tuitpot (afb. 9, z).
- Bodemfragment met een lícht naar buíten staande standríng
(afb.9,3).
Wandfragmenten
Er werden 283 wandscherven geteld. De dikte van de scherven
varieert tussen 4 en 8 mm.
=e5
':re4íngen vøn het
-wenmateríoal,
17 t7
0 6cm
I:i:.t:-
326 ]27 17
Fíg'g
Tekenîngen van het
schervenmateríaø\.
r r,-,-
w hh,
%15 %-* ã,,
11
T:,W,%î^
fr
18
uH
a
â
19 v
20 21
occ ðc
EN øÕ
23
ÞÈrÊle
W^
#
il 27
28
u
0
r:-::I:::ì:r
31
scm
DaterÍng
4. Besluit
l-3 26
informatie over de Romeinse aanwezigheid en bieden voor het
eerst ook een kijk op de bewoningsgeschiedenis in Etikhove tij-
dens de volle middeleeuwen5.
/-Ð,, Bibliografie
,
17
328
z
i¡9 19
I , O. Croote 2008 (t),3t7 en 338
| Oe Croote 2oo8 (tt),48-57
o
I s U"n Doorselaer1964, 256-258i De MulderrggT,
I Met dank aan Johan Deschieter (pam Velzeke)
ror-rro
voor het nalezen van de tekst.
De Mulder, C'. t987. De Gallo-Romeinse bewoning in Zuíd-Oost-
Vlaanderen, Handelíngen van het Zottegems Genootschap voor Ge-
schíedenis en Oudheidkunde, 3, 1 o1-1 1 o.
I
17
20 330
De Germaans-Romaanse taalgrens en het Europa der talen
L¡x Van Durme
17 É
330
lange tijd niet meer. ln die verre voortiid liiken de Nederlanden te
hebben behoord tot een mediterrane taal- en cultuurgemeen-
schap waarvan evenwel weinig bekend is. Omdat de hydronie-
men of waternamen in het lndo-Europees in algemene regel
vrouwelijk zijn, de mediterrane daarentegen manneliik, klimt de
naam van de Schelde (Scaldís bii Caesar, 5z v. Chr.) hoogstwaar-
schiinliik tot de mediterrane periode op; het Frans bewaart nog
steeds het mannelijk genus (l'Escaut); in het Middelnederlands is
de naam vrouweliik geworden.
Het Keltendom
Het Keltisch vormde samen met het Crieks en het Latijn de drie
grote talen van de Europese Oudheid. Daar de Keltischsprekend
gebieden nooit een rijk of een polítieke eenheid vormden, spreekt
men beter van rhet Keltendom' of 'de Keltische wereld'. Het Kel-
tísch zwermde daarentegen steeds verder uit, maar Iíet zich ge-
makkelíjk opslorpen door de talen van anderen.
*,'a
a
a
.Ù""1L,d,*
t oøa-n. *
".'æ
ator
'M6
esa 'æl
ffil e*l¡ ah
Na ùiñaa
H.ulla
(d¿eó@o
a¡dil a@wÉ
axôjén a ocd d
h.^ra
roo lm
Kaartt
rop vakkundige
wiize''7o l'z'
zelfs, Verspreidíngvan
incluis - nog steeds verkondig tísche Plaatsnorr
waternamen'Keltische namen op basís van dc':r
*
pese) en dat het Keltisch klonk tot t zichtige elemente'
'.'t'
als Keltisch te be- het noorden van
Nederland. Een kartering van de met zekerheid
festen van Callië brengt hier ver- líë - 6d"l5d" eeuil I
schouwen namen in heinoord
verbreiding Chr.'
duideliiking en werpt een glimp op de noordeliikste
van het Keltisch. overigeni werden ook
namen van het Keltiscñe type geschapen'
,
in de Romeinse tiid nog
zo Autun uit Augusto-
o
a oco
roo km
aliam Aquitani, tertiam qu¡ ¡psorum lingua Celtae, nostrq Galli ap- Kaart 2
pellantur. Hi omnes lingua, instítutis, legibus inter se different' Cal- De prehístorische c' Ë -: ---
eerste germaniserírz sr'-
los ab Aquítanís Garunna flumen, a Belgis Mdtrona et Sequana
van de Lage Lande'
_
'5i¡".,'- -
dívidit. Horum omnium fortissimi sunt Belgae... ": 'rGallië is ver- ín de spíegel van c'- F J'^: --'
deeld in drie delen, waarvan er één bewoond wordt door de Bel- fonetische evolut z
gen, een ander door de Aquitaniërs, een derde door hen die van prehístoriscl: ,4F "'-"
,ü r--:--
zichzelf ín hun taal Kelten noemen, maar die wíi Galliërs noemen. plaatsnamen - ì!'
Zij verschillen onderling van taal, instituties en wetten. De Galliërs eeuw v. Chr.
zijn van de Aquitaniërs gescheiden door de Garonne en van de 18 ü--- "":
Belgen door de Marne en de Seine. Van hen allen ziin de Belgen eti¡i¡::,Lr-
,mr
de dappersten... rr.
