Boekverslag Janne de Waard

06-05-2019

Inleiding

Mijn boekbespreking gaat over Julia’s reis. Het boek is geschreven door Finn
Zetterholm en uitgegeven door Uitgeverij De Fontein. De schrijver heeft een
serie boeken gemaakt over Julia en de avonturen die zij meemaakt. Er zijn er
tot nu toe drie uitgegeven.

De inhoud van het boek

Julia is twaalf jaar en woont in Stockholm. Ze is gek op kunst, net als haar opa.
Op een dag gaat ze met hem naar het Nationaal Museum in Stockholm.
Wanneer Julia een schilderij van Rembrandt per ongeluk aanraakt verdwijnt ze
in een zwart gat. Ze wordt wakker in de tijd van Rembrandt, in 1658. Het enige
dat ze bij zich heeft zijn haar schetsboek en tekenpotlood. Ze maakt kennis met
Rembrandt en mag voor een tijdje bij hem wonen. Ze leert het huis en de
bewoners kennen. Bijvoorbeeld Hendrickje Stoffels, de huishoudster van
Rembrandt die ook zijn geliefde is en Titus, de zoon van Rembrandt en het
aapje dat bij hem woont, Pieter.

Ze brengt veel tijd met Rembrandt door in zijn atelier. Hij werkt aan het
schilderij ‘Meisje aan het venster’. Door speciale pilletjes kan ze andere talen
verstaan en dus ook met Rembrandt praten. Rembrandt gelooft niet dat Julia
ooit al schilderijen van hem heeft zien hangen in een museum in Stockholm,
want daar is hij nog nooit geweest zegt hij, en hij heeft er nog nooit een
schilderij heengebracht. Hij denkt dat Julia gek is als ze zegt dat de schilderijen
van hem miljoenen waard zijn. Ondanks dat hij veel schuldeisers heeft, woont
Rembrandt in een prachtig huis aan de Jodenbreestraat. Hij koopt een
schilderij van de Spaanse schilder Diego Velázquez. Het heet ‘De hofdames’ en
het is een heel grappig schilderij, omdat de schilder zichzelf er ook op heeft
afgebeeld.

Op een avond is het noodweer en dreigen de dijken te breken. Julia en

Rembrandt gaan helpen om de dijken te versterken met zandzakken. Als er
toch een dijk breekt komt Julia in het water terecht waar ze met haar voet
opeens iets hards voelt. Het is het schilderij van Velázquez. Als ze het met haar
hand aanraakt verdwijnt ze opnieuw in een zwart gat en komt ze terecht in…
Spanje in 1599, in een paleis waar de schilder Velázquez werkt aan een
schilderij van de hofdames. Ook bij Velázquez maakt Julia allemaal spannende
en interessante avonturen mee. In het boek maakt Julia ook nog kennis met
Leonardo da Vinci, Edgar Dégas, William Turner en Salvador Dalí.

In de boeken 2 en 3 (Julia’s verdwijning en Julia’s ontsnapping) komt ze ook

nog bij een wiskundige, Einstein en komt ze bij een beroemde componist,
Mozart. Bij elke kunstenaar en wetenschapper leert ze weer iets anders. Ook
maakt ze in elke tijd wel nieuwe vrienden. Het boek is daarmee een
avontuurlijke reis door de schilderkunst.

De vogeljongen

Maar hoe komt ze weer terug in haar eigen tijd? Dat is een groot geheim.
Tussen de hoofdstukken met kunstenaars door loopt een verhaal met een
‘vogeljongen’ die verantwoordelijk is voor haar tijdreizen en haar terugkeer.
Van de vogeljongen krijgt ze de pilletjes waarmee ze mensen uit andere landen
kan verstaan en een horloge dat haar helpt bij het reizen door de tijd.

Niet vergeten!

Julia had een eigen plekje in het park, waar ze elke dag alleen doorheen fietste.
Ze had dit plekje gevonden toen ze een keer verdwaald was in het park. Om
precies kwart voor drie pakte Julia haar fiets. Ze reed naar haar plekje in het
park. Julia fietste het laatste stukje van de heuvel op. Bij de bosjes bovenaan
stond ze plotseling op de rem. Haar plaats was niet leeg, er zat een jongen.
Woedend keek Julia hem aan, het was toch haar bank! De jongen keek
vriendelijk terug. Hij was lang en tenger en had zwart haar. Hij leek op een
vogel. Hij gaf Julia een doosje met taalpillen, daarmee kun je elke taal op de
hele wereld spreken. Hij zei: ”Julia, wees voorzichtig met je handen, die zijn
magisch.” De volgende dag ging Julia met haar opa naar het Nationaal Museum
Stockholm en begonnen de avonturen.

Waarom vind ik dit een mooi boek?

Ik vind Julia’s reis een heel erg mooi boek. Het is heel mooi geschreven en
het is heel erg spannend om te lezen. Het is net alsof je de mensen die
erin voorkomen echt leert kennen. Er komt veel kunst in voor en dat vind
ik heel interessant. Het is ook heel leuk om te lezen over mensen die in
een andere tijd leven. Door de verhalen over de kunstenaars gaan de
schilderijen echt leven. Ik heb in Londen in de herfstvakantie de
schilderijen van William Turner in het echt gezien en dat vond ik heel
bijzonder nu ik meer wist van de schilder zelf.

Janne’s reis

Ik zou in dit boek zelf ook wel willen figureren in een hoofdstuk. Het liefste zou
ik dan gaan naar de tijd van de Middeleeuwen. Ik hoop dan dat ik daar Willem
de Veroveraar tegenkom. Ik zou dan willen zien hoe het wandkleed over de
slag bij Hastings is gemaakt. Dit wandkleed laat het gevecht zien tussen Koning
Harold en Willem de Veroveraar. Toen Willem de Veroveraar had gewonnen
stichtte hij een abdij. In die abdij is nu een school waarvan ik het uniform vaak
aan heb. Het lijkt me heel bijzonder om meer over die tijd te leren en te weten
hoe de mensen toen leefden.