T6
- d ;i "ri^iLi^.ì ¡ 9i
w ,* ,3ss5Ë'i.
ä q - ù=-ro
=J.
w
Ol æ V>$.Q-o5n
À'(D r! ro 5gq-:î
+q ö,0 =l'è i A;
3*;
^+l $;Fd$qÀi 3-
*iå3ä*Eîìi:È
ã
Ë å å È i åË Få;
i?95ãä4ã1iF ,?',, ' ,,
Êqq$ñpîñ3:1 q
=i å iË i å : È;
¡ J l.-:l
Ë
J
,,., '.1t ,
..
,', ,
tl OJ A-ì
õanc:;rf,õ-a^
.. e
õ- o õ,' _; õ[
=
iq¡äiqäaeg
å3 4
3.3*å?+sã=E
;
E 3ü F ån
:J o-lD < rD rD aì< ñgq
5ßdõã_wTt882
: ô lD ^ï á'.: o. f
=. =.
:åi!õ9ãËël
3a3õ-ô-0:Ê g s
ù
>Eii'Tr='3s-x=
Ël *: d a a +! **
EYilEa3ã'; ;;+
3+::õ-ßl?.-5
O_oÐJrD
^i-_oirj
(r--0JJ=^YOO_^-
oriroJ a _ gOq:õ-ô
ã33ßsgã;ðrd
:q*ôdßã' åRÁ
*+ ä s çfl r *ã #
De komst van Rome
Rome had alle belang bii een dicht en biivoorkeur heterogeen be-
volkt Noord-Gallië. Voor het'Germaanse avontuur' onder Augus-
tus zelf - een droom van Caesar wilde waarmaken - en met het
oog op de verovering van Brittannië (ingezet door Claudius in 43
n. Chr.) was een opulent en betrouwbaar hinterland een nood-
zaak. Tijdens deze periode werd de genoemde organisatie op Ro-
meinse leest'in de diepte'voltooid. Van 16 tot 13 v, Chr. verbleef
Augustus nog eens persoonlijk in Gallië en gaf er het Romeinse
kadaster definitieve gedaante conform de bepalingen van de his-
f8 g
torische conventie te Narbonne in z7 v. Chr. De civítates werden 3lE ãE
nu onderverdeeld in pagi, zelf bestaande uit een groot aantal
fundi. De fundus als basiselement voor de schatting van de belas-
ting was een volledig nieuw concept, want tot dan waren de be_
lastingen niet op het privé-eigendom, maar op het hele
stamgebied gelegd, zoals caesar het voor een aantal stammen in-
gesteld had' De Galliërs en Germanen kenden overigens enkel
roerend bezit (veestapel). Nu werd een heel nieuw belãstingssys-
teem geschapen met de onroerende eigendom (grond) als basis.
Het suffix -(i)acum, dat de Romeinen zich ín cailie eigen hadden
gemaakt en dat nu in de noordelijke provincies eeñ aantal ín-
heemse naamspatronen naar de kroon stak in de naamgeving van
nieuwe stichtíngen zoals Bavay uít Bagaco,beuken-wõud', úrerd
voortaan het element bij uitnemendheid ter benoeming van de
veelheid van fundi. Een duurzame naamkundige traditiJwas ge_
schapen: ILatijnse of inheemse persoonsnaa mi -iacumf.ln rraik_
rijk, Wallonië, Duítsland, Nederland en ook in heel Viaanderen
vindt men dat naamtype terug. Een paar voorbeelden: Ghoy uít
Gaudiaco, Jülích uit Juliaco en Velzeke (wellícht) uit Felíciaco. De
domeínen van Gaudius, Julius en Felicius.
|Ýa
VÀ
va
i
1
lÀ Germania
ÿr
¡Ýai ll ¡
-
a>
ÿròÝ.Ý(
ÿtv¡_
Latinitas
3o
hadden ingezet en in het begin van de 6du eeuw de Barkan hadden
en Donauli-
overspoeld.
de Vlaamse
: grens vdn
teínse ríjk, Omstreeks 445 veroverden de Franken onder gouwkoning
Chlo_
e Ldt¡nítds dio, die vanuit Duisburg (op het kruispunt van de Romeinse
æddeels ge-
'dwas-míd-
euw
r8 18
340
gegermaniseerd. Deze situatie '
een terrasvormige
i*î,g i" rt* xe¿erlanãie dialectlandschap' dat Vanuit het oosten
tegenstelling tussen est vertoont'
brachten de Nederfr
ook in het Duits ter
koos), vanuit het westen daaren
geTmPorteerd die wiiook in het
zon, Pitvoor Put)'
van de taalfamilies in
Na het uittekenen van de grote contouren
en in de Vroege Mid-
West-Europa op het einAJvan de Oudheid
prille orde te verstoren: de
deleeuwen, dreigde ããn +actor deze
in de 7du en 8't" eeuw'
btiksemsnelle expansie van de islam -
ln het spoor van Karel Martel, die ook Aquitanië had veroverd, en
diens zoon Pepíjn de Korte nam Karelde Grote inTTthet bestuur
over. Hij was 1,92 meter groot, was naar het schijnt analfabeet,
regeerde 46 iaar en stíchtte een rijk dat in aanzien in menig op-
zicht niet moest onderdoen voor het Romeinse lmperium. Door
zijn veroveringen in oosteliike richtíng kwamen de Lage Landen
centraal te liggen en werd de Germaans-Romaanse taalgrens on-
geveer een middelliin in het Karolíngisch-Frankische Riik.
t o ¡
ú o
a
o t
t a
'Ú
o
eigen bevindingen
Van oost naar west overloop ik nu vluchtig miin
segment
inzake de situatie en evolutie op en om het noordeliike
van de taalgrensliin in België'
in
ot de in het oosten
België, ord-Frankriik
eeuw t eeuw een
2d"
nvloed overigens de
toon zette voor heel Frankriik. De'mainmise du roi" het centrali-
satiebeleid van Filips-August (tt8o-t223)' moest nog volgen' Het
Picardisch had zich overigens als dialect steeds vrii kunnen ont-
wikkelen: het Latiinse wo-ord cattus 'kat', in het Francien van Île-
.i:- 6
:Ê Cermaa
-ú:'se tool1lr'
-* \liddenrijl
-::'.=.ius - 8,
:-:--. .net he
ven meer bepaald heel Artesië geannexeerd, met steden als Do- -s:- s hier niet
waai en Atrecht bekend om hun jaarmarkten' Onbeperkt i:i.-' en).
stroomden nu noordwaarts: allerlei handelsproducten, agrari-
sche, ambachteliike en administratieve kennís, cultureel aanbod
en ook taalkundige import zoals de gewoonte om voor de admi-
nístratíe van het Latiin over te stappen op de volkstaal, maar
vooral nog de taal zelf. ln looo lag de taalgrens al ter hoogte van
Boulogne en was ook noordeliik Henegouwen al goeddeels ver-
franst, tot Vloesberg zelfs. Nog noordeliiker, op bodem die histo-
risch bij het Germaanse taalgebíed zou bliiven behoren, drongen
talloze Romaanse leenwoorden door. Zo nestelde vorke uit Latiin
f urca zich naa st h ff el e en zo bond coltur ef coutur e
et Germaanse ga
ln tegenstelling tot zij díe zich van haar bedienen, is een taal op
zichzelf niet imperialistisch. Het Frans was of is niet imperialisti-
scher dan een andere taal. Als bewijs hiervan geldt het grootste
bezitsverlies dat de Calloromania zelf waar ook maar leed. Dat
was in het zuiden van Zwitserland waar door de zgn.Walserkolo-
nísation vanaf het einde van de r4d" eeuw grote Duitstalige zuid-
waartse instulpingen van de taalgrens en zelfs enclaves gescha-
pen werden, veelal ten koste van het Retoromaans.
Køart 6
De Germaans-Ro-
mddnse toalgrens in
het Míddenríik van
Lotharíus - 86 @e
grens met het Sla-
visch ís híer nietweer-
gegeven).
Uit het Latijn (zelf ontstaan uit het ltalisch) ontwikkelden zich
onder meer het Frans, het ltaliaans en het Spaans, uit het Fran-
kisch (zelf ontstaan uit het Germaans ontstaan) het Duíts en het
Nederlands. Wanneer precies gaf men het Latijn op, wanneer het
18 r8 Frankísch? Het antwoord op die vraag kan niet anders dan ontwij-
kend zijn en enkel luiden dat niets híer in één klap gebeurd is. Een
:j8 349 volkstaal wordt nu eenmaal steeds van generatie op generatie
doorgegeven. Nergens en op geen enkel moment zal men dus de
indruk hebben gehad prots niet meer de taalte spreken van vader
en moeder' Men kan dit het best iilustreren met de absurditeit
wondert het dan dat het Belgische Doornik, de stad van Childe_
rich, zich op haar beurt graag ,de oudste stad van Frankrijk,
noemt?
Henricke van den Putte Portere van Ghint ii % bunre ldns... , 'De
schepenen van Bochoute brengen een minzame groet aan al de-
genen die deze brief zullen lezen, in de naam van Onze Heer' Zíi
maken bekend aan hen die nu zijn en die zullen ziin en allereerst
aan de schepenen van Velzeke dat de heer Boudewiin Moleniizer
van Dallem 2,5 bunder land verkocht aan de heer Hendrik Van den
Putte, poorter van Cent ...'.
Literatuur
o ek v an Belgi ë, Neder-
Gysse I in g, M. t 9 6 o: T opony misch W oor denb
Iand, Luiemburg, Noord-Frankriik enWest-Duitsland (vóór rzz6). I
ll. Brussel-Tongeren.